"...Op deze dag zijn alle goede (zaken) voor jullie toegestaan gemaakt, en het voedsel (geslachte dieren) van de Lieden van de Schrift is jullie toegestaan en jullie voedsel is hun toegestaan. (Toegestaan om mee te trouwen zijn: ) de eersbare vrouwen onder de gelovige vrouwen en de eerbare vrouwen onder de gelovige vrouwen en de eerbare vrouwen onder degenen die de Schrift vóór jullie gegeven is; indien jullie hun hun bruidschatten geven, in eerbaarheid handelend en niet in ontucht en neemt geen minaressen.."
(Al Maa'idah)
Imam al-Tabari said in his commentary on this verse:
“chaste women from the believers and chaste women from those who were given the Scripture” means, free woman among those whom have been given the Scripture, namely the Jews and Christians who believe in what is in the Tawraat (Torah) and Injeel (Gospel) from among the people who came before you, O believers in Muhammad, whether from among the Arabs or other people; you are permitted to marry them “when you have given their due Mahr (bridal-money given by the husband to his wife at the time of marriage)” which means, if you give to those whom you marry of your (Muslims&rsquo
chaste women and their (Jews’ and Christians&rsquo
chaste women their mahrs or dowries.”
(Tafseer al-Qurtubi, 6/104)
Maar voor de vrouwen is het niet toegestaan om Niet-Moslims te huwen..
Het bewijs hiervoor:
"..En huwelijkt (de gelovige vrouwen) niet uit aan de veelgoden-aanbidders, tot dat zij geloven. En een gelovige slaaf is zeker veel beter dan een veelgoden-aanbidder, ook al bevalt hij jullie.."
(al Baqarah 221)