Citaat door DjanatulFirdauS:Bedankt!
Als je wilt kun jij je christelijke visie hier plaatsen..ben er wel benieuwd naar.
Vriendelijk van je dank je.
Het handigst om uit te leggen lijkt me zo. Met tekstverwijzing.
Zijn demonen gevallen engelen?
Sommigen betwisten het dat demonen gevallen engelen zijn. Op http://www.demonbuster.com las ik het volgende: “The Bible does not say that ... demons are fallen angels ... Common sense would dictate that ALL the fallen angels but Lucifer are bound in chains”.
Zij bedoelen met ‘gevallen engelen’ dezen die vóór de vloed zondigden (Gn 6:1-4) maar die nu ‘achter slot en grendel’ zitten (2Pt 2:4; Jd 6, 7) en dus inactief zijn.
Buiten dezen, en Satan, zijn er dan geen actieve ‘gevallen engelen’. Zij hebben het niet goed begrepen want waarom wordt er dan gezegd dat Satan ‘zijn engelen’ heeft, zoals te lezen in Mt 25:41, 2Ko 12:7, Op 12:4, 7, 9? Zijn die engelen soms niet gevallen als ze Satan aanhangen? Met ‘gevallen’ bedoel ik ten eerste moreel gevallen, en ten tweede dat zij als gevolg daarvan hun heerlijkheid verloren hebben en onder Gods oordeel staan.
Waar staat het dat wij een wezenlijk onderscheid zouden moeten maken tussen gevallen engelen en demonen? En is het fundamentele onderscheid tussen goede engelen en demonen niet dat de enen trouw bleven (engelen) maar anderen afvallig werden (demonen)?
Enkele Schriftplaatsen uit het Nieuwe Testament onderzoeken
-De duivel en zijn engelen: Mt 25:41
-Beëlzebul, oftewel Satan, is de overste van de demonen: Mt 12:24-26
-Een engel van Satan: 2Ko 12:7
-Satan beschikte over één derde van de engelen, vóór de geboorte van de Jezus: Openb. 12:4
-De draak en zijn engelen: Openb. 12:7
-Satan en zijn engelen: Openb. 12:9
-Engelen die gezondigd hadden: 2Pt 2:4
-De engel van de afgrond en de zijnen waarover hij koning is: Op 9:1-11
-Een engel uit de hemel met een vals evangelie: Gl 1:8
-Uitverkoren engelen: 1Tm 5:21
-Sadduceeën geloofden in geen engel of geest: Hd 23:8
Wat hieruit te leren?
• Dat Satan gevallen engelen heeft die hem aanhangen en waarover hij de beschikking heeft (Mt.25:41; 2Ko 12:7; Openb. 12:4-9).
• Dat Satan de overste is van de demonen (Mt 12:24-26).
• Dat Satans engelen actief zijn in het kwade (2Ko 12:7; Op 12:4), en dus niet inactief gebonden in de afgrond.
• Dat Satan de beschikking had van één derde van de ‘sterren van de hemel’, of van de engelen,waarmee hij de Heer Jezus van bij de geboorte wilde ‘verslinden’ (Openb. 12:4).
• Dat de engelen van Satan toegang hebben tot de hemel, tot op de helft van de 70ste jaarweek (Openb.12:4, 7, 9).
2
• Dat Satans engelen gevallen zijn in morele zin, vermits zij God vijandig gezind zijn en Satan aanhangen.
Als gevolg daarvan zullen zij naderhand in de helft van de 70ste jaarweek ook ‘geografisch’ vallen (Openb. 12:9) doordat ze op de aarde zullen geworpen worden.
• Dat een engel een vals evangelie kan brengen en dat er dus afvallige engelen kunnen zijn die dit doen (Gl 1:8).
• Dat er uitverkoren engelen zijn en dat impliceert ook verworpen of afvallige engelen (1Tim.5:21).
• Dat er engelen zijn die gezondigd hebben (2Pt. 2:4; Jd 6, 7; Openb. 9:1-11).
Dit is echter een bepaalde categorie engelen (vgl. Judas 6, 7 met Gen. 6:1-4) die gebonden en opgesloten zijn in de afgrond (zie ook Lk 8:31), en die daarom sindsdien inactief zijn in het wereldgebeuren.
• Sadduceeën geloofden niet in ‘engel of geest’ (Hand. 23:8). Hier moeten ook demonen bij inbegrepen zijn vermits demonen geestelijke wezens zijn. De sadduceeën delen de hemelingen op in slechts 2 categorieën: engelen of geesten.
De opdeling ‘engel of geest’ in Hand. 23:8
Engelen zijn God getrouw en kunnen met een fysiek-materieel lichaam op aarde verschijnen, terwijl bedoelde ‘geesten’ God ontrouw zijn en als gevolg daarvan dat vermogen om fysisch te verschijnen niet hebben; vandaar de opdeling in engelen en geesten. Engelen zijn ook wel geesten (Hb 1:14) maar zij hebben een geestelijk lichaam dat in staat is fysiek-materieel te verschijnen.
Ook de opgestane Heer Jezus is een geest (Jh 4:24) en tóch heeft Hij een lichaam (van vlees en beenderen; Lk 24:39) waarmee hij ook op aarde kan verschijnen. Ook gelovigen zullen in de opname of opstanding “veranderen tot gelijkvormigheid aan het lichaam van Zijn heerlijkheid” (Fillip.3:21) en dus een “geestelijk lichaam” ontvangen (1Ko 15:44).
