onaangepast
09-03-2010, 09:33
Er was eens een partij die altijd aan de macht was geweest in Nederland. Langer dan de communisten in de Sovjet-Unie. Eerst noemde ze zich Roomsch-Katholieke Staatspartij, later werd het Katholieke Volkspartij. Na een fusie met de gereformeerden en hervormden ontstond het huidige CDA. Hoe het kwam dat de confessionelen altijd regeerden? Ze ruilden met het grootste gemak de ene voor de andere coalitiepartner in. Samen met de sociaal-democraten namen ze na de oorlog de wederopbouw ter hand. Totdat de roden te veel noten op hun zang kregen. Toen mochten de liberalen meeregeren.
En andersom. Kenmerkend voor de meeste van die kabinetten was dat de confessionelen er garen bij sponnen, maar hun coalitiepartner bij de verkiezingen werd afgestraft. Die kreeg dan het verwijt te veel te hebben ingeleverd. Reden waarom de liberaal Hans Dijkstal regeren met het CDA vergeleek met paren met een bidsprinkhaan, een insectensoort waarvan het vrouwtje de instinctieve gewoonte heeft na de daad het mannetje op te eten.
Begin jaren negentig hadden sociaal-democraten en liberalen schoon genoeg van de vraatzucht van de christen-democraten. Voor het eerst in de geschiedenis vatten ze de moed op samen een kabinet te vormen: Paars I. Onder fractieleiders als Enneüs Heerma en Jaap de Hoop Scheffer ging het snel bergafwaarts met het CDA. De partij kon haar draai niet vinden in de oppositie en verwerd tot een machteloze praatclub. Eigen schuld, dikke bult, vond een groepje partijveteranen. Als regeringspartij had het CDA zich laten verblinden door de arrogantie van de macht, luidde hun analyse.
Nog voordat Paars aantrad, waren de oud-ministers Frans Andriessen en Til Gardeniers en Rabo-bankier Herman Wijffels bijeen gekomen voor een brainstorm op kasteel De Essenburgh in Hierden. Gardeniers werd naar voren geschoven om een commissie te leiden die de rampzalige verkiezingsuitslag van 1994 (het CDA had in één klap twintig zetels verloren, de PvdA was de grootste partij geworden) te evalueren. De commissie leverde ongenadige kritiek op de campagne die lijsttrekker Elco Brinkman had gevoerd: te persoonsgericht, te weinig inhoudelijk, te veel nadruk op de noodzaak van bezuinigingen, niet barmhartig genoeg voor de zwakken in de samenleving. Dat het CDA door anderen steeds meer als arrogant was ervaren, noemde de commissie 'terecht'. Ook werd het feit gehekeld dat premier Lubbers zonder de leden te raadplegen Brinkman tot kroonprins had gebombardeerd. De manier waarop het CDA zijn leider aanwees, moest worden gedemocratiseerd: 'De commissie stelt vast dat de keuze bij wie de politieke leiding van de partij in een kabinetsperiode dient te rusten, opnieuw bezien moet worden. Vooral in die gevallen waarin het politiek leiderschap gedurende verschillende kabinetsperioden door dezelfde persoon wordt gedragen, blijkt de loyaliteit met hem een belemmering te vormen voor op dualisme steunende democratische besluitvorming.'
Zestien jaar geleden is het dat het rapport-Gardeniers verscheen en in de tussentijd zijn de christen-democraten terug bij af. De 'ideologische herbronning' waarop ze zich in de jaren negentig richtten, blijkt een kort intermezzo te zijn geweest. Sinds ze in 2002 een strategisch pact met Pim Fortuyn tegen Paars sloten, zijn de christen-democraten onafgebroken aan de macht. Selectiever in het kiezen van coalitiepartners zijn ze niet geworden. Integendeel. Achter elkaar werden LPF, D66, VVD en PvdA met huid en haar opgevreten en weer uitgespuwd. Zonder uitzondering moesten die partijen hun deelname aan een kabinet onder leiding van het CDA bezuren met een forse verkiezingsnederlaag. Al probeerde de PvdA dat noodlot op het laatste moment af te wenden door zelf de stekker uit Balkenende IV te trekken. Tot nu toe overleefde alleen de kleine ChristenUnie een kabinet met het CDA zonder kleerscheuren.
Ook de arrogantie en zelfgenoegzaamheid zijn terug van bijna nooit weggeweest. Balkenende, ooit begonnen als een in inhoudelijke thema's als normen en waarden geïnteresseerde hoogleraar christelijk-sociaal denken aan de VU, ontwikkelde zich tot een machtspoliticus pur sang. Zijn wil was wet: de PvdA kon een langer verblijf in Uruzgan accepteren of vertrekken. Premier van Nederland blijven, lijkt het belangrijkste doel dat Balkenende zich stelt. Met wie (Rutte, Pechtold, Wilders of Halsema) doet er niet toe. Ook de dringende aanbeveling van Gardeniers dat het aanwijzen van de politiek leider moest worden gedemocratiseerd, is vergeten. Nog geen half etmaal na de val van zijn vierde kabinet liet Balkenende zich door het partijbestuur op het schild hijsen.
