Bekijk volle/desktop versie : Regeren met de Islamitische Wet



12-02-2008, 23:09
Regeren met de Islamitische Wet
Sheikh Amjad Rasheed
Vraag: Is het volgens de verzen 44-48 van Sūrat al-Mā’ida juist om te zeggen dat als een heerser, of het nu de heerser van een land of het hoofd van het gezin is, niet regeert volgens de Sharī`ah, hij dan buiten de Islam valt? Wat zijn de regels waardoor wij kunnen vaststellen dat iemand een afvallige is?

Antwoord:

In de naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle

De verzen in kwestie zijn van de woorden van de Verhevene, “Wie niet oordeelt met wat Allah geopenbaard heeft: zij zijn de ongelovigen,” en in een ander vers, “Zij zijn onrechtvaardigen,” en in een derde vers, “Zij zijn de zware zondaren.” De juristen en de exegeten van de Ahl al-Sunnah hebben uitgelegd dat deze verzen, vooral de eerste, van toepassing zijn op Moslims en niet met de schijnbare betekenis opgevat dienen te worden. Sterker nog, ze worden geïnterpreteerd [buiten de schijnbare strekking]. Om het samen te vatten [de interpretatie]: als iemand afziet van het regeren met datgene wat Allah heeft geopenbaard, omdat hij gelooft dat deze verzen niet geldig en legitiem genoeg zijn om toegepast te kunnen worden, dan is hij, volgens de consensus, een ongelovige en een afvallige, en deze verzen waren dan bedoeld voor hem. Als hij echter in de legitimiteit en geldigheid van deze verzen gelooft, maar ze niet toepast uit nalatigheid, dan is hij nog steeds een Moslim, maar hij is dan verdorven en heeft zijn ziel onrecht aangedaan door Allah’s bevel na te laten. Deze positie scheidt de Ahl al-Sunnah van de Kharijieten en de Mu`tazilieten betreft de kwestie van iemand die grote zonden begaat. De Kharijieten verklaren een dergelijk persoon als ongelovige. De Mu`tazilieten zeggen dat iemand die grote zonden begaat zijn geloof verlaat, en zich ergens tussen geloof en ongeloof bevindt. Hij wordt niet als een gelovige aangeduid noch als een ongelovige, maar is eeuwig veroordeeld tot de hel.

De Ahl al-Sunnah heeft een middenweg genomen door een verschil aan te houden tussen de persoon die iets onwettigs verricht, en volledig weet dat het unaniem onwettig verklaard is maar desondanks het toch als toegestaan beschouwt, en iemand die gelooft dat het onwettig is maar het toch doet omdat hij nalatig was en door zijn Shaytān en zijn lusten was overwonnen. De eerstgenoemde is een ongelovige en een afvallige; de laatstgenoemde is een zondige Moslim die verdorven is geworden door een grote zonde te verrichten. Dit is wat de wettige teksten van de Koran en de Hadīth zeggen over de kwestie, voor iemand die gebalanceerd [ernaar] durft te kijken. Het is een gematigde, gebalanceerde norm.

Het is verplicht om de religie van Allah te verwezenlijken. Zijn wet staat boven alle andere wetten en als iemand het verlaat, zal hij het alleen maar verliezen en gefrustreerd raken in beide werelden. Niemand is het eens dat [deze wet] weersproken mag worden, behalve in het geval van iemand die een gegronde, wettige excuus [voor het niet volgen van een bepaalde aspect van de Sharī`ah] heeft. Een dergelijk persoon [is iemand] die onder dwang is, of vergissende, of getroffen met vergeetachtigheid. Een dergelijk persoon moet in de juiste context worden beschouwd, niet iedereen zou als een ongelovige moeten worden bestempeld. Dit laat het vreemde gedrag van bepaalde groepen zien, die het etiket van ongeloof aan iedereen aanreiken die een grote zonde begaat, en het doortrekt naar de politieke heersers en vele andere mensen; zonder hierbij een onderscheid te maken tussen iemand die iets toegestaan probeert te maken dat expliciet onwettig is, en de persoon die het onwettige verricht maar erkent dat hij onachtzaam en zondig is. Dit is een gevaarlijke pad om te betreden, die niets minder dan de herleving van de valse madhhab van de Kharijieten is. Dit is in tegenspraak met de weg van de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem), de Rechtvaardige Kaliefen, en de vrome Imams van de Moslims die niet iemand die een grote zonde had begaan, als een ongelovige bestempelden, en hem niet als zodanig behandelden. In plaats daarvan beschouwden ze hem als een Moslim, alhoewel zondig, onachtzaam en bestraffing verdiende. Er een verschil tussen dit standpunt en de doeleinden van deze specifieke groepen, wiens gedachtegoed zich buiten de consensus van de Moslims bevindt.

