cj_tetuani
21-09-2007, 19:22
Smeekbeden voor de Ramadan
Uit "Citadel van de moslim" van Sheikh Sa'id ibn Ali ibn Wahf Al-Qahtani (http://www.al-islaam.com)
Samengesteld door http://www.AlMutaqqun.tk
Smeekbede bij het waarnemen van de nieuwe maan.
Allah is de grootste. O Allah, bezorg ons de nieuwe maan in veiligheid en in geloof, in vrede en in Islaam, in succes dat U lief heeft en waar U tevreden over bent. (O nieuwe maan) onze Heer en uw Heer, is Allah. [1]
"Allaahoe Akbar, Allaahoemma ahiellahoe 'alayna biel-amnie wal-ieemaanie wassalaamatie wal-ieslaam wa t-tawfieqie liemaa toeh'iebboe wa tarda, rabboena wa rabboeka llaah."
[1] At-Tiermiedhie 5/504. Ad-Daarimi 1/336, zie ook Sah'ih' At-Tiermiedhie 3/157.
Smeekbede bij het verbreken van het vasten.
De dorst is verdwenen, de aders zijn vochtig geworden en de beloning is vastgelegd met de wil van Allah. [1]
"Dha-haba addhama-oe wabtallatie l-'oerooqoe, wa thabata al-adjroe ien shaa-a Allah"
O Allah, ik vraag bij Uw genade dat alles omvat, om mij te vergeven. [2]
"Allaahoemma iennie as-aloeka bierah'matieka allatie wasi'at koella shay-ien an taghfiera lie"
[1] Aboe Daawoed 2/306. Zie ook Al-Albaanie, Sah'ih' Al-Djaami' As-Saghir 4/209.
[2] Ibn Maadjah 1/557, zie ook Al-H'aafidh commentaar van An-Nawawi, Kietaboe l-adhkaar 4/342.
Smeekbede bij het beginnen met eten.
Wanneer je begint te eten, behoort je te zeggen:
In de naam van Allah.
"Biesmiellah"
En als u het vergeet en u herinnert dit tijdens het eten, zeg dan:
In de naam van Allah, in het begin en aan het eind [1]
"Biesmiellaahie fie awwaliehie wa aakhierieh"
Aan wie Allah eten geeft, zou moeten zeggen:
O Allah, zegen het voor ons en voed ons met een beter voedsel. [2]
"Allaahoemma baariek lenaa fieehie wa at'iemna khayran mienhoe"
En aan wie Allah melk schenkt, zou moeten zeggen:
O Allah, zegen het voor ons en geef ons meer. [3]
"Allaahoemma baariek lenaa fieehie wa ziednaa mienhoe"
[1] Aboe Daawoed 3/347, Tiermiedhie 4/288, zie ook Sah'ieh' At-Tiermiedhie 2/167.
[2] At-Tiermiedhie 5/506, zie ook Sah'ieh' At-Tiermiedhie 3/158.
[3] Tiermiedhie 5/506, zie ook Sah'ieh' Tiermiedhie 3/158
Smeekbede na het beëindigen van het eten.
Lof aan Allah, Hij Die mij eten heeft gegeven en Die mij deze gunst heeft verstrekt, ofschoon ik daar niet toe in staat was en ik was krachteloos. [1]
"Alh'amdoe liellaahie alladhie ath'amanie haadhaa, wa razaqanieehie mien ghayrie h'awlien miennie wa qoewwatien".
Allah zij geprezen met talrijke schone en gezegende lofspraken. Wij kunnen Uw lofspraken niet compenseren, wij kunnen het niet laten, maar we kunnen ook niet zonder, onze Heer. [2]
"Alh'amdoe liellaahie h'amdan kathieran thayyieban moebaarakan fiehie, ghayra (moekfie-ien walaa) moewadda'ien wa moestaghnan 'anhoe rabbana".
[1] At-Tiermiedhie, Aboe Daawoed en Ibn Maadjah. Zie ook Sah'ih' At-Tiermiedhie 3/159.
[2] Al-Boekhaarie 6/214, At-Tiermiedhie 5/507.
Smeekbede van een gast voor zijn gastheer die eten aangeboden heeft.
O Allah, zegen hen in wat U voor hen als voorziening heeft geschonken, vergeef hen en heb genade met hen. [1]
"Allaahoemma baariek lahoem fieema razaqtahoem waghfier lahoem warh'amhoem."
[1] Moesliem 3/1615.
Smeekbede voor iemand die u drinken geeft of als hij dat wil doen.
O Allah, voed degene die mij heeft gevoed en geef drinken aan degene die mij drinken heeft gegeven. [1]
"Allaahoemma ath'iem men ath'amanie wasqie men saqaanie."
[1] Moesliem 3/126.
Smeekbede voor mensen die u uitnodigen om samen het vasten te verbreken.
Moge Allah degenen die vasten, bij u het vasten laten verbreken, moge uw eten door de oprechten gegeten worden en moge de engelen gebeden reciteren voor u. [1]
"Afthara 'iendaka assaa-iemoeen wa akala tha'aamakoemoe al-abraar, wa sallat 'alaykoemoe al-malaa-iekah".
