mmmohammmeddd
10-09-2008, 00:45
Eén van de manieren waarop de Islam de vrouw eert, is door haar het recht toe te kennen om zelf een echtgenoot te kiezen. Haar ouders hebben het recht niet haar te dwingen met iemand te trouwen. De gelovige vrouw kent dit recht, maar zij slaat het advies en de leiding van haar ouders niet zomaar in de wind als een potentiële gegadigde langskomt. Dit omdat haar ouders het beste met haar voor hebben en omdat zij meer levenservaring en mensenkennis hebben. Tegelijkertijd verspilt zij dit recht niet vanwege haar vader’s wensen die hem ertoe kunnen brengen dat hij zijn dochter dwingt te trouwen met iemand die zij niet wilt.
De volgende overlevering kan hier worden aangehaald: dat de vader van Al-Khansaa’ bintoe Khidaam haar uithuwde nadat zij eerder getrouwd was geweest. Zij accepteerde dit niet en ging naar de Profeet die dit huwelijk vervolgens ongeldig verklaarde. (al-Boechari)
De Islam wenst geen ondraaglijke last op de vrouw te plaatsen door haar te laten trouwen met een man waar zij niets voor voelt. Dit omdat het huwelijk volgens de Islam gebaseerd dient te zijn op wederzijdse gevoelens van aantrekking qua uiterlijk, karakter enz. Als er iets verkeerd gaat in het huwelijk, waardoor de vrouw het gevoel krijgt dat zij niet meer oprecht van haar man kan houden en zij vreest dat zij de zonde van ongehoorzaamheid tegenover haar man zal plegen, dan mag zij vragen om een echtscheiding. Dit wordt bevestigd door de volgende overlevering waarin de vrouw van Thaabit bnoe Qays naar de Profeet (vrede zij met hem) kwam en zei: “O Boodschapper ik heb niets tegen Thaabit bnoe Qays als het aankomt op zijn geloof of gedrag, maar ik ben bang dat ik (uit felle haat voor mijn man) daden van Koefr (ongeloof) zal begaan, terwijl ik moslim ben.” De Profeet zei: “Zul je hem zijn palmgaard terug geven? (dit was haar bruidschat)” Zij zei: “Ja.” De Boodschapper van Allah zei (tegen Thaabit bnoe Qays): “Neem je palmgaard terug en scheidt haar.” (al-Boechari)
De Islam beschermt de eerbaarheid en de waardigheid van de vrouw en respecteert haar wensen met betrekking tot welke man zij wilt trouwen en de rest van haar leven mee wil delen. Het is voor niemand toegestaan, wie hij dan ook is, om een vrouw te dwingen in een huwelijk met een man waar zij niets voor voelt! Er is geen duidelijker verhaal die dit kan illustreren dan het verhaal van Barirah, een Ethiopische slavin die toebehoorde aan cOetbah bnoe Aboe Lahab. cOetbah dwong haar te trouwen met een andere slaaf, Moeghieth genaamd. Zij zou nooit met hem getrouwd zijn geweest als zij vrij zou zijn. cAa’ieshah (moge Allah tevreden zijn met haar) kreeg medelijden met haar en kocht haar vrij. Toen Barirah vrij was eistte ze een echtscheiding van haar man. Haar man volgde haar huilend terwijl zij hem afwees. De Profeet (vrede zij met hem) deed een poging om te bemiddelen. Ibn cAbbas overlevert: “Barirah’s man was een slaaf, Moeghieth genaamd. Het is net alsof ik hem zie, terwijl hij achter haar aan rent en huilt, met tranen die over zijn baard vallen. De Profeet (vrede zij met hem) zei tegen cAbbas: ,,O cAbbas, vind je het niet vreemd hoeveel Moeghieth van Barirah houdt en hoeveel Barirah een hekel heeft aan Moeghieth?” De Profeet (vrede zij met hem) zei (tegen Barirah): ,,Waarom neem je hem niet terug?” Zij zei: ,,O Boodschapper van Allah, draag je mij op (dit te doen)?” Hij zei: ,,Ik probeer slechts (voor hem) te bemiddelen.” Zij zei: ,,Ik heb geen behoefte aan hem.” (al-Boechari)
De volgende overlevering kan hier worden aangehaald: dat de vader van Al-Khansaa’ bintoe Khidaam haar uithuwde nadat zij eerder getrouwd was geweest. Zij accepteerde dit niet en ging naar de Profeet die dit huwelijk vervolgens ongeldig verklaarde. (al-Boechari)
De Islam wenst geen ondraaglijke last op de vrouw te plaatsen door haar te laten trouwen met een man waar zij niets voor voelt. Dit omdat het huwelijk volgens de Islam gebaseerd dient te zijn op wederzijdse gevoelens van aantrekking qua uiterlijk, karakter enz. Als er iets verkeerd gaat in het huwelijk, waardoor de vrouw het gevoel krijgt dat zij niet meer oprecht van haar man kan houden en zij vreest dat zij de zonde van ongehoorzaamheid tegenover haar man zal plegen, dan mag zij vragen om een echtscheiding. Dit wordt bevestigd door de volgende overlevering waarin de vrouw van Thaabit bnoe Qays naar de Profeet (vrede zij met hem) kwam en zei: “O Boodschapper ik heb niets tegen Thaabit bnoe Qays als het aankomt op zijn geloof of gedrag, maar ik ben bang dat ik (uit felle haat voor mijn man) daden van Koefr (ongeloof) zal begaan, terwijl ik moslim ben.” De Profeet zei: “Zul je hem zijn palmgaard terug geven? (dit was haar bruidschat)” Zij zei: “Ja.” De Boodschapper van Allah zei (tegen Thaabit bnoe Qays): “Neem je palmgaard terug en scheidt haar.” (al-Boechari)
De Islam beschermt de eerbaarheid en de waardigheid van de vrouw en respecteert haar wensen met betrekking tot welke man zij wilt trouwen en de rest van haar leven mee wil delen. Het is voor niemand toegestaan, wie hij dan ook is, om een vrouw te dwingen in een huwelijk met een man waar zij niets voor voelt! Er is geen duidelijker verhaal die dit kan illustreren dan het verhaal van Barirah, een Ethiopische slavin die toebehoorde aan cOetbah bnoe Aboe Lahab. cOetbah dwong haar te trouwen met een andere slaaf, Moeghieth genaamd. Zij zou nooit met hem getrouwd zijn geweest als zij vrij zou zijn. cAa’ieshah (moge Allah tevreden zijn met haar) kreeg medelijden met haar en kocht haar vrij. Toen Barirah vrij was eistte ze een echtscheiding van haar man. Haar man volgde haar huilend terwijl zij hem afwees. De Profeet (vrede zij met hem) deed een poging om te bemiddelen. Ibn cAbbas overlevert: “Barirah’s man was een slaaf, Moeghieth genaamd. Het is net alsof ik hem zie, terwijl hij achter haar aan rent en huilt, met tranen die over zijn baard vallen. De Profeet (vrede zij met hem) zei tegen cAbbas: ,,O cAbbas, vind je het niet vreemd hoeveel Moeghieth van Barirah houdt en hoeveel Barirah een hekel heeft aan Moeghieth?” De Profeet (vrede zij met hem) zei (tegen Barirah): ,,Waarom neem je hem niet terug?” Zij zei: ,,O Boodschapper van Allah, draag je mij op (dit te doen)?” Hij zei: ,,Ik probeer slechts (voor hem) te bemiddelen.” Zij zei: ,,Ik heb geen behoefte aan hem.” (al-Boechari)