Schijn bedriegt.[/FONT][/SIZE]
[SIZE="2"]
[FONT="Calibri"]Daar zat ik dan, op een troon samen met mijn aanstaande. Ik keek hem aan, en bewonderde zijn schoonheid. Zijn schoonheid die ik verachte. Ik werd misselijk van hem, en wou nu zo snel mogelijk wegrennen. Maar ik moest, ik moest van mijn ouders met hem trouwen. Hij zou mij gelukkig maken, fluisterde mijn moeder me telkens in mijn oor. Hoe bedoel je gelukkig maken, zonder van elkaar te houden. Toen ik hem daarop aansprak, zei hij nonchalant ‘Net of ik met jou wil trouwen.’ Het raakte me, want wie wil nou niet met mij trouwen? Ik keek rond in onze o, zo grote zaal, en zag Ouassim. Ik voelde de kriebeltjes in mijn buik, en schonk hem een verlegen glimlach. Hij glimlachte terug, en schonk me een knipoog. Een knipoog ter bevestiging dat alles goed komt. Dat we snel weer bij elkaar zouden zijn, net als voorheen. Ik keek weer op naar Redouan, en zag dat hij het had gezien. Hij kwam dichterbij, en fluisterde: ‘Leuk hè, flirten op je eigen bruiloft met een getrouwde man?’ Ik keek hem verleidelijk aan, en antwoordde: ‘Hartstikke leuk, het geeft me een kick schatje.’ Hij keek me minachtig aan, en ging weer goed zitten. Ik pakte zijn hand vast, en verstrengelde mijn vingers in de zijne. Hij kneep er zachtjes in, en bracht een kus op mijn hand. Ik keek hem lief aan, en zag zijn duivelse blik. Wat hield ik hiervan, van die uitdagingen. Ik ga er graag op in, en zag dat de negeffa kwam, ze kwam om me weer mooi te maken. Maar voor wie? Voor Redouan? Redouan gaat me zo zien, zonder al deze rotzooi die ik aan heb. Wat haat ik die Marokkaanse tradities, en liet me meesleuren. Ik bekeek mezelf in de spiegel, en zag Redouan achter me komen staan. Hij sloeg zijn handen om mijn heupen, en bekeek me via de spiegel. ‘Als ik jou zo zou zien Aya, zou ik denken… Dit is echt een schoonheid, echt een bent ’n ness. Maar helaas, als je begint te praten komt er niets anders in mijn hoofd dan… Zij, zij is een vies teringwijf die me verdomd geil krijgt.’ Mijn lippen krulde in een glimlach, en ik ging met mijn hand over zijn wang. Hij genoot ervan, en sloot zijn ogen. Ik draaide me naar hem om, en hij opende zijn ogen die me doorboorde. Ik voelde zijn intense blik, ik gaf hem een tedere kus op zijn lippen en antwoordde: ‘Wat ben ik blij dat ik die vieze teringwijf ben in jou ogen. Want ik doe niets liever dan mannen geil krijgen.’ Hij glimlachte, en vervolgde mijn tedere kus, die opliep naar een hartstochtelijke zoen. De negeffa kwam binnen, en gilde het bijna uit. ‘Ehya Aya! Je make-up, straks mogen jullie alleen maar aan elkaar zitten, maar nu niet. Saf Redouan, eruit nu!’ Ik lachte naar Nadia, Nadia is een goede vriendin van mij, en liet Redouan los. Hij keek me ondeugend aan, en tikte mijn kont.
