Bekijk volle/desktop versie : Dringend informatie nodig voor nieuwe moslim.



Pagina's : [1] 2 3 4

20-08-2009, 18:17
Assalamo aleikom,

een nederlandse student die ik ken wil graag moslim worden en deze maand ( ramadan) vasten. Alleen wilde hij weten, aangezien het ook niet voor mij duidelijk is, of hij eerst besneden dient te worden voordat hij de shahada doet ( en dus moslim wordt), of dat hij eerst de shahada moet doen en dan later zich laat besnijden? Want het zit zo: hij wil heel graag moslim worden en ook zelfs heel graag vasten tijdens deze ramadan, alleen heeft hij het momenteel niet breed en kan hij zich momenteel niet laten besnijden ( dat kost namelijk ongeveer 300 euro en wordt niet vergoed door zijn verzekering). Daarom vroeg hij mij of hij zich echt eerst dient te besnijden voordat hij de shahada doet of dat hij meteen de shadada in een moskee kan doen?

Graag hoor ik alleen serieuze reacties van jullie en aub. met daliel of verwijzing naar een goede bron.

wa salamo aleikom

20-08-2009, 18:19



Citaat door miss-beauty:
Assalamo aleikom,

een nederlandse student die ik ken wil graag moslim worden en deze maand ( ramadan) vasten. Alleen wilde hij weten, aangezien het ook niet voor mij duidelijk is, of hij eerst besneden dient te worden voordat hij de shahada doet ( en dus moslim wordt), of dat hij eerst de shahada moet doen en dan later zich laat besnijden? Want het zit zo: hij wil heel graag moslim worden en ook zelfs heel graag vasten tijdens deze ramadan, alleen heeft hij het momenteel niet breed en kan hij zich momenteel niet laten besnijden ( dat kost namelijk ongeveer 300 euro en wordt niet vergoed door zijn verzekering). Daarom vroeg hij mij of hij zich echt eerst dient te besnijden voordat hij de shahada doet of dat hij meteen de shadada in een moskee kan doen?

Graag hoor ik alleen serieuze reacties van jullie en aub. met daliel of verwijzing naar een goede bron.

wa salamo aleikom



Ik zal zo dadelijk bron plaatsen. Indien hij een oprechte moslim wordt en meevast zullen al zijn daden geaccepteerd worden. Besnijdenis is iets bijkomstigs.

20-08-2009, 18:24

Citaat door miss-beauty:
Assalamo aleikom,

een nederlandse student die ik ken wil graag moslim worden en deze maand ( ramadan) vasten. Alleen wilde hij weten, aangezien het ook niet voor mij duidelijk is, of hij eerst besneden dient te worden voordat hij de shahada doet ( en dus moslim wordt), of dat hij eerst de shahada moet doen en dan later zich laat besnijden? Want het zit zo: hij wil heel graag moslim worden en ook zelfs heel graag vasten tijdens deze ramadan, alleen heeft hij het momenteel niet breed en kan hij zich momenteel niet laten besnijden ( dat kost namelijk ongeveer 300 euro en wordt niet vergoed door zijn verzekering). Daarom vroeg hij mij of hij zich echt eerst dient te besnijden voordat hij de shahada doet of dat hij meteen de shadada in een moskee kan doen?

Graag hoor ik alleen serieuze reacties van jullie en aub. met daliel of verwijzing naar een goede bron.

wa salamo aleikom
Selam

Als hij zeker weet dat hij in Allah, zijn Profeet (s.a.a.s) en boek; de Koran en alles wat er in die boek staat gelooft, dan hoeft hij niet te wachten tot hij besneden is om de religie te beleven. Hij moet dan onmiddelijk de shada doen en beginnen metd e religieuze voorschriften en dan wanneer hij geld/tijd heeft omzich te laten besnijden; dat afronden (tijd ivm helingsproces; ik geloof twee weken ofzo?)

Wens hem een fijne ramazan van me!

Selam

20-08-2009, 18:27
salam, hij heeft zich naar ik weet verdiept in de islam en is op eigen houtje arabisch gaan leren. Ik zal het hem nog vragen inshallah.

20-08-2009, 18:34


Doe dat en heet hem welkom in de Islam.

Selam

20-08-2009, 18:36

Citaat door miss-beauty:
salam, hij heeft zich naar ik weet verdiept in de islam en is op eigen houtje arabisch gaan leren. Ik zal het hem nog vragen inshallah.



Welke manhadj volgt hij? Salafie, qutbi, soenni,....? Welke madhab? Hanbali, hanafi, malikie, sjafi'ie?

20-08-2009, 18:38

Citaat door TURKje:
Selam

Als hij zeker weet dat hij in Allah, zijn Profeet (s.a.a.s) en boek; de Koran en alles wat er in die boek staat gelooft, dan hoeft hij niet te wachten tot hij besneden is om de religie te beleven. Hij moet dan onmiddelijk de shada doen en beginnen metd e religieuze voorschriften en dan wanneer hij geld/tijd heeft omzich te laten besnijden; dat afronden (tijd ivm helingsproces; ik geloof twee weken ofzo?)

Wens hem een fijne ramazan van me!

Selam



hahah dank! Ik zal het hem doorgeven.

20-08-2009, 18:47
Geef hem ook door dat hij verplicht is om een madhab te kiezen, anders worden zijn daden niet geaccepteerd. Hayaaki Allaah!

20-08-2009, 18:49
hoezo verplicht een madhab te kiezen???

20-08-2009, 18:52
Het volgen van één van de vier geaccepteerde Madhhabs
Sheikh Murabit al-Haaj

In naam van Allah, de meest Barmhartige, de meest Genadevolle

Eén van de meest belangrijke antwoorden die ik ooit gegeven heb, is mijn antwoord op diegene die af is geweken tot op het punt dat hij het belang van het bestuderen van de furū (aftakkingen) van de jurisprudentie afkeurt; en wij zoeken onze toevlucht bij Allah van de stelling van een dergelijke afwijkende. Had hij maar slechts de ijtihād (onafhankelijke interpretatie) voor zichzelf opgeëist, en met Allah is zijn afrekening, en niet de oproep naar de Moslims toe naast zich neergelegd om datgene te laten waar men niet toe in staat is. In ons antwoord op een dergelijk persoon, zullen wij datgene wat de usūlīs (geleerden van de methodologie in de Islamitische jurisprudentie) en de Imams van jurisprudentie hebben gezegd over een dergelijke zaak aanhalen. Wat betreft het feit dat ik hem een afwijkende noem, dit is enkel omdat hij verlangde de prestigieuze rang van ijtihād aan de gewone mensen op te dringen. Muhammad al-Nabīgha zei hierover:

“En wat betreft de ijtihād in het land van de Marokkanen, de westerse feniks heeft er een vlucht mee genomen.”

