Madini
10-07-2009, 04:18
Je kunt ook te veel naar het volk luisteren
Door: Dirk Jacob Nieuwboer
Gepubliceerd: gisteren 23:07
Update: gisteren 23:03
Het is mooi geweest. De (linkse) elite is de Wilders-stemmer zat en komt in verzet. ‘Je moet tegen de burger durven zeggen: u zeikt!’
Ze waren de laatste jaren zo’n beetje heilig, de kiezers van Fortuyn, Verdonk en Wilders. Die moest je serieus nemen. Je moest begrip hebben voor hun angsten. Erkennen dat ze een punt hebben. En vooral: luisteren, heel veel luisteren. Dat is over.
‘Wie nu nog achter Wilders aanloopt is net zo verantwoordelijk als de mensen die in de jaren dertig achter Hitler aanliepen’, waarschuwt cultuurhistoricus en publicist Thomas von der Dunk.
Hij is lang niet de enige die het heeft gehad met de Nederlanders die achter populisten aanlopen. Columnisten en publicisten, vaak uit de linkerhoek, schrijven het tegenwoordig gewoon op. Misleide, bekrompen, bange zielen zijn het. Xenofoben. Met abjecte opvattingen.
Ze krijgen een steuntje in de rug van de minister van Binnenlandse Zaken. In het linkse weekblad Vrij Nederland pleitte Guusje Ter Horst voor een ‘opstand van de elite’.
‘Waar ik op dit moment naar snak is dat de intellectuele elite van Nederland in opstand komt. Dat er een tegenbeweging op gang komt van mensen die zeggen: we hebben genoeg van de vergroving, de samenleving die extreem-rechts propageert is niet het Nederland waarin wij willen leven. Hun stem hoor ik te weinig.’
Ter Horst vraagt zich in het interview openlijk af wat voor problemen Nederland nu eigenlijk heeft. ‘Materieel gezien hebben we het nog nooit zo goed gehad.’ En toch al die onvrede. Onderbuikgevoelens. Meer kan de minister er niet van maken. En ze vindt het tijd voor actie. Tegen het ‘gebrek aan respect, het onderlinge wantrouwen en de opvattingen van slecht geïnformeerde mensen’.
Slecht geïnformeerde mensen. Daar hoef je niet naar te luisteren. Die hebben geen punt. Die hebben het bij het verkeerde eind. En dat moet maar eens gezegd worden. Het interview met Ter Horst is niet minder dan een breuk. Voor Fortuyn werden burgers met zorgen over de multiculturele samenleving genegeerd. Daarna trok vooral de PvdA de wijken in om, al dan niet met een half oor, te luisteren. Ter Horst is nu de eerste politicus die laat weten dat ze er klaar mee is. Ze is uitgeluisterd. Die lastige burgers moeten de autoriteiten eens vertrouwen.
Op de Vrij Nederland-redactie gingen de duimen omhoog bij het lezen van het interview met Ter Horst, schreef hoofdredacteur Frits van Exter. Het was al het tweede commentaar waarin hij zichzelf en zijn redactie als grachtengordelelite positioneerde. Hij heeft het ook wel een beetje gehad met die al te begripvolle politici. Neem zo’n minister Plasterk die na de verkiezingsnederlaag wilde gaan praten met PVV-stemmers in Volendam. Een paar jaar geleden zou hij er applaus voor krijgen. Nu moest Van Exter diep zuchten.
‘Ik vind het wel een zekere frisheid hebben dat Ter Horst dan zegt: ‘Het is wel goed met jullie. Met al diegenen die in een soort deemoedigheid de schuld bij zichzelf blijven zoeken. Die steeds maar weer vragen wat die verloren achterbannen willen. Ja, ja, je kunt vast niet lang genoeg luisteren, maar je moet ook aangeven wat je niet kunt doen. Je kunt natuurlijk niet zeggen dat het ongenoegen fout is, maar je mag kiezers wel verwijten dat ze een stem uitbrengen en dat niet even een stap verder wordt gedacht. Dat ze zich niet afvragen: is dit het land waarin ik wil wonen?’
Basta! Genoeg is genoeg! Je kunt ook te veel luisteren.
‘Je mocht het niet zeggen, want dan was je van de politiek correcte linkse kerk’, legt Wilders-criticus Thomas von der Dunk uit. ‘Nu komt langzamerhand het moment dat het legitiem is om te waarschuwen. Noodzakelijk zelfs.’
