Bekijk volle/desktop versie : - Morocco Feelings.



26-06-2009, 11:34

Haai allemaal,

Ik dacht het is bijna zomervakantie en de meeste van jullie gaan naar marokko, dus zal ik de sfeer alvast opbrengen door korte verhaaltjes die jullie misschien bekend voorkomen, met mijzelf als hoofdpersoon.
Ik hoop dat jullie het wat vinden en plaats je mening vooral.
Ik kan tegen kritiek, maar opbouwende kritiek is welkom!

Liefs, Fadoua


26-06-2009, 11:35


Nummer vragen.

''Zijn voorhoofd glimde van het zweet, zijn witte hemd, dat inmiddels zweetplekken begon te vertonen, hing slordig over zijn lichaam. Hij veegde met de rug van zijn hand de druppeltjes snot die dreigde te landen op zijn bovenlip. Zijn borstelige wenkbrauwen gingen omhoog, waardoor zijn ogen tot uitspraak kwamen.
Ik keek hem van top tot teen aan, zijn versleten Nike slippers vielen op, ze waren rood. Normaal waren het donkere slippers die de jongens aan hadden. Op zijn harembroek zaten tajine vlekken. Ha! Waren het niet de meisjes die in de keuken moesten staan?
Hij hijgde alsof hij de marathon had gelopen.
Hoofdschudden keek ik hem aan. Zijn wilde bos krullen op zijn zweetkop sprongen op en neer wanneer hij even beweegde. Soms streek één van zijn krullen de opgeschoren plek rondom de bos krullen.
'Mag ik je nummer?' vroeg hij me met zijn borstelige wenkbrauwen omhoog.
Haha! Welcome back to Morocco.
Je weet, Marokkanen veranderen nooit


26-06-2009, 11:39
Verderrrrrr. (L)

