Als iemand de twee raka’aat soennah vóór het Fadjr-gebed mist omdat de djamaa’ah (groep) het fardh-gebed al is begonnen, dan hoort hij zich bij de groep te voegen en de twee raka’aat soennah meteen ná het verplichte Fadjr gebed te verrichten.
Qais ibn ‘Oemar (moge Allah tevreden met hem zijn) vertelde dat hij (naar de moskee) ging voor het Fadjr-gebed en dat hij daar de Profeet (v.z.m.h.) aantrof terwijl hij het fardh van het Fadjr-gebed bad. Hij (Qais ibn ‘Oemar) bad de twee raka’aat soennah van het Fadjr-gebed niet, maar deed mee aan het fardh-gebed met de Profeet (v.z.m.h.). Nadat hij het Fadjr-gebed voltooid had, stond hij op en verrichtte de twee raka’at soennah van de Fadjr (die hij gemist had).
Toen kwam de Profeet (v.z.m.h.) naar hem toe en zei: “Wat voor een gebed was dit?” Qais ibn ‘Oemar (moge Allah tevreden zijn met hem) vertelde hem alles. Daarop zweeg de Profeet (v.z.m.h.), hij zei er niets van. (Ahmad, Ibn Goesjaimah, Ibn Hibban, Aboe Dawoed, Ibn Maadjah en At-Tirmidzi)
Alle moslimgeleerden, fiqhgeleerden en hadietsgeleerden zijn het er over eens, dat telkens wanneer de Profeet Mohammed (v.z.m.h.) ‘zweeg’ over een zaak of daad die in zijn aanwezigheid plaatsvond, hij (v.z.m.h.) ermee instemde.
De plaats van het gebed
Een plaats of gebouw welke als gebedsruimte dient, wordt masdjid (moskee) genoemd.
Een hadiets overgeleverd door Aboe Hoerairah (moge Allah tevreden met hem zijn) vertelt ons dat Allah’s Boodschapper (v.z.m.h.) zei: “... de hele aarde is voor de moslims tot moskee gemaakt (zuiver en schoon) en ik ben als profeet gestuurd voor de hele wereld en de keten van het profeetschap wordt door mij voltooid. (Dit betekent dat de Profeet Mohammed (v.z.m.h.) de laatste profeet is.)” (Moeslim)
Dit houdt in, dat een moslim kan bidden waar hij ook is; maar de beloning voor het bidden in een moskee is veel groter dan voor het bidden op welke andere plaats dan ook.
Op de volgende punten moet je letten wanneer je de gebedsplek kiest.
1. De plaats moet schoon en zuiver zijn. Het gebed verrichten in een vieze, vervuilde en onreine plaats zoals een rommelhok, een slachthuis, een badplaats of een omheining waar kamelen in staan is verboden. (At-Tirmidzi, Ibn Maadjah, ‘Abd ibn Hoemaid)
2. De plaats mag geen gevaar opleveren, dat wil zeggen het gebed mag naar verwachting niet door iets of iemand gestoord worden.
3. Je hoort die plaatsen te vermijden waar je, als je daar bidt, andere mensen belemmert in hun bewegingsvrijheid, zoals bijvoorbeeld op een trottoir of openbare weg.
4. Het is verboden om te bidden op het dak van Baitoellaah (het huis van Allaah: de Ka’bah in Mekka). (Ibn Maadjah en ‘Abd ibn Hoemaid)
5. Je mag niet bovenop of met je gezicht naar een graf bidden.
6. (Ahmad en Moeslim)
De kleding voor het gebed
Voor mannen
1. De kleding van de man moet het lichaam tijdens het gebed minstens bedekken van de navel tot de knieën;
2. De schouders mogen niet bloot zijn en
3. Het gebed kan verricht worden in één kledingstuk dat zowel het lichaam van de navel tot de knieën bedekt als de schouders.
“Niemand van jullie mag bidden in een enkel kledingstuk dat de schouders niet bedekt.” (Boekharie en Moeslim)
Voor vrouwen
De gebedskleding van de vrouw hoort het hele lichaam te bedekken, van haar hoofd tot en met de voeten, waarbij alleen haar gezicht en handen onbedekt mogen zijn. Een gebed dat in doorschijnende kleding verricht wordt is niet geldig. Ook strakke kleding die de lichaamsvorm laat zien, moet vermeden worden.
Verschillende soorten gebeden
Het ‘fardh’ of verplichte gebed
Het fardh-gebed is het verplichte gebed. Allah (de Allerhoogste) beveelt elke gelovige om per dag vijf verplichte gebeden te verrichten. Het overslaan van één van deze vijf gebeden is een ernstige fout en is strafbaar.
De vrijwillige gebeden (nafl-gebed) zijn er in drie soorten:
1. Het soennah moe’akkadah (dringend aanbevolen) -gebed.
Dit zijn de gebeden die door de Profeet benadrukt werden en door hem regelmatig verricht werden vóór of ná de fardh -gebeden. Soennah betekent letterlijk: naar het voorbeeld van de Profeet Mohammed (v.z.m.h.)
2. Het soennah ghair moe’akkadah (niet dringend, vrij) -gebed.
Deze werden alleen bij gelegenheid door de Profeet Mohammed (v.z.m.h.) verricht (bijvoorbeeld het istikhaarah-gebed, het gebed om te vragen om leiding in een zaak).
Het nafl (extra) -gebed
Dit is een extra gebed. Als je het bidt, krijg je een beloning en als je het niet bidt, wordt het niet aangerekend als fout. Het kan ten allen tijde als apart gebed worden gebeden, afhankelijk van iemands tijd en de mogelijkheden.
