kenitri_weldnas
22-03-2008, 16:13
De engelen voelen zich schuchter in de aanwezigheid van 'Oethman
'Oethman (radiallahoe `anhoe) was een zeer vroe metgezel en een man van hoogstaand karakter. hij was de schuchterste van alle metgezellen van de Profeet .
De Moeder van de gelovigen, 'Aisjah (radiallahoe `anha) vertelt: "De Profeet lag op een dag in mijn kamer, met zijn dijen (of scheenbenen) ontbloot. Toen kwam Aboe Bakr naar binnen en vroeg om toestemming binnengelaten te worden en de Profeet , die nog steeds in dezelfde toestand verkeerde, verzocht hem binnen te komen. Aboe Bakr kwam naar binnen en sprak met hem en toen hij klaar was, ging hij weer weg. Daarna kwam 'Oemar en vroeg om toestemming binnen te komen en de Profeet stond hem toe terwijl hij zich in die bewuste toestand bevond. 'Oemar kwam binnen en sprak met de Profeet en toen hij klaar was, ging hij weer weg. Vervolgens kwam 'Oethman en vroeg om toestemming binnen gelaten te worden, waarop de Profeet zijn kleren recht trok en hem daarna binnen liet. 'Oethman kwam binnen en sprak met de Profeet . Nadat hij weg was, vroeg ik aan de Profeet : 'Aboe Bakr kwam binnen en je ging niet rechtop zitten, noch toonde je tekenen van ongemak (betreffende je kleding), en 'Oemar kwam binnen
en je ging niet rechtop zitten noch toondje je tekenen van ongemak.
Maar toen 'Oethman binnenkwam, trok je je kleren recht?'
De Profeet zei: 'Zou ik niet verlegen zijn bij een man in wiens aanwezigheid zelfs de engelen nog verlegen zijn?" (Vermeld door Moeslim)
'Oethman (radiallahoe `anhoe) was een zeer vroe metgezel en een man van hoogstaand karakter. hij was de schuchterste van alle metgezellen van de Profeet .
De Moeder van de gelovigen, 'Aisjah (radiallahoe `anha) vertelt: "De Profeet lag op een dag in mijn kamer, met zijn dijen (of scheenbenen) ontbloot. Toen kwam Aboe Bakr naar binnen en vroeg om toestemming binnengelaten te worden en de Profeet , die nog steeds in dezelfde toestand verkeerde, verzocht hem binnen te komen. Aboe Bakr kwam naar binnen en sprak met hem en toen hij klaar was, ging hij weer weg. Daarna kwam 'Oemar en vroeg om toestemming binnen te komen en de Profeet stond hem toe terwijl hij zich in die bewuste toestand bevond. 'Oemar kwam binnen en sprak met de Profeet en toen hij klaar was, ging hij weer weg. Vervolgens kwam 'Oethman en vroeg om toestemming binnen gelaten te worden, waarop de Profeet zijn kleren recht trok en hem daarna binnen liet. 'Oethman kwam binnen en sprak met de Profeet . Nadat hij weg was, vroeg ik aan de Profeet : 'Aboe Bakr kwam binnen en je ging niet rechtop zitten, noch toonde je tekenen van ongemak (betreffende je kleding), en 'Oemar kwam binnen
en je ging niet rechtop zitten noch toondje je tekenen van ongemak.
Maar toen 'Oethman binnenkwam, trok je je kleren recht?'
De Profeet zei: 'Zou ik niet verlegen zijn bij een man in wiens aanwezigheid zelfs de engelen nog verlegen zijn?" (Vermeld door Moeslim)