26-06-2009, 11:54

Raibi Jamila
Sloffend op mijn slippers liep ik de keuken in, pakte het mandje waar het geld voor de boodschappen was, naast Rass el hanout en graaide tussen de verfrommelde briefjes van 20 Dirham, naar 2 dirham. Sloffend liep ik de marmeren trap af. Mijn slippers hoorde je kletteren op de trappen. Hel leek net een bekend muziekje dat ik aan het spelen was met mijn slippers. Bij de voordeur streek ik mijn pyjama recht en verfrommelde me haar slordig in een knotje.
‘Ana mchit.’ Schreeuwde ik naar boven en trok de voor deur open. Net toen ik een stap op de stoep zette kwam er een magere hond aanrennen gevolgd door een groepje kinderen. De hond stond stil wanneer hij mij in de gaten had. Ik deed een stap naar achteren, want ik was bang voor honden. Zijn botten waren goed zichtbaar door zijn dunne beschadigde vel. Hij had allemaal schrammen op zijn hondenlichaam. De kinderen die achter hem aanholde keken mij verbaasd aan, alsof ik met de hond kon praten. Een van de kinderen had een grote steen in zijn handen, de ander weer een stok. Ze wilde hem afmaken meskien. Er zat één meisje bij dat haar haar zo kort had geknipt dat ze niet opviel tussen de jongens. De hond rende verder met de kinderen achter zich aan. ‘Drab lemo.’ Schreeuwde het jongetje met een stok naar het jongetje met de steen. Ik keek ze lachend aan. Ze verdwenen om de hoek en ik vervolgde mijn weg. Ik liep mijn straat uit en liep de hoek in waar de kinderen met de magere hond verdwenen waren. Nog twee straten verder en ik was bij het winkeltje. Bij de eerste straat passeerde ik een huis waar een franse jeep voor stond. ‘Khadija, ou est mon sac! Merde!’ schreeuwde een kale jongen naar de voordeur. Hij stond met zijn rug naar mij toe. Toen hij mijn slippers hoorde flifloppen draaide hij zich om en gunde mij een glimlach. ‘Je ne sais pas! Je ne sais pas, c’est le troisieme fois tu me demande ca, laisse moi tranquil. Putain!’ zei een schele stem vanuit het huis. Jezus, die zijn lief tegen elkaar. Geen enkele seconde later werd er vanuit het huis een tas naar buiten gegooigd. De kale jongen die in zijn achterbak zat te graaien schrok ervan en stootte zijn hoofd tegen de deur van de achterbak. Oeps pijnlijk. Ik liep snel door en kwam in de straat terecht waar het winkeltje was. Ik passeerde een oude man, hij had een grijswitte baard en had zwarte oogjes die glinsterden in de zonlicht. Hij mompelde wat en tikte met zijn stok twee keer op de grond. Zand dat door zijn getik van zijn stok werd opgewekt kwam op zijn djellaba terecht. Zijn belga was geel maar door de zand was de kleur niet eens meer te zijn. Terwijl hij nog verder mompelde en met zijn stok tikte keek ik hem na. Zijn djellaba was aan de uiteinde helemaal versleten en half gescheurd. Ik liep door naar het winkeltje en was na twee kleuters die de helft van hun boodschappen niet meer wisten eindelijk aan de beurt.
Ik vroeg aan de jongen achter de half afgemaakte Marokkaanse toonbank, of ik een Raibi mocht hebben. hij krabbelde even op zijn vastgeplakte wenkbrauwen en zette een grijns op zijn gezicht. Hij knikte even en opende de koelkast en haalde mijn vertrouwde Raibi Jamila te voorschijn. Hij veegde het droog met zijn voetbal shirt van Hadji. Met zijn spitse neus snoof hij zijn zuurstof en legde mijn Raibi op zijn toonbank. Ik gaf hem de 2 dirham die ik de hele weg in mijn handen had en hij knikte beleefd en ontbloot zijn gele tanden voor me. Dat was ehm heel charmant van hem. Muziek makend met mijn slippers liep ik weer de zelfde weg terug naar huis. ik opende mijn Raibi Jamila, en werd algauw lastig gevallen door de zelfde kinderen van de magere hond. Het leken net djins die opeens opdoken uit het niets. ‘Dowkini swia, 3afek gti.’ Zeiden de kinderen in koor, alsof ze thuis samen hadden geoefend hoe en wat ze zouden zeggen als ze mij zouden tegen komen met Raibi in mijn handen. Shit misschien zijn het wel djins. Het meisje klampte zich aan mijn pyjama vast en een van de jongetje trok wild aan mijn arm. ‘beswia!’ zei ik met een slappe lach. Ik moest lachen om de feit dat ik omsingeld werd door 3 straatkinderen, misschien waren het wel djins, die mijn Raibi wilde hebben. ik besefte dat ik niet van ze af kon komen, alleen wanneer ik hen mijn Raibi Jamila zou geven. Mijn lievelings melkdrankje in de ochtend. Ik deed het laatste. Ik gaf het meisje mijn Raibi en vertelde dat ze samen moesten delen. Ze lieten me alle twee los en keken me met lieve oogjes aan. ik liet ze achter in de straat en keek nog even naar ze en zag ze de Raibi Jamila doorpassen, MIJN Raibi Jamila. Ik had een goede daad gedaan vandaag, ik heb drie kindertjes blij gemaakt. Maar daar gaat mijn Raibi Jamila!


26-06-2009, 12:25


Hammam.