Grens bereikt
Voor de historicus werd de grens bereikt toen Wilders op de Deense televisie zei dat hij ‘miljoenen, tientallen miljoenen’ moslims Europa wil uitzetten. ‘Dat komt in feite neer op een oproep tot deportatie. Kiezers hebben ook een morele verantwoordelijkheid. Ze zijn geen onschuldige lammeren. Ze hebben geen vrijbrief om maar wat te doen. Je moet tegen ze zeggen: u loopt nu achter iemand aan die verderfelijke denkbeelden heeft, niet elke keuze is legitiem. Zoiets gaat altijd heel geleidelijk. Ik kan u verzekeren dat de heer Mussert (leider van de NSB) ook begon als een keurige meneer.’
De vergelijking met de NSB wordt ook gemaakt door socioloog Anton Zijderveld. In april zegde hij zijn lidmaatschap van het CDA op omdat de partij regeren met de PVV niet uitsluit. Fout, vindt Zijderveld, want de PVV is ondemocratische beweging waarin één ‘Führer’ de dienst uitmaakt. ‘Dat werd ook gezien als de oplossing toen Hitler aan de macht kwam. Ik vind dat heel gevaarlijk.’
Toch maakt hij zich niet eens zoveel zorgen over Wilders zelf. ‘Het echt griezelige is dat de onvrede zich uitbreidt over de samenleving. Mensen als Verdonk en Wilders scherpen allerlei onvrede en haatgevoelens aan. Het populisme verspreidt zich als een olievlek.’
En niet alleen onder lageropgeleiden. Ook in gegoede kringen zindert volgens hem inmiddels de onvrede. ‘Ik ken gerenommeerde hoogleraren die met een paar glazen wijn op doorslaan in vreemdelingenhaat en islamofobie. Het zijn meestal oudere, wat zure mannen die ontevreden zijn over hun verlies aan status op de universiteit.’
Om het tij te keren vestigt Zijderveld zijn hoop op ‘weldenkende mensen’. In zijn essay Populisme als politiek drijfzand pleit hij voor een ‘geestelijke aristocratie’ die in verschillende segmenten van de maatschappij de leiding moet nemen. Geen ouderwetse adel zoals vroeger, maar mensen die door hun prestaties belangrijke maatschappelijke functies hebben verworven.
‘We moeten wel veel meer doen aan scholing, educatie en opvoeding. We leven in een vertegenwoordigende democratie, maar dat besef is helemaal weggezakt. Wat is het verschil tussen Noord-Korea en Nederland? Hoe zit dat met de grondwet? Scholen moet daar aandacht aan besteden. Ouders moeten daar met hun kinderen over praten.’
Direct mee aan de slag, vindt Von der Dunk. ‘Een deel van de mensen moet gewoon opgevoed worden. Daar moet je niet vies van zijn. Je moet mensen ook tot kiezers opvoeden.’
Burgers moeten volgens hem beseffen dat de essentie van politiek kiezen is. Wilders trekt kiezers met een leugen. Hij belooft totale veiligheid én totale vrijheid. Maar zo’n win-winsituatie is een illusie. De realiteit is dat politici moeten kiezen uit de minste kwaden.
Beroepskankeraars
‘Niet alle kiezers zijn een probleem, maar er zitten beroepskankeraars tussen. In Volendam heb je zo’n categorie mensen. Van die mensen die lak hebben aan alle regels. En ondertussen maar klagen. En waarom zouden mensen op het Brabantse platteland op Wilders stemmen? Mij is niet duidelijk wat die te mekkeren hebben over de multiculturele samenleving.’
Het is mooi geweest. De ‘weldenkende mensen’ zijn het zat. Door Wilders worden ze om de haverklap te kakken gezet als een slap zooitje dat met designerbril door het leven gaat en in de grachtengordel haar kosmopolitische natte dromen droomt. De elite bestond nooit in Nederland, was een vies woord. Maar hoe harder Wilders er op inhakt, hoe harder de roep om elitair verzet klinkt. ‘Het is een soort tweede front naast de islam’, lacht Van Exter over Wilders’ aanvallen op de elite. ‘En ik hoop dat het wel wat losmaakt. Het is een uitdaging.’
Volgens Von der Dunk willen de elites wel. ‘Ze kunnen nu natuurlijk niet op hun luie gat blijven zitten. Ze moeten wel reageren, ze weten alleen niet hoe.’ Als hij dan toch een suggestie mag doen. ‘Je hebt mensen nodig die tegen de burgers durven te zeggen: ‘U zeikt! U bent het probleem. En nu is het uit met uw gezeur.’
http://www.depers.nl/binnenland/321262/Je-kunt-ook-te-veel-naar-het-volk-luisteren.html
Door: Dirk Jacob Nieuwboer
Gepubliceerd: gisteren 23:07
Update: gisteren 23:03
Het is mooi geweest. De (linkse) elite is de Wilders-stemmer zat en komt in verzet. ‘Je moet tegen de burger durven zeggen: u zeikt!’