Om terug te gaan naar de kwestie van de interpretatie van deze verzen, volgens hetgeen wat wij weten van de madhhab van Ahl al-Sunnah waren de topexegeten van de Sahāba en degenen die na hen kwamen expliciet in het standpunt dat de regels in deze verzen niet volgens de eerste indruk dienen te worden genomen, zoals sommige mensen die de plank misslaan dat wel doen. In plaats daarvan worden [dienen] deze verzen correct geïnterpreteerd [te worden] in overeenstemming met andere wettige teksten. Dit is de juiste, juridische methode die bevestigd werd door de vroegere geleerden en gevolgd wordt door recente experts. Wat ik hiermee bedoel is dat wanneer zij ijtihad uitvoeren (deskundige, wettige standpunten innemen), zij naar alle teksten kijken die relevant zijn voor de vraag en alle bevestigde, wettige bewijzen, zoals ijma` (consensus) en qiyās (analogie) in overweging nemen, en zo de regels afleiden waarnaar zij handelen. De fiqh is niet wat sommige onwetende opscheppers doen wanneer zij enkel geïnteresseerd zijn in de ogenschijnlijke betekenis van een tekst terwijl zij andere wettige teksten en bewijzen volledig over het hoofd zien. Dit gebeurt of uit onwetendheid van de manieren om bewijzen te bepalen, of uit een verlangen om controversie en innovatie te verspieden onder de Moslims.

De reden waarom ik dit aankaart is vanwege de controversie die vandaag de dag is veroorzaakt, [waarbij sommige groepen] vele verschillende mensen en verscheidene heersers als ongelovigen hebben verklaard en hen de regels die betrekking hebben op ongeloof hebben opgelegd. Dit zijn individuen met een vreemde mentaliteit die werkelijk iedereen die zij als ongelovigen beschouwen, hebben proberen te vermoorden; valselijk en onrechtvaardig het bloed van vele Moslims als toegestaan ziende. Door dit te zeggen, kies ik niet de kant van iemand. In plaats daarvan wend ik mij tot Allah en spreek ik mijzelf vrij van iedereen die Allah’s wet tegengaat vanwege lust en persoonlijke interesse terwijl men het vermogen heeft om zich aan Allah’s wet te houden en het toe te passen. Ik spreek mijzelf ook vrij van die afwijkende mensen die zonder [enig] vorm van proces vele heersers en gewone mensen tot ongelovigen hebben veroordeeld, zonder enig bewijs van Allah [hiervoor te hebben].



12-02-2008, 23:10


De dīn van Allah is dierbaar en wanneer u de regels ervan bestudeert is het absoluut noodzakelijk om met vertrouwde geleerden te zitten, en van hen te datgene aan te nemen wat de Imams van de Ahl al-Sunnah voor ons in de boeken van jurisprudentie en geloof hebben opgenomen. Allah is de Meester van succes en de Opperste Gids ernaartoe. De Hāfiz Imam Muhyi al-Sunnah al-Baghāwī zei in zijn exegese, ‘Hoogtepunten van de Openbaring’, deze verzen interpreterend:

“Qatāda en Dahhāk hebben gezegd: deze drie verzen waren geopenbaard over de Joden, iedereen die onrecht heeft gedaan [in deze kwestie] van deze Ummah uitsluitend. Het is overgeleverd van al-Barā bin Azīb (moge Allah tevreden met hem zijn) dat de verzen “Wie niet oordeelt met wat Allah geopenbaard heeft: zij zijn de ongelovigen,” en “Zij zijn onrechtvaardigen,” en “Zij zijn de zware zondaren,” allemaal betrekking hebben op de ongelovigen.

