Bekijk volle/desktop versie : zijn wij ware selefiyoon of een kromme immitatie van hen



05-01-2010, 18:45
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^

als het gaat om Al-khauf? stukken uit het boek Vrees voor Allah, geschreven met behulp uit boeken van de edele a-imma Al-ghazalie, Ibnoel qayyim en Rajab Alhanbali, door Aboe Maryam

je schrikt en schaamt je haast rot als je ziet hoe bang de salaf waren voor Allah

Ali beschijft hen als volgt: ''Bij Allah ik heb gezien dat de Metgezellen van de Profeet tegenwoordig hun gelijke niet kennen. Ze stonden op, alsof ze de hele nacht geiten bereden hadden met hun kledingen en haar in de war. Ze besteedden de nacht om Roekoe3 en sajdah te verrichten voor Allah, waarbij ze afwisselend op hun knieen of met hun voorhoofd op de grond uit het Boek reciteerden. En als ze 's morgens wakker werden, gedachten ze Allah, heen en weer zwaaiend als (de takken van) een boom in de wind, terwijl hun ogen zo betraand waren, dat hun kleren doordrenkt raakten. Nu lijkt het wel alsof de mensen in volstrekte vergetelheid en onoplettendheid gaan slapen.''

en Hasan al Basrie beschrijft hen als volgt: ''Ik heb een groep mensen gezien en gezelshap gehouden, die zich nooit lieten vleien door wat ze in deze wereld tegenkwamen, noch spijt hadden van iets dat hun overkomen was. De wereld was voor hen feitelijk nog minder dan vuil onder je voeten. Ze lieten hun leven lang nooit iemand hun kleren maken, noch vroegen ze hun vrouwen een maal voor hen te maken. Ze hadden ook niets tussen de grond en zichzelf ('s nacht). Ik merkte, dat ze handelden volgens het Boek van hun Heer en de weg van hun Profeet. Wanneer de nacht over hen kwam, stonden ze naast hun slaapmat en huilden. Dan vroegen ze hun Heer om hen te bevrijden...''

>> Omar hoorde iemand tijdens de tahajjoed het vers 7 en 8 uit surah Attur reciteren: ''Voorzeker, de straf van uw Heer zal worden voltrokken. Er is niemand die haar kan afwenden.'' Omar zei: ''Allah heeft een ware belofte gedaan'', en ging naar huis en bleef een maand lang ziek. Er kwamen mensen bij hem op bezoek, maar ze wisten niet wat hij had.

Aboe bakr zei vaak: ''Ik wou dat ik een haartje op de zij van een gelovige was.'' of ''Was ik maar een omgehakte en opgegeten boom.''

Omar plukte eens een plukje gras en zei: ''Was ik maar een plukje uit dit gras; was ik maar niet geschapen; had mijn moeder me maar niet ter wereld gebracht; was ik maar niets en werd ik maar volledig vergeten.''

Omar zei ook vaak: ''Als iemand vanuit de hemelen zou roepen, dat iedereen naar het paradijs gaat op 1 na, zou ik bang zijn dat ik die ene persoon zou zijn.''

Abdoer Rahman zegt: ''Ik ging op visite bij Abdoellah ibn Hanzalah toen hij ziek was. Iemand reciteerde vers 41 uit soerah A3raaf: ''Zij zullen de hel tot bed en (van boven lakens van vuur als) bedekkingen nemen.''
Abdoellah huilde zozeer, dat ik dacht dat hij bezweek. Maar hij stond op en zei: ''Zij zijn in de niveau's van het vuur terechtgekomen'' en bleef staan. Iemand vroeg hem te gaan zitten, waarop hij antwoordde: ''De gedachte aan de Hel belet me dat te doen; ik zou heel goed een van hen kunnen zijn.''

rest volgt

05-01-2010, 19:21


Soefyan zegt, dat de mensen eens aan het praten waren toen ze in gezelschap waren van Omar ibnu Abdoel Aziez, die stil was. Ze vroegen hem waarom hij zo stil was. Hij antwoordde: ''Ik dacht aan de mensen in het Paradijs, hoe zij elkaar zullen bezoeken en hoe de mensen in de Hel zullen schreeuwen.'' Toen huilde hij.