In antwoord daarop zeg ik dat taqlīd (het volgen van gekwalificeerde geleerdheid) een verplichting is voor een ieder behalve dan een absolute mujtahid. Ik zal al de noodzakelijke vereisten hiervoor opnoemen, inshā’ Allah. [Sīdī `Abdullāh Oūld Hājj Ibrāhīm] heeft in marāq al-sa`ūd gezegd:

“[taqlīd] is noodzakelijk behalve voor diegene die de rank van absolute ijtihād heeft bereikt. Zelfs als iemand een beperkte [mujtahid] is, die niet in staat is [om absolute ijtihād uit te voeren].”

Als commentaar hierop, zei [Sīdī `Abdullāh] in zijn nashr al-bunūd:

“[Het betekent dat taqlīd een verplichting is voor een ieder die geen absolute mujtahid is, zelfs als die de beperkte rank van ijtihād muqayyad heeft bereikt, [totdat hij zegt], ‘Vraag het dan aan de bezitters van de kennis, indien jullie het niet weten.’ (Koran 16:43)”

Met het bovengenoemde citaat van Muhammad al-Nabīgha, beweer ik op geen enkele wijze dat alle ijtihād in ieder land beperkt is. Hoe zou ik [zoiets kunnen zeggen] wanneer Sīdī `Abdullāh in marāq al-sa`ūd zegt:

“Het zal de aarde nooit aan een mujtahid geleerde ontbreken, totdat de fundering ervan trilt.”

Hij zei ook:

“Wat betreft de noodzaak om een specifieke madhhab te volgen, hebben zij [de geleerden] deze verplichting genoemd voor een ieder die tekort komt [in de condities van de ijtihād].”

Hij zegt in nashr al-bunūd:

“Het betekent dat het volgen van een bepaalde madhhab noodzakelijk is voor een ieder die tekort komt in de rank van de absolute ijtihād.”

Sīdī `Abdullāh zegt wederom in marāq al-sa`ūd:

“De consensus van vandaag is op de vier [madhhabs], en allen hebben het verboden verklaard om een andere [dan deze vier] te volgen.”Hij zegt in nashr al-bunūd: “Dit betekent dat de consensus van de geleerden van vandaag op de vier scholen is, en ik bedoel daarmee de scholen van Mālik, Abū Hanīfa, Shāfi`ī en Ahmad. Het is inderdaad zo dat alle geleerden het verboden hebben verklaard iedere andere rechtsschool [afkomstig] van een absolute mujtahid te volgen, sinds de 8ste eeuw toen de rechtsschool van Dawūd al-Zāhirī uitstierf, tot aan de 12de eeuw en wat daarop volgt.”

In het hoofdstuk betreft het afgeleid redeneren van marāq al-sa`ūd zegt Sīdī `Abdullāh:

“Voor iedereen die geen mujtahid is, zijn handelingen die [direct] gebaseerd zijn op primaire schriftelijke bewijzen [Heilige Koran en Hadīth] niet toegestaan.”

Hij zegt in nashr al-bunūd:

“Het betekent dat het voor iedereen, behalve een mujtahid, verboden is om zijn handelingen te baseren op een directe tekst van het Boek of de Sunnah, zelfs als de overdracht goed is. Dit omdat er een grote kans is dat er andere overwegingen [gemaakt dienen te worden] zoals afschaffing, beperkingen, enkel betrekking hebben op bepaalde situaties en andere zaken die niemand anders dan de mujtahid volledig en met precisie begrijpt. Zodoende kan niemand hem redden van Allah de Allerhoogste, behalve door het volgen van een mujtahid. Imam al-Qarāfī [1] zegt: ‘Wees erop bedacht om niet hetzelfde te doen wat sommige studenten doen wanneer zij direct vanuit de Hadīth redeneren, terwijl zij niet eens de correctheid ervan kennen, laat staan wat al genoemd is [door de Imams] over de fijne details ervan. Door dit te doen, dwaalden ze af en hebben anderen laten afdwalen. En een ieder die een vers of HadIth interpreteert op een manier die afwijkt van de ware betekenis, zonder hiervoor dalīl (bewijs) te hebben, is een kāfir (ongelovige).’”

En wat betreft de voorwaardes van de absolute en onafhankelijke ijtihād, deze worden genoemd in het volgende citaat uit de marāq al-sa`ūd:

“En dat [het woord ‘faqīh’] [2] is synoniem met [het woord] mujtahid, samen met de zaken waar hij verantwoordelijk door is gemaakt .”

Zoals de buitengewone intelligentie die hij van nature heeft, en er bestaat een discussie over diegene waarvan het bekend is dat hij de qiyās (juridische analogie) afwijst. Hij kent de [juridische] verantwoordelijkheden door middel van intellectuele bewijzen, totdat een duidelijk overgeleverd bewijs iets anders aanduidt. Sīdī Abdullāh zegt nashr al-bunūd:

“Dit betekent dat één van de voorwaarden van de ijtihād is dat hij [de mujtahid] weet dat hij moet voldoen aan de intellectuele bewijzen, en dit is al-bara’at al-asliyya (de fundamentele voorwaarde), [3] totdat een overgeleverd bewijs van een Heilige Wet iets anders aanduidt.”

20-08-2009, 18:52
Daarna gaat haalt hij de andere voorwaarden aan waar een mujtahid aan dient te voldoen:

“[De wetenschap van] de grammatica, versleer, filologie, gecombineerd met die van usūl en retoriek moet hij beheersen. Volgens de mensen van precisie, [dient hij te weten] waar de oordelen gevonden kunnen worden zonder de voorwaarde dat hij de daadwerkelijke tekst gememoriseerd heeft. [Al het bovengenoemde dient men op zijn minst te weten] op het niveau van een gemiddelde beheersing. Hij moet ook weten over welke zaken er een consensus is. [Des temeer moet hij] zaken kennen zoals de voorwaarde van ahad Hadīths en wat de autoriteit bedraagt van grote hoeveelheden van overleveringen; evenals [de kennis] van wat betrouwbaar en zwak is. Verder, wat afschaft en wat afgeschaft is, evenals of de omstandigheid waarin een vers werd geopenbaard of een Hadīth werd overgeleverd, een voorwaarde is waaraan voldaan moet worden. De status van de overleveraars en de metgezellen [moet ook bekend zijn]. U mag daarom een ieder volgen die de bovengenoemde voorwaarden vervuld, volgens de meest correcte mening.”