Koud water stroomt uit de kraan in mijn emmer. Wanneer de emmer half vol is laat ik warm water in de emmer stromen. Ik pak een plastic bakje en vul het met water uit mijn emmer en gooi het over mijn voeten heen die nog slippers dragen. Hier loop ik liever niet met blote voeten, vind ik smerig. Langs een emmer drijft een haarbal de richting op van mijn moeder. Snel duw ik het weg met water richting de afvoer. Allemaal blote vrouwen zitten om mij heen, hier en daar spelen de kinderen met water. Ik liet water over mijn gezicht stromen en hoorde mijn buurvrouw naast mij met haar vriendin praten. Ik heb dingen gehoord! Hammam is een roddelplek geworden, want elke keer als ik hier kom worden allemaal onbekende namen weerkaatst in de Hammam, met waarnemingen en feiten volgens de vertellers er achteraan. Luid gekrijs galmt er door de Hammam. Een kind word ruw door zijn moeder gescrubt met de Marokkaanse scrubhandschoen. Vlak daarna volgen er rake klappen. Waardoor het geschreeuw erger word en het nog erger gaat galmen in de Hammam. Ik smeer mezelf in met douche crème van palmolive waar olijfolie in zit. Mijn lievelings douche crème, misschien omdat er olijfolie in zit, misschien heeft dat weer te maken omdat ik in zitoun woon( een wijk in Meknes) en van die plek hou of misschien omdat het gewoon lekker ruikt. Nee, allemaal. Het heeft met al de drie factoren te maken. Ik speel even met de schuim op mijn buik. Eindelijk is het me geluk. Het is me gelukt om een hartje van douche crème van palmolive met olijfolie op mijn buik te maken. De tayaba(scrubvrouw) kwam half aangekleed binnen en zocht mijn moeder op en toen begon ze. Ze srubde mijn moeder overal en zo hard ze kon. Ik had medelijden met mijn moeder omdat ze languit op de harde vloer moest gaan liggen en niet op zo’n schone ook, ookal zat ze op zo’n badkleedje, het was niet lang genoeg. De tayaba was de grootste roddeltante van de Hammam. Ze vroeg mijn moeder hoe het ging met haar kinderen en of ze ookal allemaal in Marokko waren. En dan begon ze. Ze vertelde mijn moeder een roddel na de ene roddel. Mijn moeder kende de mensen waar ze over vertelde, maar ze luisterde alleen. Het enige wat ze zei was, Meskiena of mektab. Nadat ze de spaghetti van mijn moeders lijf had weggespoeld en het zich verspreidde over de vloer, vroeg ze me of ze mijn rug moest doen. ik protesteerde door te zeggen dat ie al gedaan was. Gelukkig draafde ze niet door. Nadat ik klaar was liet ik mijn moeder achter want ik kreeg het benauwd en ik had frisse lucht nodig. Met een handdoek om me heen liep ik de openbare kleedkamer in. Ik nam plaats op de dunne matrasjes. Ik rustte even uit voordat ik de tas pakte boven mij in de locker zonder slot. Er zat een vrouw achter de balie melk aan het drinken. Ze lachtte luidruchtig met een klant die net binnen kwam. De klant kleedde zich uit en had geen schaamte, alles was hier heel normaal. Wave your nipples in the air and act just like you don’t care. Dat was haar motto, van veel vrouwen overigens. In de hoek van de kleedkamer zat er nog een tayaba. Ze lag te slapen en zag er niet zo schoon uit. Haar kleding was een hoopje en ik hoefde niet naast haar te staan om te weten dat er een luchtje aanhangt. Ik vroeg me af hoe veel kilo spaghetti zij zou hebben als ze zich ging scrubben. Bij dat idee al moest ik bijna over me nek. Uit mijn tas pakte ik een fles water en dronk het gulzig op. ik zag het zelfde kind van daarnet dat hard aangepakt werd door zijn moeder naar mijn flesje kijken. Sorry, op. dacht ik bij mezelf. Ik kleedde me aan en wachtte op mijn moeder. Wanneer zij eindelijk aangekleed was, zal nog even duren. Maar voordat ik thuis ben, zal ik weer gaan zweten door de felle zon. Dat moment dat je de Hammam uitgaat, dat moment voel ik me echt schoon, ondanks de smerige dingen binnen, zo schoon kan je thuis niet worden. Dat kan mijn moeder wel weten.


26-06-2009, 12:26
Dit was het eventjes voor vandaag
Ik moet gaan werken!

Liefss, Fadoua

26-06-2009, 15:00
Geweldig
Ga asjeblieft gauw door

x.

