sunshine_86
24-01-2008, 22:28
De commentator van eurosport had het er ook over.
Ik wist echt niet dat dit aan de gang was in Afrika
Ik vond het zelf wel een interessant stukje
Rare mensen
Dwergen, paardenurine en heilig water: het doel heiligt de middelen om de Afrika Cup te winnen. Medicijnmannen trekken alles uit de kast om hun team de overwinning te bezorgen.
Het luxueuze Fiesta Royale Hotel in Accra tijdens de Afrika Cup. Het Ghanese eftal verblijft hier. Voetbalbobo’s en journalisten flaneren in de lobby. Handen worden geschud, visitekaartjes uitgewisseld. Uitzendkrachten delen ongevraagd gelikte sponsorflyers uit.
Drie informeel geklede mannen springen meteen in het oog. Ze dragen carnavaleske pruiken in de kleuren van de Ghanese vlag: rood-geel-groen. Het drietal wordt voorgesteld als Juju-mannen rond The Black Stars, het Ghanese nationale elftal. Juju-man is een ander woord voor medicijnman.
‘Wij voeren slechts de rituelen uit’, zegt Nuru Deen, de grootste van het stel. ‘Het is simpel. Wij willen dat Ghana wint. Dus offeren wij onszelf op.’ Hij kijkt er uiterst ernstig bij. Dan een brede lach. ‘Dit is een persoonlijke missie. Ik ben 28, ik doe dit sinds mijn dertiende. I love my country!’ Zijn kompaan Alhaji ‘4040’ Polo haakt in: ‘Het is geen baan, maar we zijn er wel fulltime mee bezig. Voor deze wedstrijd hebben we met zes verschillende Juju-mannen en -vrouwen contact. Wij noemen ze malams, ze geven ons opdrachten. Een echte malam herken je meteen. Hij heeft geen stoel, geen tv, geen ventilator. En hij draagt meestal een geitenvacht.’
Een bekend ritueel voor het drietal is het begraven van een zeldzame witte noot op het kerkhof, op de diepte van een armlengte. Nuru: ‘Dan spreek je je wens uit. Maar als die niet uitkomt, moet je een nacht op het graf slapen.’ Ook de derde man, Hudu Yahaya, komt er nu bij: ‘Als een voetballer in Frans West-Afrika zegt dat hij niet aan Juju doet, dan liegt hij. Ze doen het allemaal.’
‘We werken voor het collectief, voor eenheid’, zegt Alhaji. ‘We dringen ons niet op aan spelers. Als ze er niets mee hebben, geen probleem.’ Nuru: ‘Tijdens de wedstrijd krijgen we ook boodschappen van dwergen. Die zeggen wat we moeten doen.’
Kan dit allemaal rond het nationale team van Ghana? Was Juju door de Afrikaanse voetbalbond niet in 2002 verboden?
De Juju-mannen zeggen vooral contact te hebben met een official van de Ghanese voetbalbond.
‘We vragen nooit om een beloning. Maar de mensen rond het team geven ons geld om aan de Juju-mannen en vrouwen te betalen. En soms krijgen we zelf ook wel wat compensatie.’ Nuru vervolgt. ‘Zaterdag gaan we naar een van onze malams. Wil je mee?’
De Juju-helpers lopen voorop. Daarachter drie nieuwsgierige westerlingen. Het is ruim vijftien minuten lopen door de steeds smaller en viezer wordende steegjes van de arme moslimwijk Nima.
Soms moeten we over een open riool springen. De penetrante strontlucht waait hier niet meer weg. Mensen zitten her en der in de schaduw. Sommigen verkopen geroosterde vis of gebakken banaan. Bij elke begroeting verschijnt er een glimlach op de verbaasde gezichten: een blanke die zich hier vertoont moet wel een bijzonder goede reden hebben. Een paar brutale kinderen roepen: ‘Obruni’, het Twsi-woord voor blanke.
Alhadi krijgt telefoon. Als hij ophangt zegt hij: ‘Een malam zei: morgen wordt een witte dag. Ghana moet in het wit spelen. Nu weet het team het ook.’
Op een binnenplaats is een deur waar een doek voor hangt. Buiten staan tien paar schoenen. De Juju-helpers doen hun schoenen uit. Wij volgen. Blootsvoets. De malam is bijna kaal met een ziekenfondsbrilletje en draagt een lichtbruine katoenen pyjama. Af en toe kijkt hij met priemende ogen dwars door je heen.