Dus overweeg al het bovengenoemde, en moge Allah u genadig zijn. Zie voor uzelf of uw metgezel wordt gekarakteriseerd door dergelijke kwaliteiten en de voorwaarden vervuld; ik betwijfel het ten zeerste. Waarschijnlijk wijst hij enkel naar zichzelf, in zijn oproep dat de mensen van zijn tijdhun oordelen direct van het Boek en Sunnah dienen te halen. Aan de andere kant, als hij niet de benodigde noodzakelijke voorwaarden beheerst, is verdere discussie zinloos.

In fath al-`āl al-mālik van Imam Muhammad Illīsh zijn er vele sterke berispingen voor diegenen die mensen wensen te dwingen afstand te doen van de studie van de juridische takken, om direct [regels] uit het Boek en de Sunnah af te leiden. De vraag die hem [Muhammad Illīsh] gesteld werd is als volgt:

“Wat zegt u over iemand die één van de vier Imams (moge Allah de Verhevene tevreden met hen zijn) volgt en deze vervolgens verlaat bewerende dat hij zijn oordelen direct uit de Koran en authentiek overgeleverde Hadīths kan afleiden? Hij legt dus de boeken der jurisprudentie naast zich neer, en neigt naar de opvatting van [bijvoorbeeld] Ahmad ibn Idrīs. Bovendien zegt hij tegen diegene die vasthoudt aan de uitspraken van de Imams en hun volgelingen, ‘ik zeg tegen u “Allah en Zijn Boodschapper zeggen,” terwijl u antwoordt met “Mālik zei,” Ibn al-Qāsim zei” of “Khalīl zei.”’

Imam Illīsh antwoordt hierop:

“Mijn antwoord is als volgt: Alle lof is aan Allah, en vrede en zegeningen zij met Sayyidinā Mohammed, de Boodschapper van Allah. Het is voor een leek niet toegestaan om het volgen van de vier Imams te verlaten en direct van de tekstbronnen van de Koran en Hadīth af te leiden, voor de simpele redenen dat dit vele voorwaarden met zich meebrengt wat verhelderd wordt in de boeken van de usūl. Daarnaast wordt [zelfs] door de grote geleerden zelden aan deze voorwaarden voldaan, zeker in deze laatste dagen waarin de Islam vreemd is geworden net zoals het vreemd is begonnen.”

Ibn Uyyāna, moge Allah tevreden met hem zijn, heeft gezegd:

“De Hadīths zijn een bron van fouten behalve voor de juristen.”

Wat hij bedoelt is dat mensen, behalve de geleerden, een Hadīth kunnen interpreteren gebaseerd op een schijnbare betekenis, terwijl het [de Hadīth] een andere interpretatie kent gebaseerd op een andere Hadīth die de betekenis ervan verduidelijkt, of een bewijs [aangeeft] dat verborgen blijft [voor de leken]. Na een lang betoog merkt hij op:

“Wat betreft hun uitspraak, ‘hoe kan je nu duidelijke Koranverzen authentieke Hadīths links laten liggen, en de Imams in hun ijtihād volgen, terwijl zij duidelijk de mogelijkheid hebben om zich te vergissen.”’

Zijn antwoord aan hen is als volgt:

“Het volgen van onze Imams is ongetwijfeld niet het links laten liggen van de Koranverzen of de authentieke Hadīths. Het is juist de essentie van het zich eraan vasthouden, en onze oordelen ervan af te leiden. Dit is omdat de Koran enkel door middel van deze Imams tot ons is gekomen [die het meer dan waard zijn te volgen] vanwege hun verdiensten in het meer geleerd te zijn dan wij [in de wetenschappen] van de afschaffing en het afgeschafte, het absolute en het voorwaardelijke, het dubbelzinnige en het verhelderde, het waarschijnlijke en het duidelijke, de omstandigheden rondom de openbaring en diens verschillende betekenissen, evenals de mogelijke interpretaties en verschillende taalkundige en filologische overwegingen, [om maar niet van] de verschillende andere bijkomstige wetenschappen te spreken die nodig zijn [met betrekking tot het begrijpen van de Koran].

Zij namen dit alles van de studenten van de metgezellen (tabi`īn), die hun instructies van de metgezellen zelf hebben ontvangen, die hun instructies van de Wetgever zelf hebben ontvangen (Allah zegene hem en schenke hem vrede). Hij was goddelijk beschermd van iedere fout, en getuigde dat de eerste drie generaties van Moslims gezegend en deugdelijk zouden zijn. Daarnaast hebben ook de profetische tradities ons via hen bereikt, met het gegeven dat zij meer kennis hadden dan ons en diegenen die na hen kwamen wat betreft de sahīh (authentieke), hasan (betrouwbare), en da`īf (zwakke) overleveringen, evenals de marfu`, mursal, mutawātir, ahad, mu`dal en gharīb overleveringen. [4]

Dus, wat deze kleine groep mannen betreft, zijn er maar twee mogelijkheden: of zij schrijven onwetendheid toe aan de Imams wiens kennis met consensus wordt beschouwd de menselijke perfectie te hebben bereikt, zoals de verschillende tradities van de waarheidsgetrouwe Wetgever getuigt (vrede en zegeningen zij met hem), of zij schrijven eigenlijk misleiding en tekort aan dīn aan de Imams toe, terwijl zij allen tot de beste generatie behoren volgens de getuigenis van de grootse Boodschapper zelf (Allah zegene hem en geve hem vrede). Voorzeker, het zijn niet de ogen die blind zijn, maar blind zijn de harten in onze borsten.”

