Bekijk volle/desktop versie : De waarheid en geschiedenis achter het Palestina-conflict!



07-01-2009, 23:41
Beknopte geschiedenis van Palestina
De landstreek Palestina wordt al ongeveer 2000 jaar met die naam aangeduid. Omstreeks 1500 v.Chr. was het gebied reeds lang vast bewoond door een voor die tijd hoogontwikkelde bevolking die daar hun steden hadden gebouwd. Diverse rondtrekkende stammen vielen het gebied in de loop der tijden binnen, zoals de Habiru – Hebreeën – die in die tijd nog primitieve nomaden waren Ook later toen zij de Jordaan overtrokken (ca. 1200 v.Chr.) bleven zij nog tot in de tijd van Salomon en zijn zoon Rehoboam in tenten wonen. Zij baanden zich vechtend een weg naar deze rijkere en meer gecultiveerde landbouwstreek. De naam “Habiru” werd oorspronkelijk gebruikt voor: “rovers”, “grauwe lieden” of “landverhuizers”. Maar ook onder die Habiru bevonden zich mensen met literaire of occulte gaven, zieners of profeten (politici), die hun samenleving voorhielden hoe ze zich moesten gedragen om als stam te overleven. Nadat zij zich min of meer gevestigd hadden vormden hun voorschriften een leidraad voor de aanvoerders van het volk.

Vanaf ca. 1010 tot en met 970 v.Chr. heerste David van de stam Juda, die nadat de wettige opvolger van Saul, Isboseth, vermoord was, ook de overige Israëlische stammen onder zijn gezag bracht.

1006 v.Chr. David verovert met list en geweld de hoofdstad van het volk der Jebuzieten, Jeruzalem, en maakt het tot zijn residentie en hoofdstad van het verenigd koninkrijk van Israël en Juda.

933 v.Chr. Dood van Salomon. Het rijk valt weer uiteen in Israël en Juda

721 v. Chr. De hoofdstad van Israël, Samaria, door Assyriërs veroverd. Bevolking afgevoerd naar Assyrië. Einde van het rijk Israël. De meeste van hen gingen in de plaatselijke bevolking op en vermengden zich met hen.

586 v.Chr. Verovering van Jeruzalem door Nebukadnezar. Einde van het rijk Juda. Groot aantal vooraanstaande Judeërs afgevoerd naar Babylon. Aldaar wordt de Torah opgesteld.

526 v.Chr. Deel van de Judeërs keert terug naar Jeruzalem en directe omgeving. Ezra en Nehemia presenteren in Jeruzalem de Torah aan het volk.

332 v.Chr Alexander de Grote verovert Palestina. De Griekse cultuur domineert tot 70 na Christus. In het totale gebied vormen de joden slechts een minderheid van de bevolking.

70 n.Chr. Verwoesting van de tempel van Jeruzalem door de Romeinen. Veel Judeërs verlieten daarna om economische redenen het land, in navolging van de velen die al 300 jaar uit Palestina, onder andere naar Alexandrië, aan het wegtrekken waren.

135 n.Chr. Opstand van Judeërs onder Bar Kochba tegen Rome. Nog meer joden emigreren sinds die tijd (Noord Afrika, Spanje, Klein-Azië, Oost en West Europa).

738 n.Chr. Verovering van Jeruzalem door Islamitische Arabieren. Het Arabisch wordt in Palestina de voertaal. Noch de Palestijnen, noch de andere daar wonende volkeren worden tot aanvaarding van de Islam gedwongen.

1518 de Ottomanen veroveren het gehele Midden Oosten, alsmede de noordkust van het Arabische continent.