27-10-2009, 20:12

Souk

Moeizaam stond ik op en liep met mijn vader naar buiten. Ik haatte het wanneer ik meemoest naar de souk met mijn vader. De oude man van boven de 70 was niet in staat om alle boodschappen te dragen, dankzij zijn nog niet genese rechterhand van een paar jaar geleden. Hij kon ook gewoon een jongen op de souk vragen om zijn boodschappen te dragen, maar dat wilde hij niet. Hij vertelde me dat ze met 5 dirham ondankbaar weggaan en ik eigenlijk die 5 dirham verdiende.
Zuchtend in de felle zon liep ik naast mijn vader die mij een soort van rondleiding gaf. Hij vertelde wie waar woonde en wat zijn geschiedenis was. Alsof dat mij boeide, maar ik luisterde braaf naar wat mijn vader te vertellen had.
Aangekomen bij de souk werd er al geroken dat ik niet van hier was en dat terwijl ik gewoon nog mijn pyjama aanhad. Misschien was ik te schoon voor ze, nee kan niet ik heb nog niet gedoucht enkel me gezicht gewassen en mijn tanden gepoetst.
Bij de ingang van de souk waren er oude vrouwen die kruiden en andere geneesmiddelen verkochten, ze riepen me. Voordat ik naar ze om kon draaien werd ik al omvergeduwd door een jongetje dat de bekende zwarte Marokkaanse plastic tasjes verkocht. Toen hij zag dat ik hem verward aan keek, drukte hij een plastic zak onder mijn neus. Ik schudde mijn hoofd en zocht mijn vader die in het dichtte gedeelte van de souk was. Mijn vader was tomaten aan het kopen. Donkere ogen keken mij aan, zijn shirt met een vage diesel erop hing er levenloos bij. Zijn harige armen reikte mijn vader de plastic tas met 2 kilo tomaten, terwijl hij mij bleef aankijken. Mijn arme pa, had niet door dat de harige aap voor zich, mij aan het aangapen was. Hij moest zelfs zijn bril op doen om hem het goede geldbedrag te geven.
Mijn vader wilde nog na3na3(mint) hebben en deed dat bij een jongeman van rond de twintig die zijn haar helemaal plat had gekregen door een kilo gel in zijn haar te smeren. Zijn groene ogen staken mooi uit zijn blanke gezicht en pik zwart haar en wenkbrauwen. Zijn zwarte blouse zat netjes in zijn wit met rood/groene voetbalbroekje. Hij miste nog alleen een stropdas. Mijn vader gaf hem de na3na3 en keek nog naar de peterselie en het andere groene gras dat daar lag. De jongen keek mij even aan en zei iets tegen mij wat ik niet goed verstond. Mijn vader die hoorde wat hij zei antwoordde hem dat ik hem niet verstond, omdat ik uit Engeland kwam. Engeland, hoe kwam hij er bij? Ik moest er wel om lachen maar deed dat pas toen we verder liepen. Mijn vader ging daarna bijna elk kraampje af om wat te kopen en ik moest dat allemaal dragen. Bovendien had ik een onwijze dorst gekregen. Hier binnen in de souk was er helemaal geen een kraampje dat water verkocht. Ik zeurde bij mijn vader als klein kind dat ik hier weg wilde, ik was moe en had dorst. We kwamen langs een kraampje met gekleurd popcorn waar een groepje Marokkaanse zwarte plastic tasverkopers omheen stonden. Met de paar dirham dat ze hadden gekregen voor de zwarte plastic tasjes, kochten ze de in hun ogen magische popcorn. Er zat enkel kleurstof bij.
Als laatst moest mijn vader een watermeloen kopen, moest! Er was geen middageten zonder dessert, wat bestond uit fruit. Er was geen middageten zonder watermeloen. En mijn vader was een expert in watermeloenen kiezen. Altijd nam hij de verse zoete meloen mee naar huis, dit keer ook. Hij voelde aan de meloenen of ze hard genoeg waren en gaf twee klappen op de harde schil van de meloen. Vervolgens pakte hij de meloen op en bekeek het nauwkeurig. En gaf het weer twee klappen. Dat ging zo door totdat hij de vierde watermeloen waar hij een research op had gedaan goedkeurde en kocht. Mijn vader gaf mij de watermeloen en alle andere groenten om te dragen. Ik baande me een terugweg tussen de andere klanten en zwarte plastic zak verkopers. Met de vele kilos aan mijn beide handen en het zweet op mijn voorhoofd was ik eindelijk weg uit de souk, alleen was mijn vader nergens te bekennen. Ik keek rond en zag hem bij een kippenverkoper staan, waar ze live je levende kip vermoorden en dan kaal plukken. Oef, wat een stank komt daar vandaan zeg. Ik moest naast me watermeloen en andere groenten de twee kippen vasthouden, die mijn vader net had gekocht. We konden eindelijk naar huis, maar voordat ik thuis ben zullen mijn handen denk ik eindigen als mijn vaders rechterhand. Half gebroken en niet genezen.


27-10-2009, 20:13

Op weg naar Sidi Hrazem.