Wat betreft hun antwoord aan diegene die Mālik volgt, zoals ‘ik zeg tegen u “Allah en Zijn Boodschapper zeggen,” terwijl u antwoordt met “Mālik zei,” Ibn al-Qāsim zei” of “Khalīl zei.”’ Ons antwoord is dat de volgeling die zegt, ‘Mālik zei,’ bedoelt dat, “Mālik zegt, gebaseerd op zijn grondige begrip van het Woord van Allah, of van de woorden van de Boodschapper, of van hen die stevig vasthouden aan de handelingen van de metgezellen, of van de tabi’īn die het Woord van Allah en de woorden van de Boodschapper van Allah duidelijk begrepen, of hun voorbeeld haalden uit de handelingen van Zijn Boodschapper.’ En de betekenis van het zeggen, ‘Ibn al-Qāsim zei’ is dat hij [getrouw] overgeleverd heeft wat Mālik zei gebaseerd op zijn begrip van het Woord van Allah, of van wat Ibn al-Qāsim zelf begreep van het Woord van Allah de Verhevene. En de betekenis van het zeggen, ‘Khalil zei’ is dat hij alleen overleverde van de hiervoor genoemden [de Imams]. Wat betreft Mālik en Ibn al-Qāsim, zij zijn beide Imams wiens spirituele en rechtelijke autoriteit met een unanieme consensus van deze Ummah vaststaat; en zij zijn beiden van de beste der generaties.Wat betreft diegene die hun leiderschap verlaat en zegt, ‘Allah heeft gezegd en Zijn Boodschapper zei,’ hij baseert zich volledig op zijn eigen begrip ondanks het feit dat hij niet bekwaam is in het met precisie citeren van verzen en Hadīths, gezien hij zelfs de kettingen van overleveringen niet [met enige autoriteit] kan aantonen, terwijl hij daarnaast kennis tekort komt wat betreft het afgeschafte, het absolute en het voorwaardelijke, het dubbelzinnige en het verduidelijkende, het duidelijke en het tekstuele, het algemene en het specifieke, de dimensies van het Arabisch en de redenen voor openbaring, de verschillende taalkundige overwegingen en andere verschillende bijkomende wetenschappen die nodig zijn. Dus, overweeg voor uzelf waar u de voorkeur aangeeft: het citaat van een volgeling die simpelweg het begrip van Mālik citeert, een Imam die met consensus erkend wordt, of het woord van deze onwetende die zegt ‘Allah zei en Zijn Boodschapper zei’ Het is echter niet het zicht dat verblind wordt, maar de harten in onze borsten. Weet ook dat deze afwijking van de zahiriyya afkomstig is [5], die verschenen in Andalusië [Islamitisch Spanje] en wiens macht een tijd toenam totdat Allah al hun sporen uitwiste, totdat deze kleine groep mannen zich opwierpen om hun overtuigingen te doen herleven. Imam al-Barzūlī zei,

“De eerste ooit die de Mudawwana [6] aanviel was Sa`īd bin al-Haddād.”

20-08-2009, 18:53
Als u de bovengenoemde teksten zorgvuldig overweegt, zult u zich realiseren dat diegene die u probeert te beperken in het volgen [van de Imams] daadwerkelijk afwijkend is. Ik gebruik het woord “afwijkend” om hen te omschrijven enkel omdat de geleerden [voor mij] deze kleine groep en hun madhhab als afwijkend hebben bestempeld.

Verder zou u ook moeten weten dat diegenen die uw vasthouden aan de Imams veroordelen, volledig zijn weerlegd door Muhammad al-Khadīr bin Mayyāba, en dit met het meest doordringende der weerleggingen, en hijzelf noemde hen ‘de mensen van afwijking en heterodoxie.’ Hij noemde zijn boek, Het weerleggen van de afwijkende mensen van heterodoxie die de taqlīd op de Imams van de ijtihād aanvallen.

Dus mijn broeder, ik waarschuw u met klem in het volgen van de madhhab van deze mensen en zelfs van het bijzijn in hun gezelschap, behalve als het een absolute noodzaak is; en zeker ook voor het luisteren naar alles wat zij te zeggen hebben, omdat de geleerden hun ideeën als afwijkend hebben verklaard. Ibn al-Hājj zegt in zijn boek al-madkhal:

“`Umar ibn al-Azīz zei, ‘Geef nooit diegene wiens hart afwijkend is toegang tot je oren, want je weet nooit welke woorden vastigheid in u zullen vinden.’

Ik vraag Allah u en mij vanonder diegenen te maken die naar de zaken luisteren en het beste ervan volgen.Murabit al Haaj, Mauritanië

Voetnoten

[1] Ahmad ibn Idrīs Shihābuddīn as-Sanhājī al-Qarāfī al-Mālikī was geboren in Egypte in de 7e eeuw H., en overleed daar in het jaar 684 H.. Hij was een van de grootste Mālikī geleerde die ooit geleefd heeft en is vooral bekend geworden om zijn werk in de usūl al-fiqh. Hij was een specialist in de Arabische taal en heeft opmerkelijke grammaticawerken. Zij boek al-dhākhira is een meesterlijk, 14 delend tellend werk dat waarin de Mālikī fiqh bekeken wordt met bewijzen uit usūlī bronnen, en onlangs gepubliceerd is in de Arabische Emiraten. Imam al- Qarāfī is begraven in Qarāf in Egypte, dichtbij Imam al-Shāfi`ī (moge Allah hen beide genadig zijn].

[2] Sīdī Abdullāh zegt in zijn commentaar in deze zin dat de faqīh synoniem is met de mujtahid in de wetenschap van de usūl. Er zijn verschillende soorten faqīhs. Een faqīh is volgens de geleerden van de usūl een ieder die de rang van ijtihād heeft bereikt. Volgens de geleerden van furū is een faqīh een ieder die het niveau van kennis heeft bereikt waarin hij een rechtsgeldige juridische uitspraak kan doen. Deze laatste definitie is van belang met betrekking tot de overweging van de begaafdheid die de faqīhs bezitten. Zie hiervoor nashur al-bunūd `ala marāq al-sa`ūd, kitāb al-ijtihād fil furū p.309 (Beiroet, 1409 H.; Maktabat al-Kutub)

[3] De fundamentele voorwaarde is dat een mens niet door Allah gevraagd is iets te doen, anders dan datgene waar we een grondig bewijs voor hebben door de overleveringen van de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem); en dat de mens alleen verantwoordelijk gehouden wordt voor die zaken waarin een duidelijke verantwoordelijkheid bestaat. Alle anderen zaken worden als toegestaan beschouwd omdat er een tekort aan bewijs is dat erop wijst dat het niet toegestaan zou zijn.

[4] De marfu` Hadīth heeft een sanad (overleveringsketting) dat terug gaat op de Profeet (Allah zegene hem en geve hem vrede), dus de Hadīth is van de Profeet (Allah zegene hem en geve hem vrede) afkomstig. De mursal Hadīth is door een tabi`ī overgeleverd van de Profeet (Allah zegene hem en geve hem vrede), een sahāba ontbreekt dus in de overleveringsketting. De mutawātir Hadīth is uit zoveel bronnen afkomstig dat het een absoluut bewijs vormt. Een ahad Hadīth heeft op een bepaald punt in de overleveringsketting, slechts één overleveraar. Een mu`dal Hadīth ontbreken er twee overleveraars in de overleveringsketting. De overleveraar een gharīb Hadīth is betrouwbaar, maar niemand anders overleverde de betreffende Hadīth.

[5] De zāhiriyya volgden de maddhab van Dawūd al-Zāhirī.

[6] De mudawwana is het fiqh-werk van Imam Mālik.

20-08-2009, 18:54


Waarom moet iemand een Madhhab volgen?
Het Debat met een La Madhhabi
Sheikh Muhammad Sa`id Ramadan al-Buti

Ik zei: Wat is uw methode om de regels van Allah (Hoog en Verheven is Hij!) te begrijpen? Leidt u ze af van de Koran en Sunnah, of neemt u het over van de Imams van de ijtihād?

