Bekijk volle/desktop versie : Sjieten.



14-03-2009, 17:02
--------------------------------------------------------------------------------

Ik heb echt respect voor alle mensen op heel de wereld.

Maar ik heb nu een discussie met een paar sjieten en walg zo erg.

Ze praten heel slecht over abu bakr, omar, en othman. Nu is mijn vraag waarom zij zo slecht denken over deze HELDEN???

14-03-2009, 20:49


Asalamwa3alaikoem,

Hier staat je antwoord in: http://www.al-yaqeen.com/nieuw/bibliotheek/artikel.php?id=475

Na het bovenste stuk (link) gelezen te hebben, vervolg van dat verhaal:
http://www.al-yaqeen.com/nieuw/bibliotheek/artikel.php?id=544

Ma3asalaam

14-03-2009, 20:51
Maar om kort antwoord te geven op je vraag over de metgezellen : ze (sjiiten) menen dat ze ongelovig zijn geworden na de dood van onze profeet Mohamed (saw).

14-03-2009, 21:50
Als aboe bakr(larahmoe) een van de eerste en beste moslims was op aarde en dit staat vermeld in vele hadith.dan nog zeggen ze slechte dingen over hem,
dat is echt een schande wollah.t staat nochtans in vele hadith dat hij een oprechte moslim was.

15-03-2009, 04:01


sjitieten hebben volgen hun eigen ´islaam´ ze geven zcchzelf over aan
a3moed

15-03-2009, 05:58
Belangrijk om door te nemen:

Over Ash-Shie`ah/Ar-Raafidah(Sjieten)


Het vervloeken of beledigen van de Metgezellen van Allaah’s Boodschapper


Lees over de verheven posities van Abu Bakr & 'Umar Ibn Al-Khattaab & 'Uthmaan Ibnu 'Affaan Radiya Allaahu 'anhum:

__________________________________________________ _____

[/SIZE][/FONT] [FONT=Book Antiqua]Abu Bakr[/SIZE][/FONT][FONT=Book Antiqua][SIZE=3][SIZE=4] [/SIZE]

[/SIZE][/FONT] [FONT=Book Antiqua][SIZE=3]Ibn 'Omar overlevert: “In de tijd van de Profeet (vrede zij met hem) spraken wij (regelmatig) over wie de beste onder de mensen waren. Wij kwamen dan (altijd) uit op Aboe Bakr, daarna 'Omar ibnoe al-Khattaab en daarna 'Oethmaan ibnoe 'Affaan, Moge Allah tevreden met hen allen zijn.” (al-Boechari)

[/SIZE][/FONT] [FONT=Book Antiqua][SIZE=3]
Aboe Dardaa’ overlevert: “Ik zat bij de Profeet (vrede zij met hem) toen Aboe Bakr aan kwam lopen met de onderkant van zijn kleding in zijn handen en zijn knieën waren te zien. De Profeet (vrede zij met hem) zei (tegen de metgezellen die bij hem zaten): ,,Jullie vriend (Aboe Bakr) heeft ruzie gehad.” Hij (Aboe Bakr) groette vervolgens en zei: ,,O Boodschapper van Allah, ik had een geschil met Ibnoe al-Khattaab, waardoor ik hem boos heb gemaakt. Daarna had ik er spijt van en vroeg hem om mij te vergeven, maar hij weigerde dit te doen, toen ben ik (maar) naar jou gekomen. De Profeet (vrede zij met hem) zei driemaal tegen hem: ,,O Aboe Bakr, moge Allah jou vergeven.” Daarna kreeg 'Omar er spijt van en ging naar het huis van Aboe Bakr en vroeg: ,,Is Aboe Bakr thuis?”, waarop er gezegd werd: ,,Nee!” Hij kwam vervolgens bij de Profeet (vrede zij met hem) aan. Zijn gezicht (van de Profeet, vrede zij met hem) werd rood van woede (toen hij 'Omar zag), totdat Aboe Bakr medelijden kreeg (met 'Omar) en door zijn knieën zakte en vervolgens tweemaal zei: ,,O Boodschapper van Allah, bij Allah! Ik heb hem het meeste onrecht aangedaan.” De Profeet (vrede zij met hem) zei toen: ,,Allah heeft mij naar jullie gezonden en jullie zeiden (toen): ,,Je liegt.”, terwijl Aboe Bakr zei: ,,Hij (Mohammad) spreekt de waarheid.” en hij stelde zichzelf en zijn gehele bezit in dienst van mij. Zullen jullie mijn vriend dan niet met rust laten (Hij zei dit twee maal)?” Hij (Aboe Bakr) werd daarna nooit meer lastig gevallen.” (al-Boechari)


