atropos
03-10-2009, 18:32
26-09-2009
Door Robert van de Griend
Het kabinet wil huwelijken tussen neven en nichten gaan verbieden. Het is echter maar de vraag of hier huwelijksmigratie mee wordt voorkomen. En dan zijn er nog juridische haken en ogen.
Wee de ambtenaar op het ministerie van Justitie die zich de komende tijd zal moeten buigen over een wettelijk verbod op huwelijken tussen neven en nichten. Afgelopen week kondigde premier Balkenende aan dat een dergelijke maatregel op handen is. Officieel zal het verbod gelden voor iedereen die in Nederland woont. In de praktijk zal het vooral betrekking hebben op allochtonen die een partner uit het buitenland willen halen. Afgelopen juni maakte integratieminister Eberhard van der Laan bekend dat het aantal importbruiden met dertig procent is gestegen van 11.000 in 2007 naar 15.330 in 2008. Van der Laan beloofde ingrijpende beleidswijzigingen om die stroom in te dammen. Een mogelijk verbod op neef-nichthuwelijken sluit daar naadloos op aan.
Het lijkt een voor de hand liggende ingreep. In tijden van economische crisis, vindt een meerderheid in de Kamer, moet een grote toeloop van vooral kansarme migranten zoveel mogelijk worden voorkomen. Daar komt bij, zo stelde staatssecretaris Albayrak van Justitie afgelopen week, dat neef-nichthuwelijken vaak tot stand komen onder dwang van de familie. Een verbod zou daarom ook jonge allochtonen beschermen die zelf een huwelijkspartner willen uitkiezen. Bovendien, zo zei de Amsterdamse wethouder Lodewijk Asscher enkele dagen geleden in Nova, draagt een verbod bij aan de volksgezondheid, omdat het de kans op aangeboren afwijkingen bij kinderen uit een neef-nichthuwelijk zou verkleinen.
Geen cijfers
Toch is het maar de vraag of de wet werkelijk een goed antwoord vormt op de fors gestegen huwelijksmigratie. De cijfermatige onderbouwing van het verbod laat te wensen over, evenals de praktische uitvoerbaarheid ervan. Ook juridisch zitten er haken en ogen aan het plan.
Zo is niet onderzocht waaróm de huwelijksmigratie in één jaar tijd met dertig procent is toegenomen, of hoeveel allochtonen precies met een neef of nicht zijn getrouwd.
De bewering dat neef-nichthuwelijken vaak tot stand komen onder dwang van de familie, kan evenmin met cijfers worden gestaafd. Het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie publiceerde dit voorjaar nog een rapport waaruit bleek dat gedwongen huwelijken onder Turken en Marokkanen 'zeldzaam' zijn.
Ook het gezondheidsargument lijkt weinig hout te snijden. Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat kinderen uit 'consanguïne relaties' slechts één tot twee procent meer kans hebben op een aangeboren afwijking dan gemiddeld. Mei vorig jaar wees minister Klink van Volksgezondheid daarom een verbod op neef-nichthuwelijken nog van de hand. Het zou een 'disproportionele maatregel' zijn, schreef Klink in een brief aan de Kamer. 'Daar komt bij dat ook niet-verwante paren een genetisch risico kunnen hebben dat vele malen hoger is; ook voor hen zou dan een huwelijksverbod moeten gelden.'
Waar het kabinet ook gemakkelijk overheen lijkt te stappen, is artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens: het recht op eerbiediging van privéleven, familie- en gezinsleven. Het is niet ondenkbaar dat het Hof in Straatsburg een verbod op neef-nichthuwelijken onrechtmatig zal vinden.
En dan is het ook nog maar afwachten in hoeverre een dergelijk verbod te handhaven zou zijn. Hoe gaat de regering straks controleren of een meisje uit een Marokkaans bergdorp familiebanden heeft met haar aanstaande echtgenoot? En waar komt de grens te liggen? Bij nichten, achternichten, of achter-achternichten? 'Het gaat er niet eens om hoe precies dat verbod werkt,' zei Lodewijk Asscher in Nova. Volgens de wethouder is vooral de 'boodschap' die van de maatregel uitgaat belangrijk. 'Zelfs als niet iedereen zich eraan houdt.'
Dat zou je zomaar symboolwetgeving kunnen noemen. De gelukkige ambtenaar op het ministerie van Justitie die het allemaal op papier moet zien te krijgen, gaat lange werkdagen tegemoet.