Hij zei: “Ik onderzoek de standpunten van de Imams en hun bewijs ervoor, en dan neem ik het standpunt over wat het meest met de Koran en Sunnah overeenkomt.”

Ik zei: Stel u heeft vijfduizend Syrische pond die u in zes jaar tijd heeft gespaard. Daarna koopt u koopwaar en begint te handelen. Wanneer betaalt u zakāt op de handelswaar, na zes maanden of na een jaar?

(Hij dacht na, en zei “Uw vraag geeft de indruk dat u gelooft dat er zakāt over handelskapitaal betaald dient te worden.”

Ik zei: Ik vraag het alleen maar. U zou op uw eigen manier moeten antwoorden. Voor u bevindt zich een bibliotheek aan boeken met Koranexegese, Hadīth, en de werken van mujtahid Imams.

(Hij dacht voor een ogenblik na, en antwoordde toen “Broeder, dit is de dīn en geen eenvoudige zaak. Iemand zou zo uit zijn hoofd kunnen antwoorden, maar het vergt nadenken, onderzoek en studie; dit alles kost tijd. Bovendien zijn we hier gekomen om iets anders te bespreken.”

(Ik liet de vraag voor wat het was, en zei Goed. Is het voor iedere Moslim verplicht om de bewijzen voor de standpunten van de Imams te onderzoeken, en dat standpunt over te nemen dat zich het dichtst bij de Koran en Sunnah bevindt?

Hij zei: “Ja.”

Ik zei: Dat betekent dat iedereen hetzelfde vermogen voor de ijtihād bezit als de Imam van de madhhabs; of zelfs een nog groter vermogen, aangezien iemand die de standpunten van de Imams kan beoordelen en evalueren aan de hand van de Koran en Sunnah, ongetwijfeld meer moet weten dan hen allemaal.

Hij zei: “In werkelijkheid zijn er drie categorieën van mensen: de muqallid, de volger van een gekwalificeerde geleerde, zonder de primaire bewijzen te kennen; de muttabi`, de volger van de primaire bewijzen; en de mujtahid, de geleerde die de regelgeving direct uit de primaire teksten bewijzen kan afleiden (ijtihād). Diegene die de madhhabs met elkaar vergelijkt en datgene kiest wat het dichtste bij de Koran is, is een muttabi`, een volger van primaire bewijzen. Dit is een tussenrang tussen het volgen van geleerden (taqlīd) en het afleiden van regelgeving vanuit de primaire teksten (ijtihād).”

Ik zei: Wat is dan een volger van geleerden (muqallid) verplicht te doen?

Hij zei: “De mujtahid te volgen waar hij het mee eens is.”

Ik zei: Is er een probleem voor die persoon om er slechts één te volgen, hem aan te houden en niet te veranderen?

Hij zei: “Ja dat is er. Het is verboden (harām).”

Ik zei: Wat is het bewijs dat het verboden is?

Hij zei: “Het bewijs is, dat hij zichzelf iets verplicht te doen waar Allah (Hoog en Verheven is Hij!) hem niet toe verplicht heeft.”

Ik zei: Met welke van de 7 gebruikelijke manieren van recitatie (qira’āt) reciteert u de Koran?

Hij zei: “Die van Hafs.”

Ik zei: Reciteert u alleen maar op deze manier, of reciteert u iedere dag op een andere manier?

Hij zei: “Nee, ik reciteer alleen op deze manier.”

Ik zei: Waarom reciteert u het alleen op deze manier als Allah (Hoog en Verheven is Hij!) u niets anders heeft verplicht dan de Koran te reciteren zoals het is overgeleverd, met de zekerheid van tawātur (overgeleverd zijn door een dermate groot aantal getuigen in iedere fase van de overlevering, dat hun alleen al het grote aantal het vervalsen of wijzigen uitsluit) van de Profeet (Allah zegene hem en geve hem vrede)?

Hij zei: “Omdat ik de kans niet heb gekregen om de andere gebruikelijke manieren van recitatie te bestuderen, of om de Koran anders dan op deze manier te reciteren.”

Ik zei: Maar de persoon die de fiqh van de Shāfi`ī school bestudeert, heeft ook de mogelijkheid niet gehad om de andere madhhabs te bestuderen, of om de regelgeving van zijn religie te begrijpen behalve dan door middel van deze Imam. Dus als u zegt dat hij al de ijtihāds van de Imams moet kennen, om zodoende hen allemaal te kunnen overwegen, dan volgt hieruit dat u ook alle manieren van reciteren moet leren, om zodoende op al deze manieren te kunnen reciteren. En als u uzelf hiervan excuseert omdat u er niet toe in staat bent, dan moet u hem ook excuseren. Hoe dan ook, wat ik zeg is: waar heeft u het vandaan dat het verplicht is voor een volger van een geleerde (muqallid) om alsmaar te veranderen van de ene madhhab naar de andere, als Allah (Hoog en Verheven is Hij!) hem dat niet verplicht heeft? Dus, zoals hij niet verplicht is om aan een bepaalde madhhab vast te houden, zo is hij ook niet verplicht deze steeds te veranderen.

Hij zei: “Wat er verboden voor hem is, is dat hij er aan vasthoudt met de overtuiging dat Allah (Hoog en Verheven is Hij!) hem dat verplicht heeft.”

Ik zei: Dat is wat anders, en dat is zonder enige twijfel waar en zonder enig meningsverschil tussen de geleerden. Maar is er een probleem om een bepaalde mujtahid te volgen, gelovend dat Allah (Hoog en Verheven is Hij!) hem dat niet heeft verplicht”?

Hij zei: “Dat is geen probleem.”

Ik zei: Maar de karrās [van al-Khajnādī], waar u uit onderwijst, spreekt u tegen: het zegt dat dit verboden is. Op sommige plaatsen wordt zelfs gesuggereerd dat diegene die één bepaalde Imam aanhoudt en geen andere, een ongelovige (kāfir) is.

20-08-2009, 18:54
Hij zei: “Waar”? (en hij begon toen in de karrās te kijken, de tekst en uitlatingen bekijkend, concentrerend op de woorden van de auteur) “Diegene die één bepaald iemand van hen volgt in alle zaken is een blinde, imiterende, zich vergissende onwetende fanaticus, en ‘Behorend tot degenen die hun godsdienst hebben opgesplitst en tot groepen zijn geworden’” [Koran, Sūrat al-Rūm 30:32] (Hij zei “Met ‘volgt’ bedoeld hij iemand die gelooft dat het wettelijk verplicht is voor hem om dit te doen. De bewoording komt een beetje tekort.”