De schemerige kamer is twee bij vier meter en er heerst een onbestemde geur. Met opgetrokken knieën kan iedereen zitten. Hudu, Nuru en Alhaji zijn stil.
De malam bladert langzaam in een boek vol Arabische tekens. ‘Wat is je probleem?’ vraagt hij. Als blijkt dat we niet komen vanwege een probleem, lijkt hij van slag. Net als de malam vraagt: ‘Geloof je in God?’ gaat zijn mobiele telefoon. Kekke ringtone. We lachen de spanning weg.
Voetbal blijkt een veilig onderwerp. ‘Stel dat Arsenal om hulp vraagt voor een duel tegen Chelsea’, zegt de malam. ‘Dan kunnen we de krachten aanroepen en bidden, zodat Arsenal met 3-0 wint.’
Hij wil niet ingaan op de precieze handelingen. ‘Elke malam werkt anders. Ik werk veel met numerologie, vanuit een moslimtraditie. Ik ben spiritueel consultant.’
Over de wedstrijd tegen Guinee wil de malam alleen kwijt dat de tegenstander zich ‘spiritueel’ goed heeft voorbereid. ‘Guinee heeft een krachtige Juju-traditie. Het gaat erom te wegen welk team het meeste gewicht in de schaal legt. Als die balans voor Ghana niet goed uitvalt, proberen we daar wat aan te doen. Dat moet gebeuren in de nacht voor de wedstrijd, vannacht dus.’
Welke opdrachten hij aan het drietal geeft, wil hij niet zeggen. ‘Dat zou ongeluk kunnen brengen. We krijgen bijvoorbeeld ook de uitslag van de wedstrijd door. Maar die kunnen we pas een paar uur voor de aftrap aan jullie vertellen.’
Hij benadrukt dat het vooral heel hard werken is, om alle rituelen op de juiste manier uit te voeren. Het drietal zal die nacht niet slapen.
Het is een combinatie van numerologie en boodschappers, vaak dwergen, vertelt de malam. ‘Je kunt ze alleen zien als niemand jou ziet. En er gaan jaren van training aan vooraf.’ Aan zwarte magie doet hij niet, zegt hij. ‘Dat is iets voor Juju-mannen. Die brengen ook levende offers en ze vragen veel geld. Dat doen wij allemaal niet. Wij wachten af wat we krijgen.’
Hij pakt de zweep die Nuru bij zich draagt. ‘Dit is een krachtig instrument. Maar als het door een vrouw wordt aangeraakt, verliest het zijn kracht.’
Als we een halfuur later bij de markt van Nima afscheid nemen van het drietal, zijn ze duidelijk. Bij de nachtelijke rituelen geen pottenkijkers. ‘Maar vóór de aftrap geven we de uitslag door.’
De volgende middag staat heel Accra op zijn kop. Het toernooi waar het gastland twee jaar op heeft gewacht, staat op het punt van beginnen. Het stadion is al uren voor de wedstrijd Ghana-Guinee stampvol. Mobiele netwerken zijn overbezet. Het lukt niet Nuru aan de lijn te krijgen. Tot hij twintig minuten voor de aftrap opeens belt: ‘Er vallen drie doelpunten. Ghana zal winnen. Het wordt 2-1 of 3-0.’
Vlak voor de wedstrijd loopt een als Juju-man geklede man, die de Ghanese kleuren draagt, wild voor de tribunes langs. In elke hand heeft hij een levende parelhoen (het symbool voor Guinee, want op zijn Engels: Guinea Fowl). Hij zweept het publiek op door met gevoel voor dramatiek met zijn tanden af en toe een paar veren uit de vogel te trekken. Het publiek juicht.
De eerste helft krijgt Ghana – helemaal in het wit – vele kansen, maar de bal wil er niet in. Drie keer wordt de paal geraakt. Na rust scoort Ghana 1-0 uit een penalty. Twintig minuten later maakt Guinee de gelijkmaker. De laatste minuut breekt aan. Een gelijkspel lijkt onvermijdelijk. Tot Muntari uithaalt: 2-1.
