Bekijk volle/desktop versie : Maqdisi



10-05-2008, 21:33
Geloven in Allah en verwerpen van Taghout(Sheikh al-Maqdisi)
Geloven in Allah en verwerpen van Taghout
Shaikh Abu Muhammad 'Isaam al-Maqdisi


Men zou moeten weten dat Allah De Hoofd en Oorsprong is van alles en iedereen. De belangrijkste zaak die Allah voorschreef voor Adam’s zoon om te leren en uit te voeren, voor de verplichting van het bidden, betalen van Zakat, of enige andere handeling van aanbidding, is om te gelovigen in Allah alléén en om elke andere afgod (Taghut) te vermijden en er niet in te geloven. Dit is de reden waarvoor Allah de schepselen heeft geschapen, de profeten heeft gestuurd, de Boeken heeft geopenbaard, en de Jihad en het martelaarschap heeft bevolen. Vanwege dit, is er een vijandschap tussen Al-Rahman’s aanhangers en die van de Shaijtan, en wegens dit zal de Islamitische natie en de juiste kalifaat worden gevestigd. Allah zegt (wat betekent):

“En Ik heb de Djinn’s en de mens slechts geschapen om Mij te dienen.” (Surah adh-Dhaariyaat, 51:56)

Dat betekent het aanbidden van Allah alléén. Hij zei ook:
“En voorzeker, Wij hebben aan iedere gemeenschap een Boodschapper gezonden ( die zei: ) “Aanbidt Allah en houdt afstand van de Thaghoet.” En er zijn er onder hen die Allah leidde en er zijn er die Hij tot de dwaling veroordeelde. Reist dus op de aarde rond en zie hoe het einde was van de loochenaars.” (Surah an-Nahl, 16:36)

Deze geloofsovertuiging dat er geen god is behalve Allah (verhelderend, niemand is het waardig om te worden aanbeden behalve Allah – ed.), is de basis van de Islam. Geen oproep, geen jihad, geen gebeden, geen vasten, geen Zakat, geen bedevaart zal worden geaccepteerd zonder dit. Iemand kan niet gered worden van het Hellevuur zonder hierin te geloven, omdat het de enige houvast is van Allah voor Zijn dienaren, waarvan verzekert is dat het niet zal breken. De andere houvasten van de godsdienst zullen niet voldoende zijn voor veiligheid tegen het hellevuur. Allah zegt:

“Waarlijk, de rechte leiding is duidelijk onderscheiden van de dwaling, en hij die de Thaghoet verwerpt en in Allah gelooft: hij heeft zeker het stevigste houvast gegrepen, dat niet breken kan. En Allah is Alhorend, Alwetend.” (Surah al-Baqarah, 2:256)

Allah zegt ook:
“En degenen die het aanbidden van de Thaghoet vermijden en die terugkeren tot Allah; voor hen is er een verheugende tijding. Verheug daarom Mijn dienaren.” (Surah az-Zumar, 39:17)

Ziedaar hoe Allah praat over ongeloof in afgoden voordat Hij praat over geloof in Hem; zoals toen Hij begon met de ontkenning vóór de bevestiging. Allah verordent monotheïsme met de woorden Laa ilaaha illaal-Laah (geen god dan Allah) welke wijst naar deze grote fundament van de stevigste houvast. Daarvoor, is er geen oprecht geloof in Allah, zonder extreme ontkenning van andere (af)goden.

De afgoden waar iemand niet in moet geloven en de aanbidding ervan moet vermijden, om zo de stevigste houvast te volgen, zijn niet alleen stenen, idolen, bomen of graven die aanbeden worden door prosternatie of aanroeping of beloften – het omvat meer dan dit. Het bevat alle vormen van aanbidding aan iemand die het accepteert om te worden aanbeden naast Allah, doormiddel van alle soorten aanbiddingshandelingen.

De Taghout (afgod) is afgeleid van tirannie (Tagha), welke betekent, het overschrijden van de grenzen door het geschapene (gecreeërde). Daden van aanbidding omvatten prosternatie (ter aarde werping), neerbuigen, aanroeping, maken van beloften en slachtingen. Gehoorzaamheid in wetgeving is ook een daad van aanbidding. Allah zegt over de Christenen:

“Zij hebben hun schriftgeleerden en hun monniken tot heren naast Allah genomen.” (Surah at-Tawbah, 9:31)

Hoewel zij zich niet ter aarde wierpen, of neerbogen voor hun priesters, volgden zij hen en waren ze het met hen eens in de verbieding van het rechtmatige en in het toestaan van het onrechtmatige. Daarom is dit door Allah beschouwd als het maken van hen tot Heersers en goden, omdat de gehoorzaamheid in wetgeving een aanbidding is, en voor niemand moet zijn behalve voor Allah, aangezien Allah de enige Ene is die wetgeving kan bepalen. Daarom zou een ieder die dat doet een polytheïst zijn.

Als bewijs hiervoor is de wedijver die plaatsvond in de tijd van de Profeet tussen Al-Rahman’s volgelingen en die van Sjaitan over een dode geit. De polytheïsten wilden de Moslims overtuigen dat er geen verschil was tussen de geit, welke Moslims slachten, en de geit welke alleen sterft. Ze claimden dat de dode geit geslacht was door Allah. Dus zond Allaah Zijn oordeel en zei:

“En als jullie hen gehoorzamen, dan zullen jullie zeker veelgodenaanbidders worden.” (Surah al-An'aam, 6:121) “- De vertaler, Muhammad Muhsin Khan voegt het volgende toe: “Omdat zij (duivels en hun vrienden) het jou wettig maakten om hetgeen te eten wat Allah onwettig heeft gemaakt, en je gehoorzaamt hen door het te beschouwen als wettig om te eten, en door dit te doen, aanbid je hen, en het aanbidden van anderen naast Allah is polytheïsme.”

