Bekijk volle/desktop versie : De mensen van geduld



Pagina's : [1] 2

12-12-2008, 08:51
De mensen van geduld lijken te zijn verdwijnen.

Als ik de verhalen van vroeger en van nu leesen hoor en ik leg ze naast elkaar neer. Verbaast het me hoe ongeduldig mensen zijn geworden. Maar ook het geduld dat onze ouders met elkaar hebben gehad.

Denk dat het gebrek aan geduld het grootste gevaar voor elke relatie is. Herkent nog iemand dit?

12-12-2008, 08:52


geduld is tegenwoordig ver te zoeken

12-12-2008, 08:56
Verloedering van de maatschappij...

Wij leven nu heel gehaast, alles moet snel gebeuren... en geduld is veelal ver te zoeken...

12-12-2008, 08:57

Citaat door Jedwane:
De mensen van geduld lijken te zijn verdwijnen.

Als ik de verhalen van vroeger en van nu leesen hoor en ik leg ze naast elkaar neer. Verbaast het me hoe ongeduldig mensen zijn geworden. Maar ook het geduld dat onze ouders met elkaar hebben gehad.

Denk dat het gebrek aan geduld het grootste gevaar voor elke relatie is. Herkent nog iemand dit?


heeft niets met geduld te maken maar met overlevingskansen.
als je als vrouw ongelukkig was en je wilde weg bij je man: waar ging je heen? je was ten dode opgeschreven.wat ging je eten? waar ging je wonen? nergens dus moest je wel "geduld"hebben. Nu..nu niet..nu is er blijf van me lijf huis, sociale dienst, de man moet oprotten uit huis, alimentatie etc etc etc.

12-12-2008, 09:01


Neem het geduld dit verhaal te lezen

Vele jaren geleden leefde er eens een man, die een zoon had met een mooi uiterlijk en een grote begaafdheid. Hij ging naar school en leerde daar met buitengewoon veel vlijt alles wat men hem onderwees, en had altijd dorst naar nog meer kennisl

Toen hij de leeftijd van een man bereikt had, koos zijn vader een vrouw voor hem uit, met wie hij trouwde. Nauwelijks had men de bruiloft op passende wijze gevierd, of de vader van de jongeman stierf. Hij werd begraven en men rouwde veertig dagen lang om hem; toen zette zijn zoon zijn studie weer voort. Eén van zijn studiegenoten, die uit een ver land was teruggekeerd, vertelde hem dat in het land waar hij was geweest de beroemdste en meest volmaakte heilige woonde, in één woord: het voorbeeld van wetenschap en deugdzaamheid van zijn tijd. Daarop nam de jongeman ogenblikkelijk het besluit zich in dat land te gaan vestigen en les te nemen bij de beroemde en heilige man.

Hij ging dadelijk naar huis, pakte zijn sandalen, zijn reistas, wat spullen en een wandelstok en ging op weg naar het verre land, om bij de beroemde meester in de leer te gaan.

Veertig dagen en veertig nachten liep hij aan een stuk door en bereikte eindelijk het land, waarnaar zijn geest op zoek was. Hij vond de beroemde meester al spoedig en stelde zich aan hem voor. De meester, die een smidse had en daarin werkte, vroeg hem: "Wat wil je jongeman?" - "Het Weten leren," antwoordde hij. De smid gaf hem de blaasbalg en beval hem te trekken. De leerling trok en liet de blaasbalg op bevel van de meester weer los, om zo het vuur in de smidse aan te wakkeren.

Een dag, een week, een maand, een jaar en nog meer jaren gingen zo voorbij, zonder dat iemand met hem sprak en waarin hij steeds dezelfde handeling herhaalde. Wel zag hij mensen langs de smidse komen, die zijn meester vragen stelden en van hem antwoord kregen. Weer anderen kregen van de meester een bepaalde taak; zij bleven in de smidse en ook zij moesten een bepaalde handeling dag in dag uit herhalen, en ze deden dat net als hij, zonder vermoeid te raken, zonder een woord te wisselen en zonder ook maar ooit te klagen. Zo gingen tien jaar voorbij.

Toen was het geduld van de jongeman op en waagde hij het de meester te vragen: "Meester?" - "Wat wil je?" antwoordde de smid, en hij zei: "Het weten!" - "Trek aan je blaasbalg!" was het antwoord van de smid en ging door met zijn werk, zonder zich te laten ophouden.