Miskien ibnu Dinar zegt, dat er een vrome oude man was in de stam van Banoe TaymuAllah, die aan jongeren en oudere vrouwen, die hem vaak bezochten advies gaf. Wanneer zij aanstalten maakten om uiteen tegaan, zei de oude man altijd: ''O mensen! Sta op net als degenen die afzien van het idee voor een volgend bezoek, omdat ze bang zijn voor de greep van de Engel die zich over de ziel ontfermt.'' Dan zette hij het werkelijk op een huilen.

Ibn Abi Dhib vertelt over iemand die in het gezelschap van Omar ibn Abdul Aziez verkeerde, toen Omar gouverneur van de stad was, en iemand vers 13 uit Surah Alforqaan reciteerde: ''En wanneer zij, aan elkander geketend, op een kleine ruimte (daarvan) zullen worden geworpen, zullen zij (daar) om vernietiging roepen.'' Omar huilde zo, dat hij de groep moest verlaten en de mensen uiteen moesten gaan.

Imam Ahmed vertelt de overlevering van Aboe Hayyan Taymi, dat hij had gehoord zo'n dertig jaar of nog langer geleden dat Ibnu Mas3oed vaak hen die in blaasbalgen blazen (de smederijen) voorbijkwam en dan flauwviel.

Said ibn Al-Ahza zegt, dat hij bij Ibn Mas3oed was, toen hij voorbij de ijzersmeden kwam, terwijl zij het ijzer uit het vuur haalden. Ibn Mas3oed keek naar hen en huilde.

05-01-2010, 21:51
Abdoellah ibn Amr ibn Aas zegt: ''Huil. Als je het niet kunt, doe dan alsof. BIJ DE ENE DIE MIJN LEVEN IN ZIJN HANDEN HOUDT, ALS JULLIE HET WISTEN, ZOUDEN JULLIE KRIJSEN TODAT JE JE STEM VERLOOR EN BIDDEN TOT JE RUG BRAK.''

Ibn abi Malikah zegt, dat Abdoellah ibn Amr huilde en merkte op: ''Verbaast het je, (dat je moet huilen uit) vrees voor Allah? De maan hier huilt uit vrees voor Allah.''

Ibrahiem Taymi zegt: ''Ik heb zestig metgezellen van de Profeet in deze masjid ontmoet, de jongste van hen was Harith bin Soewaid. Ik hoorde hem Soerah Azzilzaal reciteren, tot hij het laatste vers bereikte: ''En wie ter grootte van een atoom kwaad deed, zal ook dat aanschouwen.'' Hij huilde en zei: ''Dit is inderdaad een zwaar oordeel.''

Ibn Mobarak werd ondervraagd over twee soorten mensen: de ene vreesde Allah en de andere werd martelaar op de weg van Allah. Hij zei, dat hij de voorkeur gaf aan het type dat Allah vreest.

Tauwoes zegt: ''De maan schreeuwt haar angst voor Allah uit, ook al heeft ze niets misdaan en hoeft ze nergens verantwoording voor af te leggen.''

Mohammed ibn Moenkadir smeerde zijn tranen over zijn hele gezicht en baard als hij gehuild had en zei: ''Ik heb gehoord, dat het vuur niet zal komen op de plekken waar tranen geweest zijn.''

Iemand kreeg een uitbander omdat hij teveel huilde. Hij merkte toen op: ''Als ik herinnerd word aan de mensen in de Hel, stel ik mezelf voor als 1 van hen en onderga ik de straffen die hen zijn opgelegd. Hoe kan ik dan niet huilen?''

Malik ibn Maghoel zegt, dat een man aan Sha'bi vroeg: ''O zeer geleerde meester! Geef ons uw oordeel!'' Sha'bi antwoordde, dat een geleerde iemand is die Allah vreest.