We waren net de bloed hete rode petit taxi uit gestapt en wachtte op een verlaten plek op de bus. Mijn nichten uit Marokko wisten hier de weg. De borden en plaatsen leken net chinees voor mij. Er waren geen haltes waar je onder kon schuilen voor de zon en even kon uit rustten. Nee, dat deed je maar op de half afgemaakte stoepranden. Je moest hier wonen om te weten wanneer de bus kwam, want nergens stond er een bord met bustijden zoals in Nederland.
De hete zon die op mijn voorhoofd scheen bezorgde me hoofdpijn. Ik kon nergens schuilen want alle schaduwen van bomen waren al bezet. Maar na 20 minuten kwam eindelijk de bus. Na de petit taxi te hebben gehad, beloofde dat niet veel goeds.
De bus zat aardig vol, de zitplaatsen waren allemaal bezet, we konden alleen nog staan. Achterin de bus gingen we staan en hielden ons beet aan de stangen die voor de staande mensen bedoelt waren. De bus zat vol met verschillende mensen, oud en jong, blank en zwart, groot en klein.
Een klein jongetje van een jaar of 5 staarde me aan alsof ik van een of ander planeet kwam. Jah de westerse planeet. Onder zijn linker neusgat zat opgedroogde snot, het leek net een sticker dat hij daar had geplakt. Onder zijn rechterneusgat droop een sliert groene snot dat de kleur had van na3na3. Het leek alsof hij niks op zijn bovenlip voelde want hij bleef me nog steeds aanstaren. Even veegde hij met de rug van zijn hand het snot op zijn bovenliep af en veegde dat weer af op zijn shirt dat vol met meloen vlekken zat. Zijn moeder die op 1 van de weinig stoelen zat in de bus had een jongere kind op haar rug gebonden met een laken. Even keek ze me aan omdat haar zoon mij aan het aanstaren was, daarna trok ze haar zoon naar zich toe die zijn moeder meteen vragend aan keek. Ik draaide me om en kwam oog in oog te staan met de oksel van een kale enge man. Wat een geur kwam daar vandaan. Hij glimlachte zijn tanden bloot en deed een stap dichterbij. Ik deed een stap achteruit en draaide me gelijk om. De geur leek gegraveerd in mijn ruikzintuig. Ik kneep mijn neus dicht maar alsnog bleef ik het ruiken. De enge kale man kwam aan de andere kant van mij staan en ontblootte weer zijn tanden. Niet dat hij ze had ofzo, nee 2 voortanden mochten er wel wezen de rest was verwoest, een zware rooktsunami was daar langs geweest. Een sterke geur van drank prikkelde mijn neusgaten en zijn okselgeur was al niet te harden. Dus dat maakte het voor mijn neusgaten dubbel erg.
Zijn littekens op zijn wang en voorhoofd, gaven hem de bad boy look. Alleen zijn gekleurde Afrikaanse broek maakte hem vrolijk. Mijn nichten moesten lachen. Ze hadden door dat hij wel een tijdje aan mijn geplakt zou zijn en daarom ging ik naast ze staan met mijn rug naar de enge kale man.
De reis duurde me te lang, het was bloedheet en de menselijke geuren die zich in de bus verspreidden maakte van de bus een concentratiekamp. Ik probeerde een raampje te openen dat ietsje te hoog voor me was, maar na luid gekraak en gepiep ging het open en hete zomerbries kwam het concentratiekamp binnen.
Jil jillala vulde het concentratiekamp met haar vrolijke klanken, mijn vingers gingen automatisch met het ritme mee. De oude man met een stok in zijn hand die voorin zat en die ook op 1 van de weinige stoelen zat, tikte met zijn stok op de grond. Op de maat van de muziek dat uit de schelle boxen van de verrotte bus kwamen.
De zweetdruppels waren duidelijk te zien op de voorhoofd van de jongeman die tegenover mij stond. Telkens moest hij zijn bril omhoog duwen want het gleed telkens van zijn neus af alsof het een waterattractie was. Toen de man doorhad dat ik hem aan het aanstaren was keek ik gauw uit het raam.