‘In burger’ verschijnen de voorspellers maandagmiddag bij het stadion. De Juju-helpers hebben lang geslapen, maar zien er nog moe uit. Nuru: ‘Het was zwaar. Wij zijn de hele nacht bezig geweest.’ Alhaji: ‘We hadden de taken verdeeld. Nuru heeft om vier uur ’s nachts de ochtendurine bemachtigd van een zwangere merrie, dat was cruciaal. Bij de renbaan naast het stadion.’
Ze waren getipt dat de Juju-mannen van Guinee in het Frankie’s Hotel logeerden. Hudu: ‘Alhaji heeft de urine rondom het hotel gesprenkeld, om hun kracht te neutraliseren. Zelfs de stoelen van de ontbijtzaal kwamen aan de beurt. Dat werkte.’
Nuru heeft iets begraven op het grote kerkhof van Accra. Al wil hij niet kwijt wat het was. Hudu zat de hele nacht in het stadion, om te controleren of Guinee daar rituelen zou uitvoeren. ‘Er kwamen vier dwergen, die in de hoeken van het veld iets begroeven. Ze waren onzichtbaar voor de bewakers, maar ik kon ze gelukkig wel zien. We hebben hun sporen uitgewist met de paardenurine. Daarmee was hun kracht weggenomen.’
Maar waarom scoorde Ghana voor rust dan niet? Nuru: ‘Door het heilige water. Voor de wedstrijd kwamen de spelers van Guinee allemaal het veld op met hun mond vol met heilig water. Dat spuugden ze uit over het veld, maar ook bij hun eigen doel. Daarom trof Ghana voor rust geen doel.’
Na rust is het drietal gaan zingen, na contact met enkele malams. De laatste tien minuten richtten ze alle aandacht op het doel van Guinee. Hudu: ‘We moesten het tot de laatste minuut volhouden. En het was uiteindelijk genoeg’. Hebben ze hun geld al gevangen? Nuru: ‘Nee, het is ons morgen beloofd. Maar dat komt goed. Maar we moeten nu bijslapen, want morgen beginnen we met de voorbereiding voor de wedstrijd tegen Namibië.’
En die Juju-man die de veren uit de levende parelhoenderen beet dan? Ze schieten alle drie in de lach. Alhaji: ‘Dat is Hakim. Een showman. Die heeft niets met Juju te maken. Hij is de kapper van Abedi Pele.’
Bron: http://www.depers.nl
Ik wist echt niet dat dit aan de gang was in Afrika
Ik vond het zelf wel een interessant stukje
Rare mensen
Dwergen, paardenurine en heilig water: het doel heiligt de middelen om de Afrika Cup te winnen. Medicijnmannen trekken alles uit de kast om hun team de overwinning te bezorgen.
Het luxueuze Fiesta Royale Hotel in Accra tijdens de Afrika Cup. Het Ghanese eftal verblijft hier. Voetbalbobo’s en journalisten flaneren in de lobby. Handen worden geschud, visitekaartjes uitgewisseld. Uitzendkrachten delen ongevraagd gelikte sponsorflyers uit.
Drie informeel geklede mannen springen meteen in het oog. Ze dragen carnavaleske pruiken in de kleuren van de Ghanese vlag: rood-geel-groen. Het drietal wordt voorgesteld als Juju-mannen rond The Black Stars, het Ghanese nationale elftal. Juju-man is een ander woord voor medicijnman.
‘Wij voeren slechts de rituelen uit’, zegt Nuru Deen, de grootste van het stel. ‘Het is simpel. Wij willen dat Ghana wint. Dus offeren wij onszelf op.’ Hij kijkt er uiterst ernstig bij. Dan een brede lach. ‘Dit is een persoonlijke missie. Ik ben 28, ik doe dit sinds mijn dertiende. I love my country!’ Zijn kompaan Alhaji ‘4040’ Polo haakt in: ‘Het is geen baan, maar we zijn er wel fulltime mee bezig. Voor deze wedstrijd hebben we met zes verschillende Juju-mannen en -vrouwen contact. Wij noemen ze malams, ze geven ons opdrachten. Een echte malam herken je meteen. Hij heeft geen stoel, geen tv, geen ventilator. En hij draagt meestal een geitenvacht.’
Een bekend ritueel voor het drietal is het begraven van een zeldzame witte noot op het kerkhof, op de diepte van een armlengte. Nuru: ‘Dan spreek je je wens uit. Maar als die niet uitkomt, moet je een nacht op het graf slapen.’ Ook de derde man, Hudu Yahaya, komt er nu bij: ‘Als een voetballer in Frans West-Afrika zegt dat hij niet aan Juju doet, dan liegt hij. Ze doen het allemaal.’