Abdoellah ibn Abbas zei tot Omar, nadat hij was neergestoken: ''O leider der gelovigen! Jij aanvaardde de islam toen anderen niet geloofden; jij ploeterde voort met de Profeet toen anderen hem verlieten; toen de Profeet stierf, was hij tevreden over jou; nog geen twee mensen waren het oneens met jou en je zult zo dadelijk als martelaar sterven.'' Omar antwoordde daarop: ''De gevleide is degene die jij vleit. Bij Allah! Als ik maar iets bezat van dat waarover de zon opkomt, zou ik het weggeven om mezelf te beschermen tegen dat, wat zo direct (over mij) komt.''

Aboe Maisaraha heeft overgeleverd dat telkens als hij naar bed ging zei: ''Had mijn moeder me maar niet ter wereld gebracht.'' Zijn vrouw vroeg hem eens waarom hij dat steeds zei, temeer daar Allah hem begunstigd had en hem de islam had geschonken. Hij zei: ''Dat is waar. Maar hij heeft ons ook duidelijk gemaakt, dat we het vuur zullen benaderen zonder ons te zeggen, of we eruit komen of niet.'' (Dit slaat op vers 71/72 in Soerah Maryam)

Harith ibn Suwaid zei: ''Als jullie wisten wat ik weet over mezelf, zouden jullie vuil over me storten.''

Abdoellah ibn Rawah huilde eens ten overstaan van zijn vrouw, dus ging zij ook huilen. ''Waarom huil je?'' vroeg hij haar. ''Omdat jij huilde'', antwoordde ze. Hij legde uit, dat hij huilde omdat Allah hem had duidelijk gemaakt, dat hij de hel zou benaderen, maar hem niet had gezegd, dat hij eruit zou komen.''

Oefairah Al-Abidah zei: ''Soms wil ik slapen, maar het lukt me niet. Hoe kan ik slapen, wanneer mijn rapporterende Engelen niet slapen?''

Qasim ibnu Bazzah zegt, dat iemand die Ibnu Omar Suratul Motafifien hoorde reciteren, verteld, dat Ibn Omar toen hij aankwam bij vers zes, ''De dag waarop de mensheid voor de Heer de Werelden zal staan!'', zo begon te jammeren dat hij niet verder kon reciteren.

Asadibn Wada'ah zegt, dat Shaddad ibn Auws vaak lag te woelen in bed zonder te slapen. Hij zei dan: ''O Allah! Het vuur houdt me uit mijn slaap'', en zocht dan tot Al-fajr toevlucht in zijn gebeden.

Asad vermelde daarbij, dat Shaddad hem deed denken aan zaadkorrels in een koekenpan.

Hoessein ibn Abdoer Rahmaan zegt, dat 1 van zijn metgezellen hem vertelde, dat de vrouw van Habib Aboe Mohammed eens 's nachts opstond en hem dan tegen de morgenstond wakker maakte en zei: ''Word wakker, man! De nacht is voorbij en het is bijna dag. Je hebt een lange reis voor de boeg, en je ratsoen is mager. De karavaan heeft ons ingehaald en wij blijven achter.''

Moejahid zegt: ''Ibn Zubair leek (van angst) wel een bezemsteel als hij in gebed was.''

Imraan ibn hussein zei vaak: ''Was ik maar verstrooide as in de wind.''

Oerwah verteldde van zijn vader hoe hij elke ochtend het huis van Aicha voorbijkwam en bij haar zijn opwachting maakte. Op een ochtend ging hij er zoals gewoonlijk heen en trof haar aan toen zij vers 28 uit Soerah Attur las: ''Maar Allah is ons genadig geweest en heeft ons voor de marteling van de brandende wind (het Vuur) behoed.'' Ze herhaalde dit vers, deed smeekbeden en huilde. Oerwah's vader stond op en ging naar de markt voor zijn werkzaamheden en kwam terug. Aicha was nog steeds in gebed en huilde.

