De moslim en vrede
Vrede is een belangrijk onderdeel van het leven van de oprechte moslim. Voor het overzicht hebben wij deze vrede ingedeeld in drie categorieën en wij zullen kort ingaan op elk van deze drie categorieën. De indeling is als volgt:
1. Individuele vrede
2. Vrede t.a.v. de buren
3. Vrede t.a.v. de buitenwereld
Individuele vrede bezit een persoon wanneer hij alles vermijdt wat hem hiervan zal doen ontvreemden en wat schadelijk is voor het lichaam en de geest. Door dit schadelijke te vermijden, slaat men de veilige weg in die eeuwige individuele vrede garandeert. Met het schadelijke wordt al hetgeen bedoeld dat door God (Allah) verboden is gesteld. Door dit te vermijden en door de geboden en verboden van God (Allah) in acht te nemen, bereikt men deze individuele rust en vrede. Achter elk gebod gaat namelijk een immense wijsheid schuil, waar wij soms van op de hoogte zijn en soms niet. Toch wordt deze wijsheid naderhand vaak heel duidelijk, zeker na een beproeving. De overtuiging dat achter elk gebod en verbod een immense wijsheid geschuild gaat hebben wij, omdat Degene Die deze geboden en verboden heeft geopenbaard tevens Degene is Die ons heeft geschapen. Hij is aldus de Alwetende over wat het beste is voor Zijn dienaren. God (Allah) zegt in de Koran:
'Weet Degene Die geschapen heeft dan niet? En Hij is de Meest Vriendelijke, de Alwetende.'
(Hoofdstuk al-Moelk: 14)
Een essentieel onderdeel van de ontwikkeling die leidt tot individuele vrede is het vergaren van kennis. Het vergaren van kennis over de zaken in dit leven die schadelijk zijn, maar ook over de mooie zaken die ervoor zorgen dat men individuele vrede bereikt, wordt sterk aanbevolen door God (Allah) en Zijn gezanten.
De tweede soort vrede is vrede t.a.v. de buren. In de Islam is dit een belangrijke zaak, zoals onze geliefde Profeet - moge de vrede en zegeningen van God (Allah) op hem rusten - heeft verduidelijkt middels zijn uitspraken en handelingen. Hij - moge de vrede en zegeningen van God (Allah) op hem rusten - heeft bijvoorbeeld gezegd:
'Bij God (Allah), hij gelooft niet. Bij God (Allah), hij gelooft niet.'
Zijn metgezellen vroegen: 'Wie, o boodschapper van God (Allah)?' Hij - moge de vrede en zegeningen van God (Allah) op hem rusten - antwoordde:
'Degene die zijn buur niet veilig stelt van zijn slechtheden.'
(Overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim)
'Degene die gelooft in God (Allah) en de Laatste Dag, dient zijn buurman geen schade te berokkenen; en degene die gelooft in God (Allah) en de Laatste Dag, dient zijn gast te eren; en degene die gelooft in God (Allah) en de Laatste Dag, dient het goede te zeggen of anders te zwijgen.'
(Overgeleverd door al-Boekhaarie)
Tevens zegt God (Allah) in de Koran over goed buurschap:
'Aanbid God (Allah), ken geen deelgenoten aan Hem toe en wees goed voor de ouders, de verwanten, de wezen, de behoeftigen, de verwante buur en de niet-verwante buur.'
(Hoofdstuk an-Nisaa: 36)
Ook de metgezellen van de Profeet - moge de vrede en zegeningen van God (Allah) op hem rusten - probeerden dit belangrijke onderdeel van onze religie in praktijk te brengen. De metgezel 'Abdoellah ibn 'Oemar slachtte op een dag een schaap, waarna hij zei: 'Geef onze joodse buurman hier wat van.'
Ook Maalik ibn Dienaar - iemand die leefde in de tijd van de metgezellen van de Profeet - had een joodse buurman. Deze buurman had zijn badkamer verplaatst naar het gedeelte van zijn huis dat grensde aan het huis van Maalik. Omdat de muur in slechte staat was, werd het huis van Maalik elke keer als de buurman de badkamer had gebruikt, vies. Iedere dag maakte Maalik zijn huis schoon en verder zweeg hij hier over en was hij geduldig. Na een lange tijd had de buurman er genoeg van en zei hij tegen Maalik: 'O Maalik, ik heb jou schade berokkend en je bleef geduldig, waarom heb je mij hier niets over gezegd?' Maalik antwoordde: 'De Profeet - moge de vrede en zegeningen van God (Allah) op hem rusten - heeft gezegd:
'Djibriel (Gabriël) bleef het goed behandelen van de buur bevelen, totdat ik dacht dat hij hem tot erfgenaam zou maken.'
(Overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim)
Hierna had de jood spijt en bekeerde zich tot de Islam.
Het derde soort vrede, namelijk vrede t.a.v. de buitenwereld, wordt in vele verzen van de Koran zeer benadrukt. Een paar voorbeelden hiervan; God (Allah) zegt in de Edele Koran:
'O mensheid, Wij hebben jullie voorzeker geschapen uit een man en vrouw en Wij hebben van jullie volkeren en stammen gemaakt, opdat jullie elkaar zouden leren kennen.'
(Hoofdstuk al-Hoedjoeraat: 13)
'...en als zij neigen naar vrede, neig hier dan ook naar en vertrouw op God (Allah).'
(Hoofdstuk al-Anfaal: 61)
'En als één van de afgodenaanbidders jouw bescherming zoekt, bescherm hem dan, opdat hij het Woord van God (Allah) zal horen. Begeleid hem vervolgens naar een veilige plek, dit is omdat zij een volk zijn dat niet weet.'
(Hoofdstuk at-Tawbah: 6)
Deze verzen tonen aan dat van ons verwacht dat wij de vrede met anderen behouden, hoe verschillend deze anderen ook zijn en hoe erg zij ook van ons verschillen als het gaat om tradities, gewoontes, normen en waarden. God (Allah) adviseert ons hierover in de Heilige Koran:
'God (Allah) verbiedt jullie niet om goed en rechtvaardig te zijn voor degenen die jullie niet bevechten en niet uit jullie huizen jagen. Voorwaar, God (Allah) houdt van de rechtvaardigen.'
(Hoofdstuk al-Moemtahanah: 8)