Door Robert van de Griend
Het kabinet wil huwelijken tussen neven en nichten gaan verbieden. Het is echter maar de vraag of hier huwelijksmigratie mee wordt voorkomen. En dan zijn er nog juridische haken en ogen.
Wee de ambtenaar op het ministerie van Justitie die zich de komende tijd zal moeten buigen over een wettelijk verbod op huwelijken tussen neven en nichten. Afgelopen week kondigde premier Balkenende aan dat een dergelijke maatregel op handen is. Officieel zal het verbod gelden voor iedereen die in Nederland woont. In de praktijk zal het vooral betrekking hebben op allochtonen die een partner uit het buitenland willen halen. Afgelopen juni maakte integratieminister Eberhard van der Laan bekend dat het aantal importbruiden met dertig procent is gestegen van 11.000 in 2007 naar 15.330 in 2008. Van der Laan beloofde ingrijpende beleidswijzigingen om die stroom in te dammen. Een mogelijk verbod op neef-nichthuwelijken sluit daar naadloos op aan.
Het lijkt een voor de hand liggende ingreep. In tijden van economische crisis, vindt een meerderheid in de Kamer, moet een grote toeloop van vooral kansarme migranten zoveel mogelijk worden voorkomen. Daar komt bij, zo stelde staatssecretaris Albayrak van Justitie afgelopen week, dat neef-nichthuwelijken vaak tot stand komen onder dwang van de familie. Een verbod zou daarom ook jonge allochtonen beschermen die zelf een huwelijkspartner willen uitkiezen. Bovendien, zo zei de Amsterdamse wethouder Lodewijk Asscher enkele dagen geleden in Nova, draagt een verbod bij aan de volksgezondheid, omdat het de kans op aangeboren afwijkingen bij kinderen uit een neef-nichthuwelijk zou verkleinen.
Geen cijfers
Toch is het maar de vraag of de wet werkelijk een goed antwoord vormt op de fors gestegen huwelijksmigratie. De cijfermatige onderbouwing van het verbod laat te wensen over, evenals de praktische uitvoerbaarheid ervan. Ook juridisch zitten er haken en ogen aan het plan.
Zo is niet onderzocht waaróm de huwelijksmigratie in één jaar tijd met dertig procent is toegenomen, of hoeveel allochtonen precies met een neef of nicht zijn getrouwd.
De bewering dat neef-nichthuwelijken vaak tot stand komen onder dwang van de familie, kan evenmin met cijfers worden gestaafd. Het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie publiceerde dit voorjaar nog een rapport waaruit bleek dat gedwongen huwelijken onder Turken en Marokkanen 'zeldzaam' zijn.
Ook het gezondheidsargument lijkt weinig hout te snijden. Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat kinderen uit 'consanguïne relaties' slechts één tot twee procent meer kans hebben op een aangeboren afwijking dan gemiddeld. Mei vorig jaar wees minister Klink van Volksgezondheid daarom een verbod op neef-nichthuwelijken nog van de hand. Het zou een 'disproportionele maatregel' zijn, schreef Klink in een brief aan de Kamer. 'Daar komt bij dat ook niet-verwante paren een genetisch risico kunnen hebben dat vele malen hoger is; ook voor hen zou dan een huwelijksverbod moeten gelden.'
Waar het kabinet ook gemakkelijk overheen lijkt te stappen, is artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens: het recht op eerbiediging van privéleven, familie- en gezinsleven. Het is niet ondenkbaar dat het Hof in Straatsburg een verbod op neef-nichthuwelijken onrechtmatig zal vinden.
En dan is het ook nog maar afwachten in hoeverre een dergelijk verbod te handhaven zou zijn. Hoe gaat de regering straks controleren of een meisje uit een Marokkaans bergdorp familiebanden heeft met haar aanstaande echtgenoot? En waar komt de grens te liggen? Bij nichten, achternichten, of achter-achternichten? 'Het gaat er niet eens om hoe precies dat verbod werkt,' zei Lodewijk Asscher in Nova. Volgens de wethouder is vooral de 'boodschap' die van de maatregel uitgaat belangrijk. 'Zelfs als niet iedereen zich eraan houdt.'
Dat zou je zomaar symboolwetgeving kunnen noemen. De gelukkige ambtenaar op het ministerie van Justitie die het allemaal op papier moet zien te krijgen, gaat lange werkdagen tegemoet.