Aminah, de dochter van Aboe Wara' behoorde tot de vromen en godvrezenden. Als het vuur genoemd werd in haar aanwezigheid, huilde ze en maakte anderen aan het huilen en zei ze: ''Ze zullen in de hel gegooid worden; ze zullen vuur eten; ze zullen van het vuur drinken en leven!'' Ze schreeuwde dan, alsof ze in een pan gebakken werd.

Soewaidbin Amr Kalbi zegt, dat er een vrome belijdende dame in de stad Ghoena was, die nauwelijks sliep. Toen iemand haar daarop bekritiseerde, zei ze: ''De dood en de lange rust in het graf zullen voor de gelovigen genoeg slaap zijn.''

05-01-2010, 22:45
Baraak Allahou fiekie.

Prachtige eye openers voor ons. Maasha Allah, wij deze tijd zijn een lachertje vergelijken met de sahaaba en degene na hen, en de geleerden.

05-01-2010, 23:25



Citaat door OemTasakourt:
Baraak Allahou fiekie.

Prachtige eye openers voor ons. Maasha Allah, wij deze tijd zijn een lachertje vergelijken met de sahaaba en degene na hen, en de geleerden.


zeker, er word in het boek gezegd >> Thabit zei: ''Ik heb mannen ontmoet, die hun bed slechts kruipend konden bereiken na hun gebeden, vanwege hun opgezwollen voeten. Het is waarschijnlijk niet onredelijk gesteld, dat we zo'n type gelovige tot de Dag des Oordeels niet meer zullen vinden.''

barakaLahu fiekie

06-01-2010, 15:49
Omar ibnu Abdel Aziz reciteerde vers 61 uit Soerah Yoenos: ''In welke toestand gij u bevind, of gij de Qoraan voordraagt, of iets anders, Wij zijn u getuigen, terwijl gij u er in verdiept.'' Omar begon te snikken en zijn vrouw Fatimah, de dochter van Abdoel Malik, huilde om hem. De hele familie deed toen mee. Tenslotte vroeg zijn zoon, Abdoel Malik, waarom hij huilde. Omar antwoordde daarop, dat hij bang was dat hij wellicht tot de mensen van de hel zou behoren.

Abdoellah ibn Rabah zegt, dat Safwan ibnu Moehriz vaak vers 228 uit Soerah Ashoe3ara reciteerde: ''De onrechtvaardigen zullen weldra weten welke wending hun zaken zullen nemen.'' Hij huilde dan zo hevig, dat men had kunnen denken, dat zijn longen uit zijn lijf getrokken werden.

Amir ibn Abd Qais werd ziek en begon te huilen. ''Waarom huil je, als je zus of zo bent?'', vroeg iemand. Hij zei daarop: ''Waarom zou ik niet huilen? Ik huil niet om het verlaten van deze wereld en niet uit angst voor de dood. Ik huil, omdat mijn reis lang is en mijn proviand maar karig. Ik word heen en weer geslingerd tussen hoop en vrees: Paradijs of Hel? Ik weet niet waar ik terecht zal komen.''

Hisham ibn Hassan zegt, dat men Mohammed ibn Sirien soms hoorde huilen midden in de nacht.

Hassan ibn abi Sinan, die vaak in de moskee van Malik bin Dinar kwam, zeg dat Malik zo vaak huilde wanneer hij sprak, dat voor hem alles nat van tranen werd en hij geen stem meer over had.

Hafs ibn Omar zegt.dat iemand Hassan vroeg, waarom hij huilde. Hij antwoordde daarop: ''Ik vrees, dat ik morgen in het Vuur geworpen wordt en dat kan me (nu) niets schelen.''

Ibrahiem ibn Isa zegt, dat hij nooit iemand meer terneergeslagen had gezien (van verdriet) dan Hassan. Telkens wanneer hij hem zag, dacht hij altijd, dat hij net door een ramp getroffen was.