Tot 1918 maakte Palestina deel uit van het Ottomaanse rijk. De Palestijnse samenleving was een samenleving van pachtboeren en handelslui die redelijk welvarend was omdat Palestina van oudsher één van de meest vruchtbare gebieden van het Nabije Oosten was. In de tweede helft van de 19e eeuw, onmiddellijk voorafgaand aan het begin van de joodse immigratie naar Palestina, had dit gebied een forse economische bloei doorgemaakt door toegenomen export van landbouwproducten naar Arabische landen en naar Europa. Rapporten van Britse, Franse en Duitse consuls in Palestina spreken van grote hoeveelheden citrusvruchten, olijfolie, graan en sesamzaad die in de Palestijnse havensteden werden verscheept. Palestina was allesbehalve een leeg en verwaarloosd land. Etnisch gesproken was de bevolking zeer gemengd, de Arabische cultuur overheerste.

In de laatste decennia van de 19e eeuw begon in Centraal en Oost Europa het zionisme op te komen.

1878 Vestiging van de eerste zionistische landbouwkolonie (Petah Tikva) in Palestina

1882 Vanaf dat jaar beginnen 25.000 joodse immigranten zich te vestigen in Palestina

1886 Theodor Herzl schrijft “Der Judenstat”.

1891 Asjer Ginsberg - schrijvend onder het pseudoniem Achad Haam - meldt: “joodse kolonisten behandelen de Arabieren vijandig en wreed. Zij beschuldigen hen onterecht en slaan hen ongegeneerd zonder voldoende reden, en zijn daar nog trots op ook”.

1897 Nahman Syrkin verklaart tijdens het eerste wereld-zionisten congres in Basel dat Palestina geëvacueerd moet worden ten behoeve van de joden.

1904-1914. 40.000 zionistische immigranten arriveren in Palestina. Joden vormen dan 6% van de bevolking

1905 Israël Zangwill stelt dat de joden de arabieren moeten uitdrijven om niet slaags te raken met een grote buitenlandse [sic!] bevolking.

1914-1918 Eerste Wereldoorlog

1915 Mac Mahon (Gr.Br.) beloofd de sherif van Mekka onafhankelijkheid voor alle gebieden met een arabische cultuur die de Ottomanen ontnomen zouden worden.

1916 Sykes/Picot – geheime overeenkomst tussen Engeland en Frankrijk over de verdeling van de Ottomaanse buit. Een gebied ten Westen van de lijn Damascus, Homs/Hama bleef binnen de Franse invloedsfeer. Lloyd George dringt aan op kolonisering door de Zionistische Beweging uit persoonlijk wantrouwen en verachting voor Arabieren en Mohammedanen zoals hij de Palestijnen noemt.

1917 Balfour Verklaring

1918 Palestina bezet door de geallieerden onder Allenby.

1919 Het eerste Palestijnse nationale Congres in Jeruzalem verwerpt de Balfour Verklaring en eist onafhankelijkheid, zoal beloofd in 1915

- Vredesconferentie in Parijs. De zionistische commissie presenteert een kaart die aangeeft hoe, volgens de zionisten, de grenzen van de joodse staat (omvattende grote delen van Egypte, Jordanië, Libanon en Syri&euml zouden moeten liggen. Zij wil dat in Palestina zoveel mogelijk arabieren overreed moeten worden om te emigreren. Churchill schrijft daarover: “There are jews, whom we are pledged to introduce into Palestine and who take it for granted that the local population will be cleared out to suit their convenience”.

1920 Groot Britannië wordt het mandaat over Palestina toegewezen.

1922 Een Britse volkstelling geeft aan dat de Palestijnse bevolking bestaat voor 78% uit moslims, 11% joden, en 9,6% christenen. Totaal aantal inwoners: 757.182.

1925 In Parijs wordt de Revisionistische Partij opgericht met als doel, een joodse staat te stichten in Palestina én Transjordanië.