Het is ook gezegd dat deze verzen verwijzen naar de mensen in het algemeen.Ibn Abbās en Tawūs hebben gezegd dat dit niet het soort ongeloof is dat iemand van de natie (Islam) uitsluit, maar als iemand dit doet [wat vermeld is in de verzen], dan zijn zij ongelovigen in hun daden en niet zoals diegenen die ongelovig zijn in Allah en de Laatste Dag. Atā zei dat het niet ver van ongeloof, onrechtvaardig handelen en rebellie stond.`Ikrimah interpreteerde dat het betekende dat als iemand doelbewust ervoor kiest om niet te regeren met hetgeen wat Allah heeft geopenbaard, hij een ongelovige is. Maar als iemand het erkent maar er niet mee regeert, dan is hij een verdorven onrechtvaardige [persoon].

`Abd al-`Azīz ibn Yahya al-Kanānī werd gevraagd over deze verzen. Hij zei dat deze verzen betrekking hebben op alles wat Allah heeft geopenbaard, en niet slechts een stuk ervan. Dus wie niet regeert met alles wat Allah heeft geopenbaard is een ongelovige, en ook corrupt en onrechtrechtvaardig. Echter, als iemand regeert met wat Allah heeft geopenbaard over het monotheïsme, en zich onthoudt van het toekennen van deelgenoten aan Allah, maar niet regeert met datgene wat Allah heeft geopenbaard, ontvangt hij niet de uitspraak van deze verzen [oftewel, is niet een ongelovige].

De geleerden hebben gezegd [dat een dergelijk persoon een ongelovig is] alleen als hij openlijk en doelbewust de tekst van Allah’s uitspraak heeft verworpen. Maar als iemand deze verzen verkeerd begrijpt of een fout maakt in het interpreteren ervan, dan is hij niet een ongelovige.”

Wat betreft uw vraag over de kwesties die een uitspraak van afvalligheid met zich meebrengen; dit is een lange en gevaarlijke discussie. Onze juristen hebben complete stukken van fiqh boeken geweid aan dit onderwerp, en hebben de verschillende moeilijkheden er omheen uiteengezet. Sommigen van hen hebben zelfs complete boeken geschreven geweid aan dit onderwerp, waarvan het meest belangrijke al-i`lām bi-qawāti` al-islām (Een Bespreking van de Uitschelders van de Islam) door Sheikh al-Islam Ahmad ibn Hajar al-Haytamī, de Imam van de Shāfi`ī rechtsschool en de Muftī van Mekka.

Laat mij enkele beginselen van wat de geleerden [over deze kwestie] hebben gezegd mededelen: Afvalligheid is de Islam uitschelden in woord, daad, of intentie. Wie Allah de Verheven, Zijn religie of enige van Zijn profeten uitscheldt heeft ongeloof gepleegd. En wie expliciet een woord van ongeloof spreekt en gelooft wat hij heeft geuit heeft ook ongeloof gepleegd, zoals een persoon die “Allah is de derde van drie,” of “De Messias is de zoon van God” zegt. Wie een daad van ongeloof pleegt en gelooft in hetgeen wat hij doet wordt een ongelovige, zoals iemand die zich ter aarde neerwerpt voor een afgodsbeeld of de Koran in de afval gooit. En als iemand in zijn hart de Islam wil uitschelden, dan is hij een afvallige, ook al zegt en doet hij verder niets.