Bekijk volle/desktop versie : Begin middenklasse onder nieuwe Nederlanders



12-01-2010, 18:26

Citaat door TrueBitch:
BRON


De tweede generatie nieuwe Nederlanders is de motor achter de vooruitgang op woon-, werk- en onderwijsgebied. Sommige groepen doen het beter dan de andere. Opvallend is de hoge opleidingsgraad van Iraanse en Chinese Nederlanders. Somalische jongeren vormen steeds meer een probleemgroep en bij Marokkaanse jongeren is er sprake van een integratieparadox. Dit toont het Jaarrapport Integratie 2009 van het SCP.

Opvallend is de bijna verdubbeling van de arbeidsdeelname van Turkse en Marokkaanse Nederlanders sinds 1997. Van alle 4 grote niet-westerse groepen zijn Marokkaanse Nederlanders het vaakst werkloos, al zijn de verschillen niet meer zo groot als 10 jaar geleden. Gunstig is de gestegen vertegenwoordiging van met name de tweede generatie Marokkaanse Nederlanders in hogere en wetenschappelijke beroepen, die is in de afgelopen 10 jaar spectaculair gegroeid.

Het aantal Turkse Nederlanders dat zich aan de onderkant van de samenleving bevindt, is afgenomen van 74 naar 57% en voor Marokkaanse Nederlanders van 66 naar 54%. Opvallend cijfer in dit verband is dat het percentage Antillianen dat op hoger of wetenschappelijk niveau werkt, relatief gezien zelfs hoger ligt dan bij autochtonen. De tweede generatie Antillianen scoort even goed als autochtonen wanneer het gaat om het behalen van een startkwalificatie: 78%.
Het aantal niet-westerse huishoudens met een laag inkomen is dan ook afgenomen van 32,4% in 2000 tot 24,1% in 2007. Inkomensarmoede komt zeer vaak voor bij vluchtelingenhuishoudens. Van de grote migrantengroepen komt armoede het vaakst voor bij Marokkaanse huishoudens.

Het aantal nieuwe Nederlanders dat bijstand krijgt is afgenomen. Bijstand 2008: 35.7% Somaliërs, 29.8% Iraki’s, 23.4% Afghanen, 17.6% Iraniërs, 12.1% Marokkanen, 9.3% Antillianen, 8.3% Turken,6.9% Surinamers, 5.9% Chinezen.Ondernemerschap is vooral belangrijk onder Turkse, Afghaanse en Iraanse Nederlanders. De afgelopen 10 jaar is het ondernemerschap onder nieuwe Nederlanders met 136% toegenomen tot 70.000.
De arbeidsdeelname van migrantenvrouwen neemt verder toe. Het blijkt ook dat ze minder en later kinderen krijgen, hierdoor lijken ze steeds meer op de Nederlandse vrouw. Surinaamse en Antilliaanse vrouwen werken nog altijd meer dan de autochtonen Nederlandse vrouw en zijn ook vaker economisch zelfstandiger dan de Nederlandse vrouw.

Chinese en Iraanse jongeren
De hogere opleidingsgraad van de tweede generatie nieuwe Nederlanders verklaart de toenemende successen van de nieuwe Nederlanders in werk en onderwijs, aldus de SCP-onderzoekers. In dat verband zijn de cijfers van Chinese en Iraanse jongeren opvallend: 2 op de 3 Chinezen gaat naar havo/vwo, dat cijfer ligt zelfs hoger dan bij autochtone jongeren, en 49% van de Iraans-Nederlandse jongeren krijgen eenzelfde schooladvies. Voor de Turkse-, en Marokkaanse-Nederlanders geldt een percentage van 22, hoewel bij de laatste groep de toename groter is dan bij andere groepen. De schoolprestaties van Somalische jongeren is het slechtst.
Hoewel steeds meer Turkse en Marokkaanse Nederlanders een havo-advies krijgen, blijkt een belangrijke deel toch ook nog via de ‘stapelroute’ daar te komen; via mavo/vmbo-t naar havo. De meesten bereiken op die manier ook het mbo. Ongeveer de helft van de eerstejaars hbo-studenten met een Turkse, Marokkaanse of Surinaamse achtergrond komt uit het mbo.

Desondanks vormt schooluitval nog wel een probleem. Net als in het voortgezet onderwijs en in het mbo, verloopt de studie in het hoger onderwijs bij studenten uit de niet-westerse groepen minder goed: ze studeren minder af
Leerlingen van Turkse herkomst lopen het vaakst aan tegen problemen zoals zittenblijven en niet slagen voor het eindexamen. Dit kan te maken te hebben met de taalachterstand waarmee zij van de basisschool komen. Het ouderlijk milieu speelt hierbij waarschijnlijk een rol: onder de volwassen bevolking zijn het immers ook de Turkse Nederlanders die het meeste moeite hebben met de Nederlandse taal en deze het minst thuis spreken.

Verdacht
Niet-westerse migranten en hun kinderen zijn oververtegenwoordigd in de verdachtencijfers. Hoewel autochtone Nederlanders minder vaak verdacht zijn, vormen zij absoluut gezien wel de meerderheid (57%) van alle verdachten. Het grootste verdachtenpercentage is te vinden bij personen van Antilliaanse of Arubaanse afkomst (7,9%).Van alle Nederlanders van Marokkaanse afkomst werd in 2007 6,4% verdacht en van Nederlanders van Surinaamse afkomst 5,3%.