Ik zei: Welk bewijs is er dat hij dat bedoelde? Waarom geeft u niet gewoon toe dat de auteur zich heeft vergist? (Hij stond erop dat de uitdrukking correct was, en dat deze begrepen moest worden als iets dat een onuitgedrukte voorwaarde bevat [namelijk, “wanneer iemand gelooft dat het verplicht is te doen”] en hij sprak de auteur vrij van enige vergissing erin. Ik zei Maar als het bekeken wordt vanuit dat oogpunt, slaat de uitdrukking op niemand of heeft geen enkele betekenis. Geen enkele Moslim is zich ervan onbewust dat het volgen van die en die bepaalde Imam niet wettelijk verplicht is. Geen enkele Moslim doet dit, anders dan uit zijn eigen vrije wil en keuze.

Hij zei: “Hoe kan dat dan, als ik van vele gewone mensen en sommige geleerden hoor dat het verplicht is om een bepaalde rechtsschool te volgen en dat een persoon niet de ene school voor de andere school mag wisselen?”

Ik zei: Noem één persoon van de mensen of geleerden die dat tegen u gezegd heeft. (Hij zei niets en leek verrast dat hetgeen ik zei waar kon zijn. Hij bleef herhalen dat hij dacht dat veel mensen het verboden achten om van de ene madhhab naar de andere te veranderen. Ik zei U zult vandaag de dag niemand vinden die in dit misverstand gelooft, hoewel het overgeleverd wordt vanuit het laatste deel van de Ottomaanse periode, dat ze het veranderen van de Hanafī rechtsschool naar een andere als een slechte daad beschouwden. En zonder enige twijfel, indien waar, dan was dit totale onzin; een blinde, onaangename fanatisme. (Daarna zei ik Waar heeft u dit onderscheid tussen de muqallid, ‘volger van een geleerde’ en de muttabi`, ‘volger van bewijs’ vandaan? Is er een origineel, lexicaal onderscheid [in het Arabisch] of is het slechts terminologie?

`Hij zei: “Er is een lexicaal verschil.”

(Ik bracht hem woordenboeken waarmee het lexicale verschil tussen de twee woorden duidelijk zou moeten worden. Hij kon niets vinden. Toen zei ik Abū Bakr (Moge Allah tevreden met hem zijn) zei tegen een Arabische bedoeïen, die bezwaar maakte tegen de voor hem door de Moslim opgelegde landverdeling, “Als de emigranten het maar accepteren, jullie zijn slechts volgers”, het woord ‘volgers’ (tabi`īn) gebruikende met de betekenis: zonder twijfel aan het ondergeschikt zijn, vragen of discussie. [Vergelijkbaar hiermee is het woord van Allah (Hoog en Verheven is Hij!) “Wanneer degenen die gevolgd werden (uttubi`&#363 zich los verklaren aan degenen die hen volgen (attaba`ū en zij zagen de bestraffing en (dat) de banden met hen verbroken waren.” (Koran, Sūrat al-Baqara 2:166), die gebruik maakt van ‘volgt’ (ittba`) voor de meest simpele blinde navolging.]

Hij zei: “Laat dit dan een technisch verschil zijn; heb ik het recht niet om een terminologisch gebruik vast te stellen?”

Ik zei: Uiteraard, maar uw terminologie verandert de feiten niet. De persoon die u muttabi` noemt zal een expert zijn in de bewijzen en in het afleiden daaruit, wat hem een mujtahid maakt. Of, als hij geen expert is en niet in staat is af te leiden uit de bewijzen, dan is hij een muqallid. En als hij één hiervan is bij sommige vraagstukken, en de andere bij andere vraagstukken, dan is hij een mujtahid bij die vraagstukken en een muqallid bij de andere. In ieder geval is het een ‘of-of’ onderscheid, en de regelgeving voor ieder van deze is helder en duidelijk.

Hij zei: “Een muttabi` is iemand die onderscheid kan maken tussen de posities van de geleerden en hun bewijzen ervoor, en die kan beoordelen welke sterker is dan de andere. Dit is een rang die verschilt van slechts het overnemen van de conclusies van geleerden.”

Ik zei: Als u hiermee bedoelt, het onderscheid maken tussen standpunten, verschil makend ertussen in overeenstemming met de sterkte of zwakte van de bewijzen ervoor, dan is dit de hoogste rang van ijtihad. Bent u hier persoonlijk toe in staat?

Hij zei: “Ik doe zo goed als ik kan.”

Ik zei: Ik ben me ervan bewust dat u de fatwa uitvaardigt dat een drievoudige scheidingsuitspraak op één enkele gelegenheid, slechts als één keer telt. Heeft u voordat u deze fatwa van u uitvaardigde, de posities van de Imams en hun bewijzen ervoor nagetrokken en beoordeeld volgens hun sterkte, om zo de fatwa aan de hand daarvan uit te kunnen vaardigen? Nu is het zo dat `Uwaymir al-`Ajlānī een drievoudige scheidingsuitspraak in één keer deed in het bijzijn van de Profeet (Allah zegene hem en geve hem vrede), nadat hij haar openlijk had beschuldigd van overspel (li`ān), met de woorden, “als ik aan haar vasthoud O Boodschapper van Allah, dan zou ik tegen haar gelogen hebben: zij is [hierbij] drievoudig gescheiden.” Wat weet u over deze Hadīth, zijn verband met deze vraag, en zijn geschiktheid als bewijs voor de positie van het merendeel van de geleerden [namelijk dat een drievoudige scheidingsuitspraak op één gelegenheid, bindend is], in tegenstelling tot het standpunt van Ibn Taymiya [namelijk dat een drievoudige scheidingsuitspraak op één gelegenheid, slechts als éénmalig geldt]?

Hij zei: “Ik kende deze Hadīth niet.”

Ik zei: Hoe kon u dan een fatwa uitvaardigen over deze kwestie, die indruist tegen datgene waar de vier madhhabs unaniem in overeenstemmen, zonder ook maar hun bewijs of de sterkte ervan te kennen? Daar zit u dan, het principe dat u zegt na te volgen en ons wil doen navolgen naast u neerleggend, het principe van ittiba`, ‘het volgen van het bewijs van de geleerden’, in de betekenis die u terminologisch eraan heeft toegeschreven.

Hij zei: “Toentertijd beschikte ik niet over genoeg boeken om de standpunten van de Imams en hun bewijzen te onderzoeken.”

Ik zei: Wat zette u er dan toe aan om zo gehaast een fatwa uit te vaardigen die ingaat tegen de meerderheid van de Moslims, terwijl u hun bewijzen niet eens heeft gezien?

Hij zei: “Wat had ik anders kunnen doen? Ik had het nagevraagd en ik had maar een klein aantal bronnen tot mijn beschikking.”

