Bekijk volle/desktop versie : kan iemand AUB helpen vertalen!!!



06-02-2010, 23:55
is heeel erg belangrijk voor EINDexamen pleasee
in het frans,....




Dit stukje text moet minimaal 1.500 franse woorden bevatten,supper tnxxx



In de afgelopen decennia geeft men in toenemende mate aandacht en steun aan ontwikkelingssamenwerking[1]. Hierdoor heeft men ook in toenemende mate interesse gekregen over de effectiviteit van ontwikkelingssamenwerking. Dit is in het kort de aanleiding van mijn vraagstelling: “hoe effectief is het hedendaagse medium in het genereren van draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking onder het Nederlandse volk”? Vanuit deze vraagstelling hoop ik te laten zien dat het medium ten grondslag ligt aan het realiseren van draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking. Bovendien wil ik aantonen dat effectief gebruik van het medium voornamelijk berust op coherente communicatie dat voldoet aan de basis voorwaarden.

De volgende onderwerpen staan centraal voor het beantwoorden van mijn vraagstelling:

- ontwikkelingssamenwerking[

- communicatie

- media

- praktijk

Mijn onderzoek betreft literatuurstudie daarnaast heb ik relevante informatie verzameld via het Internet en vervolgens geanalyseerd.



..



In Nederland ontstond ontwikkelingssamenwerking geleidelijk in de jaren 50 als gevolg van de Tweede Wereld oorlog en het Nederlandse koloniale verleden. Deze hulp uitte zich voornamelijk via financiële bijdragen van de overheid aan ontwikkelingssamenwerking als gevolg van het Nederlands lidmaatschap bij verschillende internationale organisaties zoals de Verenigde Naties. Daarnaast droeg Nederland bij aan de economie en ontwikkeling van haar voormalige kolonies zoals Indonesië en de Nederlandse Antillen. Door de jaren heen ontwikkelde de Nederlandse overheid de bereidheid om bij te dragen aan internationale ontwikkeling waardoor het steeds intensiever bijdroeg aan ontwikkelingssamenwerking. Dit had als effect dat de overheid via verschillende middelen investeerde in ontwikkelingssamenwerking zoals technische en/of financiële hulp. Bovendien liet de Nederlandse overheid verschillende onderzoeken uitvoeren naar de resultaten in de ontwikkelingslanden en integreerde ze ontwikkelingssamenwerking permanent in het buitenlandse beleid. Zodoende hield Nederland voor jaren een toonaangevende positie op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Dit refereert naar Nederland die als een van de weinige lidstaten van de Verenigde Naties de 0,7% norm waarmaakte. Echter recente bevindingen, het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), wezen erop dat de effectiviteit van de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking valt te betwijfelen. Volgens de WRR zal deze trend vervolgen zolang de Nederlandse overheid het ontwikkelingsbeleid niet aanpast. De WRR concludeerde ook dat de overheid onvoldoende transparantie bood over haar middelen voor ontwikkelingssamenwerking. Daarnaast bleek, volgens de bevindingen van de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB), dat de Nederlandse overheid er niet geheel in slaagde om effectief bij te dragen aan het creëren van maatschappelijk draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking. Dit omvatte een onderzoek van de IOB betreft draagvlak[1] activiteiten in Nederland. De IOB concludeerde dat een groot deel van de onderzochte draagvlak activiteiten geen concrete doelstelling en/of doelgroep bevatte. Dit had als gevolg dat de IOB niet in staat was om enige betrouwbare uitspraken te maken op het gebied van effectiviteit. Verder concludeerde de IOB dat de huidige draagvlakonderzoeken kwalitatief en kwantitatief onvoldoende waren om in het geheel betrouwbare uitspraken te maken. Een ander onderzoek van de IOB omvatte het Xplore programma van de overheid. Dit programma droeg financieel bij aan de stages of uitwisselingen van jongeren die ontwikkelingssamenwerkingrelevant waren daartoe deze jongeren uiteindelijk bijdroegen aan het creëren van maatschappelijk draagvlak[2]. De IOB concludeerde dat het programma effectief was d.m.v. de concrete en meetbare doelen in combinatie met specifieke doelgroepen. Deze combinatie stelde de IOB in staat om doeltreffend en specifiek onderzoek te verrichten. Hoewel de IOB concludeerde ook dat het programma waarschijnlijk beter bijdroeg aan draagvlak versterking i.p.v. draagvlak uitbreiding.



..


