Truebeauty-
14-03-2010, 22:31
Opvoeding in de moedertaal is beter. Het geeft kinderen een steviger ondergrond, waar ze later veel aan hebben.
De anti-moedertaal-van-allochtonen-sfeer heeft Nederland in zijn greep. Was het vroeger nog een goede stap dat Turken überhaupt aan de verkiezingen deelnamen, in welke taal ook, nu is de situatie volkomen omgekeerd. Het is verdacht.
De tijdgeest zit dus tegen om Turks te spreken als nieuwe Nederlander. Of om je kinderen in die taal op te voed. En toch doe ik het, ondanks ’vragende’ blikken, ondanks mogelijke ’achterstand’ met het Nederlands als ze op de basisschool beginnen. Soms versterkt de tijdgeest zelfs mijn besluit om mijn moedertaal aan mijn kinderen door te geven.
Prinses Máxima doet het ook: zij voedt haar kinderen op in het Spaans. Ik heb nog niemand horen struikelen over de meertalige opvoeding van de prinsesjes. Waarom zou ik dan geen Turks mogen spreken?
Toen mijn kinderen net geboren waren, begon ik in het Nederlands. Maar dat heb ik snel veranderd, na een aantal overpeinzingen en ervaringen. Vlak na hun geboorte woonde ik in Jordanië. Daar hoorde ik hoe vrouwen met Turkse (voor)ouders vaak alleen Arabisch spraken. Turks konden ze niet. Dat vonden ze jammer. Sterker nog, ze namen het hun ouders kwalijk. Zullen mijn kinderen het mij ook kwalijk nemen als ik ze de Turkse taal niet leer? Ik denk het wel. Als je als kind de kans hebt om twee talen te leren, waarvan eentje je moedertaal, waarom zou je die kans onbenut laten? Zonde.
Jaren geleden werkte ik met diverse vrouwen, onder wie een Marokkaanse. Zij sprak haar moedertaal niet en was min of meer jaloers dat ik probleemloos met mijn ouders kon praten. Zij kon dat niet. Ik kon mijn oren niet geloven. Zij was opgevoed in een gezin waarin haar moeder en vader een andere taal spraken dan zijzelf. Ik dacht dat het een uitzondering was. Maar een Marokkaanse studente die ik recent ontmoette had hetzelfde probleem: zij sprak geen Arabisch en haar ouders geen Nederlands. Ook op het internetforum marokko.nl speelt de discussie dat kinderen geen Berbers of Arabisch meer spreken.
In Nederland stikt het van de onderzoeken naar de taalachterstand, maar er is nooit gekeken naar de kwaliteit van contact door middel van moedertaal tussen Marokkaanse ouders en hun kinderen. En daar ben ik benieuwd naar. De tweede en derde generatie Marokkaanse kinderen wordt in het Nederlands opgevoed. Maar van opvoeding kan natuurlijk geen sprake zijn als de ouders en kinderen elkaar niet verstaan.
Marokkaanse kinderen spreken inderdaad vaak beter Nederlands dan Turkse. Het Jaarrapport Integratie 2009 van het SCP bevestigt dat. Maar er wordt naar mijn smaak te snel de conclusie getrokken dat ze daarom beter geïntegreerd zijn - en de problemen met Marokkaanse jongens dan?
Ik vrees dat nog niemand de verbinding met de beheersing van moedertaal heeft gelegd. Zou het niet kunnen dat de kern van het probleem met deze jongens ligt in de slechte beheersing van hun moedertaal? Hun ouders verstaan ze nauwelijks en daarom worden ze eigenlijk eentalig ’opgevoed’ –door de televisie, de school en leeftijdgenoten. Hoe kun je ooit het gevoel ’ergens bij horen’ ontwikkelen als je dat gevoel thuis al niet hebt?
Vaak wordt de oplossing van opvoedingsproblemen ook nog eens in dezelfde sfeer gezocht, door sleutelfiguren uit de wijk in te schakelen, vaderprojecten op te zetten en/of imams met opbouwwerk te belasten. Zijn deze oplossingen effectief? Alleen als deze mensen goed Nederlands spreken en de probleemjongeren het gevoel kunnen geven dat ze niet hun op hun vader lijken. Want anders wordt het vadersymbool (hij is er, hij leeft hier, hij is een autoriteit maar je deelt weinig tot niets met hem) getransporteerd naar de nieuwe hulpverlener.
De officiële taal van een land spreken is belangrijk om een volwaardige burger te zijn. Maar het is niet voldoende voor een volwaardige burgerschap. Daar horen minstens twee extra dingen bij: een gevoel van veiligheid en een gevoel van zelfvertrouwen die je alleen van huis uit mee kunt krijgen. Thuis moet dan wel een taal gesproken worden waarin iedereen zich verstaanbaar, hoorbaar, begrijpelijk en voelbaar kan maken.
Wij spraken thuis Turks en mede daardoor heb ik van huis uit meegekregen dat ik altijd op mijn ouders kan terugvallen, dat ze altijd van me zullen houden, dat ik, hoe moeilijk ook, alles kan bespreken. Bovendien genoten we vanwege de gedeelde taal van dezelfde dingen: films, boeken, kranten en muziek. Dat versterkt ook de familieband.
Als de basisgevoelens en basishouding kloppen, kun je een tweede taal later met succes leren, een verantwoordelijke burger zijn, aan de politiek deelnemen en (hopelijk) volwaardige burgers voor de toekomst opvoeden.
Ik weet niet of het veel mensen al is opgevallen: veel hoger opgeleide allochtonen die op een latere leeftijd naar Nederland zijn gekomen, leren snel Nederlands, vinden aansluiting op de arbeidsmarkt en bouwen vrij snel een sociaal netwerk op. Iets om over na te denken.