[/SIZE][/FONT] [FONT=Book Antiqua][SIZE=3]Djoebair ibnoe Moet'iem overlevert: “Er kwam een vrouw bij de Profeet (vrede zij met hem), waarna hij haar opdroeg om (op een andere dag) terug te komen. Zij zei: “Wat als ik kom en ik jou niet tref? –alsof zij bedoeld; als je bent gestorven-” Hij antwoordde: “Als je mij niet (meer) treft, ga dan naar Aboe Bakr.” (al-Boechari)


[/SIZE][/FONT] [FONT=Book Antiqua][SIZE=3]Amr ibnoe al-'Aas overlevert dat de Profeet hem tot bevelhebber benoemde van het leger (die de strijd) van Dhaat as-Salaasil (zou gaan uitvechten). Ik kwam bij hem en vroeg hem: “Wie van de mensen is jou het meest geliefd?” Hij antwoordde: “'Aa’ieshah.” Hij (Amr ibnoe al-'Aas) zei: “(Ik bedoel) van de mannen.” Hij antwoordde: “Haar vader (Aboe Bakr).” Ik zei vervolgens: “En wie daarna?” Hij antwoordde: “Daarna 'Omar ibnoe al-Khattaab.” En daarna noemde hij nog andere mannen.” (al-Boechari)

__________________________________________________

[/SIZE][/FONT] [FONT=Book Antiqua][SIZE=4]'Umar Ibn Al-Khattaab[/SIZE][/FONT][FONT=Book Antiqua][SIZE=3][SIZE=4] [/SIZE]

[/SIZE][/FONT] [FONT=Book Antiqua][SIZE=3]De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Terwijl ik sliep, zag ik de mensen aan mij voorgeleid worden, terwijl zij gewaden droegen. Bij sommigen bereikten ze (de gewaden) de borst en bij sommigen bereikten ze niet eens (de borst). En toen kwam 'Omar ibn al-Khattaab voorbij met een gewaad die hij (over de grond) meesleepte. Ze (de metgezellen) vroegen: ,, Waar staan (de gewaden) in deze droom voor, o Boodschapper van Allah (vrede zij met hem)?” Hij antwoordde: ,,(Zij staan voor) het geloof!” (al-Boechari en Moeslim)


[/SIZE][/FONT] [FONT=Book Antiqua][SIZE=3]De Profeet (vrede zij met hem) zei: “(In mijn droom) betrad ik het Paradijs waar ik een huis of een paleis zag. Hierop zei ik: ,,Van wie is dit?” Zij antwoorden: ,,Dit is van 'Omar ibn al-Khattaab.” Ik wilde daarop naar binnen gaan, maar herinnerde mij toen jouw ghierah (eergevoel). 'Omar ibn al-Khattaab begon toen te huilen en zei: ,,O Boodschapper van Allah, hoe kan mijn gevoel van eer door u aangetast worden?” (al-Boechari en Moeslim)
[/SIZE][/FONT] [FONT=Book Antiqua][SIZE=3]De Boodschapper van Allah (vrede zei met hem) zei: “...Kalmeer jezelf, o Ibn al-Khattaab. Bij degene in Wiens Handen mijn ziel ligt, telkens als de shaitan jouw treft op zijn weg, dan neemt hij (uit angst voor jou) een andere weg.” (al-Boechari en Moeslim)


