stront_vlieg
22-09-2009, 15:01
Wie kan me helpen op deze vragen met een art. nummer erbij te zetten en mischien zelfs jurisprudentie...
Duidelijke herdere antwoorden en aub geen suggesties....
Alvast bedankt!!!
Adje, de Hennepcatcher
Opsporingsambtenaar Adje vangt in de trein flarden op van een telefoongesprek waaruit hij meent te kunnen destilleren dat de bewuste beller in de trein wederom een goede oogst van zijn hennepplanten heeft gekregen. De opbrengst van de planten overtroffen zijn verwachtingen, aldus de beller. Opsporingsambtenaar Adje besluit de beller als deze uit de trein stapt te volgen. De beller komt korte tijd later aan bij een woning (nr.2) gelegen aan straat B. waar hij door middel van een huissleutel naar binnen gaat. Opsporingsambtenaar Adje besluit de rest van de middag de woning in de gaten te houden.
Vraag 1: Is opsporingsambtenaar Adje hiertoe bevoegd? [/SIZE]
Terwijl opsporingsambtenaar Adje de woning in de gaten houdt, belt hij met de dienstdoende officier van justitie. Deze laat weten dat eerder die week i.v.m. de woning een anonieme tip is binnengekomen met de volgende informatie: “handel in verdovende middelen vanuit een woning (nr. 2), in straat B, let op, bewoner X is zeer agressief.”
De officier van justitie was op grond van de inhoud van deze tip geen opsporingsonderzoek gestart omdat naar zijn mening alleen deze anonieme tip daarvoor te weinig basis bood. De waarnemingen van Adje in combinatie met de binnengekomen melding geven de officier nu wel aanleiding om een onderzoek te starten.
Om zeker te weten of er daadwerkelijk sprake is van een drugspand, besluit de officier van justitie een zogenaamde “afvangactie” op touw te zetten. Dit houdt in dat iedere persoon die het pand heeft bezocht zodra hij uit het zicht van het pand is wordt aangehouden teneinde vast te kunnen stellen of hij in het pand drugs heeft gekocht. De personen worden vervolgens vastgehouden totdat de afvangactie is afgelopen en daarna weer in vrijheid gesteld, zonder verder te worden vervolgd.
[SIZE="3"]Vraag 2: Beoordeel de rechtmatigheid van deze afvangactie. [/SIZE]
De afvangactie werkt goed; na een uurtje zijn er al drie personen aangehouden en gefouilleerd; alle drie hebben ze eenzelfde soort zakje met wiet op zak. Er is nu een stevige verdenking tegen de bewoner van het drugspand, die volgens de gemeentelijke administratie Jochem T. blijkt te heten, een persoon die geen antecedenten op zijn naam heeft.
De officier van justitie overweegt ook nog een inkijkoperatie in het pand te bevelen.
[SIZE="3"]Vraag 3: Biedt het Wetboek van Strafvordering hiervoor een grondslag? [/SIZE]
Tot een inkijkoperatie komt het echter niet. Als een vierde afgevangen verdachte verklaart dat hij in het huis is bedreigd met een pistool omdat hij niet genoeg geld bij zich had, besluit de officier van justitie dat er geen tijd meer is voor nader onderzoek. In overleg met de hoofdofficier van justitie wordt er een arrestatieteam (AT) ingezet om Jochem aan te houden. Omdat hij vuurwapengevaarlijk is, willen ze geen enkel risico nemen. De actie vindt in de vroege ochtend plaats. Het team, bestaande uit 6 gewapende agenten, stormt het pand binnen en weet Jochem, die op bed ligt, binnen een mum van tijd te overmeesteren. Vast onderdeel van de aanhoudingsprocedure is dat Jochem direct nadat hij van zijn bed is gelicht wordt geblinddoekt. Pas in de cel wordt de blinddoek weer afgedaan.
Als hij uiteindelijk moet voorkomen, klaagt Jochem bij de rechter over het feit dat hij is geblinddoekt. Hij stelt dat dit onrechtmatig is, omdat het een inbreuk op zijn privéleven (waaronder ook de lichamelijke integriteit valt) oplevert, welke inbreuk, in strijd met artikel 8 van het EVRM, niet in de wet is geregeld. Immers biedt noch artikel 8 van de Politiewet, noch Hoofdstuk 2 (“Geweld&rdquo
[SIZE="3"]Vraag 4: Beoordeel de stelling van Jochem.