Daar zaten we weer, al onze acteerwerk kwam weer naar boven. We moesten weer doen alsof we heilig waren, alsof we nu volwassen zijn geworden, en grote stappen naar onze toekomst kunnen nemen. Niet wetend dat Redouan en ik twee grootste verleiders van de wereld zijn. Toevallig hè, dat wij aan elkaar gekoppeld zijn. We hebben elkaar nooit persoonlijk gekend, we hebben alleen van elkaar gehoord. Maar als je ouders achterdochtig worden, nemen ze graag snel actie, voordat de rest van de bevolking erachter komt. Dus vandaar, dat we hier nu zitten. Beide met het idee van ‘Morgen sta ik weer op, en doe mijn ding net alsof gister nooit is gebeurd.’ Ik moest best zuchten bij die idee. Gaat mijn leven er nu zo uitzien? Redouan die het niet erg vind, want hij wou ook niet met mij trouwen. Hij vond me een lekkerding, voor even. En ik hem ook, hij is zo een gladde typje, die ik graag verleid tijdens het trainen. Even oogcontact maken, daarna mijn lichaam een beetje laten zien, door een paar keer langs hem heen te lopen. Daarna komt hij naar mij toe, om te vragen of hij me kan helpen. Ik die, zijn hulp met beide aanneem. En voor we het weten, zitten we in een douche hokje, van elkaar genieten enzo. Maar ik heb mezelf nooit voor het volle honderd procent gegeven, mijn uiterlijk maakt ze al gek genoeg. Al zeg ik het zelf. Ik moest grinniken, en keek Redouan aan. Hij bekeek een meisje die verleidelijk voor ons danste, en zijn lachje sprak boekdeel. Ik zuchtte, en dacht weer aan Ouassim. Die een grote indruk op mij had achtergelaten, half jaartje geleden. Ik was helemaal gek van hem, en meende zelfs van hem te houden. Wat ik alleen nooit hem toegegeven. Ik trok steeds vaker met hem op, hij was ook 1 van mijn prooien. Maar zoals ik al zei, hij liet een indruk bij mij achter. Hij ging niet op mijn verleidingen in, tevergeefs, hij zag me niet eens staan. Tot op een dag, ik mijn wekelijkse boodschappen deed, in een joggingbroek en een lerenjasje. Mijn haar in een snelle paardenstaartje, en een grote zonnebril. Ik zag er kortom, niet uit! Hij stapte op mij af, en heeft me met zijn glimlach doen smelten. Ik voelde me heel erg onzeker, wat ik nooit heb gedaan om mijn uiterlijk. En ik kon opeens niet de juiste woorden vinden. Ik was verdronken in zijn mooie ogen, en voelde me gekleineerd. Toen hij me een briefje in de hand drukte wist ik niet wat mij overkwam. Ik bekeek het, en er stond: ‘Ouassim El Boedari. Persoonlijke trainer.’ Ik bekeek het kaartje, en daarna hem. Ik keek naar mijn buik, en zag dat ie behoorlijk plat was. Zie ik er dan te dik uit? Maar wat ik natuurlijk nog niet doorhad. Wat ik normaal wel gelijk doorheb, is dat hij zo met mij in contact probeerde te komen. Door hem, voelde ik me dagenlang onzeker. En bij zijn verschijning voelde ik dat de grond onder mijn voeten wegzakte. Ik wist me geen houding te geven, en voelde me een stuk misbaksel. Ouassim en ik groeide met de dag steeds meer naar elkaar toe, we waren dagenlang bij elkaar, en hij heeft me nooit met 1 verkeerde vinger aangeraakt. Ik wou hem voor mezelf, maar het kwam er steeds niet van. Hij nam nooit de stap, en ik durfde die ook nooit te nemen. Tot op een dag, we weer samen waren en…
‘Aya, we moeten dansen e dromertje.’ Hoorde ik Redouan zeggen. Ik schrok op, en keek hem dromerig aan. ‘Was je aan het dromen over je gehuwde mannetje?’ Ik knikte, en beet verleidelijk op mijn onderlip. ‘Ik had het niet over mezelf, maar over dat ventje Ouassim.’ Ik lachte zachtjes, en antwoordde: ‘Ik dacht aan jou.’ Hij knikte sarcastisch ‘Wat een eer liefje.’
[COLOR="Sienna"][SIZE="7"]...[/SIZE]
Inhoudsopgave.[/COLOR][/FONT]
[FONT="Calibri"]Number; 1
Number; 2
Number; 3
Number; 4
Number; 5
Number; 6
Number; 7
Number; 8
Number; 9
Number; 10
Number; 11
Number; 12
Number; 13
Number; 14
Number; 15
Number; 16
Number; 17
Number; 18
Number; 19
Number; 20
Number; 21
Number; 22
Number; 23
Number; 24
Number; 25
Number; 26
Number; 27
Number; 28
Number; 29
Number; 30
Number; 31
Number; 32
Number; 33
Number; 34
Number; 35
Number; 36
Number; 37
Zie tweede reactie voor de inhoudsopgave