Samiratoen
20-08-2002, 14:09
Het was een koude dag in Maart.
Ik stond voor de spiegel, even mezelf opfrissen. Kijken of alles nog goed zit.
Ik keek op mijn horloge, ah oh!! het was al half 12. En ik moest 12 uur beginnen met werken.
Ik deed snel mn jas aan, en mn schoenen pakte een koekjes en liep de deur uit.
Voor ik de deur dicht deed riep ik nog naar mn moeder: Yemma! ik ben rond 6 uur klaar. Betissa en beslama!!
Ik liep snel door en zag de tram al aankomen. Ik begon te rennen, want ik was bang om te laat te komen.
Ik stapte de tram en zocht naar mijn strippen kaart, maar ik kon hem nergens vinden.
Waarschijnlijk was ik hem thuis vergeten. Ik dacht: Ach..voor deze ene keer maakt het toch niets uit nietwaar?!
Ik zocht een leuk plekje achterin, maar alles was vol.
Dus besloot ik maar in het midden te blijven staan.
Bij de volgende halte stapten er nog meer mensen in, en het werd steeds drukker.
Plots voelde ik iemand tegen me aanleunen, ik keek om en naast me stond een jongen.
Hij leek marokkaans, had bruin kort haar en mooie ogen.
Het was wel een leuke jongen.
Ik schoof een beetje opzij, want ik voelde me een beetje bekneld.
Opeend hoorde ik een stem in mn oor die zei: Je hoeft niet bang te zijn hoor, ik bijt niet!
Ik schrok en keek naar wie dat zei.
Daar stond ik dan, oog in oog met die leuke jongen.
Ik glimlachte en antwoorde terug: Ik ben ook niet bang voor je hoor.
En toen bedacht ik me dat dat best kinderachtig klonk.
Hij vroeg me waar ik heen ging, en ik zei dat ik onderweg was naar mijn werk.
Hij vroeg me wat voor werk ik deed en waar ik werkte.
Hij wist waar het was, hij kwam daar wel eens met zijn moeder.
De tram stopte bij een halte, en ik moest eruit.
Ik zei gedag en hij ook.
Voor ik de tram uitstapte hoorde ik hem nog roepen: tot straks!
Ik stond voor de spiegel, even mezelf opfrissen. Kijken of alles nog goed zit.
Ik keek op mijn horloge, ah oh!! het was al half 12. En ik moest 12 uur beginnen met werken.
Ik deed snel mn jas aan, en mn schoenen pakte een koekjes en liep de deur uit.
Voor ik de deur dicht deed riep ik nog naar mn moeder: Yemma! ik ben rond 6 uur klaar. Betissa en beslama!!
Ik liep snel door en zag de tram al aankomen. Ik begon te rennen, want ik was bang om te laat te komen.
Ik stapte de tram en zocht naar mijn strippen kaart, maar ik kon hem nergens vinden.
Waarschijnlijk was ik hem thuis vergeten. Ik dacht: Ach..voor deze ene keer maakt het toch niets uit nietwaar?!
Ik zocht een leuk plekje achterin, maar alles was vol.
Dus besloot ik maar in het midden te blijven staan.
Bij de volgende halte stapten er nog meer mensen in, en het werd steeds drukker.
Plots voelde ik iemand tegen me aanleunen, ik keek om en naast me stond een jongen.
Hij leek marokkaans, had bruin kort haar en mooie ogen.
Het was wel een leuke jongen.
Ik schoof een beetje opzij, want ik voelde me een beetje bekneld.
Opeend hoorde ik een stem in mn oor die zei: Je hoeft niet bang te zijn hoor, ik bijt niet!
Ik schrok en keek naar wie dat zei.
Daar stond ik dan, oog in oog met die leuke jongen.
Ik glimlachte en antwoorde terug: Ik ben ook niet bang voor je hoor.
En toen bedacht ik me dat dat best kinderachtig klonk.
Hij vroeg me waar ik heen ging, en ik zei dat ik onderweg was naar mijn werk.
Hij vroeg me wat voor werk ik deed en waar ik werkte.
Hij wist waar het was, hij kwam daar wel eens met zijn moeder.
De tram stopte bij een halte, en ik moest eruit.
Ik zei gedag en hij ook.
Voor ik de tram uitstapte hoorde ik hem nog roepen: tot straks!