[/SIZE][/FONT] [FONT=Book Antiqua][SIZE=3]Ibn 'Abbas overlevert dat 'Omar op zijn draagbaar (lijkbaar) werd geplaatst waarna de mensen zich om hem heen verzamelden. Zij verrichtten smeekbeden voor hem voordat hij werd opgetild. En terwijl ik in de menigte stond greep iemand mij ineens bij mijn schouder. (Toen ik mij omkeerde) zag ik dat het 'Ali ibn Abi Taalib was die Allah om genade vroeg voor 'Omar. Hij zei: “Er is niemand na jou (o 'Omar) met wiens daden ik Allah het liefst zou willen ontmoeten, dan jouw daden. Bij Allah, ik vermoed dat Allah jou zal plaatsen bij jouw twee vrienden (De Profeet, vrede zij met hem en Aboe Bakr). Ik hoorde de Profeet (vrede zij met hem) vaak zeggen: “Ik en Aboe Bakr en 'Omar kwamen... Ik en Aboe Bakr en 'Omar gingen naar binnen... Ik en Aboe Bakr en 'Omar gingen naar buiten...” (al-Boechari en Moeslim)
__________________________________________________ __


15-03-2009, 05:59
[SIZE=4" -->'Uthmaan Ibn 'Affaan[/SIZE][/FONT][FONT=Book Antiqua][SIZE=3][SIZE=4] [/SIZE]


[/SIZE][/FONT] [FONT=Book Antiqua][SIZE=3]Aboe Moesaa overlevert dat de Profeet [/SIZE][/FONT][FONT=Book Antiqua][SIZE=3](vrede zij met hem) een tuin binnenging en mij opdracht gaf om de wacht te houden bij de poort ervan. Toen kwam er een man aan en vroeg toestemming om binnen te komen. Waarop hij [/SIZE][/FONT][FONT=Book Antiqua][SIZE=3](vrede zij met hem) antwoordde: “Laat hem binnenkomen en geef hem de blijde tijding dat hij het Paradijs zal binnentreden.” Het bleek Aboe Bakr te zijn. Toen kwam er een ander aan en vroeg [/SIZE][/FONT][FONT=Book Antiqua][SIZE=3](ook) toestemming om binnen te komen. Waarop hij [/SIZE][/FONT][FONT=Book Antiqua][SIZE=3](vrede zij met hem) antwoordde: “Laat hem binnenkomen en geef hem de blijde tijding dat hij het Paradijs zal binnentreden.” Het bleek 'Omar te zijn. Toen kwam er [/SIZE][/FONT][FONT=Book Antiqua][SIZE=3](weer) een ander aan en vroeg toestemming om binnen te komen. Waarop hij [/SIZE][/FONT][FONT=Book Antiqua][SIZE=3](vrede zij met hem) even zweeg en zei: “Laat hem binnenkomen en geef hem de blijde tijding dat hij het Paradijs zal binnentreden nadat hij getroffen zal worden door een beproeving.” Het bleek 'Othmaan ibn 'Affaan te zijn.[/SIZE][/FONT][FONT=Book Antiqua][SIZE=3] (al-Boechari)