06-01-2010, 21:30
Khalid ibn Warraq zegt: ''Ik had een dienstmeid die erg strikt voor zichzelf was, dus zei ik haar op een dag, dat Allah begrijpend was en de makkelijkste daden zou aanvaarden. Ze huilde en zei:''Ik heb Allah met zoveel grillen en dwaasheden belast, dat de bergen hun gewicht niet zouden kunnen dragen, net zo min als ze het gewicht van de Schat zouden kunnen dragen. Ik ben me ervan bewust dat er voor de zondaars een toevlucht tot de Genade van Allah bestaat, maar hoe kan ik ooit de wroeging dragen, als ik niet tot de winnaars behoor?''

''En wat bedoel je daarmee?'' vroeg ik.

''Morgen, op de Dag van de Herrijzenis, wanneer alles in de graven overhoop gehaald zal worden, zullen de goede mensen hun dadendier berijden en zich naar het Pad haasten. Een luilak kan degenen die meedoen niet bijhouden, al worden er nog zoveel geschenken overhandigd. En hoe kan ik de dood tegemoet zien met zorgen en verveling wanneer ik zie hoe iedereen zijn dier berijdt, de vaandels van de goede mensen geheven worden en de mensen vol verlangen het Pad zie volgen en degenen die van Allah houden Hem ontmoeten, terwijl ik achterblijf met de overtreders en zondaars?''

Ze huilde toen en zei: ''Pas op! Laat je door niemand weerhouden van het meedoen in de dadenrace, want er is in deze noch de andere wereld een huis waar dienaren hun verloren tijd kunnen inhalen. Wee degenen die tekortschieten in het dienen van hun Heer en toch valse hoop koesteren. Waarom kan die hoop hen niet wakker schudden wanneer de winnaars slapen?''

08-01-2010, 00:30
Mohammed ibn Yazid bin Khanies zei, dat een man Abdoel Aziz ibn Rawwad vroeg hoe hij het maakte die ochtend. Abdoel Aziz ibn Rawwad antwoordde daarop: ''Bij Allah! Ik ben opgestaan in een stemming van verschrikkelijke onverschilligheid tot de dood, zelfs al ben ik door vele zonden omringd. Iedere dag is voor mij een gevecht met de tijd.'' Toen begon hij te huilen.

Soefyan zegt, dat de ogen van Said ibn Sa-ib uit Taif zelden droog waren. Als hij bad, huilde hij; wanneer hij de Qoraan reciteerde, huilde hij en wanneer hij de Ka3bah rondging liet hij zijn tranen de vrije loop. Soefyan zegt, dat hij hem vroeg waarom hij zoveel huilde als hij over goede mensen en hun daden sprak. Said antwoordde daarop: ''O Soefyan! Waarom zou ik niet huilen, als je ze noemt nu ik zo ver van ze vewijdert ben?'' Soefyan zegt, dat hij het volste recht tot huilen had.

Abdoer Rahman ibn Mahdi zget, dat hij nooit een zachter mens dat Soefyan Thauri ontmoet had. Hij observeerde hem nacht op nacht en ontdekte, dat hij nooit sliep in het eerste gedeelte van de nacht. Hij werd dan hevig geschokken wakker en zei: ''Het vuur, het vuur! De gedachte aan het vuur houdt me wakker en houdt me weg van mijn begeerten.'' Hij reinigde zich dan en zei naderhand: ''O Allah, U kent mijn begeerten, zonder dat iemand het U vertelt. Alles wat ik van U vraag, is bevrijding.'' Zijn huilen weerhield hem zozeer van verdere recitatie, dat Abdoer Rahman hem niet kon horen reciteren.

Hassan placht te zeggen: ''Laat je niet misleiden door de kreet 'een mens is bij degene van wie hij houdt.' Want je zult nooit bij de vromen horen, behalve met je daden. De joden en christenen beweren dat ze van hun Profeten houden, maar ze zullen niet bij hen zijn.''