1929 Ongeregeldheden over aanspraken op de klaagmuur in Jeruzalem, door de Britten bloedig onderdrukt.

1931 Volkstelling in Palestina geeft 1.03.000 inwoners aan, waarvan 16,9% joden.

1936-1939 Talrijke provocerende terroristische aanslagen door zionistische organisaties op Palestijnse burgers. Vervolgens breekt een Palestijnse opstand uit tegen het toelaten van duizenden joodse immigranten door de Britten. Deze wordt door hen bloedig onderdrukt ten koste van 30.000 á 40.000 Palestijnse doden

1937 Commissie Peel beveelt de verdeling van Palestina aan, waarvan 33% als joodse staat wordt aangewezen. Een gedeelte van de Palestijnse bevolking moet van deze staat worden overgeplaatst. Dit is onaanvaardbaar voor de Palestijnen. Vervolgens heffen de Britten alle Palestijnse politieke organisaties op, deporteren vijf van hun leiders en stellen militaire rechtbanken in tegen opstand door Palestijnen.

1938 Zionistische bommen doden 119 Palestijnen, Palestijnse bommen doden 8 joden.

1939 Zionistenleider Jabotinsky schrijft: “de Arabieren moeten ruimte maken voor de joden in Eretz Israël. Het was mogelijk om de Baltische volken over te plaatsen (door Stalin), het is ook mogelijk om de Palestijnse Arabieren te verhuizen.”

- Het Britse Lagerhuis keurt een “White Paper” goed dat onder voorwaarden Palestina na 10 jaar onafhankelijkheid wil verlenen en de immigratie regelt van jaarlijks 15.000 joden voor de komende 5 jaar. In 1943 wordt dit vijfjaren plan verlengd.

1939-1945 Tweede Wereldoorlog

1947 Op 29 november nemen de VN Resolutie 181 aan die Palestina verdeelt. Daarbij wordt meer dan de helft van het gebied, inclusief de Negev woestijn, geschonken aan slechts een derde van de bevolking die hoofdzakelijk in de steden, zoals Tel Aviv woonden. In deze steden woonden overigens evenveel joden als Palestijnen. Bij een rechtvaardige beslissing zouden de eerstgenoemde slechts 10% van het land toegewezen gekregen hebben. Om deze reden was de meerderheid van de Palestijnse bevolking en de Arabische Liga tegen. Vanaf die datum begint de massaverdrijving van de inheemse bevolking door de joden. Tot 14 mei 1948 eigenden de zionisten zich nog eens ruim 20% extra van het aan de Palestijnen toegewezen gebied toe. Resultaat: de helft van de inheemse bevolking van geheel Palestina werd verdreven, de helft van hun dorpen en steden verwoest. Vrijwel niemand kon ooit terugkeren. Etnische zuiveringen zijn zeer ernstige misdaden tegen de menselijkheid en strafbaar volgens internationaal recht.

[deel 1]

07-01-2009, 23:41


- In december wordt de vrijhaven Haifa door zionistische troepen ingenomen.

1947-1948 Afspraken tussen het zionistische bestuur en koning Abdullah om 20% van het mandaatgebied Palestina te laten aan Jordanië.

1948 Het plan Dalet voor de systematische niets en niemand ontziende etnische zuiveringen van Palestina treedt in werking. Geen enkel dorp mocht gespaard worden. De orders waren duidelijk: “the principal objective of the operation is the destruction of Arab villages… [and] the eviction of the villagers so that they would become an economic liability for the general Arab forces.”

- 9 januari De eerste eenheid van betekenis van het Arabische vrijwilligers bevrijdingsleger, ALA, trekt dat deel van Palestina binnen dat de VN hadden aangewezen als toekomstige Arabische Staat. Zij organiseerden direct daar het gewapende verzet tegen de optrekkende joodse troepen. Slechts in enkele gevallen overschreden zij de demarcatielijn en vielen joodse konvooien en nederzettingen aan.

- 1 april De eerste gecoördineerde operatie van joodse strijdgroepen volgens het plan Dalet neemt een aanvang.

- 9 april Eerste massaslachting door joodse troepen in Deir Yassin

- 22 april Haifa etnisch gezuiverd. Bevolking wordt de zee in gedreven. Britten staan erbij en kijken er naar.

