maroc_reddy
20-06-2008, 00:59
Zoals reeds uiteengezet in deel 1 van de komenden serie van artikelen bij het onderwerp “Het wonder van de Koran” daagt deze de mensen uit te proberen iets gelijkaardigs voort te brengen. Als iemand van onder de mensen in staat is om iets voort te brengen dat gelijk is aan één van de hoofdstukken van de Koran, dan is niet langer zeker namelijk dat de Koran het Woord van Allah is, namelijk. Daarentegen, indien niemand van de mensen iets gelijkaardigs voort weet te brengen, dan is zeker dat de Koran niet van de mensen afkomstig is en dat de Koran dus inderdaad het Woord van Allah is:
“Of zeggen zij: 'Hij (de profeet) heeft het verzonnen'? Zeg: 'Brengt dan een hieraan gelijke Soerah voort en roept buiten Allah wie gij kunt (om hulp aan), als gij waarachtig zijt'.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Joenoes 10, vers 38)
En:
“En, indien gij in twijfel zijt omtrent hetgeen Wij aan Onze dienaar hebben geopenbaard, probeert dan een dergelijk hoofdstuk voort te brengen en roept uw helpers buiten Allah, als gij waarachtig zijt. ” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Baqara 2, vers 23)
Het kortste hoofdstuk van de gehele Koran is soera Al Kauwthar (uitspraak: kauw-thar), hoofdstuk nummer 108 van de 114 in totaal. Het gehele hoofdstuk Al Kauwthar bestaat uit slechts 3 regels:
[AR]إِنَّا أَعْطَي& #1618;نَاكَ الْكَوْ& #1579;َرَ .1
فَصَلّ¡ 6; لِرَبِّ& #1603;َ وَانْحَ& #1585;ْ .2
إِنَّ شَانِئَ& #1603;َ هُوَ الْأَبْ& #1578;َرُ .3[/AR]
1. Inna ‘atayna kal kauwthar
2. Fasallili rabbika wenhar
3. Inna sjaa ni-aka hoewel abtar
1. Voorwaar, Wij hebben jouw de overvloed gegeven
2. Bid daarom tot je Heer en offer
3. Voorzeker, jouw vijand is degene die afgesneden is
Ondanks het feit dat dit vers zo kort is, is het niet uitgesloten van de uitdaging om iets gelijkaardigs voort te brengen aan de Koran. Oftewel, het zou reeds volstaan om iets voort te brengen dat gelijkaardig is aan de drie regels van soera Al Kauwthar. Het lijkt een eenvoudige opgave. Immers, hoeveel bijzonderheden kunnen 3 regels nu eigenlijk bevatten, zou men denken? Het volgende zal aantonen dat in het specifieke geval van de Koran slechts 3 regels reeds heel veel bijzonderheden kunnen bevatten.
Unieke literaire vorm
Evenals de rest van de Koran maakt soera Al Kauwthar gebruik van een unieke literaire vorm. Wat dit wil zeggen is dat de Koran als geheel zich niet beschrijven door de literaire vormen die het Arabisch uitmaken. De Arabische taal kan opgedeeld worden in de vormen “poëzie” en “proza”. De Arabische poëzie gebruikt rijm volgens bepaalde, specifieke regels (anders dan de grammaticale regels) zijnde rijmschema’s. De Arabische taal kent 16 verschillende rijmschema’s en al de Arabische poëzie volgt deze rijmschema’s of is gebaseerd op deze rijmschema’s. De rijmschema’s geven het Arabische gedicht een bepaald ritme, en zij zijn de volgenden:
1. at Tawil
2. al Bassit
3. al Wafir
4. al Kamil
5. ar Rajs
6. al Khafif
7. al Hazaj
8. al Moettakarib
9. al Moensari
10. al Moektatab
11. al Moektadarak
12. al Madid
13. al Moejtath
14. al Ramel
15. al Khabab
16. as Sari’a
Proza, daarentegen, is waar het taalgebruik zich niet laat leiden door rijmschema’s. Van rijm kan ook in de proza wel degelijk gebruik gemaakt worden, echter. Deze vorm van gebruik van de Arabische taal, daar waar gerijmd wordt zonder vast rijmschema, wordt “saj” genoemd. De vorm waar de Arabische taal gebruikt wordt zonder rijmschema’s en ook zonder rijm wordt “moersal” genoemd. Deze “saj en “moersal” zijn subcategorieën van de hoofdcategorie proza.
In het voorbeeld van soera Al Kauwthar valt een vorm van rijm waar te nemen, waardoor het niet “moersal” genoemd kan worden. Echter, evenmin kan het poëzie genoemd worden daar het hoofdstuk niet gebruik maakt van de regels van een van de 16 rijmschema’s voor Arabische poëzie. Soera Al Kauwthar moet dan wel “saj” zijn omdat dit de enigste overgebleven vorm van het Arabisch van de Arabieren is, zou men denken. Echter, bij “saj” kan geen ritme bestaan maar in het geval van de soera Al Kauwthar bestaat wel degelijk een ritme:
Inna ‘atayna kal kauwthar
Fasallili rabbika wenhar
Inna sjaa ni-aka hoewel abtar
(In het rood aangegeven de rijm, in het blauw aangegeven het rijmschema.)