In september 2000 kwamen de wereldleiders bij elkaar tijdens de VN Millennium Summit waarbij ze gezamenlijk akkoord gingen met de Millennium Declaratie en deze ondertekenden. Deze declaratie omvat acht Millennium Doelen, 18 zogenaamde ‘targets’ en 48 indicators. De Millennium Declaratie was een nieuwe aanpak van de VN om armoede te bestrijden door middel van haalbare en meetbare bijdragen. Bovendien, de gehele inzet t.a.v. de Millennium Doelen zou wereldwijd moeten bijdragen aan betere leefomstandigheden voor de mensen in de ontwikkelingslanden bijvoorbeeld in Afrika en Azië. In Nederland draagt via verschillende kanalen bij aan de Millennium Doelen waaronder via de overheid, internationale organisaties en via particuliere initiatieven[1]. Helaas wijzen recente resultaten erop dat de huidige globale aanpak ten aanzien van de Millennium Doelen onvoldoende is om de voorgenomen doelen in 2015 te halen.





..




Communicatie

Communicatie is een belangrijk concept omdat het personen in staat stelt om wensen, behoeften of andere zaken kenbaar te maken. Zonder communicatie weet men bijvoorbeeld niet dat de Millennium Doelen bestaan of dat de huidige inzet onvoldoende blijkt te zijn. Daarnaast kan men andere niet motiveren om bij te dragen aan ontwikkelingssamenwerking als men anderen hiervan niet op de hoogte brengt. Kortom communicatie is een belangrijk fenomeen daarvoor is het van belang om dit fenomeen nader uit te leggen.

Communicatie refereert naar de overdracht van boodschappen door een zender naar een ontvanger. (zender " boodschap " ontvanger[1]). Communicatie is een middel dat de zender instaat, stelt om een doel te bereiken waaronder: informeren, motiveren, overtuigen en instrueren. Het doel van communicatie is afhankelijk van hetgeen de zender wenst en van hetgeen de ontvanger reeds weet. Het is bijvoorbeeld onnodig anderen te informeren over zaken waarvan ze al kennis hebben. Om er (mede) voor te zorgen dat de informatie overdracht het gewenste doel bereikt zijn de volgende eisen in communicatie noodzakelijk: duidelijkheid[2], efficiëntie[3], gepastheid[4], aantrekkelijkheid[5], correctheid[6].

Tenslotte, men kan communicatie onderscheiden in interpersoonlijke en massacommunicatie. Het eerste refereert naar direct contact tussen de zender en de ontvanger met andere woorden er vindt direct informatie overdracht plaats, bijvoorbeeld een telefoon gesprek. Het tweede refereert naar indirect contact tussen de zender en de ontvanger met andere woorden er vindt indirecte informatie overdracht, bijvoorbeeld een Tv reclame.



..



Het medium

Het medium refereert naar allerlei soorten informatie overdrachten van zender naar ontvanger, bijvoorbeeld de daadwerkelijke boodschap, het medium of een activiteit. Het blijkt dat een gepast media instrument het doel van de zender bevorderd. Dit omvat de communicatie mogelijkheden per media instrument:

- technische eigenschappen[1]

- context[2]

- confrontatiesituatie[3]

- relavantie[4]

- contactfrequentie[5]

Daarnaast heeft ieder media instrument voordelen en nadelen. Het Internet is bijvoorbeeld geschikt voor snelle informatie overdrachten en brochures voor gedetailleerde informatie overdrachten. Het blijkt daarom nuttig om voorafgaand aan het selecteren van een media instrument precies op de hoogte te zijn van zijn voor en/of nadelen.



..



Tenslotte, het medium speelt een belangrijke rol in de hedendaagse maatschappij. Het voorziet men van kennis, educatie, entertainment of andere zaken. Daarnaast is gebleken dat het medium in staat is om mensen te beïnvloeden. Bijvoorbeeld, de injectienaald theorie beweert dat het medium mensen eenvoudig kan beïnvloeden doordat het frequente boodschappen verstuurd. Dan, de two-step-flow theory beweert dat het massa communicatie via opinieleiders eerder word aangenomen door de doelgroep. Daarnaast, de agendasetting theorie beweert dat het medium beïnvloed over welke onderwerpen men reflecteert. Tenslotte, de uses-and-gratifications theorie beweert dat men zelf bepaalt welke informatie men van het medium gebruikt. Het medium zendt talloze boodschappen echter de ontvanger bepaald aan welke informatie hij aandacht besteed.