Even zag ik zwart voor mijn ogen.' 7asboenallaha wani3malwakil' Fluisterde ik.
De tranen biggelden over mijn wangen. De klap kwam nog harder aan toen mijn ouders zeiden dat ze naar Marokko gingen voor een paar weken.
Ik en Faisel hadden de verantwoordelijkheid om op het huis te passen.
'Faisel, mijn zoon jij hebt nu geheel de verantwoordelijkheid om op Nawar te letten.
Ga dus buiten niet rondhangen; wees een man.'
Ik zag nu dat ook dat Faisel zijn tranen had laten lopen.
Dat was de laatste keer dat ik ze zag, want 2 weken later belde mijn oom om te zeggen dat mijn moeder was vergiftigd. Ze zou nu momenteel in het ziekenhuis zitten van Marokko. Gezien mijn oom niet zo heel goed met mijn ouders kon opschieten, koste het hem geen enkele moeite om het door te geven. Jaren lang heb ik er een trauma aan overgehouden. Ik vertrouwde niemand meer en in plaats om heel stil te worden, ben ik juist veel drukker. Als iemand mij afkat, laat ik het daar echt niet bij zitten. Omdat ik en Faisel oud genoeg is om voor mij te gaan zorgen bleven we in ons ouderlijke huis. Dat hadden we eigenlijk niet moeten doen omdat het ons veel te veel herinnert aan ons verleden. Waarom? Vraag ik me tot op deze dag nog steeds af. Was dit Allah
manier om ons te straffen? Vlug veegde ik mijn tranen af zodat Faisel ze niet kon zien.'heey' hoorde ik bij de deuropening. Ik keek op uit mijn gepeins.'het was niet mijn bedoeling om je aan het huilen te maken.' Langzaam liep hij mijn kamer binnen en ging naast me op bed zitten. 'weet je, begon ik, je hebt gelijk. Dit is jou manier om je trauma te verwerken en ik accepteer dat en…'Nee, Nawar, JIJ hebt gelijk. Ik kan nu wel de hele dag spelletjes zitten spelen en buiten rondhangen met mijn vrienden, maar krijg ik ze daar mee terug?' Ik hoorde trilling in zijn stem die me op deed kijken. De tranen stonden nu in zijn ogen. Snel keek ik weg, stond op en liep bijna mijn kamer uit toen hij zich omdraaide.'Nawar, weet je nog toen pappa me vroeg om voor je te zorgen? Uuuh...Ja waarom?' 'Ik heb mijn belofte verbroken aan papa.' Snel stond ik op en liep naar hem toe.'nee, Faisel, het is nog niet te laat. Nog niet.'