Het enige plezier van dejongeman was, als hij uitgeput van zijn dagelijkse werk, zijn karige kostje in zijn kamertje at en in de boeken las, die de meester of zijn kameraden hem hadden geleend. Zwijgen was de leefregel, zowel in de smidse als in zijn kamer. Niemand sprak met hem en hij sprak met niemand. Als hij iets wilde weten over een bepaald punt van de grammatica, het recht of de Koranuitlegging, dan was het hem toegestaan zijn vraag op een briefje te schrijven en bij het binnengaan van de smidse het papier aan zijn meester te overhandigen. De meester wierp het briefje of in het vuur, of hij stak het in de plooien van zijn tulband. Als hij het briefje in het vuur wierp, dan betekende dat, dat de vraag geen antwoord waard was, maar als hij het in de plooien van zijn tulband stak, dan vond de jongeman 's avonds als hij thuis kwam het antwoord van zijn meester aan het hoofdeinde van zijn bed, geschreven in gouden letters. Zo ging de meester met al zijn leerlingen te werk, zonder ooit een van hun briefjes te lezen: of hij verbrandde ze, of hij bewaarde ze in de plooien van zijn tulband.

Er waren precies twintig jaar voorbijgegaan, sinds onze jongeman in de smidse was; toen kwam de meester naar hem toe en sprak: "Je kunt nu naar je land terugkeren, jongeman. Het Weten dat je zoekt heet Geduld."

Toen hij in zijn vaderland kwam, verwonderde hij zich erover, dat hij zo weinig van de wereld wist, hij, die er zo veel van geweten had voordat hij bij de meester in de leer was gegaan.

Eindelijk kwam hij bij zijn huis, en hij verheugde zich op de vreugde van zijn vrouw over zijn terugkeer. Voordat hij echter aan de deur klopte, keek hij door een vensterluik zijn huis binnen. O, wat een schrik, wat zag hij daar! Wat zagen zijn ogen nu! Zijn vrouw zat daar op een tapijt, geleund tegen een stapel kussens. Naast haar zat een jonge, knappe man en ze praatten en lachten samen en brachten de tijd uiterst aangenaam door.

De reiziger nam een pijl uit zijn koket, spande zijn boog en maakte zich gereed zijn vrouw en de jongeman met een pijl te doorboren, toen het woord 'geduld' van de meester hem te binnen schoot. Hij klopte op de deur en er werd opengedaan; het was dezelfde jongeman die hij door het luik bij zijn vrouw had zien zitten. Hij ging de salon in. Zijn vrouw, die hem herkende, snelde hem stralend van vreugde tegemoet en riep de jongeman toe: "Ahmed, mijn zoon, dit is je vader!"

De man knielde neer met zijn gezicht naar Mekka, raakte met zijn voorhoofd de aarde aan en riep: "Allah, twintig jaar lang heb ik geleerd geduld te oefenen en het scheelde maar een haar of ik had zojuist mijn zoon gedood! Hoe onberekenbaar is onze zwakheid, en hoe oneindig is uw wijsheid! Hoe onuitputtelijk uw barmhartigheid!"

Zouden er nog zo'n mensen zijn?

12-12-2008, 09:21

Citaat door intissare:
Mooi verhaal


Denk je dat er nog zulke mensen zijn?

12-12-2008, 09:28

Citaat door intissare:
Ik heb geen idee, ik wijs maar even naar mezelf. Ik heb totaal geen geduld. Mijn moeder heeft veel geduld maar ik denk niet dat ze zoveel geduld heeft als deze man .

Wat denk jij?


En wat dacht je van die vrouw

12-12-2008, 09:37

Citaat door intissare:
Mijn excuses,, haar rol heb ik over het hoofd gezien, focuste me enkel op zijn rol..
Om toch maar te antwoorden op jouw vraag, ik denk niet dat er zulke mensen bestaan.


Ohja je vroeg mij. Elke generatie wordt zwakker nu. Dus als er zulke mensen bestaan zijn ze zeker met minder en zijn ze niet opgegroeid in het westen.

