Slaz
15-02-2010, 23:42
een herinnering... van liefde, een relatie, o jongeren
0 In de naam van God, de erbarmer, de barmhartige. 1 Bij de dageraad! 2 Bij tien nachten! 3 Bij even en oneven! 4 Bij de nacht wanneer hij afloopt! 5 Is dat zo geen eed voor wie verstand heeft? 6 Heb jij niet gezien hoe jouw Heer met de 'Aad gehandeld heeft? 7 Met Iram van de pilaren, 8 zoals er in het land nooit geschapen waren? 9 En de Thamoed die de rotsen in de vallei uithieuwen? 10 En met Fir'aun van de tentpinnen? 11 Die allen onbeschaamd in het land optraden? 12 En die toen steeds meer verderf brachten? 13 Toen liet God de gesel van de bestraffing over hen heen gaan. 14 Jouw Heer ligt in de hinderlaag. 15 Maar de mens zegt, wanneer zijn Heer hem op de proef stelt en hem dan mild behandelt en een aangenaam leven geeft: "Mijn Heer heeft mij mild behandeld." 16 Maar als Hij hem op de proef stelt en hem dan zijn levensonderhoud beperkt dan zegt hij: "Mijn Heer heeft mij vernederd." 17 Welnee, maar jullie behandelen de wees niet mild. 18 En jullie sporen elkaar niet aan de behoeftige voedsel te geven. 19 Jullie verteren het erfdeel gretig. 20 Jullie zijn volkomen verzot op bezit. 21 Maar nee, wanneer de aarde tot gruis vergruisd wordt 22 en jouw Heer en de engelen komen, in rij na rij, 23 en op die dag de hel gebracht wordt, op die dag laat de mens zich vermanen. Maar wat moet hij dan met de vermaning? 24 Hij zegt: "Ach, had ik voor mijn leven maar voorzorgsmaatregelen genomen." 25 Maar op die dag is er niet een die bestraft zoals Hij 26 en niet een die in de boeien slaat zoals Hij. 27 "O ziel die rust gevonden heeft, 28 keer tevreden en met welgevallen aanvaard terug naar jouw Heer. 29 En treed binnen te midden van Mijn dienaren 30 en treed binnen in Mijn tuin."
0 In de naam van God, de erbarmer, de barmhartige. 1 Bij de dageraad! 2 Bij tien nachten! 3 Bij even en oneven! 4 Bij de nacht wanneer hij afloopt! 5 Is dat zo geen eed voor wie verstand heeft? 6 Heb jij niet gezien hoe jouw Heer met de 'Aad gehandeld heeft? 7 Met Iram van de pilaren, 8 zoals er in het land nooit geschapen waren? 9 En de Thamoed die de rotsen in de vallei uithieuwen? 10 En met Fir'aun van de tentpinnen? 11 Die allen onbeschaamd in het land optraden? 12 En die toen steeds meer verderf brachten? 13 Toen liet God de gesel van de bestraffing over hen heen gaan. 14 Jouw Heer ligt in de hinderlaag. 15 Maar de mens zegt, wanneer zijn Heer hem op de proef stelt en hem dan mild behandelt en een aangenaam leven geeft: "Mijn Heer heeft mij mild behandeld." 16 Maar als Hij hem op de proef stelt en hem dan zijn levensonderhoud beperkt dan zegt hij: "Mijn Heer heeft mij vernederd." 17 Welnee, maar jullie behandelen de wees niet mild. 18 En jullie sporen elkaar niet aan de behoeftige voedsel te geven. 19 Jullie verteren het erfdeel gretig. 20 Jullie zijn volkomen verzot op bezit. 21 Maar nee, wanneer de aarde tot gruis vergruisd wordt 22 en jouw Heer en de engelen komen, in rij na rij, 23 en op die dag de hel gebracht wordt, op die dag laat de mens zich vermanen. Maar wat moet hij dan met de vermaning? 24 Hij zegt: "Ach, had ik voor mijn leven maar voorzorgsmaatregelen genomen." 25 Maar op die dag is er niet een die bestraft zoals Hij 26 en niet een die in de boeien slaat zoals Hij. 27 "O ziel die rust gevonden heeft, 28 keer tevreden en met welgevallen aanvaard terug naar jouw Heer. 29 En treed binnen te midden van Mijn dienaren 30 en treed binnen in Mijn tuin."