09-01-2010, 20:28
We zullen imam Alghazali reciteren voor het eindadvies in deze zaak:

''Dit waren de angsten van de vromen. Wij hebben zelfs nog meer te vrezen dan zij. Onze begeerten leiden ons en onze tegenslag domineert ons, en voorbeelden van de eerdere gelovigen motiveert ons niet, noch doet de dreiging van de dood ons iets. Wij vragen Allah om onze handelingen in Zijn Genade te hervormen. Het is nog vreemder, dat als we welvaart in deze wereld willen, we landbouw bedrijven, zaken doen en te land en ter zee in allerlei voertuigen stappen. Wanneer we de wetenschappelijke gelederen proberen te bereiken, streven we naar begrip en putten wij onszelf uit de informatie uit ons hoofd te leren. Als we dan naar het Eeuwige koninkrijk kijken, stellen we ons tevreden met te zeggen: ''O Allah! Vergeef ons en heb genade met ons.'' Terwijl de Ene naar Wie we zouden moeten verlangen zegt: ''En dat de mens niet meer kan krijgen dan hetgeen waarnaar hij streeft.'' (Soerah Annadjm: 39) en ''O mensen! Wat heeft u bedrogen omtrent uw Milddadige Heer.''

09-01-2010, 20:35
en dan nu..!!

DE TEKENEN VAN VREES:

''Weet! Beste broeders en zusters in islam. We kunnen ontdekken, of we Allah vrezen of dat we achteloos jegens Hem zijn aan de hand van een paar eenvoudige testjes. Hier zijn er een paar:

1. De tong leert ons: als we kwaadspreken, lasteren en ons bezighouden met lichtzinnige roddels, duidt dat op wel erg weinig zorgvuldigheid. We zouden onze tong moeten gebruiken voor de herinnering aan Allah, recitatie van de Qoraan en in kringen waar kennis heerst.

2. Haat, vijandigheid en jaloezie moeten we uit ons hart bannen en vervangen door goedgunstigheid en zorg voor de moslims.

3. We moeten voorzichtig zijn met wat we in onze maag stoppen.

4. Onze ogen zouden niet mogen afdwalen naar verboden voorwerpen.

5. Onze voeten zouden ons niet naar verboden plaatsen mogen brengen.

6. We zouden onze handen niet naar verboden doelen mogen uitstrekken.

7. We zouden er voor moeten zorgdragen, dat we onze goede daden voor niemand anders dan Allah verrichten.

09-01-2010, 20:47
''De reden om Allah te vrezen: O dienaar van Allah, er zijn veel redenen om te vrezen. De volgende opsomming geeft er een aantal;

x angst te sterven voor het berouw komt;

x angst om het berouw niet in praktijk te brengen en beloftes te verbreken;

x angst om de verplichtingen aan Allah niet te kunnen vervullen;

x ansgt om de zachtheid uit het hart te verliezen en het hart te zien verharden;

x ansgt om inconsequent te worden;

x angst dat verleidingen de baas worden;

x angst dat Allah ons verantwoordelijk houdt voor het verrichten van goede daden uit bedrog;

x angst om arrogant en egoïstisch te worden als gevolg van overvloedige gaven;

x angst om van Allah afgeleid te worden door andere schepselen;

x angst om door uitzonderlijke bevoorrechting naar een slecht einde gevoerd te worden;

x angst om vroegtijdig (d.w.z in deze wereld) gestraft te worden;

x ansgt om bij de dood in ongenade te vallen;

x angst om door de schitter van deze wereld misleid te worden;

x angst dan Allah je geheim onthult tijdens een onbewaakt moment;

x angst voor een gruwelijk sterven wanneer het zover is;

x angst voor de klappen van de dood;

x angst voor de vragen van Moenkar en Nakier in het graf;

x angst voor de straf in het graf;

x angst voor de verschrikkingen aan de horizon (tijdens de Herrijzenis);

x angst voor de angst tijdens de voorgeleiding voor Allah;

x angst voor schaamte jegens het naakt zijn (tijdens de Herrijzenis);

x angst voor de ondervraging voor elke kleinigheid uit het leven;

x angst voor de Brug (over de Hel) en haar steilheid;

x angst voor het Vuur, de ketenen en de foltering van het Vuur;

x angst om van het Paradijs, de Eeuwigheid en het eeuwige koninkrijk en verblijf onthouden te worden;

x angst om van het zicht op Allah's immense gezicht onthouden te worden.''

