atropos
25-09-2008, 20:54
Een terecht ‘taboe’
woensdag 17 september 2008 door NRC Handelsblad
Minister Ter Horst (Binnenlandse Zaken, PvdA) vindt dat politie en justitie de ‘etnische achtergrond’ van daders van misdrijven moeten registreren, zegt ze vandaag in het Nederlands Dagblad. Aanleiding was het incident in Amsterdam met ambulancepersoneel dat door Marokkaanse jeugd bedreigd werd. Is een etnische registratie een goed idee? In de politiestatistieken worden nu geboorteland en nationaliteit geregistreerd. In Nederland geboren ‘allochtonen’ blijven erbuiten. Zij zijn immers Nederlandse burgers.
Kennelijk wil de minister daar nu iets aan doen. In welk land is uw (groot)vader of (groot)moeder geboren? Op die vraag zou dan voortaan iedere verdachte Nederlandse staatsburger op het politiebureau antwoord moeten geven. Maar als dat geen aanzet tot discriminatie is, wat is het dan nog wel? Juist de overheid behoort kleurenblind te zijn.
Vorige week kreeg de minister van de Raad van State groen licht om een Verwijsindex Antillianen in gebruik te nemen. Dat is een aparte database voor jonge Antilliaanse Nederlanders die aantoonbaar overlast geven. De Raad van State vond, in tegenstelling tot de lagere bestuursrechter, dat daarbij geen sprake is van discriminatie. De problemen zijn zó ernstig dat de maatregel proportioneel is en objectief te rechtvaardigen valt, waardoor een uitzondering mogelijk is. Een betreurenswaardige uitspraak die minister Ter Horst tot een voorzichtige volgende stap verleidt. Haar argument dat problemen met etnische jongeren ‘benoemd’ moeten worden is juist, maar verplichte registratie op etnische herkomst is ongrondwettig – en bovendien overbodig.
Van de criminaliteit onder tweede en derde generatie etnische groepen bestaat immers al een duidelijk beeld. Nog in 2005 koppelde het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum de politieregisters aan CBS-statistieken. Etnische groepen produceren meer criminaliteit dan autochtonen, zo werd toen bevestigd. Antillianen staan op één: vooral met drugs- en wapendelicten en vermogensdelicten met geweld. Marokkanen staan op twee, met vermogensdelicten, bedreiging en vernieling en verstoring van de openbare orde. Surinamers zijn oververtegenwoordigd bij verkeersmisdrijven en drugs- en wapendelicten. Turken staan onderaan. Intussen wordt snel vergeten dat maar zeer weinig burgers als crimineel worden geregistreerd. In 2002 ging het om 0,9 procent van de autochtone en 2,2 procent van de allochtone Nederlanders.
Als het Ter Horst dus gaat om een gebrek aan kennis over etnische variatie bij criminaliteit, dan is dat al verholpen door de wetenschap. Die eraan toevoegt dat bij de oorzaken van criminaliteit sociale factoren – slechte scholing, huisvesting, verstedelijking, sociale achterstand, jong zijn – overlappen met etnische kenmerken. Het is de vraag wat de geboorteplaats van iemands (groot-)ouders daaraan toevoegt. Nog afgezien van het onwettelijke onderscheid naar herkomst en huidskleur. Sommige ‘taboes’ zijn in werkelijkheid rechtsbeginselen waaraan niet getornd mag worden.
bron
woensdag 17 september 2008 door NRC Handelsblad
Minister Ter Horst (Binnenlandse Zaken, PvdA) vindt dat politie en justitie de ‘etnische achtergrond’ van daders van misdrijven moeten registreren, zegt ze vandaag in het Nederlands Dagblad. Aanleiding was het incident in Amsterdam met ambulancepersoneel dat door Marokkaanse jeugd bedreigd werd. Is een etnische registratie een goed idee? In de politiestatistieken worden nu geboorteland en nationaliteit geregistreerd. In Nederland geboren ‘allochtonen’ blijven erbuiten. Zij zijn immers Nederlandse burgers.
Kennelijk wil de minister daar nu iets aan doen. In welk land is uw (groot)vader of (groot)moeder geboren? Op die vraag zou dan voortaan iedere verdachte Nederlandse staatsburger op het politiebureau antwoord moeten geven. Maar als dat geen aanzet tot discriminatie is, wat is het dan nog wel? Juist de overheid behoort kleurenblind te zijn.
Vorige week kreeg de minister van de Raad van State groen licht om een Verwijsindex Antillianen in gebruik te nemen. Dat is een aparte database voor jonge Antilliaanse Nederlanders die aantoonbaar overlast geven. De Raad van State vond, in tegenstelling tot de lagere bestuursrechter, dat daarbij geen sprake is van discriminatie. De problemen zijn zó ernstig dat de maatregel proportioneel is en objectief te rechtvaardigen valt, waardoor een uitzondering mogelijk is. Een betreurenswaardige uitspraak die minister Ter Horst tot een voorzichtige volgende stap verleidt. Haar argument dat problemen met etnische jongeren ‘benoemd’ moeten worden is juist, maar verplichte registratie op etnische herkomst is ongrondwettig – en bovendien overbodig.
Van de criminaliteit onder tweede en derde generatie etnische groepen bestaat immers al een duidelijk beeld. Nog in 2005 koppelde het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum de politieregisters aan CBS-statistieken. Etnische groepen produceren meer criminaliteit dan autochtonen, zo werd toen bevestigd. Antillianen staan op één: vooral met drugs- en wapendelicten en vermogensdelicten met geweld. Marokkanen staan op twee, met vermogensdelicten, bedreiging en vernieling en verstoring van de openbare orde. Surinamers zijn oververtegenwoordigd bij verkeersmisdrijven en drugs- en wapendelicten. Turken staan onderaan. Intussen wordt snel vergeten dat maar zeer weinig burgers als crimineel worden geregistreerd. In 2002 ging het om 0,9 procent van de autochtone en 2,2 procent van de allochtone Nederlanders.
Als het Ter Horst dus gaat om een gebrek aan kennis over etnische variatie bij criminaliteit, dan is dat al verholpen door de wetenschap. Die eraan toevoegt dat bij de oorzaken van criminaliteit sociale factoren – slechte scholing, huisvesting, verstedelijking, sociale achterstand, jong zijn – overlappen met etnische kenmerken. Het is de vraag wat de geboorteplaats van iemands (groot-)ouders daaraan toevoegt. Nog afgezien van het onwettelijke onderscheid naar herkomst en huidskleur. Sommige ‘taboes’ zijn in werkelijkheid rechtsbeginselen waaraan niet getornd mag worden.
bron