- 26-30 april Zionistische troepen vallen Jeruzalem, dat een internationale status had, binnen.

- 6 mei Accra valt na een zware belegering. Door het infecteren van de waterbronnen, met typhus, door de zionisten geeft de stad zich over.

- 13 mei Het door de VN aan de Palestijnen toegewezen Jaffa, wordt door de zionistische troepen veroverd.

- 14 mei De joodse staat verklaart zich , onder de naam Israël, onafhankelijk

- 15 mei Enige landen van de Arabische Liga schieten aarzelend de Palestijnen te hulp die reeds veel van hun terrein hadden moeten prijsgeven.

- 17 september VN bemiddelaar Graaf Folke Bernadotte vermoord door joodse terroristen onder het commando van Yitzhak Shamir

- 4 november VN nemen resolutie 194 aan die het recht op terugkeer vaststelt voor de Palestijnse vluchtelingen. In deze maand begint Israël op Libanees grondgebied dorpelingen te verdrijven.

1949 Wapenstilstanden door Israël gesloten met achtereenvolgens Egypte (24/2), Libanon (23/3), Jordanië (3/4) en Syrië (20/7). Daarna valt Israël, onder het voorwendsel van “infiltraties” door (meestal ongewapende) Palestijnse verdrevenen, deze landen regelmatig binnen.

- Mei: Israël voorwaardelijk (onder de belofte alle voorgaande resoluties na te komen) tot de VN toegelaten.

1954 Israëliërs voeren als eersten een vliegtuigkaping uit op een Syrisch verkeersvliegtuig.

1956 Israël valt, samen met Engeland en Frankrijk, Egypte aan (Suez Oorlog)

1958 Oprichting Al Fatah

1964 Oprichting van de PLO

1967 Israël begint, na 16 jaar voorbereiding, de aanval op Egypte, Jordanië en Syrië (Juni oorlog) Bloedbad in Kunaitra (Syri&euml. De Sinaï, Gaza, de Golan hoogte en Jordaans Palestina veroverd.

Op 22 november wordt resolutie 242 door de Veiligheidsraad aangenomen waarin bepaald wordt dat alle in de Juni oorlog veroverde gebieden tot bezet gebied verklaard worden, waaruit Israël zich zal moeten terugtrekken.

1969 Op 25 juni vermeldt The Times een uitspraak van Moshe Dayan: “Over de huidige staakt- het- vuren- linies liggen nieuwe in het verschiet. Zij strekken zich uit voorbij Jordanië, misschien tot Libanon, en misschien wel tot centraal Syrië.”

1973 Mislukte heroveringsoorlog door Egypte (Sina&iuml en Syrië (Golan).

- VN resolutie 3070 aangenomen: een herbevestiging van “het recht dat een volk heeft, te strijden voor zijn bevrijding… inclusief gewapende strijd en veroordeelt elke regering die het recht op zelfbeschikking en onafhankelijkheid van een volk niet erkent…het Palestijnse volk daarbij inbegrepen”.

1974 PLO door de VN als vertegenwoordiger van het Palestijnse volk geaccepteerd

1975 Begin van Israëlische luchtaanvallen op Palestijnse vluchtelingenkampen in Libanon. Uiteindelijk doel: de ontvolking van Zuid Libanon.

- Op 10 november neemt de Algemene Vergadering van de VN een resolutie aan die bepaalt dat “zionisme” een vorm van racisme en raciale discriminatie is.

1978 Camp David akkoorden. Vrede met Egypte, Israël ontruimt de Sinaï

1980 Israël beschikt over atoomwapens

1981 Israël bombardeert Osirak (Irak) om haar eigen atoombommonopolie niet kwijt te raken.

1982 Israël valt Libanon binnen en verovert West Beiroet. PLO wordt verdreven. Poging van Israël om er een christelijk bewind in te voeren. Israël trekt zich terug tot Zuid Libanon. Shi’itische bevolking, die weinig sympathie koestert voor de Palestijnse vluchtelingen, wordt door Israël vijandig bejegend. Christen-falangistische troepen richten, met welwillende medewerking van de Israëlische bezetters, een bloedbad aan in de Palestijnse vluchtelingenkampen Sabra en Shatila.