Ze waren de laatste jaren zo’n beetje heilig, de kiezers van Fortuyn, Verdonk en Wilders. Die moest je serieus nemen. Je moest begrip hebben voor hun angsten. Erkennen dat ze een punt hebben. En vooral: luisteren, heel veel luisteren. Dat is over.
‘Wie nu nog achter Wilders aanloopt is net zo verantwoordelijk als de mensen die in de jaren dertig achter Hitler aanliepen’, waarschuwt cultuurhistoricus en publicist Thomas von der Dunk.
Hij is lang niet de enige die het heeft gehad met de Nederlanders die achter populisten aanlopen. Columnisten en publicisten, vaak uit de linkerhoek, schrijven het tegenwoordig gewoon op. Misleide, bekrompen, bange zielen zijn het. Xenofoben. Met abjecte opvattingen.
Ze krijgen een steuntje in de rug van de minister van Binnenlandse Zaken. In het linkse weekblad Vrij Nederland pleitte Guusje Ter Horst voor een ‘opstand van de elite’.
‘Waar ik op dit moment naar snak is dat de intellectuele elite van Nederland in opstand komt. Dat er een tegenbeweging op gang komt van mensen die zeggen: we hebben genoeg van de vergroving, de samenleving die extreem-rechts propageert is niet het Nederland waarin wij willen leven. Hun stem hoor ik te weinig.’
Ter Horst vraagt zich in het interview openlijk af wat voor problemen Nederland nu eigenlijk heeft. ‘Materieel gezien hebben we het nog nooit zo goed gehad.’ En toch al die onvrede. Onderbuikgevoelens. Meer kan de minister er niet van maken. En ze vindt het tijd voor actie. Tegen het ‘gebrek aan respect, het onderlinge wantrouwen en de opvattingen van slecht geïnformeerde mensen’.
Slecht geïnformeerde mensen. Daar hoef je niet naar te luisteren. Die hebben geen punt. Die hebben het bij het verkeerde eind. En dat moet maar eens gezegd worden. Het interview met Ter Horst is niet minder dan een breuk. Voor Fortuyn werden burgers met zorgen over de multiculturele samenleving genegeerd. Daarna trok vooral de PvdA de wijken in om, al dan niet met een half oor, te luisteren. Ter Horst is nu de eerste politicus die laat weten dat ze er klaar mee is. Ze is uitgeluisterd. Die lastige burgers moeten de autoriteiten eens vertrouwen.
Op de Vrij Nederland-redactie gingen de duimen omhoog bij het lezen van het interview met Ter Horst, schreef hoofdredacteur Frits van Exter. Het was al het tweede commentaar waarin hij zichzelf en zijn redactie als grachtengordelelite positioneerde. Hij heeft het ook wel een beetje gehad met die al te begripvolle politici. Neem zo’n minister Plasterk die na de verkiezingsnederlaag wilde gaan praten met PVV-stemmers in Volendam. Een paar jaar geleden zou hij er applaus voor krijgen. Nu moest Van Exter diep zuchten.
‘Ik vind het wel een zekere frisheid hebben dat Ter Horst dan zegt: ‘Het is wel goed met jullie. Met al diegenen die in een soort deemoedigheid de schuld bij zichzelf blijven zoeken. Die steeds maar weer vragen wat die verloren achterbannen willen. Ja, ja, je kunt vast niet lang genoeg luisteren, maar je moet ook aangeven wat je niet kunt doen. Je kunt natuurlijk niet zeggen dat het ongenoegen fout is, maar je mag kiezers wel verwijten dat ze een stem uitbrengen en dat niet even een stap verder wordt gedacht. Dat ze zich niet afvragen: is dit het land waarin ik wil wonen?’
Basta! Genoeg is genoeg! Je kunt ook te veel luisteren.
‘Je mocht het niet zeggen, want dan was je van de politiek correcte linkse kerk’, legt Wilders-criticus Thomas von der Dunk uit. ‘Nu komt langzamerhand het moment dat het legitiem is om te waarschuwen. Noodzakelijk zelfs.’
