sword
23-06-2004, 14:57
Een werkloze moslimvrouw die een job weigert omdat ze haar hoofddoek moet afdoen, is geen werkweigeraar. Dat heeft het arbeidshof in Antwerpen begin juni gesteld. De moslimvrouw was naar de rechter gestapt omdat de RVA haar werkloosheidsvergoeding had ingetrokken. Het bericht staat in de Juristenkrant.
Een werkloze vrouw die om religieuze redenen een hoofddoek draagt, bood zich op vraag van de RVA aan bij een sociale werkplaats voor een job in het naaiatelier. Tijdens het sollicitatiegesprek gaf zij te kennen dat ze haar hoofddoek niet kan afnemen tijdens het werk. De werkgever meldde aan de RVA dat de vrouw niet werd toegelaten tot de proef omdat zij haar hoofddoek niet wenst af te zetten tijdens het werk.
De RVA sloot haar vervolgens gedurende 18 weken uit van het recht op uitkeringen als sanctie omdat zij een passende dienstbetrekking had geweigerd. Hiertegen tekende de moslimvrouw met succes beroep aan. Het arbeidshof stelde in zijn arrest van 3 juni vast dat de werkgever recht in zijn schoenen staat: omwille van veiligheidsredenen laat hij terecht niet toe dat zijn werknemers -waaronder zeven allochtone vrouwen- een hoofddoek dragen.
Maar met betrekking tot de werkweigering van de vrouw aanvaardde het hof dat religieuze motieven mogelijke redenen zijn om een dienstbetrekking als niet passend te beschouwen. Het hof verwees daarvoor naar de godsdienstvrijheid die onder meer in de Belgische grondwet en het Europees Mensenrechtenverdrag wordt beschermd. Volgens het hof moet elk geval afzonderlijk worden bekeken. De moslimvrouw in kwestie kon aantonen dat haar godsdienstbezwaar reëel is en dat ze het gebod om de hoofddoek te dragen, strikt naleeft. Het arbeidshof besluit dat de dienstbetrekking voor haar niet passend was zodat zij deze mocht weigeren.
23/06/2004
Hier kunnen ze in Nederland een puntje aan zuigen..........
SWord
Een werkloze vrouw die om religieuze redenen een hoofddoek draagt, bood zich op vraag van de RVA aan bij een sociale werkplaats voor een job in het naaiatelier. Tijdens het sollicitatiegesprek gaf zij te kennen dat ze haar hoofddoek niet kan afnemen tijdens het werk. De werkgever meldde aan de RVA dat de vrouw niet werd toegelaten tot de proef omdat zij haar hoofddoek niet wenst af te zetten tijdens het werk.
De RVA sloot haar vervolgens gedurende 18 weken uit van het recht op uitkeringen als sanctie omdat zij een passende dienstbetrekking had geweigerd. Hiertegen tekende de moslimvrouw met succes beroep aan. Het arbeidshof stelde in zijn arrest van 3 juni vast dat de werkgever recht in zijn schoenen staat: omwille van veiligheidsredenen laat hij terecht niet toe dat zijn werknemers -waaronder zeven allochtone vrouwen- een hoofddoek dragen.
Maar met betrekking tot de werkweigering van de vrouw aanvaardde het hof dat religieuze motieven mogelijke redenen zijn om een dienstbetrekking als niet passend te beschouwen. Het hof verwees daarvoor naar de godsdienstvrijheid die onder meer in de Belgische grondwet en het Europees Mensenrechtenverdrag wordt beschermd. Volgens het hof moet elk geval afzonderlijk worden bekeken. De moslimvrouw in kwestie kon aantonen dat haar godsdienstbezwaar reëel is en dat ze het gebod om de hoofddoek te dragen, strikt naleeft. Het arbeidshof besluit dat de dienstbetrekking voor haar niet passend was zodat zij deze mocht weigeren.
23/06/2004
Hier kunnen ze in Nederland een puntje aan zuigen..........
SWord