Af en toe waren er mensen te zien langs de weg. Of ze verkochten meloenen, olie, vijgen, uien en honing of ze waren lopend op weg naar hun bestemming. Armoede was duidelijk te zien. Kinderen speelden voor hun huis dat van goedkoop materiaal is gemaakt en dragen de kleuren van de regenboog. De 5 jarige jongen met opgedroogd snot onder zijn linkerneusgat en een sliert groene snot met de kleur van na3na3 uit zijn rechterneusgat, had gelijk. Ik kwam van een ander planeet. Dit was verre weg van het westerse planeet.
Ik hoorde opeens geschreeuw. Het geschreeuw kwam voorin vandaan. Ik zag de oude man met de stok, met zijn stok zwaaien naar de kale enge man die voor hem stond. Zo die maakt ook een rondreis door de hele bus. De kale enge man was dronken, want hij kon zich moeilijk aan de stangen vasthouden. En hij was ook nog de oude man meskien aan het pesten.
Wat hij tegen de oude man was niet duidelijk, maar wat de oude man tegen de kale enge man zei was overduidelijk. ‘Maak dat je uit mijn zicht komt anders ga ik je slaan met deze stok a wald l’ haram’ riep de oude man boos tegen de kale enge man, terwijl hij er nog steeds mee zat te zwaaien. De kale enge man lachtte slapjes en begon ook te schelden. De hele bus keek maar zei niks. Woorden als ‘Hoerenzoon, homo en ezel’ vlogen het concentratiekamp rond. Ik heb dit nog nooit eerder meegemaakt en was verbaasd, gechoqueerd en nog eens verbaasd dat niemand de oude man hielp. Toen de oude man de kale enge man met zijn stok wegduwde, tripte de kale enge man.
Een hoop scheldwoorden vlogen het concentratiekamp weer rond en uiteindelijk om de hele show af te maken, trok de kale enge man zijn Afrikaanse broek naar beneden. Mijn ogen werden groot en een lachbui kwam als een raket bij mij omhoog. Maar direct nadat mijn eerste toon van mijn lach naar buiten kwam, stompte mijn nicht me. Het was Hsoema om te lachen. En gelijk had ze. Iedereen was stil en keek naar de grond of de andere kant, in ieder geval niet voorin in de bus waar de show gaande was. Gelukkig had de kale enge man een lang shirt aan, anders zou dat beeld voor altijd in mijn geheugen gegraveerd zijn.
De man met zijn bril en neus als waterattractie kwam in actie. Eindelijk iemand die voor de oude man opkwam. Ik zelf was bang voor de kale enge man en durfde geen woord Marokkaans te spreken, want ik werd al zo aangestaard door iedereen. Meteen na twee woord wisselingen van de man met zijn bril en neus als waterattractie en de kale enge man ontstond er een gevecht tussen die twee. Weer duizenden scheldwoorden vlogen weer rond. Rake klappen werden er gegeven door de man met de bril en neus als waterattractie en de scheve klappen door de kale enge man. Hij was te dronken om goed te mikken. Ze stonden naast me en ik trilde van angst, mijn ademhaling ging als een sirene. Toen zag ik het. Bloed! Bloed op het kale hoofd van de kale enge man. Andere mannen kwamen zich met het gevecht bemoeien en ze haalden ze uit elkaar. Even werd de kale enge man mijn kant op geduwd, maar ik kon net een stap opzij zetten.
Het gevecht was over, maar de sirene in me was nog steeds bezig.
De buschauffeur trapte hard op de rem, waardoor ik regelrecht met mijn gezicht in de oksel van de kale enge man terecht kwam, die weer uit het niets weer voor me stond. Tfoe tfoe tfoe! Ik ga nooit meer met het openbaar vervoer van Marokko ergens heen. Nooit meer!
Met een vies gezicht stapte ik de bus uit en wachtte op mijn nichten die nog niet waren uit gestapt. Ik keek om me heen en zette mijn zonnebril op ter bescherming voor de hete zon. ‘Yallah, we gaan.’ zei mijn oudste nicht. Ik volgde haar en keek om me heen. Drukte was hier ook niet te vermijden. Ik hoopte alleen dat dat water van Sidi Hrazem wonderen deed, in ieder geval die vieze okselgeur van de kale enge man uit mijn ruikzintuig wiste. Wat je allemaal niet op 1 dag mee maakt als je op weg naar Sidi Hrazem bent, pff.