Zou het CDA beseffen hoeveel irritatie dat dominante gedrag oproept bij alle andere partijen?
Door Max van Weezel / 03 maart 2010 / (2)
http://www.vn.nl/Opiniemakers/Max-van-Weezel/Artikel-Max-van-Weezel/Premier-van-Nederland-blijven-als-doel-op-zich.htm
En andersom. Kenmerkend voor de meeste van die kabinetten was dat de confessionelen er garen bij sponnen, maar hun coalitiepartner bij de verkiezingen werd afgestraft. Die kreeg dan het verwijt te veel te hebben ingeleverd. Reden waarom de liberaal Hans Dijkstal regeren met het CDA vergeleek met paren met een bidsprinkhaan, een insectensoort waarvan het vrouwtje de instinctieve gewoonte heeft na de daad het mannetje op te eten.
Begin jaren negentig hadden sociaal-democraten en liberalen schoon genoeg van de vraatzucht van de christen-democraten. Voor het eerst in de geschiedenis vatten ze de moed op samen een kabinet te vormen: Paars I. Onder fractieleiders als Enneüs Heerma en Jaap de Hoop Scheffer ging het snel bergafwaarts met het CDA. De partij kon haar draai niet vinden in de oppositie en verwerd tot een machteloze praatclub. Eigen schuld, dikke bult, vond een groepje partijveteranen. Als regeringspartij had het CDA zich laten verblinden door de arrogantie van de macht, luidde hun analyse.
Nog voordat Paars aantrad, waren de oud-ministers Frans Andriessen en Til Gardeniers en Rabo-bankier Herman Wijffels bijeen gekomen voor een brainstorm op kasteel De Essenburgh in Hierden. Gardeniers werd naar voren geschoven om een commissie te leiden die de rampzalige verkiezingsuitslag van 1994 (het CDA had in één klap twintig zetels verloren, de PvdA was de grootste partij geworden) te evalueren. De commissie leverde ongenadige kritiek op de campagne die lijsttrekker Elco Brinkman had gevoerd: te persoonsgericht, te weinig inhoudelijk, te veel nadruk op de noodzaak van bezuinigingen, niet barmhartig genoeg voor de zwakken in de samenleving. Dat het CDA door anderen steeds meer als arrogant was ervaren, noemde de commissie 'terecht'. Ook werd het feit gehekeld dat premier Lubbers zonder de leden te raadplegen Brinkman tot kroonprins had gebombardeerd. De manier waarop het CDA zijn leider aanwees, moest worden gedemocratiseerd: 'De commissie stelt vast dat de keuze bij wie de politieke leiding van de partij in een kabinetsperiode dient te rusten, opnieuw bezien moet worden. Vooral in die gevallen waarin het politiek leiderschap gedurende verschillende kabinetsperioden door dezelfde persoon wordt gedragen, blijkt de loyaliteit met hem een belemmering te vormen voor op dualisme steunende democratische besluitvorming.'
Zestien jaar geleden is het dat het rapport-Gardeniers verscheen en in de tussentijd zijn de christen-democraten terug bij af. De 'ideologische herbronning' waarop ze zich in de jaren negentig richtten, blijkt een kort intermezzo te zijn geweest. Sinds ze in 2002 een strategisch pact met Pim Fortuyn tegen Paars sloten, zijn de christen-democraten onafgebroken aan de macht. Selectiever in het kiezen van coalitiepartners zijn ze niet geworden. Integendeel. Achter elkaar werden LPF, D66, VVD en PvdA met huid en haar opgevreten en weer uitgespuwd. Zonder uitzondering moesten die partijen hun deelname aan een kabinet onder leiding van het CDA bezuren met een forse verkiezingsnederlaag. Al probeerde de PvdA dat noodlot op het laatste moment af te wenden door zelf de stekker uit Balkenende IV te trekken. Tot nu toe overleefde alleen de kleine ChristenUnie een kabinet met het CDA zonder kleerscheuren.
Ook de arrogantie en zelfgenoegzaamheid zijn terug van bijna nooit weggeweest. Balkenende, ooit begonnen als een in inhoudelijke thema's als normen en waarden geïnteresseerde hoogleraar christelijk-sociaal denken aan de VU, ontwikkelde zich tot een machtspoliticus pur sang. Zijn wil was wet: de PvdA kon een langer verblijf in Uruzgan accepteren of vertrekken. Premier van Nederland blijven, lijkt het belangrijkste doel dat Balkenende zich stelt. Met wie (Rutte, Pechtold, Wilders of Halsema) doet er niet toe. Ook de dringende aanbeveling van Gardeniers dat het aanwijzen van de politiek leider moest worden gedemocratiseerd, is vergeten. Nog geen half etmaal na de val van zijn vierde kabinet liet Balkenende zich door het partijbestuur op het schild hijsen.
Zou het CDA beseffen hoeveel irritatie dat dominante gedrag oproept bij alle andere partijen?
Door Max van Weezel / 03 maart 2010 / (2)
http://www.vn.nl/Opiniemakers/Max-van-Weezel/Artikel-Max-van-Weezel/Premier-van-Nederland-blijven-als-doel-op-zich.htm