Huizenbezit
Van autochtone Nederlanders bezit momenteel 60% een eigen huis, tegenover 14% van de Marokkaanse Nederlanders, 26% van de Turkse, 31% van de Surinaamse en 20% van Antilliaanse Nederlanders.De ontwikkeling van het verdachtenpercentage laat alleen voor de Antilliaanse Nederlanders een daling zien na 2004. Leeftijd is een van de belangrijkste voorspellers van delinquent gedrag. Delinquent gedrag komt vaak voor in de puberteit en bereikt een hoogtepunt onder de oudere adolescenten en jongvolwassenen. Vanaf het 20ste en 30ste levensjaar neemt de kans op crimineel gedrag snel af. Dit geldt zowel voor allochtonen als autochtonen. Antilliaanse Nederlanders wijken van dit patroon af. Pas tussen het 40ste en 50ste levensjaar neemt crimineel gedrag onder deze groep noemenswaardig af.

Geld of je leven
Niet-westerse migranten plegen relatief vaak vermogensmisdrijven (32% van alle door hen gepleegde misdrijven), terwijl autochtone Nederlanders relatief vaak geweldmisdrijven (26%),verkeersmisdrijven (25%) en vernielingen (20%) plegen. Er zijn enkele opvallende verschillen tussen de niet-westerse herkomstgroepen. Zo plegen Turkse Nederlanders relatief veel geweldsmisdrijven (31%) en relatief weinig vermogensmisdrijven (24%). Surinaamse Nederlanders plegen relatief veel drugsdelicten. Het aandeel geweldsmisdrijven is bij alle groepen toegenomen, behalve bij de Marokkaanse Nederlanders. Tegelijkertijd ziet men dat het aandeel vermogensmisdrijven bij alle groepen is afgenomen, maar niet bij Marokkaanse Nederlanders. Verder is het aandeel drugsdelicten bij met name Turkse Nederlanders iets toegenomen, terwijl dat bij de Antilliaanse Nederlanders is afgenomen.

Socio-economisch of etnisch?
Het SCP ziet geen etnische verklaring voor crimineel gedrag, maar vooral socio-economische oorzaken c.q. 'universele factoren'. Het SCP denkt dan ook aan factoren die te maken hebben met opvoedingsstijlen en gebrek aan sociale controle. Het belang van culturele verklaringen, zoals de gewoonten in het land van herkomst, is nog onduidelijk. Ze kunnen mogelijk verhelderen waarom universele risicofactoren bij de ene groep vaker voorkomen dan bij de andere groep. Verder wordt migratie wel genoemd als verklaring voor delinquent gedrag. Maar ook hierbij spelen vooral de sociaal-economische status en de kwaliteit van het gezinsleven een grote rol en niet de migratie zelf.
Vooral het aandeel minderjarige verdachten, met name onder Marokkaanse Nederlanders, is gegroeid, ook bij de Antilliaanse Nederlanders. Hoewel de oververtegenwoordiging van niet-westerse migranten als verdachten nog steeds aanzienlijk is, lijkt die de laatste jaren wel af te nemen.

Verdachte én slachtoffer
Een belangrijke constatering van het SCP is dat niet-westerse migranten als verdachte én als slachtoffer veel vaker met criminaliteit te maken hebben dan autochtone Nederlanders. Daarnaast voelen ze zich onveiliger. Dit leidt overigens niet tot een negatiever oordeel van niet-westerse migranten over de politie.
De onveiligheidsgevoelens hebben zich tussen 2005 en 2008 met name voor autochtone Nederlanders in positieve richting ontwikkeld: voelde in 2005 27% zich wel eens onveilig, in 2008 was dat aandeel afgenomen tot 20%. Geloof

Bijna alle Turkse en Marokkaanse Nederlanders (meer dan 95%) rekenen zich tot de islam, net zoals in 1998.
Van de Surinaamse Nederlanders rekent 70% zich tot een religie. De religieuze verscheidenheid onder hen is groot, met christenen, hindoes en moslims als grootste groeperingen. Onder Antilliaanse Nederlanders rekent 66% zich tot een religie; dat betreft voornamelijk een christelijk geloof. De secularisering heeft onder de tweede generatie Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders wel toeslagen.
Een op de drie Turkse en Marokkaanse moslims gaat elke week of vaker naar de moskee. Surinaamse Nederlanders gaan van alle groepen het minst vaak naar een religieuze bijeenkomst: slechts 14% gaat wekelijks. Een belangrijke toename van moskeebezoek is te zien bij de tweede generatie Marokkaanse Nederlanders.
.

12-01-2010, 18:27


die ssomalische gaan wel es de target worden
met alle respect ik vind ze ook wel niet echt mooi.

13-01-2010, 01:21
Interessante cijfers!

13-01-2010, 07:52

Citaat door MarocTelegraaf:
die ssomalische gaan wel es de target worden
met alle respect ik vind ze ook wel niet echt mooi.


Ik vind Somaliërs wel erg mooi!

Ook weer een nieuw woord geleerd: integratieparadox.

Toch allemaal cijfers die enigszins bemoedigend zijn, het zal allemaal wel goed komen...

13-01-2010, 08:02


Eat that, you right wing bastards.