27-10-2009, 20:14

Krakende botten met magische woorden.

Hij was traditioneel gekleed en was een man van zijn woorden. Hij zat altijd in de middag, wanneer de zon ging slapen en de maan het nachtleven in ging, in het grote café langs de drukke winkelstraat. Altijd was hij omringd door mannen, mannen met lange baarden, mannen met korte baarden, mannen met een djellaba en een Fez.
Traditionele mannen waren het, ze hielden van hun land, maar hadden altijd commentaar op de politiek. Ze praatten niet al te luid over politiek. Dat deden ze altijd na het avondeten bij het kleinste theehuis, om de hoek van onze huis. Daar kende iedereen elkaar en waren de mannen het meestal altijd eens met elkaar. Mijn opa was altijd in het middelpunt en ook bij het theehuis wed hij omringd door de zelfde traditionele mannen van het grote café langs de drukke winkelstraat.
Voetbal werd er altijd gekeken in dat kleine theehuis. En dan droeg mijn opa voor die ene wedstrijd zo’n Marokkaanse voetbalshirt, waar de helft van de letters door onze nummer 1 wasmiddel, Tide, is weggevaagd. Zijn T-shirt was al heel oud, het was van een voetballer dat in deze tijd bij onze Marokkaanse jongeren uit Europa misschien onbekend in de oren klinkt. ‘Basir’ stond er op zijn shirt. De andere mannen die in het theehuis kwamen deden het zelfde tijdens een wedstrijd van Marokko. De een had Basir, de ander Bouderbella, weer een ander had Timoumi en de andere weer El Bahja.’ Echte voetbalfanaten waren de mannen van het kleine theehuis.
Mijn neefjes mochten alleen die dag met de oude mannen meekijken naar de wedstrijd. Als ze stil waren natuurlijk. Onderling gingen me neefjes wedden wie er zouden winnen. Als mijn opa er achter zou komen, zouden ze een pak slaag ontvangen. 1 keer kwam hij erachter en hield een urenlange preek en bij de volgende wedstrijd deed hij ook het zelfde en zo ontstond er een ritueel. Bij elke wedstrijd stond er een bord klaar naast de tv om de weddenschap bij te houden. Mijn opa die erg trots was op waar hij vandaan kwam koos altijd voor zijn eigen land.
Wanneer Marokko won maakten mijn neefjes een kring en riepen de naam van de voetballer die het doelpunt maakte. ‘Bassssiiiiir, Basir! Woe woe’ de bekende kreet die bij elke voetbalwedstrijd wordt gezongen, geschreeuwd of geroepen.
Tijdens de zomervakantie was mijn opa de gelukkigste man op aarde. Ieder jaar moest hij een schaap voor ons slachtten en werd er familie uitgenodigd om de komst van zijn zoon, schoondochter en kleinkinderen te vieren. Hij was wat minder in de cafés te vinden, maar heel vaak in de auto van me vader op weg naar de grootste moskee van de stad of naar de supermarkt om voedsel in huis te brengen. In de avond nam hij tijd om zijn kleinkinderen te leren kennen.
Voor de deur van onze Riyad, op de tuinstoelen zittend en zonnepitten etend vertelde mijn opa over zijn jeugd en over zijn liefde van zijn leven waar hij nog steeds mee is, mijn oma. Ze was een vrouw van weinig woorden, maar als ze sprak raakte ze je en gaf ze advies die je op dat moment graag wilde horen. Mijn opa en oma hadden bij elk probleem een oplossing. Ze spraken altijd met magische woorden. ‘Eerlijkheid is belangrijk in het leven. Zolang je eerlijk bent tegen je zelf, zal elk leugen te voorschijn komen.’ Heel vaak snapte ik nooit wat ze bedoelden, maar na paar stoten van mijn neefjes die mij dom verklaarden en mij te Nederlands vonden, moest ik het wel snappen.
Het was meestal mijn oma, die de aankomende bruidjes in de familie een heleboel te vertellen had. Alle jonge meisjes verzamelden zich om haar heen, met een bruidje in het midden. Mijn oma kwam rustig aan onze hoofd zitten, wanneer ze dat deed kon je haar botten horen kraken. We waren dat zo gewend van haar dat als we haar botten niet hoorde kraken, dan dachten we dat er wat mis was met haar. De verhalen die ze vertelde leken net sprookjes, met elk een boodschap erachteraan. We hingen letterlijk aan haar lippen. In de avond als we sliepen, de helft op seddari en de rest op de grond als sardientjes naast elkaar, vroegen we elkaars meningen en herhaalden wat mijn oma zei.
Mijn opa daarentegen had al me neefjes in een kring, en vertelde ze helden verhalen over zijn jeugd en zijn eigen vader. Ook mijn opa, als hij ging zitten, hoorde je zijn botten kraken. Dat gebeurt nou eenmaal bij oude mensen. Hij leek sprookjes te vertellen, want me kleinste neefjes voerden soms die sprookjes in het echt uit. Mohammed van 4 speelde een Franse soldaat, terwijl Khalid van 5 een Marokkaanse burger moest spelen. Mijn andere neefjes die waren figuranten in het toneelstuk en heel soms als ze en vrouw nodig hadden vroegen ze of 1 van mijn nichtjes die wilde spelen. Ze speelde de bezetting van Marokko door de Fransen. Het was meestal dezelfde toneelstuk dat ze speelde, geen wonder dat er vaak oorlog thuis was.
Wanneer ik weer terug kwam van vakantie, bleven de woorden van opa en oma nog altijd gegraveerd in mijn geheugen. Het waren krakende botten met magische woorden.