De Profeet Mohammed (v.z.m.h.) moedigde zijn metgezellen altijd aan om nafl-gebeden te verrichten. Door het verrichten van de nafl-gebeden worden kleine of andere fouten in de verplichte gebeden weggenomen.
Het aantal raka’aat in de vijf verplichte gebeden
Het gebed bestaat uit één of meer raka’aat: een geordende serie van lichaamsbewegingen, waarbij hardop of in zichzelf gesproken wordt. Elk fardh-gebed bestaat uit meerdere raka’aat, zodat enkele malen de gehele geordende serie van lichaamsbewegingen en de tekst herhaald worden
Het Fadjr-gebed
Het bestaat uit twee raka’aat soennah moe'akkadah en twee raka’aat fardh.
Het Zhoehr-gebed
Het bestaat uit twee of vier raka’aat soennah moe'akkadah, vier raka’aat fardh, twee raka’aat soennah moe'akkadah en een bepaald aantal nafl-raka’aat, naar gelang de tijd en de mogelijkheden.
Ibn ‘Oemar (moge Alah tevreden zijn met hem) zei: “Ik bad alleen met Allah’s Boodschapper (v.z.m.h.) twee raka’aat voor en twee raka’aat na het Zhoehr-gebed.” (Boekharie en Moeslim)
Het is een bekende gewoonte om vier raka’aat vóór het Zhoehr-gebed te bidden, maar deze hadiets maakt duidelijk dat het ook is toegestaan om twee soennah raka’aat te bidden vóór het Zhoehr-gebed.
Het ‘Ashr-gebed
Het bestaat uit twee of vier soennah raka’aat ghair moe'akkadah en vier raka’aat fardh.
‘Ali (moge Allah tevreden met hem zijn) zei: “De Boodschapper van Allah (v.z.m.h.) was gewend om vier raka’aat te bidden vóór het ‘Ashr-gebed en hij scheidde die van elkaar met een begroeting...” (At-Tirmidzi)
Een andere hadiets overgeleverd door ‘Ali (moge Alah tevreden zijn met hem) zegt: “Allah’s Boodschapper (v.z.m.h.) was gewend om twee raka’aat te bidden vóór het ‘Ashr-gebed.” (Aboe Dawoed)
Het Maghrib-gebed
Het bestaat uit twee raka’aat nafl, drie raka’aat fardh en twee raka’aat soennah moe'akkadah en een onbepaald aantal nafl-raka’aat, naar gelang iemands tijd en de mogelijkheden.
‘Abdoellah ibn Moeghaffal vertelde dat de Profeet (v.z.m.h.) zei: “Bid vóór het Maghrib-gebed,” en terwijl hij dit voor de derde keer zei, voegde hij er aan toe “Dit is bedoeld voor degenen die dat willen.” (Boekharie en Moeslim)
Dit was omdat hij niet wilde dat de moslims die nafl-raka’aat als sterk aanbevolen zouden gaan zien.
Twee raka’aat nafl na de zonsondergang en vóór het Maghrib-gebed zijn toegestaan voor hen die dat willen bidden. Daarvoor is de bovenstaande hadiets een overtuigend bewijs. Maar toch zijn er moslims die dit verbieden en er zijn anderen die het heel vreemd vinden als ze iemand twee nafl-raka’aat zien bidden vóór Maghrib.
Het 'Isjaa'-gebed
Het begint met een onbepaald aantal nafl-raka’aat, afhankelijk van iemands tijd en de mogelijkheden. Daarna komen vier raka’aat fardh, twee raka’aat soennah moe'akkadah, een onbepaald aantal nafl-raka’aat, weer afhankelijk van de tijd en mogelijkheden en dan drie raka’aat witr, (zie uitleg in hoofdstuk 6).
Sommige moslims staan erop om vier extra raka’aat soennah vóór het 'Isjaa'-gebed te bidden. Echter, wij hebben in onze studies geen enkel bewijs gevonden, of enig gebruik of gebod van de Profeet Mohammed (v.z.m.h.) of van zijn metgezellen om deze gewoonte als soennah aan te nemen. Het is zeker wel toegestaan om nafl-raka’aat te bidden terwijl je wacht om het gezamenlijk fardh 'Isjaa'-gebed te verrichten.
‘Abdoellah ibn Moeghaffal (moge Alah tevreden zijn met hem) vertelde dat de Profeet Mohammed (v.z.m.h.) inderdaad heeft gezegd dat er tussen elke twee adzaans (oproepen tot het gebed) nafl-gebeden zijn en bij de derde keer voegde hij er aan toe: “voor degenen die het willen bidden.” (Ahmad, At-Tirmidzi, An-Nasaa’i)
‘Abdoellah ibn Zoebair (moge Alah tevreden zijn met hem) vertelde ook dat de Profeet Mohammed (v.z.m.h.) zei dat er geen verplicht gebed is, tenzij er twee nafl-raka’aat aan voorafgaan. (Ibn Hibban)
NB: Deze ahadiets zijn er een bewijs voor dat twee raka’aat van vrije soennah of nafl-gebeden verricht kunnen worden vóór elk fardh-gebed, afhankelijk van iemands tijd en capaciteit. Dit geldt ook voor het Maghrib- en 'Isjaa'-gebed en voor de tijd tussen de adzaan en de iqaamah.
Sommige moslims bidden twee nafl-raka’aat na het witr-gebed. Maar er is een oorspronkelijke hadiets waarin staat dat het witr-gebed gebeden wordt nadat al de nafl-gebeden die een persoon wenst te bidden, verricht zijn.
Ibn ‘Oemar (moge Alah tevreden zijn met hem) overleverde dat de Boodschapper van Allah (v.z.m.h.) zei: “Zorg dat het Witr, het laatste gebed van je nachtgebeden is.” (Misjkaat)
WEL HELEMAAL LEZEN HE.