AmmatoelAziz
21-04-2009, 23:41
In de Naam van Allaah de Barmhartige de Genadevolle
[COLOR="Black"]
Roep alleen Allah aan
Beste broeders en zusters, de doden ondervinden slechts baat bij de daden die zij tijdens hun leven tot uitvoer hebben gebracht. Daarnaast kunnen sommige daden van anderen die levend zijn iets betekenen voor iemand die reeds is overleden, zoals vermeld staat in diverse overleveringen. Dan moet je bijvoorbeeld denken aan zaken zoals Doecaa’ (smeekgebed), Sadaqah (liefdadigheid), Hadj en cOmrah, oftewel de kleine en grote bedevaart en dergelijke zaken. Zo lezen wij dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd:
إذا مات ابن آدم انقطع عمله إلا من ثلاث : علم ينتفع به ،وصدقة جارية ، وولد صالح يدعو له
“Als de mens sterft, houden zijn verrichtingen op, behalve drie; een doorlopende liefdadigheid, kennis waar anderen profijt van hebben of een oprechte zoon (of dochter) die voor hem smeekbede verricht.”
(Overgeleverd door Moeslim)
Buiten de zaken die genoemd zijn in de Koran en de Soennah, is er niets wat de dode enig voordeel kan opleveren als wij het hebben over de daden van een levende persoon. Dus buiten de in de Koran en Soennah genoemde zaken, kan een levende persoon niets ondernemen om zijn overleden familielid te baten.
Wat betreft een levende persoon, deze kan niets wijzer worden van zijn bezoek aan het graf van een dode, behalve dat hij de beloning voor dit bezoek opstrijkt en krijgt, dat hij een aanbevelingswaardige daad heeft verricht en dat hij zich laat vermanen door de toestand van de doden om hem heen, en niet zoals wordt verteld door een aantal onzinverkondigers dat de persoon hulp kan worden verleend door de doden. Het zijn ondermeer dit soort fabels die onze gemeenschap zo achtergesteld en kansloos houden.
Degene die om hulp wordt gevraagd is Allah. De doden daarentegen daar wordt voor gebeden en er wordt niets van gevraagd. Het bewijs hiervoor is gelegen in het gedrag van de metgezellen die de Profeet (vrede zij met hem) tijdens zijn leven benaderden om een smeekgebed voor hen te verrichten waarin hij Allah vraagt om hen in genade aan te nemen. Maar na zijn dood zien wij dat geen van deze metgezellen naar het graf van de Profeet (vrede zij met hem) is geweest met het verzoek om vergeving voor hen te vragen. Even de zwakke en de fabriceerde overleveringen buiten beschouwing gelaten, als wij dus alleen uitgaan van de correcte overleveringen, dan zien wij geen van de metgezellen dit doen.
Daarom toen de moslims ten tijde van cOmar met droogte kampten, omdat het regenseizoen tegenviel, zochten zij niet hun toevlucht en troost bij het graf van de Profeet (vrede zij met hem). Zij riepen niet de Profeet (vrede zij met hem) aan, maar zij gingen op zoek naar een levend iemand en zij vonden al-cAbbaas, de oom van de Profeet (vrede zij met hem) die door cOmar werd voorgedragen zeggende: “O Allah, wij plachten in het verleden onze smeekbede aan U middels de Profeet (vrede zij met hem) voor te leggen. Vandaag doen wij dit middels de oom van de Profeet (vrede zij met hem), en wij vragen U om ons met regen te zegenen.” Zou het toegestaan zijn geweest, zoals sommigen beweren, om de Profeet (vrede zij met hem) ook na zijn dood voor smeekbedes te benaderen, waarom zou cOmar dit dan laten en in plaats daarvan kiezen voor de nog in leven verkerende oom van de Profeet (vrede zij met hem) al-cAbbaas? En de zojuist genoemde overlevering is te vinden in Sahieh al-Boekhaarie. Waarin ook vermeld staat dat cAa’ishah op een dag haar beklag deed bij de Profeet (vrede zij met hem) over hoofdpijn. Waarna de Profeet (vrede zij met hem) tegen haar zei: “Als jij komt te overlijden terwijl ik nog leef, dan zal ik vergeving voor je vragen en smeekbedes voor je verrichten.”
Uit deze overlevering is duidelijk op te maken dat het vragen van vergeving door de Profeet (vrede zij met hem) alleen tijdens zijn leven kan geschieden. Zou dit ook mogelijk zijn na zijn dood, dan zou het niet uitmaken of cAa’ishah eerder of later dan de Profeet (vrede zij met hem) zou overlijden, want hij zou dan altijd vergeving voor haar kunnen vragen.
Beste mensen, dat iemand naar het graf komt van een Profeet (vrede zij met hem) of een rechtgeschapen persoon en hem om iets vraagt waar alleen Allah over gaat, zoals het genezen van een ziekte, het schenken van proviand, het krijgen van kinderen. Dit wordt gerekend tot de grote vorm van veelgodendom (Shirk) die de persoon buiten het geloof plaatst. Als de persoon die zich hier aan schuldig maakt, zegt: “Ik vraag hem omdat hij dichter bij Allah staat dan ik! En door dit te doen wens ik dat deze rechtschapen dode persoon voor mij zal bemiddelen op de Dag des Oordeels.” Een excuus dat vaak door dit soort mensen wordt aangevoerd. En ook voegen zij daaraan toe dat de ervaring leert dat je niet zomaar bij een belangrijke iemand naar binnen kan gaan, zoals een koning bijvoorbeeld. Je zult eerst iemand van zijn hofhouding moeten inschakelen die voor jou gaat lopen bemiddelen, zodat je alsnog bij hem binnen kan komen en je zaak aan hem kan voorleggen.