Misschien in de bergen van Marokko

12-12-2008, 09:38

Citaat door Jedwane:
Neem het geduld dit verhaal te lezen

Vele jaren geleden leefde er eens een man, die een zoon had met een mooi uiterlijk en een grote begaafdheid. Hij ging naar school en leerde daar met buitengewoon veel vlijt alles wat men hem onderwees, en had altijd dorst naar nog meer kennisl

Toen hij de leeftijd van een man bereikt had, koos zijn vader een vrouw voor hem uit, met wie hij trouwde. Nauwelijks had men de bruiloft op passende wijze gevierd, of de vader van de jongeman stierf. Hij werd begraven en men rouwde veertig dagen lang om hem; toen zette zijn zoon zijn studie weer voort. Eén van zijn studiegenoten, die uit een ver land was teruggekeerd, vertelde hem dat in het land waar hij was geweest de beroemdste en meest volmaakte heilige woonde, in één woord: het voorbeeld van wetenschap en deugdzaamheid van zijn tijd. Daarop nam de jongeman ogenblikkelijk het besluit zich in dat land te gaan vestigen en les te nemen bij de beroemde en heilige man.

Hij ging dadelijk naar huis, pakte zijn sandalen, zijn reistas, wat spullen en een wandelstok en ging op weg naar het verre land, om bij de beroemde meester in de leer te gaan.

Veertig dagen en veertig nachten liep hij aan een stuk door en bereikte eindelijk het land, waarnaar zijn geest op zoek was. Hij vond de beroemde meester al spoedig en stelde zich aan hem voor. De meester, die een smidse had en daarin werkte, vroeg hem: "Wat wil je jongeman?" - "Het Weten leren," antwoordde hij. De smid gaf hem de blaasbalg en beval hem te trekken. De leerling trok en liet de blaasbalg op bevel van de meester weer los, om zo het vuur in de smidse aan te wakkeren.

Een dag, een week, een maand, een jaar en nog meer jaren gingen zo voorbij, zonder dat iemand met hem sprak en waarin hij steeds dezelfde handeling herhaalde. Wel zag hij mensen langs de smidse komen, die zijn meester vragen stelden en van hem antwoord kregen. Weer anderen kregen van de meester een bepaalde taak; zij bleven in de smidse en ook zij moesten een bepaalde handeling dag in dag uit herhalen, en ze deden dat net als hij, zonder vermoeid te raken, zonder een woord te wisselen en zonder ook maar ooit te klagen. Zo gingen tien jaar voorbij.

Toen was het geduld van de jongeman op en waagde hij het de meester te vragen: "Meester?" - "Wat wil je?" antwoordde de smid, en hij zei: "Het weten!" - "Trek aan je blaasbalg!" was het antwoord van de smid en ging door met zijn werk, zonder zich te laten ophouden.

Het enige plezier van dejongeman was, als hij uitgeput van zijn dagelijkse werk, zijn karige kostje in zijn kamertje at en in de boeken las, die de meester of zijn kameraden hem hadden geleend. Zwijgen was de leefregel, zowel in de smidse als in zijn kamer. Niemand sprak met hem en hij sprak met niemand. Als hij iets wilde weten over een bepaald punt van de grammatica, het recht of de Koranuitlegging, dan was het hem toegestaan zijn vraag op een briefje te schrijven en bij het binnengaan van de smidse het papier aan zijn meester te overhandigen. De meester wierp het briefje of in het vuur, of hij stak het in de plooien van zijn tulband. Als hij het briefje in het vuur wierp, dan betekende dat, dat de vraag geen antwoord waard was, maar als hij het in de plooien van zijn tulband stak, dan vond de jongeman 's avonds als hij thuis kwam het antwoord van zijn meester aan het hoofdeinde van zijn bed, geschreven in gouden letters. Zo ging de meester met al zijn leerlingen te werk, zonder ooit een van hun briefjes te lezen: of hij verbrandde ze, of hij bewaarde ze in de plooien van zijn tulband.

Er waren precies twintig jaar voorbijgegaan, sinds onze jongeman in de smidse was; toen kwam de meester naar hem toe en sprak: "Je kunt nu naar je land terugkeren, jongeman. Het Weten dat je zoekt heet Geduld."

Toen hij in zijn vaderland kwam, verwonderde hij zich erover, dat hij zo weinig van de wereld wist, hij, die er zo veel van geweten had voordat hij bij de meester in de leer was gegaan.

