“Issam…ik moet je wat vertellen.” Verrast kijkt Issam op, waarna hij haar meetrekt naar het parkje. Ilayna zucht diep en gaat tegen hun boom aanzitten. Ja, hun boom. De boom waar ze hun letters in hebben gegraveerd, ooit. ‘I & I best friends forever’ Meteen krijgt Ilayna een glimlach rond haar mond. “Nou, prinsesje. Komt er nog wat van?” Aaarzelend kijkt Ilayna op, in Issam’s mooie, groene ogen. Net zo groen als die van haar, maar dan veel mooier. Haar ogen zijn groenblauw, maar toch lijken ze op die van Issam. Levendig, en vol blijdschap. “Beloof je me, dat je eerst luistert? Dat je niet meteen wegrent?” Verbaasd kijkt Issam haar aan. “Natuurlijk luister ik.. En by the way, waarom zou ik wegrennen, gekkie. Vertel nou maar. Mij kun je alles kwijt.” Hij pakt haar hand vast en kijkt haar vragend aan. Hij straalt rust uit, waar je zelf ook meteen rustig van wordt. Zijn handen zijn zacht en verzorgd. Met één vinger streelt hij over haar handpalm. Ilayna slikt even en kijkt hem weer doordringend aan. “Weetje Issam, al heel lang heb ik dit geheim gehouden. We zijn nu al vier jaar vrienden, en ik heb het ook vier jaar geheim gehouden.” Even slaat ze haar ogen neer en kijkt ze naar een lieveheersbeestje dat een weg zoekt tussen al die grassprietjes. “Ik ben paranormaal begaafd, Issam. Je zou denken, wat is daar mis mee? Maar ik weet maar al te goed dat vanaf nu alles anders zal zijn. Als ik dit aan anderen vertel, weet ik zeker dat ze meteen het contact met me verbreken. Zo zijn mensen nu eenmaal…Ik wil je niet kwijt, Issam. Maar ik moet dit gewoon even vertellen. Het moet. Ik hoop dat je niet boos bent. Dat ik het vier jaar heb geheim gehouden.” Zo, het was gezegd. Het was eruit. Nu maar hopen dat hij niet boos wordt om het laatste,, of dat hij net als alle anderen, het contact verbreekt. Issam laat haar hand los, waarna Ilayna meteen opkijkt. Ze is bang, bang voor wat er komen gaat. Issam kijkt haar emotieloos aan. Net of hij een standbeeld is. Zijn groene ogen doorboren de hare. “Issam?” Haar stem was niet meer dan een zachte fluistering. “Issam! Zeg dan wat! Schreeuw tegen me, ren anders van me weg! Maar alsjeblieft, wees niet stil.” De tranen lopen over haar wangen. Tranen van wanhoop, verdriet en een tikkeltje woede. Net dat ze op wil staan, pakt Issam haar handen vast en dwingt haar om te zitten. “Jij, Ilayna. Jij bent mijn alles. Mijn zuurstof, mijn leven. Je bent mijn beste vriendin, mijn pareltje. Als het regent, zorg jij ervoor dat de zon weer begint te schijnen. Het boeit me niet, wie je bent, hoe je eruit ziet. Al zou je een gestoorde gek zijn, dan nog. Dit doet me helemaal niets, Ilayna. Je bent een bijzonder meisje, zeker wel. Anders dan de anderen. Dat maakt je zo mooi, lief en onschuldig.” Hij stopt even met praten en kijkt haar liefdevol aan. “Je hebt dit vier jaar geheim gehouden, omdat je bang was om mij te verliezen. Ik laat je nooit gaan, Ilayna! Nooit! Begrijp je dat?” Hij staat op en wijst naar de boom. “Kijk, hier hebben we het gegraveerd. Beste vrienden voor altijd! Vergeet dat nooit, pareltje.” Even aarzelt hij, maar bukt vervolgens om Ilayna een zachte, haast onvoelbare kus op haar wang te geven. Vervolgens draait hij zich om en loopt weg. “Trouwens, het wordt bijna donker. Als ik jou was, zou ik naar huis gaan.” Hij glimlacht naar haar en loopt weer verder, met zijn handen in zijn broekzakken.