1984 VN resolutie 39/95B paragraaf 1(over de bescherming van burgers in bezet gebied): de artikelen 49 en 147 (verbiedt de transfer van delen van de eigen burgerbevolking náár, en de onteigening ván bezet gebied) van de Vierde Geneefse Conventie worden van toepassing verklaard op de in 1967 door Israël bezette Palestijnse en Arabische gebieden, inclusief Oost-Jeruzalem. Alleen Israël stemde tegen. Onthoudingen: geen

1985 Israël bombardeert Tunis – 80 doden.

1987 Oprichting van Hamas als sociale instelling voor hulpverlening aan behoeftige Palestijnen.

- Op 9 december breekt Intifada (stenen werpen) uit in Gaza. Premier Yitzhak Rabin reageert met massa-arrestaties en het breken van botten van de demonstrerende Palestijnen.

1988 Op 15 november roept de PLO de staat Palestina uit met de grenzen langs de bestandslijnen van 1949 en Oost Jeruzalem als hoofdstad.

1991 Conferentie in Madrid. Palestijnse delegatie geweerd. Twee Palestijnen worden daarop in de Jordaanse delegatie opgenomen. Premier Shamir verkrijgt van James Baker, de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, de belofte dat er geen Palestijnse Staat zou komen.

1993 Oslo akkoorden, zonder garanties van de grote mogendheden om de Palestijnen zo nodig terzijde te staan en voor Israël minstens de handhaving van de status quo.

1994 Op 25 februari vermoordt Baruch Goldstein 29 biddende Palestijnen

Op 6 april, eerste zelfmoordaanslag als vergelding daarvoor.

2000 Aanbod in Camp David van Israëlische premier Ehut Barak: 90% van Palestina voor Israël en 10% voor de Palestijnen

2004 Nadat premier Sharon aangekondigd heeft dat hij president Yasser Arafat zal laten liquideren, sterft de laatste kort daarna onder nog niet opgehelderde omstandigheden.

2006 Hamas neemt als politieke partij deel aan de verkiezingen en wint. Onder druk van Israël en de VS, plaatst de Europese Unie vervolgens Hamas op de EU lijst van terroristische organisaties en stelt een volledige boycot in.

Israël trekt de Gaza strook in en vernielt er de belangrijkste bruggen en de enige electriciteitscentrale.

Vervolgens trekt Israël, volgens een van te voren beraamd plan, Libanon binnen, bombardeert Westelijk Beiroet plat, evenals het vliegveld en een olieraffinaderij, daarbij een grote milieuramp veroorzakend. De feiten tonen aan dat de aanvallen en vernielingen zijn gericht op de shi’itische bevolking.

2007 Al Fatah probeert, op aandringen van Israël en de VS, gewapenderhand Hamas in de Gazastrook te verslaan. Hamas ontwapent de Fatah troepen en neemt de volledige leiding in Gaza over. Op de Westelijke Jordaanoever neemt Fatah onder leiding van Mahmoud Abbas de controle volledig over door Hamas ministers en parlementsleden te arresteren en de gekozen burgermeesters te ontslaan.

Aanbevolen verdiepende literatuur:

Fouzi El-Asmar, Een Arabier uit Israël, Cypres Amstelveen 1985, ISBN 90 71261 01 8

Ilan Pappe, The Ethnic Cleansing of palestine, One World Oxford 2006, ISBN 13: 978-185168-555-4

Egbert Talens, Een bijzondere relatie, Het conflict Israël-Palestina nader bekeken 1897-1993, Aspekt Soesterberg, ISBN 90 5911 222 9

[deel 2]