1 Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en andere opsporingsambtenaren, opgenomen in de collegebundels.
Duidelijke herdere antwoorden en aub geen suggesties....
Alvast bedankt!!!
Adje, de Hennepcatcher
Opsporingsambtenaar Adje vangt in de trein flarden op van een telefoongesprek waaruit hij meent te kunnen destilleren dat de bewuste beller in de trein wederom een goede oogst van zijn hennepplanten heeft gekregen. De opbrengst van de planten overtroffen zijn verwachtingen, aldus de beller. Opsporingsambtenaar Adje besluit de beller als deze uit de trein stapt te volgen. De beller komt korte tijd later aan bij een woning (nr.2) gelegen aan straat B. waar hij door middel van een huissleutel naar binnen gaat. Opsporingsambtenaar Adje besluit de rest van de middag de woning in de gaten te houden.
Vraag 1: Is opsporingsambtenaar Adje hiertoe bevoegd? [/SIZE]
Terwijl opsporingsambtenaar Adje de woning in de gaten houdt, belt hij met de dienstdoende officier van justitie. Deze laat weten dat eerder die week i.v.m. de woning een anonieme tip is binnengekomen met de volgende informatie: “handel in verdovende middelen vanuit een woning (nr. 2), in straat B, let op, bewoner X is zeer agressief.”
De officier van justitie was op grond van de inhoud van deze tip geen opsporingsonderzoek gestart omdat naar zijn mening alleen deze anonieme tip daarvoor te weinig basis bood. De waarnemingen van Adje in combinatie met de binnengekomen melding geven de officier nu wel aanleiding om een onderzoek te starten.
Om zeker te weten of er daadwerkelijk sprake is van een drugspand, besluit de officier van justitie een zogenaamde “afvangactie” op touw te zetten. Dit houdt in dat iedere persoon die het pand heeft bezocht zodra hij uit het zicht van het pand is wordt aangehouden teneinde vast te kunnen stellen of hij in het pand drugs heeft gekocht. De personen worden vervolgens vastgehouden totdat de afvangactie is afgelopen en daarna weer in vrijheid gesteld, zonder verder te worden vervolgd.
[SIZE="3"]Vraag 2: Beoordeel de rechtmatigheid van deze afvangactie. [/SIZE]
De afvangactie werkt goed; na een uurtje zijn er al drie personen aangehouden en gefouilleerd; alle drie hebben ze eenzelfde soort zakje met wiet op zak. Er is nu een stevige verdenking tegen de bewoner van het drugspand, die volgens de gemeentelijke administratie Jochem T. blijkt te heten, een persoon die geen antecedenten op zijn naam heeft.
De officier van justitie overweegt ook nog een inkijkoperatie in het pand te bevelen.
[SIZE="3"]Vraag 3: Biedt het Wetboek van Strafvordering hiervoor een grondslag? [/SIZE]
Tot een inkijkoperatie komt het echter niet. Als een vierde afgevangen verdachte verklaart dat hij in het huis is bedreigd met een pistool omdat hij niet genoeg geld bij zich had, besluit de officier van justitie dat er geen tijd meer is voor nader onderzoek. In overleg met de hoofdofficier van justitie wordt er een arrestatieteam (AT) ingezet om Jochem aan te houden. Omdat hij vuurwapengevaarlijk is, willen ze geen enkel risico nemen. De actie vindt in de vroege ochtend plaats. Het team, bestaande uit 6 gewapende agenten, stormt het pand binnen en weet Jochem, die op bed ligt, binnen een mum van tijd te overmeesteren. Vast onderdeel van de aanhoudingsprocedure is dat Jochem direct nadat hij van zijn bed is gelicht wordt geblinddoekt. Pas in de cel wordt de blinddoek weer afgedaan.
Als hij uiteindelijk moet voorkomen, klaagt Jochem bij de rechter over het feit dat hij is geblinddoekt. Hij stelt dat dit onrechtmatig is, omdat het een inbreuk op zijn privéleven (waaronder ook de lichamelijke integriteit valt) oplevert, welke inbreuk, in strijd met artikel 8 van het EVRM, niet in de wet is geregeld. Immers biedt noch artikel 8 van de Politiewet, noch Hoofdstuk 2 (“Geweld&rdquo
[SIZE="3"]Vraag 4: Beoordeel de stelling van Jochem.
1 Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en andere opsporingsambtenaren, opgenomen in de collegebundels.