Grens bereikt
Voor de historicus werd de grens bereikt toen Wilders op de Deense televisie zei dat hij ‘miljoenen, tientallen miljoenen’ moslims Europa wil uitzetten. ‘Dat komt in feite neer op een oproep tot deportatie. Kiezers hebben ook een morele verantwoordelijkheid. Ze zijn geen onschuldige lammeren. Ze hebben geen vrijbrief om maar wat te doen. Je moet tegen ze zeggen: u loopt nu achter iemand aan die verderfelijke denkbeelden heeft, niet elke keuze is legitiem. Zoiets gaat altijd heel geleidelijk. Ik kan u verzekeren dat de heer Mussert (leider van de NSB) ook begon als een keurige meneer.’
De vergelijking met de NSB wordt ook gemaakt door socioloog Anton Zijderveld. In april zegde hij zijn lidmaatschap van het CDA op omdat de partij regeren met de PVV niet uitsluit. Fout, vindt Zijderveld, want de PVV is ondemocratische beweging waarin één ‘Führer’ de dienst uitmaakt. ‘Dat werd ook gezien als de oplossing toen Hitler aan de macht kwam. Ik vind dat heel gevaarlijk.’
Toch maakt hij zich niet eens zoveel zorgen over Wilders zelf. ‘Het echt griezelige is dat de onvrede zich uitbreidt over de samenleving. Mensen als Verdonk en Wilders scherpen allerlei onvrede en haatgevoelens aan. Het populisme verspreidt zich als een olievlek.’
En niet alleen onder lageropgeleiden. Ook in gegoede kringen zindert volgens hem inmiddels de onvrede. ‘Ik ken gerenommeerde hoogleraren die met een paar glazen wijn op doorslaan in vreemdelingenhaat en islamofobie. Het zijn meestal oudere, wat zure mannen die ontevreden zijn over hun verlies aan status op de universiteit.’
Om het tij te keren vestigt Zijderveld zijn hoop op ‘weldenkende mensen’. In zijn essay Populisme als politiek drijfzand pleit hij voor een ‘geestelijke aristocratie’ die in verschillende segmenten van de maatschappij de leiding moet nemen. Geen ouderwetse adel zoals vroeger, maar mensen die door hun prestaties belangrijke maatschappelijke functies hebben verworven.
‘We moeten wel veel meer doen aan scholing, educatie en opvoeding. We leven in een vertegenwoordigende democratie, maar dat besef is helemaal weggezakt. Wat is het verschil tussen Noord-Korea en Nederland? Hoe zit dat met de grondwet? Scholen moet daar aandacht aan besteden. Ouders moeten daar met hun kinderen over praten.’
Direct mee aan de slag, vindt Von der Dunk. ‘Een deel van de mensen moet gewoon opgevoed worden. Daar moet je niet vies van zijn. Je moet mensen ook tot kiezers opvoeden.’
Burgers moeten volgens hem beseffen dat de essentie van politiek kiezen is. Wilders trekt kiezers met een leugen. Hij belooft totale veiligheid én totale vrijheid. Maar zo’n win-winsituatie is een illusie. De realiteit is dat politici moeten kiezen uit de minste kwaden.
Beroepskankeraars
‘Niet alle kiezers zijn een probleem, maar er zitten beroepskankeraars tussen. In Volendam heb je zo’n categorie mensen. Van die mensen die lak hebben aan alle regels. En ondertussen maar klagen. En waarom zouden mensen op het Brabantse platteland op Wilders stemmen? Mij is niet duidelijk wat die te mekkeren hebben over de multiculturele samenleving.’
Het is mooi geweest. De ‘weldenkende mensen’ zijn het zat. Door Wilders worden ze om de haverklap te kakken gezet als een slap zooitje dat met designerbril door het leven gaat en in de grachtengordel haar kosmopolitische natte dromen droomt. De elite bestond nooit in Nederland, was een vies woord. Maar hoe harder Wilders er op inhakt, hoe harder de roep om elitair verzet klinkt. ‘Het is een soort tweede front naast de islam’, lacht Van Exter over Wilders’ aanvallen op de elite. ‘En ik hoop dat het wel wat losmaakt. Het is een uitdaging.’
Volgens Von der Dunk willen de elites wel. ‘Ze kunnen nu natuurlijk niet op hun luie gat blijven zitten. Ze moeten wel reageren, ze weten alleen niet hoe.’ Als hij dan toch een suggestie mag doen. ‘Je hebt mensen nodig die tegen de burgers durven te zeggen: ‘U zeikt! U bent het probleem. En nu is het uit met uw gezeur.’
http://www.depers.nl/binnenland/321262/Je-kunt-ook-te-veel-naar-het-volk-luisteren.html