En dus het woord “afgod” omvat iedereen die zichzelf een wetgever maakt met Allah, heerser of geheerst, een vertegenwoordiger in het parlement (het wetgevende gezag), of de personen die hem kiezen (stemmen), omdat deze persoon hierdoor zijn grenzen heeft overschreden (Tagha). De mens is gecreeërd om een dienaar van Allah te zijn en Allah beval hem om Zijn wetgeving aan te nemen, maar de mens verwierp het en overschreed de grenzen. Hij wilde zich vergelijken met Allah, en wilde deel nemen aan de wetgeving van Allah, welke voor niemand toegestaan is behalve Allah. Als iemand de grenzen overschrijdt en dit doet, maakt hij zich een wetgever, een afgod, en zal hij één van de afgods hoofden zijn. Zijn Islam en zijn monotheïsme zal niet geaccepteerd worden, behalve wanneer hij ongelovig word (verwerpt) in hetgeen hij deed en het vermijd, en vecht om van de dienaren en helpers van de afgoden af te komen.

Allah zegt: “Zij willen volgens de Thaghoet berechten, hoewel hen toch bevolen was er niet in te geloven. En het is zo dat de Satan hen ver weg wil doen afdwalen.” (Surah an-Nisaa, 4:60)

Mujahid zei: “De taaghoot is een duivel in de vorm van een mens waarvan de mensen naar keren voor oordeel en zij volgen hem”.

Shaykh al-Islam Ibn Taymiyyah zei: “... voor deze reden is degene die oordeelt zonder terug te verwijzen naar het Heilige Boek (Qur’an), een taaghoot.” (Majmoo' al-Fataawaa, deel 28, pagina 201.)

Ibn al-Qayyim zei: “(Een taaghoot is) een ieder die zijn grenzen overschrijdt (of hij wordt) aanbeden, gevolgd of gehoorzaamd. En dus, de taaghoot van ieder mens is degene die zij als rechter maken naast Allah en Zijn Profeet, of hem aanbidden in plaats van Allah, of hem volgen zonder enige overweging van Allah te nemen, of hem gehoorzamen in een kwestie waarvan zij niet weten dat het een onderwerping is voor Allah alleen.” Hij zei ook: “Wie niet oordeelt of afkeert van hetgeen de boodschappers van Allah brachten voor oordeel, (wat hij doet) is uiteindelijk het volgen van een (valse) afgod.” (E'laam Al- Muwaaqi'een, deel 1, pagina 50.)

Eén van de tegenwoordig aanbeden afgoden, waar elke monotheist ongelovig in moet zijn en in haar aanhangers, om zo de bevel te volgen om de stevigste houvast te volgen en gered te worden van het Hellevuur, zijn de vergankelijke door de mens gemaakte goden en godinnen van de zogenaamde wetgevende macht. Allah zegt:

“Hebben zij deelgenoten die hun in de godsdienst dat voorschrijven waartoe Allah geen toestemming heeft gegeven? En als er niet een beslissend Woord (van Allah) was, dan zouden zij reeds bestraft zijn. Voorwaar, voor de onrechtvaardigen is er een pijnlijke bestraffing.” (Surah as-Shoora, 42:21)

De mensen hebben deze wetgevers gevolgd en zijn overeengekomen om de wetgeving als een recht en kenmerk te maken voor hen, voor hun parlementen, en voor hun lokale, regionale, en internationale regerende faculteiten. Dit word duidelijk gemaakt door hun wetten en grondwetten, de feiten welke bekend zijn.

Artikel (51) van de grondwet van Koeweit zegt “Het wetgevende gezag wordt geleid door de prins en het parlementsraad, in overeenstemming met de grondwet”.

En het artikel (25) van de grondwet van Jordanië zegt “Het wetgevende gezag is een verantwoording van de koning en de parlementsraad” en artikel (86) van de grondwet van Egypte zegt, “Het parlement is gemachtigd om verantwoordelijk voor het wetgevende gezag te zijn."

Daarom, werden zij goden voor iedereen die hen gehoorzaamden en volgden, of het eens was met hen in deze ongeloof en polytheïsme, zoals Allah zei over de Christenen, toen zij de priesters en de kluizenaars (monniken) volgden. De aanhangers (en uitvoerders) van vandaag’s democratie zijn slechter en onzuiverder, omdat de priesters dit (dwz. waar de bovenstaande paragrafen over spreken) deden, maar zij claimden niet om het een wet of een legaal systeem te maken, en zij maakten geen grondwetten of boeken. Zij strafden ook niemand die dat niet accepteerde of dat niet praktiseerde. Ze gebruikten het ook niet om Allah’s Boek aan te passen, zoals deze taaghoots wel doen.

Als je dit begrijpt, zou je moeten weten dat de grootste stap van het vasthouden aan deze stevige houvast, en de grootste stap in het ongelovig worden (verwerpen) in de door de mens gemaakte afgod, de top van Islam is.