Bekijk volle/desktop versie : agente huilt, tiert, loopt weg en hoort vrijspraak eisen



11-12-2008, 08:24
Van onze verslaggever Peter de Graaf

gepubliceerd op 10 december 2008 07:56, bijgewerkt op 10 december 2008 08:39

BREDA - Agente werd verdacht van medeplichtigheid bij diefstal van hennep uit een politiebureau.

Het gebeurt zelden dat een verdachte binnen het half uur twee keer huilend en tierend de rechtszaal verlaat. En het gebeurt ook niet zo vaak dat de officier van justitie geen strafeis formuleert, maar vrijspraak vraagt.

Het gebeurde allemaal dinsdag voor de rechtbank in Breda. Een 30-jarige politieagente staat terecht voor diefstal van 17 kilo hennep uit een politiebureau in Tilburg vorig jaar. Haar voormalige vriend is daarvoor reeds veroordeeld. Hij heeft verklaard hulp te hebben gekregen van de agente. Zij zou hem hebben getipt over de voorraad hennep, in beslag genomen bij een inval. Zij zou hem zelfs de sleutel van de garage hebben gegeven, om te kopiëren. En hij zou haar daarvoor 500 euro hebben gegeven. Later trok hij die belastende verklaringen echter in.

De agente, die inmiddels is ontslagen, heeft steeds ontkend. Wel kan het zijn, zo vertelt ze de rechtbank, dat ze eens ‘onbewust’ tegen haar vriend heeft gezegd dat de hennep op het politiebureau lag.

Maar als een van de rechters doorvraagt, breekt ze in snikken uit. ‘Niemand gelooft wat ik zeg’, roept ze. ‘Meneer de crimineel wordt wel geloofd, ik niet. Ik kan hier niet meer tegen.’ Op verzoek van de advocaat wordt geschorst en hevig geëmotioneerd verlaat ze de rechtszaal.

Als de zaak verder gaat, heeft diezelfde rechter haar snel weer op de kast. In een sms’je is het woord ‘plat’ gevallen. ‘Staat dat niet voor platte diender, een corrupte diender’, wil hij weten. De verdachte zegt van niets te weten. ‘Ach mevrouw, u werkt bij de politie, iedereen weet dat toch’, vervolgt de rechter. De verdachte barst weer in huilen uit: ‘Dit is uitlokking.’ Ze staat op en beent de rechtszaal uit: ‘Ik kom hier niet meer terug, ze kunnen de pot op.’

Haar advocaat weet haar om te praten. Dan zorgt de officier van justitie voor een verrassing. ‘Een heel moeilijke zaak’, vindt ze het. Maar als ze alles op een rijtje zet, concludeert ze dat er onvoldoende bewijs is. Ze vraagt vrijspraak. Wel vindt ze dat de verdachte ‘verschrikkelijk naïef’ is geweest.





bron