Bekijk volle/desktop versie : vrouwen in de Koran, graag wat verheldering



01-07-2009, 00:16
Even een oproep aan moslimmeisjes en jongens, over wat ik mij oprecht afvraag, en het zou me veel plezier doen hier eens reacties op te horen:

Wanneer ik de passages in de Koran lees met betrekking tot de (onderdrukking van) de vrouwenrechten, kan ik niet anders verontwaardigd zijn (zie hieronder). Bij de vraag naar het waarom van die hoofddoek blijft het dikwijls bij vage antwoorden als ‘het bepaalt mijn identiteit’, en ‘een hoofddoek hoort bij mij, zonder voel ik me naakt’. Jullie dragen je hoofddoek als religieus symbool (indien niet, dan is het gewoon een lapje stof en lijkt het niet de moeite daar veel ophef rond te maken) en hoe je het ook draait of keert, als teken van een godsdienst waarvan ook deze onderstaande gedachten deel uitmaken. Ik zeg niet dat in bv het Oude Testament geen gewelddadige, onrechtvaardige fragmenten te lezen zijn, integendeel. De ‘gemiddelde’ moderne Christen geeft echter wel een heel andere plaats aan de Bijbel dan de ‘gemiddelde’ hedendaagse Moslim aan de Koran, en een vrije interpretatie, het afstand nemen van bepaalde teksten (omdat ze absoluut niet meer passen in onze moderne, verlichte maatschappij) en eruit halen van inspiratie tot het ‘goede’, zijn algemeen aan de orde.
Natuurlijk zou dit voor de Islam ook perfect kunnen, en meer dan wenselijk zijn (goede gewoonten, gebruiken bewaren (respect voor ouderen, voor elkaar&hellip en achterhaalde ideeën verlaten). Ik zou jullie, de geëmancipeerde moslimvrouwen, graag eens met luide stem (minstens even luid als jullie roep om het recht op het dragen van een hoofddoek, daar dit voor jullie geen symbool is van onderdrukking) horen verkondigen dat jullie onderstaande passages zonder meer verwerpen, want dat is iets dat ik, ongelofelijk, nog nooit van moslimmeisjes/vrouwen heb gehoord (enkel van diegenen die afstand nemen van de Islam). Anders kan ik jullie emancipatie niet anders dan ongeloofwaardig vinden. Want, met de beste wil van de wereld, in deze Soera’s kan ik geen heil zien.

-Het basisprincipe wordt uitgedrukt in Soera 4, vers 34: "De mannen zijn zaakwaarnemers voor de vrouwen, omdat God de een boven de ander heeft bevoorrecht..." .

-Op het sexuele vlak wordt dit als volgt geconcretiseerd: een vrouw kan alleen sexuele betrekkingen hebben met haar echtgenoot (wanneer hij dat wenst); de man mag betrekkingen hebben met een onbeperkt aantal vrouwen: vier echtgenoten en zoveel slavinnen als hij zich kan veroorloven: S 23, v 1-6; "Het zal de gelovigen wel gaan... die hun schaamstreek kuis bewaren, behalve bij hun echtgenotes of de slavinnen waarover zij beschikken..." (vergelijk ook: S 4, v 3.)

-De man kan zijn echtgenote verstoten, het omgekeerde is uiteraard niet mogelijk. S 65, v 1: "O profeet! Wanneer jullie je van je vrouwen scheiden, doe dat dan met inachtneming van haar wachttijd..."

-Deze voorrang op het sexuele vlak komt op markante wijze tot uiting in de behandeling van mannen en vrouwen in het paradijs. Er staan in de Koran een honderdtal vermeldingen van de beloning in het paradijs. De meeste gaan over de gelovigen of de goede mensen in het algemeen; een tiental vermelden dat zowel vrouwen als mannen in de tuin binnengaan. Maar de negen echte beschrijvingen van het paradijs hebben alle betrekking op de beloning van mannen: zij krijgen de beschikking over de hoeri's, maagden met de grote ogen en de blijvende jeugd (volgens de latere traditie: zeventig in aantal). Welke plaats hun eigen echtgenotes daartussen hebben, en of die ook een sexuele beloning krijgen, wordt niet verduidelijkt. Wat er ook van zij, vrouwen in het paradijs zijn voor de mannen alleen passief lustobject.

-Vrouwen zijn op emotioneel en intellectueel vlak minderwaardig aan mannen, daarom zijn ze bv. minder betrouwbaar als getuigen: S 2, v 282 "En roep twee getuigen op uit het midden van jullie mannen. En als er geen twee mannen zijn, dan een man en twee vrouwen... zodat, als één van haar beiden zich vergist, de andere haar eraan kan herinneren."
-Ook op het vlak van de erfenissen wordt de vrouw achteruit gesteld: S 4, v 176: "... als er verscheidene broers en zusters zijn, dan komt de man het aandeel van twee vrouwen toe."

-Het overwicht van de man komt op de meest markante wijze tot uiting in het feit dat de echtgenote hem onderdanig moet zijn en dat hij wordt aangespoord haar te slaan in geval van ongehoorzaamheid: S 4, v 34: "De deugdzame vrouwen zijn dus onderdanig...Maar zij van wie jullie de ongezeglijkheid vrezen, vermaant haar, laat haar alleen in haar rustplaatsen en slaat haar".


PS: is een hoofddoek verplicht volgens de Koran? Er staat dat een vrouw haar 'juwelen' moet bedekken, en dat wat 'gewoon zichtbaar is' met een 'bedekking' (het woord hoofddoek staat er niet letterlijk in), volgens een aantal Korangeleerden is de hoofddoek niet perse een voorschrift van de Islam