Ik zei: U had datgene kunnen doen wat alle geleerden en Imams hebben gedaan, namelijk zeggen: “Ik weet het niet.” Of u had de vrager de standpunten van zowel alle vier de Imams als van diegenen die hen tegenspreken kunnen geven; zonder een fatwa uit te vaardigen voor één ervan. U had dit kunnen doen, beter gezegd dit was verplicht voor u om te doen, helemaal gezien het niet uw persoonlijke probleem was zodat u uzelf zou moeten dwingen om tot de ene of de andere oplossing te komen. Door een fatwa uit te vaardigen die tegen de consensus (ijma`) van de vier Imams ingaat, zonder hun bewijzen te kennen zoals u zelf heeft toegegeven, enkel in navolging van de voldoening in uw hart met de bewijzen van de oppositie, begaat u het uiterste voorbeeld van fanatisme waar u ons juist van beschuldigd.

Hij zei: “Ik heb de meningen van de Imams gelezen in [nā’iil al-awtār, van] Shawkāni, subūl al-salām [van al-Amīr al-San`ānī] en fiqh us-sunnah van Sayyid Sābiq.”

Ik zei: Dat zijn de boeken van de tegenstanders van de vier Imams op dit punt. Zij spreken allen vanuit één kant van het verhaal, en vermelden alleen bewijzen die hun standpunt ten goede komt. Zou u een beschuldigde willen vrijspreken enkel vanwege zijn eigen woorden en dat van zijn getuigen en familieleden?

Hij zei: “Ik zie niets wat mij verweten kan worden. Ik was verplicht de vrager een antwoord te geven, en dit was zoveel als ik kon bereiken mijn begrip.”
Ik zei: U zegt dat u een ‘volger van bewijzen van geleerden’ (muttabi`) bent, en dat wij dat ook zouden moeten zijn. U heeft ‘het volgen van bewijs’ uitgelegd als het onderzoeken van de standpunten van alle madhhabs, het bestuderen van hun bewijzen en datgene ervan over te nemen wat in overeenstemming is met het correcte bewijs. Terwijl met hetgeen u gedaan heeft, u dit hele principe naast u neer heeft gelegd. U weet dat er een unanieme consensus van de vier madhhabs bestaat over het feit dat een drievoudige scheidingsuitspraak in één geval als een drievoudige, volbrachte scheiding geldt. U weet ook dat zij hier bewijzen voor hebben waar u niet specifiek van op de hoogte bent. Desondanks keert u zich van hun consensus af, naar de mening die uw persoonlijke voorkeur verlangt. Was u er op voorhand al zeker van dat het bewijs van de vier Imams het verdiende om verworpen te worden?

20-08-2009, 18:55
Hij zei: “Nee, maar ik was er niet van op de hoogte aangezien ik niet eens referentiewerken van hun had.”

Ik zei: Waarom wachtte u er dan niet mee? Waarom haasten als Allah (Hoog en Verheven is Hij!) u nooit verplicht heeft om zoiets te doen? Was uw onwetendheid van de bewijzen van de meerderheid van de geleerden, een bewijs dat Ibn Taymiyya het bij het rechte eind had? Is dit iets anders dan het fanatisme waar u ons van beschuldigd?

Hij zei: “Ik heb de bewijzen gelezen in de boeken die tot mijn beschikking stonden, en die mij overtuigden. Allah (Hoog en Verheven is Hij!) heeft mij niet genoten om meer dan dat te doen.”

Ik zei: Als een Moslim ergens een bewijs voor ziet in een boek dat hij leest, geeft dat voldoende reden om de madhhabs die zijn standpunt tegenspreken te negeren, ook al kent hij hun bewijzen niet?

Hij zei: “Het is voldoende.”

Ik zei: Een jongeman, net bekeerd en zonder enige Islamitische studie, leest het woord van Allah (Hoog en Verheven is Hij!): “En aan Allah behoren het Oosten en het Westen. Waarheen jullie je ook wenden, daar is het Aangezicht van Allah. Voorwaar, Allah is Alomvattend en Alwetend.” (Koran, Sūrat al-Baqara 2:115) Hij maakt hieruit op dat een Moslim in iedere richting die hij wil mag bidden, aangezien de blijkbare bedoeling van dit vers dit met zich mee lijkt te brengen. Maar hij heeft gehoord dat de vier Imams het er unaniem over eens zijn dat het nodig is om in de richting van de Ka’ba te bidden, en hij weet dat zij hier bewijzen voor hebben waar hij niet van op de hoogte is. Wat moet hij doen wanneer hij wil bidden? Moet hij zijn overtuiging volgen die hij heeft afgeleidt uit het voor hem beschikbare bewijs, of moet hij de Imams volgen die unaniem zijn over het tegenovergestelde van wat hij zelf heeft begrepen?

Hij zei: “Hij zou zijn eigen overtuiging moeten volgen.”

Ik zei: En naar het Oosten bidden bijvoorbeeld? En zijn gebed zou geldig zijn?

Hij zei: “Ja. Hij is verantwoordelijk om zijn persoonlijke overtuiging te volgen.”

Ik zei: Wat als zijn persoonlijke overtuiging hem ertoe leidt om te geloven dat het niet erg is om de liefde te bedrijven met de vrouw van zijn buurman, of zijn buik te vullen met wijn of onrechtmatig andermans in te nemen? Zal dit alles minder erg worden bij de afrekening van Allah (Hoog en Verheven is Hij!) vanwege ‘persoonlijke overtuiging’?

(Voor een ogenblik was hij stil, en zei toen “Hoe dan ook, de voorbeelden waar u over vraagt zijn allemaal fantasieën die niet voorkomen.”

Ik zei: Het zijn geen fantasieën, hoe vaak komen ze wel niet voor, of hoe vaak komen nog vreemdere zaken wel niet voor? Een jongeman zonder enige kennis van de Islam, het Boek en de Sunnah, hoort of leest toevallig dit vers en begrijpt datgene eruit wat iedere Arabier eruit zou begrijpen uit de blijkbare bedoeling ervan, namelijk dat het niet erg is dat iemand maar in iedere richting bidt die hij wilt, ondanks dat hij ziet dat anderen in de richting van de Ka’ba bidden in plaats van in een iedere andere richting. Dit is een allerdaagse kwestie, zowel in theorie als in de praktijk, zolang er Moslims bestaan die niets van de Islam weten. Hoe dan ook, u heeft over deze zaak, denkbeeldig of reëel, een oordeel vervaardigd die niet denkbeeldig is, en heeft beoordeeld dat ‘persoonlijke overtuiging’ het beslissende criterium in alle gevallen is. Dit is in tegenspraak met uw onderverdeling van mensen in drie groepen mensen: volgers van geleerden zonder het bewijs kennend (muqallids), volgers van het bewijs van geleerden (muttabi`s) and mujtahids.