‘We werken voor het collectief, voor eenheid’, zegt Alhaji. ‘We dringen ons niet op aan spelers. Als ze er niets mee hebben, geen probleem.’ Nuru: ‘Tijdens de wedstrijd krijgen we ook boodschappen van dwergen. Die zeggen wat we moeten doen.’
Kan dit allemaal rond het nationale team van Ghana? Was Juju door de Afrikaanse voetbalbond niet in 2002 verboden?
De Juju-mannen zeggen vooral contact te hebben met een official van de Ghanese voetbalbond.
‘We vragen nooit om een beloning. Maar de mensen rond het team geven ons geld om aan de Juju-mannen en vrouwen te betalen. En soms krijgen we zelf ook wel wat compensatie.’ Nuru vervolgt. ‘Zaterdag gaan we naar een van onze malams. Wil je mee?’
De Juju-helpers lopen voorop. Daarachter drie nieuwsgierige westerlingen. Het is ruim vijftien minuten lopen door de steeds smaller en viezer wordende steegjes van de arme moslimwijk Nima.
Soms moeten we over een open riool springen. De penetrante strontlucht waait hier niet meer weg. Mensen zitten her en der in de schaduw. Sommigen verkopen geroosterde vis of gebakken banaan. Bij elke begroeting verschijnt er een glimlach op de verbaasde gezichten: een blanke die zich hier vertoont moet wel een bijzonder goede reden hebben. Een paar brutale kinderen roepen: ‘Obruni’, het Twsi-woord voor blanke.
Alhadi krijgt telefoon. Als hij ophangt zegt hij: ‘Een malam zei: morgen wordt een witte dag. Ghana moet in het wit spelen. Nu weet het team het ook.’
Op een binnenplaats is een deur waar een doek voor hangt. Buiten staan tien paar schoenen. De Juju-helpers doen hun schoenen uit. Wij volgen. Blootsvoets. De malam is bijna kaal met een ziekenfondsbrilletje en draagt een lichtbruine katoenen pyjama. Af en toe kijkt hij met priemende ogen dwars door je heen.
De schemerige kamer is twee bij vier meter en er heerst een onbestemde geur. Met opgetrokken knieën kan iedereen zitten. Hudu, Nuru en Alhaji zijn stil.
De malam bladert langzaam in een boek vol Arabische tekens. ‘Wat is je probleem?’ vraagt hij. Als blijkt dat we niet komen vanwege een probleem, lijkt hij van slag. Net als de malam vraagt: ‘Geloof je in God?’ gaat zijn mobiele telefoon. Kekke ringtone. We lachen de spanning weg.
Voetbal blijkt een veilig onderwerp. ‘Stel dat Arsenal om hulp vraagt voor een duel tegen Chelsea’, zegt de malam. ‘Dan kunnen we de krachten aanroepen en bidden, zodat Arsenal met 3-0 wint.’
Hij wil niet ingaan op de precieze handelingen. ‘Elke malam werkt anders. Ik werk veel met numerologie, vanuit een moslimtraditie. Ik ben spiritueel consultant.’
Over de wedstrijd tegen Guinee wil de malam alleen kwijt dat de tegenstander zich ‘spiritueel’ goed heeft voorbereid. ‘Guinee heeft een krachtige Juju-traditie. Het gaat erom te wegen welk team het meeste gewicht in de schaal legt. Als die balans voor Ghana niet goed uitvalt, proberen we daar wat aan te doen. Dat moet gebeuren in de nacht voor de wedstrijd, vannacht dus.’
Welke opdrachten hij aan het drietal geeft, wil hij niet zeggen. ‘Dat zou ongeluk kunnen brengen. We krijgen bijvoorbeeld ook de uitslag van de wedstrijd door. Maar die kunnen we pas een paar uur voor de aftrap aan jullie vertellen.’
Hij benadrukt dat het vooral heel hard werken is, om alle rituelen op de juiste manier uit te voeren. Het drietal zal die nacht niet slapen.
Het is een combinatie van numerologie en boodschappers, vaak dwergen, vertelt de malam. ‘Je kunt ze alleen zien als niemand jou ziet. En er gaan jaren van training aan vooraf.’ Aan zwarte magie doet hij niet, zegt hij. ‘Dat is iets voor Juju-mannen. Die brengen ook levende offers en ze vragen veel geld. Dat doen wij allemaal niet. Wij wachten af wat we krijgen.’