Maar ondanks dat de Koran dus niet gebruikt maakt van één van de vormen van de Arabische taal die algemeen geaccepteerd worden, betovert de Arabische taal van de Koran de mensen desalniettemin. Het emotioneert de mensen net zoals de mooiste vormen van poëzie dit doen, terwijl het geen poëzie is, en het grijpt de aandacht van de mensen aan zoals de beste proza dit doet, terwijl het geen echte proza is. Dit is er de reden voor dat sommige geleerden hebben gezegd dat het Arabisch eigenlijk uit drie categorieën bestaat: poëzie, proza en de Koran.
“Of zeggen zij: 'Hij (de profeet) heeft het verzonnen'? Zeg: 'Brengt dan een hieraan gelijke Soerah voort en roept buiten Allah wie gij kunt (om hulp aan), als gij waarachtig zijt'.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Joenoes 10, vers 38)
En:
“En, indien gij in twijfel zijt omtrent hetgeen Wij aan Onze dienaar hebben geopenbaard, probeert dan een dergelijk hoofdstuk voort te brengen en roept uw helpers buiten Allah, als gij waarachtig zijt. ” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Baqara 2, vers 23)
Het kortste hoofdstuk van de gehele Koran is soera Al Kauwthar (uitspraak: kauw-thar), hoofdstuk nummer 108 van de 114 in totaal. Het gehele hoofdstuk Al Kauwthar bestaat uit slechts 3 regels:
[AR]إِنَّا أَعْطَي& #1618;نَاكَ الْكَوْ& #1579;َرَ .1
فَصَلّ¡ 6; لِرَبِّ& #1603;َ وَانْحَ& #1585;ْ .2
إِنَّ شَانِئَ& #1603;َ هُوَ الْأَبْ& #1578;َرُ .3[/AR]
1. Inna ‘atayna kal kauwthar
2. Fasallili rabbika wenhar
3. Inna sjaa ni-aka hoewel abtar
1. Voorwaar, Wij hebben jouw de overvloed gegeven
2. Bid daarom tot je Heer en offer
3. Voorzeker, jouw vijand is degene die afgesneden is
Ondanks het feit dat dit vers zo kort is, is het niet uitgesloten van de uitdaging om iets gelijkaardigs voort te brengen aan de Koran. Oftewel, het zou reeds volstaan om iets voort te brengen dat gelijkaardig is aan de drie regels van soera Al Kauwthar. Het lijkt een eenvoudige opgave. Immers, hoeveel bijzonderheden kunnen 3 regels nu eigenlijk bevatten, zou men denken? Het volgende zal aantonen dat in het specifieke geval van de Koran slechts 3 regels reeds heel veel bijzonderheden kunnen bevatten.
Unieke literaire vorm
Evenals de rest van de Koran maakt soera Al Kauwthar gebruik van een unieke literaire vorm. Wat dit wil zeggen is dat de Koran als geheel zich niet beschrijven door de literaire vormen die het Arabisch uitmaken. De Arabische taal kan opgedeeld worden in de vormen “poëzie” en “proza”. De Arabische poëzie gebruikt rijm volgens bepaalde, specifieke regels (anders dan de grammaticale regels) zijnde rijmschema’s. De Arabische taal kent 16 verschillende rijmschema’s en al de Arabische poëzie volgt deze rijmschema’s of is gebaseerd op deze rijmschema’s. De rijmschema’s geven het Arabische gedicht een bepaald ritme, en zij zijn de volgenden:
1. at Tawil
2. al Bassit
3. al Wafir
4. al Kamil
5. ar Rajs
6. al Khafif
7. al Hazaj
8. al Moettakarib
9. al Moensari
10. al Moektatab
11. al Moektadarak
12. al Madid
13. al Moejtath
14. al Ramel
15. al Khabab
16. as Sari’a
Proza, daarentegen, is waar het taalgebruik zich niet laat leiden door rijmschema’s. Van rijm kan ook in de proza wel degelijk gebruik gemaakt worden, echter. Deze vorm van gebruik van de Arabische taal, daar waar gerijmd wordt zonder vast rijmschema, wordt “saj” genoemd. De vorm waar de Arabische taal gebruikt wordt zonder rijmschema’s en ook zonder rijm wordt “moersal” genoemd. Deze “saj en “moersal” zijn subcategorieën van de hoofdcategorie proza.
In het voorbeeld van soera Al Kauwthar valt een vorm van rijm waar te nemen, waardoor het niet “moersal” genoemd kan worden. Echter, evenmin kan het poëzie genoemd worden daar het hoofdstuk niet gebruik maakt van de regels van een van de 16 rijmschema’s voor Arabische poëzie. Soera Al Kauwthar moet dan wel “saj” zijn omdat dit de enigste overgebleven vorm van het Arabisch van de Arabieren is, zou men denken. Echter, bij “saj” kan geen ritme bestaan maar in het geval van de soera Al Kauwthar bestaat wel degelijk een ritme:
Inna ‘atayna kal kauwthar
Fasallili rabbika wenhar
Inna sjaa ni-aka hoewel abtar
(In het rood aangegeven de rijm, in het blauw aangegeven het rijmschema.)
Maar ondanks dat de Koran dus niet gebruikt maakt van één van de vormen van de Arabische taal die algemeen geaccepteerd worden, betovert de Arabische taal van de Koran de mensen desalniettemin. Het emotioneert de mensen net zoals de mooiste vormen van poëzie dit doen, terwijl het geen poëzie is, en het grijpt de aandacht van de mensen aan zoals de beste proza dit doet, terwijl het geen echte proza is. Dit is er de reden voor dat sommige geleerden hebben gezegd dat het Arabisch eigenlijk uit drie categorieën bestaat: poëzie, proza en de Koran.