Hij zei: “Zo’n persoon is verplicht te onderzoeken. Heeft hij dan geen enkele Hadīth of andere Koranvers gelezen?”

Ik zei: Hij had geen enkel referentiewerk tot zijn beschikking, net zoals u dat niet had toen u uw fatwa uitvaardigde over de vraag naar de [drievoudige] scheiding. En hij had niet de mogelijkheid iets anders te lezen dan dit vers, in relatie tot het bidden richting de qibla en de verplichting ervan. Houdt u nog steeds vol dat hij zijn persoonlijke overtuiging moet volgen en het consensus van de Imams moet negeren?

Hij zei: “Ja. Als hij niet in staat is om verder te evalueren en te onderzoeken, dan wordt hij geëxcuseerd en is het genoeg voor hem om op zijn eigen conclusies te vertrouwen waartoe zijn onderzoek en evaluatie leidde.”
Ik zei: Ik ben van plan deze opmerkingen van u te publiceren. Ze zijn gevaarlijk en vreemd.

Hij zei: “Publiceer wat u wilt. Ik ben niet bang.”

Ik zei: Hoe zou u bang voor mij kunnen zijn als u niet eens bang bent voor Allah (Hoog en Verheven is Hij!), en nadrukkelijk de volgende woorden van Allah (Hoog en Verheven is Hij!) negeert: “Vraag het aan de bezitters van kennis, indien jullie het niet weten.” (Koran, Sūrat al-Nahl 16:43)

Hij zei: Mijn broeder, die Imams zijn niet goddelijk beschermd van fouten (ma`sūm). Wat betreft het vers dat de persoon volgde [met zijn bidden in een willekeurige richting], dat is het woord van Hij die beschermd is van alle fouten, Hoog en Verheven is Hij! Hoe kan hij [de persoon] het goddelijk beschermde verlaten en zich binden aan diegene die niet goddelijk beschermd is?

Ik zei: Beste man, goddelijk beschermd van fouten is de ware betekenis die Allah (Hoog en Verheven is Hij!) bedoelde met, “Aan Allah behoort het Oost en het Westen”, en niet het begrip van de jongeman die zo onwetend als maar mogelijk is van de Islam, de regelgeving en de aard van de Koran. Hiermee bedoel ik te zeggen dat de vergelijking die ik u vraag te maken, een vergelijking is tussen twee begrippen: het begrip van deze onwetende jeugdige, en het begrip van de mujtahid Imams. Geen van beiden zijn goddelijk beschermd van fouten, maar één ervan is gevestigd in onwetendheid en oppervlakkigheid, en de ander is gevestigd in onderzoek, kennis en nauwkeurigheid.

Hij zei: “Allah (Hoog en Verheven is Hij!) maakt iemand niet verantwoordelijk voor meer dan waar hij toe in staat is.”

Ik zei: Beantwoord mij dan deze vraag. Een man heeft een kind dat lijdt aan bepaalde infecties, en onder behandeling is bij alle dokters in de stad die er over eens zijn dat hij bepaalde medicijnen nodig heeft, en zijn vader waarschuwen om hem geen penicilline-injectie te geven en dat als hij dat wel doet hij het leven van het kind blootstelt aan de ondergang. Nu weet de vader door het lezen van een medisch artikel dat penicilline in het geval van een infectie helpt. Dus hij vertrouwt op zijn eigen kennis over penicilline, negeert het advies van de dokters aangezien hij het bewijs niet kent voor wat zij beweren, volgt zijn persoonlijke overtuiging en dient het kind penicilline toe, waardoor het kind komt te overlijden. Zou een dergelijk persoon vervolgd moeten worden en is hij schuldig aan een onrecht voor hetgeen hij gedaan heeft, of niet?

(Hij dacht voor een ogenblik na, en zei toen “Dit is niet hetzelfde als dat.”

Ik zei: “Het is precies hetzelfde. De vader heeft het unanieme oordeel van de doktoren gehoord, net zoals de jongeman het unanieme oordeel van de Imams heeft gehoord. De één volgt één enkele tekst die hij las in een medisch artikel, en de ander volgt één enkele tekst die hij las in Het Boek van Allah (Hoog en Verheven is Hij!). Dit was volgens persoonlijke overtuiging, en dat ook.

Hij zei: “Broeder, de Koran is Licht. Licht. Zowel in zuiverheid als bewijs. Is licht hetzelfde als andere woorden?”

Ik zei: En wordt het licht van de Koran begrepen door ieder willekeurig persoon die erin kijkt en ervan reciteert, zodat hij het begrijpt als licht, zoals Allah (Hoog en Verheven is Hij!) het bedoelde? Wat is dan het verschil tussen de ‘bezitters van kennis’ en alle anderen, als ze allemaal dit licht kunnen benutten? De twee gegeven voorbeelden zijn daarom vergelijkbaar, er is totaal geen verschil tussen hen. U moet mij antwoorden: volgt de onderzoekende persoon, in beide voorbeelden, zijn eigen persoonlijk overtuiging of volgt hij de specialisten?

Hij zei: “Persoonlijke overtuiging is de basis.”

Ik zei: Hij gebruikte zijn persoonlijke overtuiging en dat resulteerde in de dood van het kind. Draagt dit enige verantwoordelijkheid met zich mee, moreel of wettelijk?

Hij zei: “Het draagt geen enkele verantwoordelijkheid met zich mee.”

Ik zei: Laat wij dan het onderzoek en de discussie hier stoppen met deze laatste opmerking van u, daar het de weg naar een gedeeld uitgangspunt tussen ons om er een discussie op te baseren, afsluit. Het is voldoende met dit bizarre antwoord van u, dat u het consensus van de gehele Islamitische religie heeft verlaten. Bij Allah, er is geen betekenis op de gehele aarde voor afschuwelijk fanatisme, als het niet datgene is wat jullie mensen bezitten.

Ik begrijp dan ook niet waarom deze mensen ons niet onze eigen ‘persoonlijke overtuiging’ laten gebruiken, namelijk dat iemand die onwetend is over de regels van de religie en de bewijzen hiervoor, zich moet vasthouden aan één van de mujtahid Imams en hem moet navolgen, omdat de laatstgenoemde zich meer bewust is van het Boek van Allah (Hoog en Verheven is Hij!) en de Sunnah van Zijn Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) dan hijzelf. Wat de fout dan ook moge zijn in deze mening volgens hen, laat het dan het algemene excuus van ‘persoonlijke overtuiging’ gegeven worden, zoals in het voorbeeld van diegene die zijn rug keert naar de qibla en zijn gebed dan geldig blijft, of diegene die een kind doodt en het doden is dan ‘ijtihād’ en ‘medische behandeling’.

Pagina's : [1] 2 3 4