[/COLOR]
[COLOR="Black"]
Roep alleen Allah aan
Beste broeders en zusters, de doden ondervinden slechts baat bij de daden die zij tijdens hun leven tot uitvoer hebben gebracht. Daarnaast kunnen sommige daden van anderen die levend zijn iets betekenen voor iemand die reeds is overleden, zoals vermeld staat in diverse overleveringen. Dan moet je bijvoorbeeld denken aan zaken zoals Doecaa’ (smeekgebed), Sadaqah (liefdadigheid), Hadj en cOmrah, oftewel de kleine en grote bedevaart en dergelijke zaken. Zo lezen wij dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd:
إذا مات ابن آدم انقطع عمله إلا من ثلاث : علم ينتفع به ،وصدقة جارية ، وولد صالح يدعو له
“Als de mens sterft, houden zijn verrichtingen op, behalve drie; een doorlopende liefdadigheid, kennis waar anderen profijt van hebben of een oprechte zoon (of dochter) die voor hem smeekbede verricht.”
(Overgeleverd door Moeslim)
Buiten de zaken die genoemd zijn in de Koran en de Soennah, is er niets wat de dode enig voordeel kan opleveren als wij het hebben over de daden van een levende persoon. Dus buiten de in de Koran en Soennah genoemde zaken, kan een levende persoon niets ondernemen om zijn overleden familielid te baten.
Wat betreft een levende persoon, deze kan niets wijzer worden van zijn bezoek aan het graf van een dode, behalve dat hij de beloning voor dit bezoek opstrijkt en krijgt, dat hij een aanbevelingswaardige daad heeft verricht en dat hij zich laat vermanen door de toestand van de doden om hem heen, en niet zoals wordt verteld door een aantal onzinverkondigers dat de persoon hulp kan worden verleend door de doden. Het zijn ondermeer dit soort fabels die onze gemeenschap zo achtergesteld en kansloos houden.
Degene die om hulp wordt gevraagd is Allah. De doden daarentegen daar wordt voor gebeden en er wordt niets van gevraagd. Het bewijs hiervoor is gelegen in het gedrag van de metgezellen die de Profeet (vrede zij met hem) tijdens zijn leven benaderden om een smeekgebed voor hen te verrichten waarin hij Allah vraagt om hen in genade aan te nemen. Maar na zijn dood zien wij dat geen van deze metgezellen naar het graf van de Profeet (vrede zij met hem) is geweest met het verzoek om vergeving voor hen te vragen. Even de zwakke en de fabriceerde overleveringen buiten beschouwing gelaten, als wij dus alleen uitgaan van de correcte overleveringen, dan zien wij geen van de metgezellen dit doen.
Daarom toen de moslims ten tijde van cOmar met droogte kampten, omdat het regenseizoen tegenviel, zochten zij niet hun toevlucht en troost bij het graf van de Profeet (vrede zij met hem). Zij riepen niet de Profeet (vrede zij met hem) aan, maar zij gingen op zoek naar een levend iemand en zij vonden al-cAbbaas, de oom van de Profeet (vrede zij met hem) die door cOmar werd voorgedragen zeggende: “O Allah, wij plachten in het verleden onze smeekbede aan U middels de Profeet (vrede zij met hem) voor te leggen. Vandaag doen wij dit middels de oom van de Profeet (vrede zij met hem), en wij vragen U om ons met regen te zegenen.” Zou het toegestaan zijn geweest, zoals sommigen beweren, om de Profeet (vrede zij met hem) ook na zijn dood voor smeekbedes te benaderen, waarom zou cOmar dit dan laten en in plaats daarvan kiezen voor de nog in leven verkerende oom van de Profeet (vrede zij met hem) al-cAbbaas? En de zojuist genoemde overlevering is te vinden in Sahieh al-Boekhaarie. Waarin ook vermeld staat dat cAa’ishah op een dag haar beklag deed bij de Profeet (vrede zij met hem) over hoofdpijn. Waarna de Profeet (vrede zij met hem) tegen haar zei: “Als jij komt te overlijden terwijl ik nog leef, dan zal ik vergeving voor je vragen en smeekbedes voor je verrichten.”
Uit deze overlevering is duidelijk op te maken dat het vragen van vergeving door de Profeet (vrede zij met hem) alleen tijdens zijn leven kan geschieden. Zou dit ook mogelijk zijn na zijn dood, dan zou het niet uitmaken of cAa’ishah eerder of later dan de Profeet (vrede zij met hem) zou overlijden, want hij zou dan altijd vergeving voor haar kunnen vragen.
Beste mensen, dat iemand naar het graf komt van een Profeet (vrede zij met hem) of een rechtgeschapen persoon en hem om iets vraagt waar alleen Allah over gaat, zoals het genezen van een ziekte, het schenken van proviand, het krijgen van kinderen. Dit wordt gerekend tot de grote vorm van veelgodendom (Shirk) die de persoon buiten het geloof plaatst. Als de persoon die zich hier aan schuldig maakt, zegt: “Ik vraag hem omdat hij dichter bij Allah staat dan ik! En door dit te doen wens ik dat deze rechtschapen dode persoon voor mij zal bemiddelen op de Dag des Oordeels.” Een excuus dat vaak door dit soort mensen wordt aangevoerd. En ook voegen zij daaraan toe dat de ervaring leert dat je niet zomaar bij een belangrijke iemand naar binnen kan gaan, zoals een koning bijvoorbeeld. Je zult eerst iemand van zijn hofhouding moeten inschakelen die voor jou gaat lopen bemiddelen, zodat je alsnog bij hem binnen kan komen en je zaak aan hem kan voorleggen.
[/COLOR]