09-01-2010, 21:04
De rechtsgeleerde uit Samarkand zegt, dat de persoon die een goede daad verricht uit den treure moet oppassen met vier dingen (stel je eens voor, wat een persoon die een zonde begaat zou moeten vrezen):

1. De vrees voor afwijzing, want Allah zegt: ''Allah neemt alleen iets van de rechtvaardigen (de vrezenden) aan.'' (Soeratul Maidah: 27)

2. De vrees voor uiterlijk vertoon, want Allah zegt: ''Hun werd slechts geboden Allah te aanbidden, oprecht zijnde (in gehoorzaamheid) jegens Hem...'' (Soerah Al-Bayyinah: 5)

3. De vrees om het behoud van de goede daad, omdat Allah zegt: ''Wie een goede daad verricht, zal tien maal zoveel ontvangen...'' (Soerah Al-an3aam: 161) Ziedaar de voorwaarde voor goede daden.

4. De angst om verlaten te worden, wanneer je goede daden verricht, want Allah zegt: ''Alleen door Allah ben ik hiertoe (het goede) in staat (tot verzoening). In Hem vertrouw ik en tot Hem wend ik mij.'' (Surah Hoed: 88) (Wanneer je niet weet, of je in staat zult zijn tot het verrichten van goede daden of niet.)


Alghazali zegt: ''Vrees rukt de begeerten af en bedoezelt weelderigheden, zodat gekoesterde zonden weerzin gaan oproepen, zoals een honingliefhebber er een afkeer tegen krijgt wanneer hij verneemt, dat er gif op zit. Op deze wijze verbandt de vrees de begeerten; kastijdt het de organen; onderwerpt het ons hart en brengt rust. Het stelt het hart er ook toe in staat, zichzelf te ontdoen van trots, haat en afgunst; het blijft alleen daarvan (vrees) vervult. Voortaan bemoeit het hart zich alleen nog met eigen zorgen en kijkt het naar waar het op lange termijn het best mee gediend is. Het bemoeit zich alleen nog maar met zaken als meditatie, zelfonderzoek en strijd. Het koesters de tijd en het ogenblik.''

Abdoellah ibn Moebarak zei over vrees:

Wanneer de nacht invalt, verdragen zij haar
en doorstaan zij haar neerbuigend in roekoe'.
Vrees heeft hun slaap verdreven, dus staan zij
en krijgen zekerheid uit waakzaamheid.

Hassan ibn Hani componeerde het volgende (dat toegeschreven werd aan Imamu Shafi'i:

Vrees Allah en hoop op al het goede van Hem;
Volg niet je onverbiddelijke zelfzucht, opdat je het niet zult berouwen;
Verblijf tussen hoop en vrees;
En je zult je in de Genade van Allah verheugen, als je je onderwerpt.




''Dit is de mentaliteit van de gelovigen wier haren recht overeind gaan staan en wier harten beven bij het noemen van de naam van Allah; die huilen wanneer hun fouten onthuld worden en die hun bedden vermijden en Allah ondervragen in hoop en vrees. Misschien is het idee van het 's nachts opblijven wel hun voornaamste karaktereigenschap. Dus reis naar Allah, O dienaar van Allah! Vraag om Zijn vergiffenis en heb berouw voor de verloren tijd, opdat je de tuinen der vrezenden mag bereiken. Alle lof zij Allah, uit Wiens bevel alle goede daden volbracht worden.''

16-03-2010, 23:22


Assalamoe 3alaykoem

Djazaaka Allahoe gayran. We leven in een grote fitan.

18-03-2010, 00:13
Allahumma ameen, klopt als een toebis

18-03-2010, 00:33
Allaahie hdiena.