Just_A_Moslima
11-04-2008, 19:15
Op een dag in een klaslokaal, was er een lerares die aan haar leerlingen uitlegt dat er geen God is. Zij vertelde één jongen om uit het raam te kijken.
Zij vroeg de jongen: 'Zie je daar het gras?'
'Ja'
'Zie je de hemel?'
'Ja'
'Zie je God?'
'Nee'
Waarna de lerares zegt: 'Wij kunnen God niet zien daarom is er geen God'
Een meisje stond op en vroeg de lerares of zij de leerlingen sommige vragen mocht stellen. De lerares stond haar toe om dit te doen. Het meisje vertelde dezelfde jongen om uit het raam te kijken. De jongen was zeer geërgerd omdat hij weer van zijn stoel moest opstaan om uit het raam te kijken. Zij begon hem sommige vragen te stellen: 'Zie je het gras? '
'Ja'
'Zie je de hemel? '
'Ja'
'Zie je het hoofd van de lerares?'
'Ja'
'Zie je haar hersenen?'
'Nee'
'Betekent dit dat zij geen hersenen heeft?
Zij vroeg de jongen: 'Zie je daar het gras?'
'Ja'
'Zie je de hemel?'
'Ja'
'Zie je God?'
'Nee'
Waarna de lerares zegt: 'Wij kunnen God niet zien daarom is er geen God'
Een meisje stond op en vroeg de lerares of zij de leerlingen sommige vragen mocht stellen. De lerares stond haar toe om dit te doen. Het meisje vertelde dezelfde jongen om uit het raam te kijken. De jongen was zeer geërgerd omdat hij weer van zijn stoel moest opstaan om uit het raam te kijken. Zij begon hem sommige vragen te stellen: 'Zie je het gras? '
'Ja'
'Zie je de hemel? '
'Ja'
'Zie je het hoofd van de lerares?'
'Ja'
'Zie je haar hersenen?'
'Nee'
'Betekent dit dat zij geen hersenen heeft?