27-10-2009, 20:15

Echte familieliefde.

Hij was de gene die vertelde wat er gebeurde in het huis. Hij was de gene die vertelde wat je deed, hoe je deed en wat je moest doen. Hij was de grootste, de belangrijkste, de langste en de wijste. Hij verwachte dat je hem respecteerde in welk geval dan ook en jij was niet meer waard dan zijn vieze nagel. Jij diende hem respect te geven, ookal gaf hij die jou niet. Zelfs een greintje van respect aan de 3assas was voor hem te veel gevraagd, terwijl de 3assas jarenlang op zijn Mercedes D klasse 190, heeft opgepast alsof het zijn eigen kind was.
Hij was de baas in huis als vader er niet was. Hij was mijn oudste broer!
In het huis dat 23 jaar lang heeft bestaan en nog steeds bestaat, alleen tot mijn grootste verdriet is verkocht aan iemand, heeft zich een heleboel afgespeeld. En daarom is het zo’n verdriet dat het huis is verkocht en ik niet meer in het huis kan komen om die herinneringen op te halen, ookal waren er minder leuke herinneringen in dat huis te vinden.
Het eten moest op tijd gemaakt worden, het hele huis moest schoon gemaakt worden van de tweede etage tot aan de begane grond. De televisie was gereserveerd alleen voor hem. De 4 meiden zagen hun kans schoon wanneer hij er niet was, om toch tv te kijken. Ze hoefden niet te zeuren om geld, want die kregen ze toch niet. School was het belangrijkste bij hem, ongeacht of je nou een jongen of meisje was. Haalde je goede cijfers, was je binnen. Haalde je lage cijfer, hing hij je letterlijk buiten. Hij hoefde je niet te zien leren, hij wilde alleen dat ene cijfer te zien op je rapport, dat was voor hem het bewijs of je hard genoeg had geleerd.
Als het om eten ging, was hij het koekiemonster. Hij mocht het beste vlees eten en gaf de rest met een laag chehma (vet) aan zijn 4 zusjes en 2 broertjes. Zij moesten thee drinken terwijl hij een halve liter melk in zijn eentje dronk, wat snakten zijn zusjes en broertjes naar een slokje melk.
Wanneer hem iets niet op tijd werd gebracht, verloor hij zijn geduld en begon klappen uit te delen. Daar heeft hij allerlei manieren voor. Of met de platte hand of met een kabel, riem of rubberen slang. Hij had keuze genoeg.
Hij voelde zich machtig niet alleen thuis maar ook op de werkvloer. Hij was namelijk English teacher op de Universiteit. Als gewone burger met zo’n naam had je status. En zo gedroeg hij zich ook naar. Hij ging met mensen om die status hadden, net als hij. Alleen paste zijn auto niet zo bij zijn baan. Telkens wanneer hij in de stad aan het wachten was op iemand, deden vaak mensen zijn deuren open en zeiden: ‘Touarga goja?’ ‘Sbata?’ fin gadi a goja?’ ze dachten dat hij taxi chauffeur was met zijn grijze Mercedes. Ik had medelijden met die mensen, want hij reageerde heel fel en bot terug.
Wanneer het in de zomer tijd was voor siësta, mocht niemand lawaai maken. En wanneer hij tv aan het kijken was moesten 1 van zijn zusjes, de tv uit doen wanneer hij in slaap was gevallen. Hij leefde in zijn eigen wereld. Hij leefde in een wereld waar iedereen hem gehoorzaamde en alles voor hem deed.
Nu is dat heel anders, zijn gedrag tegenover zijn zusjes en broertjes heeft van hen mensen gemaakt die iets wilden bereiken in hun leven. Mensen die van zijn wereld walgden en een vrije wereld zochten. Het was mijn oudste broer tegen zijn zusjes en broertjes. Zijn zusjes en broertjes waren beste vrienden als het ging om tegen hun oudste broer te zijn. Je moest ze nu eens zien. Ookal wonen ze verspreidt over de wereld, hun telefoons staan nooit stil. Dankzij hem vertrouwden ze elkaar, moesten ze elkaar wel alles vertellen en hadden ze een sterke band gekregen. Vroeger was de tijd van pijn, haat en liefde. Van tranen, gelach en klappen. Dat was nou echte familieliefde!