Een geest echter heeft géén vlees en beenderen (Lk 24:39), en er is dan ook nooit op aarde een geest verschenen met een fysiek-materieel lichaam. Ook Satan is na zijn val in de Edense tijd, vóór Genesis 3 (val van de mens), nooit meer in een fysiek-materieel lichaam verschenen. Satan is blijkbaarzijn lichaam kwijt geraakt, door zijn val, en dat is blijkbaar ook zo het geval voor zijn engelen. In de Schrift is te lezen enkel nog dat zij vreemde lichamen bezetten (om krachtig te zijn en rust te hebben op aarde, Matth. 12:43), waardoor er ‘bezetenheid’ (lett. ‘een demon hebben’: daimonizomenous) optreedt.
Ook Satan voer in een vreemd lichaam, in Eden in een slang, maar ook in Judas (Lk 22:3; Jh 13:27), omdat hij niet langer over een lichaam beschikt. Later zal hij nog in de Antichrist varen.
Er zijn:
• Engelen óf onreine geesten. Demonen zijn onreine geesten, zie Mk 5:1-18; Mk 7:25-30; Lk 4:33; Lk 9:42: pneumati akathartó zijn eigenlijk daimonia.
• Engelen óf boze geesten. Demonen zijn boze geesten, zie Lk 8:2, 3: pneumatón ponèrón zijn eigenlijk daimonia.
• Engelen óf afgoden. Demonen zijn afgoden, idolen, zie 1Ko 10:19-21: eidólon zijn eigenlijk daimonión.
• Engelen óf goden. Demonen zijn goden, zie Hd 17:18, 22: vreemde goden = xenón daimonión;de goden bijzonder toegewijd = deisidaimonesterous.
• Engelen met een éigen lichaam óf demonen die een vreemd lichaam bezetten (daimonizomenous):
Mt 4:24; 8:16, 28, 33; 9:32; 12:22; 15:22; Mk 1:32; 5:15, 16, 18; Lk 8:36; Jh 10:21.
(13 maal).
3
Demonen zijn onreine geesten, boze geesten, afgoden, heidense goden en zij bezetten vreemde lichamen.
Daarnaast zijn er de getrouwe engelen.
Er zijn dus slechts engelen óf demonen
1. Engelen zijn God trouw en kunnen ingedeeld worden als volgt:
• boodschapper (aggelos), zonder verdere specificatie
• cherub (zoals Satan er een was)
• seraf
• aartsengel
2. Demonen zijn Gods ontrouwe engelen, in de Schrift meestal te onderscheiden naar hun verderfelijke werkingen:
• afgod (eidólon zijn eigenlijk daimonión, 1Ko 10:19-21)
• god (daimonión, Hd 17:18, 22; theos, 2Ko 4:4)
• engel van satan (aggelos satan, 2Ko 12:7)
• demon (daimonion, Mt 17:18)
• geest (pneumati, 1Jh 4:1)
• demonengeest (pneumata daimonón, Op 16:14; Lk 4:33)
• geest van boosheid (pneumatika tès ponèrias, Ef 6:12)
• boze geest (pneumatón ponèrón,die eigenlijk daimonia zijn: Lk 8:2, 3)
• verleidende geest (pneumasin planois, 1Tm 4:1)
• onreine geest (pneumati akathartó, Mk 1:23)
• geest van dwaling (pneuma tès planès, 1Jh 4:6)
• waarzeggende geest (pneuma puthónos, Hd 16:16)
• stomme geest (pneuma alalon, Mk 9:17)
• stomme en dove geest (pneuma toalalon kai kófon, Mk 9:25)
• geest van ziekte of zwakheid (pneuma echousa astheneias, Lk 13:11)
• de overheden, de machten, de wereldbeheersers, de geesten van de boosheid (archas, exousias,kosmokratoras, pneumatika tès ponèrias, Ef 6:12)
• enz.
Socrates (469-399 v.C.) heeft vaak op zijn daimonion gezinspeeld, een ‘bovenmenselijke innerlijke stem’ die hem bijstond. In het Grieks betekent daimonion van oorsprong ‘godheid’, maar de Bijbel leert dat demonen eigenlijk onreine, boze geesten zijn die zich voordoen als, en vaak schuilgaan achter, (af)goden.
4
De Bijbelse indeling is als volgt:
hemelse geschapen engelen Ko 1:16
getrouwe engelen
gevallen engelen
categorie 1[/B]
engelen in de
‘afgrond’
categorie 2
Satan en zijn
engelen
Mt 25:41, 2Ko
12:7, Op 12:4-9
│
namen zichvrouwen
Gn 6:1-4
antecedenten niet bekend
Js 24:21-22 enkel de opstand van Satan t.t.v. Eden is bekend
Ez 28:11-19;
Js 14:3-23
│ │ │
permanent gebonden, inactief in de ‘afgrond’
2Pt 2:4; Jd 6, 7
tijdelijkgebonden,inactiefin de ‘afgrond’
Lk 8:31;
Op 9:1-11
vrij, actief in de ‘hemelse gewesten’ en de atmosfeer
Ef 2:2; 6:12
kenmerk hun koning is ‘de engel vande afgrond’ Abaddon (Heb.)Apollyon (Gr.)
Op 9:11
kenmerken
geesten met lichaam onder God
│ │ │ │ │ │
dienende geesten
Hb 1:7
Dn 10:18;
Hb 13:2
vgl. ‘vlees en beenderen’ bij opstandingslichaam
Lk 24:39;
Fp 3:21;
1Ko 15:44
engelen van God
Lk 12:8
onreine geesten zijn demonen/geesten zonder lichaam onder Satan
Mk 5:1-18; Mk
7:25-30; Lk
4:33; Lk 8:2, 3;
Lk 9:42
bezetenheid door demonen damonizomenous
Mt 4:24; 8:16,
28, 33; 9:32;
12:22; 15:22;
Mk 1:32; 5:15,
16, 18; Lk 8:36;
Jh 10:21
de overste van de demonen is Satan
Mt 12:24-26