Hij pakt de zweep die Nuru bij zich draagt. ‘Dit is een krachtig instrument. Maar als het door een vrouw wordt aangeraakt, verliest het zijn kracht.’
Als we een halfuur later bij de markt van Nima afscheid nemen van het drietal, zijn ze duidelijk. Bij de nachtelijke rituelen geen pottenkijkers. ‘Maar vóór de aftrap geven we de uitslag door.’
De volgende middag staat heel Accra op zijn kop. Het toernooi waar het gastland twee jaar op heeft gewacht, staat op het punt van beginnen. Het stadion is al uren voor de wedstrijd Ghana-Guinee stampvol. Mobiele netwerken zijn overbezet. Het lukt niet Nuru aan de lijn te krijgen. Tot hij twintig minuten voor de aftrap opeens belt: ‘Er vallen drie doelpunten. Ghana zal winnen. Het wordt 2-1 of 3-0.’
Vlak voor de wedstrijd loopt een als Juju-man geklede man, die de Ghanese kleuren draagt, wild voor de tribunes langs. In elke hand heeft hij een levende parelhoen (het symbool voor Guinee, want op zijn Engels: Guinea Fowl). Hij zweept het publiek op door met gevoel voor dramatiek met zijn tanden af en toe een paar veren uit de vogel te trekken. Het publiek juicht.
De eerste helft krijgt Ghana – helemaal in het wit – vele kansen, maar de bal wil er niet in. Drie keer wordt de paal geraakt. Na rust scoort Ghana 1-0 uit een penalty. Twintig minuten later maakt Guinee de gelijkmaker. De laatste minuut breekt aan. Een gelijkspel lijkt onvermijdelijk. Tot Muntari uithaalt: 2-1.
‘In burger’ verschijnen de voorspellers maandagmiddag bij het stadion. De Juju-helpers hebben lang geslapen, maar zien er nog moe uit. Nuru: ‘Het was zwaar. Wij zijn de hele nacht bezig geweest.’ Alhaji: ‘We hadden de taken verdeeld. Nuru heeft om vier uur ’s nachts de ochtendurine bemachtigd van een zwangere merrie, dat was cruciaal. Bij de renbaan naast het stadion.’
Ze waren getipt dat de Juju-mannen van Guinee in het Frankie’s Hotel logeerden. Hudu: ‘Alhaji heeft de urine rondom het hotel gesprenkeld, om hun kracht te neutraliseren. Zelfs de stoelen van de ontbijtzaal kwamen aan de beurt. Dat werkte.’
Nuru heeft iets begraven op het grote kerkhof van Accra. Al wil hij niet kwijt wat het was. Hudu zat de hele nacht in het stadion, om te controleren of Guinee daar rituelen zou uitvoeren. ‘Er kwamen vier dwergen, die in de hoeken van het veld iets begroeven. Ze waren onzichtbaar voor de bewakers, maar ik kon ze gelukkig wel zien. We hebben hun sporen uitgewist met de paardenurine. Daarmee was hun kracht weggenomen.’
Maar waarom scoorde Ghana voor rust dan niet? Nuru: ‘Door het heilige water. Voor de wedstrijd kwamen de spelers van Guinee allemaal het veld op met hun mond vol met heilig water. Dat spuugden ze uit over het veld, maar ook bij hun eigen doel. Daarom trof Ghana voor rust geen doel.’
Na rust is het drietal gaan zingen, na contact met enkele malams. De laatste tien minuten richtten ze alle aandacht op het doel van Guinee. Hudu: ‘We moesten het tot de laatste minuut volhouden. En het was uiteindelijk genoeg’. Hebben ze hun geld al gevangen? Nuru: ‘Nee, het is ons morgen beloofd. Maar dat komt goed. Maar we moeten nu bijslapen, want morgen beginnen we met de voorbereiding voor de wedstrijd tegen Namibië.’
En die Juju-man die de veren uit de levende parelhoenderen beet dan? Ze schieten alle drie in de lach. Alhaji: ‘Dat is Hakim. Een showman. Die heeft niets met Juju te maken. Hij is de kapper van Abedi Pele.’
Bron: http://www.depers.nl