[/SIZE][/FONT] [FONT=Book Antiqua][SIZE=3]Ibnoe Mawhab overlevert dat een man uit Egypte de bedevaart kwam verrichten. Toen hij een groepje mensen zag zitten vroeg hij: “Wie zijn die mensen?” Er werd geantwoord: “Het zijn Qoeraysh.” Hierna vroeg hij: “Wie is die oude man tussen hen?” Zij antwoordden: “Dat is 'Abd Allah ibnoe 'Omar.” Hij riep: “O Ibn 'Omar, ik zal je een vraag stellen waarop ik een antwoord wil. Wist jij dat 'Othmaan ibn 'Affaan weg was gevlucht op de dag van Oehoed?” Hij antwoordde: “Ja!” Hij zei: “Wist je dat hij niet aanwezig was bij [/SIZE][/FONT][FONT=Book Antiqua][SIZE=3](de slag van) Badr?” Hij antwoordde: “Ja!” De man zei: “Wist je dat hij niet aanwezig was bij de eed van trouw [/SIZE][/FONT][FONT=Book Antiqua][SIZE=3](die afgelegd werd onder de boom) van Ridwaan?” Hij antwoordde: “Ja!” Hij [/SIZE][/FONT][FONT=Book Antiqua][SIZE=3](de man)[/SIZE][/FONT][FONT=Book Antiqua][SIZE=3] riep toen uit: “Allaahoe Akbar.” Ibn 'Omar zei: “Kom eens hier dan zal ik jou de zaken duidelijk maken. Wat betreft het vluchten op de dag van Oehoed: ik getuig dat Allah hem dit heeft vergeven en dit van hem heeft uitgewist. Wat betreft zijn afwezigheid tijdens Badr: dit was omdat hij getrouwd was met de dochter van de Boodschapper van Allah [/SIZE][/FONT][FONT=Book Antiqua][SIZE=3](vrede zij met hem) en zij destijds ziek was. De Boodschapper van Allah [/SIZE][/FONT][FONT=Book Antiqua][SIZE=3](vrede zij met hem) zei toen tegen hem: “Jouw komt dezelfde beloning toe als degene die Badr heeft bijgewoond en ook zal jij deelnemen in de oorlogsbuit [/SIZE][/FONT][FONT=Book Antiqua][SIZE=3](blijf bij je vrouw). En wat betreft zijn afwezigheid bij de eed van trouw [/SIZE][/FONT][FONT=Book Antiqua][SIZE=3](die afgelegd werd onder de boom) van Ridwaan: als er iemand was die meer aanzien had binnen Mekka dan had hij [/SIZE][/FONT][FONT=Book Antiqua][SIZE=3](vrede zij met hem) hem in zijn plaats gestuurd. [/SIZE][/FONT][FONT=Book Antiqua][SIZE=3](Maar omdat er niet zo een persoon was) stuurde de Boodschapper van Allah [/SIZE][/FONT][FONT=Book Antiqua][SIZE=3](vrede zij met hem) 'Othmaan. En de eed van trouw [/SIZE][/FONT][FONT=Book Antiqua][SIZE=3](onder de boom) van Ridwaan vond pas plaats nadat 'Othmaan was vertrokken naar Mekka. De Boodschapper van Allah [/SIZE][/FONT][FONT=Book Antiqua][SIZE=3](vrede zij met hem) wees toen naar zijn rechterhand en zei: “Dit is de hand van 'Othmaan en sloeg daarmee op zijn andere hand en zei: “Deze is voor 'Othmaan.” Ibn 'Omar zei toen [/SIZE][/FONT][FONT=Book Antiqua][SIZE=3](tegen de man): “En nu mag je hiermee [/SIZE][/FONT][FONT=Book Antiqua][SIZE=3](deze informatie)[/SIZE][/FONT][FONT=Book Antiqua][SIZE=3] vertrekken.” [/SIZE][/FONT][FONT=Book Antiqua][SIZE=3](al-Boechari)


[/SIZE][/FONT] [FONT=Book Antiqua][SIZE=3]Anas overlevert: “De Profeet [/SIZE][/FONT][FONT=Book Antiqua][SIZE=3](vrede zij met hem) beklom de berg Oehoed samen met Aboe Bakr, 'Omar en 'Othmaan. Waarna hij [/SIZE][/FONT][FONT=Book Antiqua][SIZE=3](Oehoed) begon te schudden. Hierop zei hij [/SIZE][/FONT][FONT=Book Antiqua][SIZE=3](vrede zij met hem): ,,Houdt je gedeisd, Oehoed -ik denk dat hij zelfs met zijn voet erop stampte-. Want niemand minder dan een Profeet, een Siddieq [/SIZE][/FONT][FONT=Book Antiqua][SIZE=3](waarheidsgetrouwe) en twee martelaren staan op jou.”[/SIZE][/FONT][FONT=Book Antiqua][SIZE=3] (al-Boechari)
__________________________________________________ __

16-03-2009, 21:00
subhannalah
ik vraag mij af wat de sji'ieten van deze hadith zeggen of ontkennen ze dit ook?