Eindelijk kwam hij bij zijn huis, en hij verheugde zich op de vreugde van zijn vrouw over zijn terugkeer. Voordat hij echter aan de deur klopte, keek hij door een vensterluik zijn huis binnen. O, wat een schrik, wat zag hij daar! Wat zagen zijn ogen nu! Zijn vrouw zat daar op een tapijt, geleund tegen een stapel kussens. Naast haar zat een jonge, knappe man en ze praatten en lachten samen en brachten de tijd uiterst aangenaam door.

De reiziger nam een pijl uit zijn koket, spande zijn boog en maakte zich gereed zijn vrouw en de jongeman met een pijl te doorboren, toen het woord 'geduld' van de meester hem te binnen schoot. Hij klopte op de deur en er werd opengedaan; het was dezelfde jongeman die hij door het luik bij zijn vrouw had zien zitten. Hij ging de salon in. Zijn vrouw, die hem herkende, snelde hem stralend van vreugde tegemoet en riep de jongeman toe: "Ahmed, mijn zoon, dit is je vader!"

De man knielde neer met zijn gezicht naar Mekka, raakte met zijn voorhoofd de aarde aan en riep: "Allah, twintig jaar lang heb ik geleerd geduld te oefenen en het scheelde maar een haar of ik had zojuist mijn zoon gedood! Hoe onberekenbaar is onze zwakheid, en hoe oneindig is uw wijsheid! Hoe onuitputtelijk uw barmhartigheid!"

Zouden er nog zo'n mensen zijn?



damn 20 jaar lang droog staan.

12-12-2008, 09:57

Citaat door intissare:
Mijn excuses,, haar rol heb ik over het hoofd gezien, focuste me enkel op zijn rol..
Om toch maar te antwoorden op jouw vraag, ik denk niet dat er zulke mensen bestaan.


Als men tegenwoordig een weekje weg is, woont er al iemand anders in

12-12-2008, 10:05

Citaat door intissare:

Daar zelfs denk ik van niet. Denk je dat alleen het westen zich ontwikkeld?
Zelfs daar vergaat het geduld denk ik als sneeuw voor de zon.

Moest daar spontaan om lachen, hoezo in de bergen


Ja was maar een voorbeeld, maar bedoel mensen die niet zijn gebrainwasht door tv internet enz.

12-12-2008, 10:06

Citaat door Just_Khalid:
heeft niets met geduld te maken maar met overlevingskansen.
als je als vrouw ongelukkig was en je wilde weg bij je man: waar ging je heen? je was ten dode opgeschreven.wat ging je eten? waar ging je wonen? nergens dus moest je wel "geduld"hebben. Nu..nu niet..nu is er blijf van me lijf huis, sociale dienst, de man moet oprotten uit huis, alimentatie etc etc etc.


Helemaal mee eens.
Deze samnenleving is tevens gecompliceerder en in een hogere versnelling als vroeger... misschien kan het ook daarmee te maken hebben.. (?)

12-12-2008, 10:11



Citaat door Jedwane:
Als men tegenwoordig een weekje weg is, woont er al iemand anders in



ik denk niet dat iemand die godvrezend is, zo snel toegeeft aan zn lusten.

12-12-2008, 10:11

Citaat door ApolloniA:
Helemaal mee eens.
Deze samnenleving is tevens gecompliceerder en in een hogere versnelling als vroeger... misschien kan het ook daarmee te maken hebben.. (?)


Nog iemand die denkt dat de wereld zich verder heeft ontwikkeld. de mensheid is achteruit gegaan, alle grote geleerden hebben vroeger geleefd.

Deze mensen leefden langer en hebben dus meer levenservaring opgebouwd daardoor weten ze wat belangrijk is, nu jij.

12-12-2008, 10:16

Citaat door elle_femme:
ik denk niet dat iemand die godvrezend is, zo snel toegeeft aan zn lusten.


Kijk uit het voorbeeld van de vrouw zijn twee dingen te halen.

1. ze vertrouwd haar man
2. ze heeft een grenzenloos geduld

Bedoel te zeggen als de man tegenwoordig 1 week wegblijft denkt ze gelijk dat hij een ander heeft.

Pagina's : [1] 2