BRON
De anti-moedertaal-van-allochtonen-sfeer heeft Nederland in zijn greep. Was het vroeger nog een goede stap dat Turken überhaupt aan de verkiezingen deelnamen, in welke taal ook, nu is de situatie volkomen omgekeerd. Het is verdacht.
De tijdgeest zit dus tegen om Turks te spreken als nieuwe Nederlander. Of om je kinderen in die taal op te voed. En toch doe ik het, ondanks ’vragende’ blikken, ondanks mogelijke ’achterstand’ met het Nederlands als ze op de basisschool beginnen. Soms versterkt de tijdgeest zelfs mijn besluit om mijn moedertaal aan mijn kinderen door te geven.
Prinses Máxima doet het ook: zij voedt haar kinderen op in het Spaans. Ik heb nog niemand horen struikelen over de meertalige opvoeding van de prinsesjes. Waarom zou ik dan geen Turks mogen spreken?
Toen mijn kinderen net geboren waren, begon ik in het Nederlands. Maar dat heb ik snel veranderd, na een aantal overpeinzingen en ervaringen. Vlak na hun geboorte woonde ik in Jordanië. Daar hoorde ik hoe vrouwen met Turkse (voor)ouders vaak alleen Arabisch spraken. Turks konden ze niet. Dat vonden ze jammer. Sterker nog, ze namen het hun ouders kwalijk. Zullen mijn kinderen het mij ook kwalijk nemen als ik ze de Turkse taal niet leer? Ik denk het wel. Als je als kind de kans hebt om twee talen te leren, waarvan eentje je moedertaal, waarom zou je die kans onbenut laten? Zonde.
Jaren geleden werkte ik met diverse vrouwen, onder wie een Marokkaanse. Zij sprak haar moedertaal niet en was min of meer jaloers dat ik probleemloos met mijn ouders kon praten. Zij kon dat niet. Ik kon mijn oren niet geloven. Zij was opgevoed in een gezin waarin haar moeder en vader een andere taal spraken dan zijzelf. Ik dacht dat het een uitzondering was. Maar een Marokkaanse studente die ik recent ontmoette had hetzelfde probleem: zij sprak geen Arabisch en haar ouders geen Nederlands. Ook op het internetforum marokko.nl speelt de discussie dat kinderen geen Berbers of Arabisch meer spreken.
In Nederland stikt het van de onderzoeken naar de taalachterstand, maar er is nooit gekeken naar de kwaliteit van contact door middel van moedertaal tussen Marokkaanse ouders en hun kinderen. En daar ben ik benieuwd naar. De tweede en derde generatie Marokkaanse kinderen wordt in het Nederlands opgevoed. Maar van opvoeding kan natuurlijk geen sprake zijn als de ouders en kinderen elkaar niet verstaan.
Marokkaanse kinderen spreken inderdaad vaak beter Nederlands dan Turkse. Het Jaarrapport Integratie 2009 van het SCP bevestigt dat. Maar er wordt naar mijn smaak te snel de conclusie getrokken dat ze daarom beter geïntegreerd zijn - en de problemen met Marokkaanse jongens dan?
Ik vrees dat nog niemand de verbinding met de beheersing van moedertaal heeft gelegd. Zou het niet kunnen dat de kern van het probleem met deze jongens ligt in de slechte beheersing van hun moedertaal? Hun ouders verstaan ze nauwelijks en daarom worden ze eigenlijk eentalig ’opgevoed’ –door de televisie, de school en leeftijdgenoten. Hoe kun je ooit het gevoel ’ergens bij horen’ ontwikkelen als je dat gevoel thuis al niet hebt?
Vaak wordt de oplossing van opvoedingsproblemen ook nog eens in dezelfde sfeer gezocht, door sleutelfiguren uit de wijk in te schakelen, vaderprojecten op te zetten en/of imams met opbouwwerk te belasten. Zijn deze oplossingen effectief? Alleen als deze mensen goed Nederlands spreken en de probleemjongeren het gevoel kunnen geven dat ze niet hun op hun vader lijken. Want anders wordt het vadersymbool (hij is er, hij leeft hier, hij is een autoriteit maar je deelt weinig tot niets met hem) getransporteerd naar de nieuwe hulpverlener.
De officiële taal van een land spreken is belangrijk om een volwaardige burger te zijn. Maar het is niet voldoende voor een volwaardige burgerschap. Daar horen minstens twee extra dingen bij: een gevoel van veiligheid en een gevoel van zelfvertrouwen die je alleen van huis uit mee kunt krijgen. Thuis moet dan wel een taal gesproken worden waarin iedereen zich verstaanbaar, hoorbaar, begrijpelijk en voelbaar kan maken.
Wij spraken thuis Turks en mede daardoor heb ik van huis uit meegekregen dat ik altijd op mijn ouders kan terugvallen, dat ze altijd van me zullen houden, dat ik, hoe moeilijk ook, alles kan bespreken. Bovendien genoten we vanwege de gedeelde taal van dezelfde dingen: films, boeken, kranten en muziek. Dat versterkt ook de familieband.
Als de basisgevoelens en basishouding kloppen, kun je een tweede taal later met succes leren, een verantwoordelijke burger zijn, aan de politiek deelnemen en (hopelijk) volwaardige burgers voor de toekomst opvoeden.
Ik weet niet of het veel mensen al is opgevallen: veel hoger opgeleide allochtonen die op een latere leeftijd naar Nederland zijn gekomen, leren snel Nederlands, vinden aansluiting op de arbeidsmarkt en bouwen vrij snel een sociaal netwerk op. Iets om over na te denken.
BRON