tanjaoui
24-02-2010, 21:49
Meer meisjes zouden beter zijn in rekenen en wellicht ooit wiskunde studeren, als onderwijzeressen zich niet zo stereotype zouden gedragen voor de klas.
Onzekerheid en angst voor cijfers van vrouwelijke docenten beïnvloeden het zelfvertrouwen en prestaties van meisjes vanaf de eerste klas negatief.
Dit concludeert een team van psychologen aan de University of Chicago na een studie onder leerlingen en hun onderwijzers. Veel meisjes nemen al jong een voorbeeld aan leraressen die het vooroordeel over vrouwen en wiskunde bevestigen.
In het onderzoek trappen niet alle meisjes in die val. De meisjes die zichzelf net zo goed vinden als jongens in rekenen, scoren ook net zo goed als jongens. Op hun beurt zijn de prestaties van jongens veel minder afhankelijk van hun idee of ze beter of slechter zijn dan meisjes.
In Nederland is al jaren ophef over de intellectuele capaciteiten van jonge leraren. Onderzoek van de Cito-groep toonde eens aan dat meer dan de helft van de eerstejaars pabo-studenten slechter op rekentoetsen presteert dan een goede basisschoolleerling uit groep 8.
Vooral vrouwelijke pabo-studenten scoorden belabberd: maarliefst 57 procent zakte voor de toets van de onderzoekers (gemaakt door ruim duizend eerstejaars van vijftien pabo’s). Dat het basisonderwijs in Nederland bijna volledig wordt gedomineerd door vrouwen maakt dit soort onderzoeksuitkomsten extra saillant.
Een aantal onderwijsdeskundigen en ontwikkelingspsychologen pleiten al jaren voor meer balans tussen mannelijke en vrouwelijke onderwijzers.
bron
Onzekerheid en angst voor cijfers van vrouwelijke docenten beïnvloeden het zelfvertrouwen en prestaties van meisjes vanaf de eerste klas negatief.
Dit concludeert een team van psychologen aan de University of Chicago na een studie onder leerlingen en hun onderwijzers. Veel meisjes nemen al jong een voorbeeld aan leraressen die het vooroordeel over vrouwen en wiskunde bevestigen.
In het onderzoek trappen niet alle meisjes in die val. De meisjes die zichzelf net zo goed vinden als jongens in rekenen, scoren ook net zo goed als jongens. Op hun beurt zijn de prestaties van jongens veel minder afhankelijk van hun idee of ze beter of slechter zijn dan meisjes.
In Nederland is al jaren ophef over de intellectuele capaciteiten van jonge leraren. Onderzoek van de Cito-groep toonde eens aan dat meer dan de helft van de eerstejaars pabo-studenten slechter op rekentoetsen presteert dan een goede basisschoolleerling uit groep 8.
Vooral vrouwelijke pabo-studenten scoorden belabberd: maarliefst 57 procent zakte voor de toets van de onderzoekers (gemaakt door ruim duizend eerstejaars van vijftien pabo’s). Dat het basisonderwijs in Nederland bijna volledig wordt gedomineerd door vrouwen maakt dit soort onderzoeksuitkomsten extra saillant.
Een aantal onderwijsdeskundigen en ontwikkelingspsychologen pleiten al jaren voor meer balans tussen mannelijke en vrouwelijke onderwijzers.
bron