[1] Aboe Daawoed 3/367, Ibn Maadjah 1/556. An-Nasaa-ie, Al-Yawm wa llaylah 296-8. Is authentiek gekwalificeerd door Al-Albaanie, Sah'ih' Aboe Daawoed 2/730.
Wat te zeggen wanneer een vastende uitgescholden wordt.
Ik ben aan het vasten. Ik ben aan het vasten. [1]
"Iennie saa-iem, Iennie saa-iem."
[1] Al-Boekhaarie, van Al-'Asqalaanie, Fath' Al-Baarie 4/103, Moesliem 2/806.
Bron: walidin
Uit "Citadel van de moslim" van Sheikh Sa'id ibn Ali ibn Wahf Al-Qahtani (http://www.al-islaam.com)
Samengesteld door http://www.AlMutaqqun.tk
Smeekbede bij het waarnemen van de nieuwe maan.
Allah is de grootste. O Allah, bezorg ons de nieuwe maan in veiligheid en in geloof, in vrede en in Islaam, in succes dat U lief heeft en waar U tevreden over bent. (O nieuwe maan) onze Heer en uw Heer, is Allah. [1]
"Allaahoe Akbar, Allaahoemma ahiellahoe 'alayna biel-amnie wal-ieemaanie wassalaamatie wal-ieslaam wa t-tawfieqie liemaa toeh'iebboe wa tarda, rabboena wa rabboeka llaah."
[1] At-Tiermiedhie 5/504. Ad-Daarimi 1/336, zie ook Sah'ih' At-Tiermiedhie 3/157.
Smeekbede bij het verbreken van het vasten.
De dorst is verdwenen, de aders zijn vochtig geworden en de beloning is vastgelegd met de wil van Allah. [1]
"Dha-haba addhama-oe wabtallatie l-'oerooqoe, wa thabata al-adjroe ien shaa-a Allah"
O Allah, ik vraag bij Uw genade dat alles omvat, om mij te vergeven. [2]
"Allaahoemma iennie as-aloeka bierah'matieka allatie wasi'at koella shay-ien an taghfiera lie"
[1] Aboe Daawoed 2/306. Zie ook Al-Albaanie, Sah'ih' Al-Djaami' As-Saghir 4/209.
[2] Ibn Maadjah 1/557, zie ook Al-H'aafidh commentaar van An-Nawawi, Kietaboe l-adhkaar 4/342.
Smeekbede bij het beginnen met eten.
Wanneer je begint te eten, behoort je te zeggen:
In de naam van Allah.
"Biesmiellah"
En als u het vergeet en u herinnert dit tijdens het eten, zeg dan:
In de naam van Allah, in het begin en aan het eind [1]
"Biesmiellaahie fie awwaliehie wa aakhierieh"
Aan wie Allah eten geeft, zou moeten zeggen:
O Allah, zegen het voor ons en voed ons met een beter voedsel. [2]
"Allaahoemma baariek lenaa fieehie wa at'iemna khayran mienhoe"
En aan wie Allah melk schenkt, zou moeten zeggen:
O Allah, zegen het voor ons en geef ons meer. [3]
"Allaahoemma baariek lenaa fieehie wa ziednaa mienhoe"
[1] Aboe Daawoed 3/347, Tiermiedhie 4/288, zie ook Sah'ieh' At-Tiermiedhie 2/167.
[2] At-Tiermiedhie 5/506, zie ook Sah'ieh' At-Tiermiedhie 3/158.
[3] Tiermiedhie 5/506, zie ook Sah'ieh' Tiermiedhie 3/158
Smeekbede na het beëindigen van het eten.
Lof aan Allah, Hij Die mij eten heeft gegeven en Die mij deze gunst heeft verstrekt, ofschoon ik daar niet toe in staat was en ik was krachteloos. [1]
"Alh'amdoe liellaahie alladhie ath'amanie haadhaa, wa razaqanieehie mien ghayrie h'awlien miennie wa qoewwatien".
Allah zij geprezen met talrijke schone en gezegende lofspraken. Wij kunnen Uw lofspraken niet compenseren, wij kunnen het niet laten, maar we kunnen ook niet zonder, onze Heer. [2]
"Alh'amdoe liellaahie h'amdan kathieran thayyieban moebaarakan fiehie, ghayra (moekfie-ien walaa) moewadda'ien wa moestaghnan 'anhoe rabbana".
[1] At-Tiermiedhie, Aboe Daawoed en Ibn Maadjah. Zie ook Sah'ih' At-Tiermiedhie 3/159.
[2] Al-Boekhaarie 6/214, At-Tiermiedhie 5/507.
Smeekbede van een gast voor zijn gastheer die eten aangeboden heeft.
O Allah, zegen hen in wat U voor hen als voorziening heeft geschonken, vergeef hen en heb genade met hen. [1]
"Allaahoemma baariek lahoem fieema razaqtahoem waghfier lahoem warh'amhoem."
[1] Moesliem 3/1615.
Smeekbede voor iemand die u drinken geeft of als hij dat wil doen.
O Allah, voed degene die mij heeft gevoed en geef drinken aan degene die mij drinken heeft gegeven. [1]
"Allaahoemma ath'iem men ath'amanie wasqie men saqaanie."
[1] Moesliem 3/126.
Smeekbede voor mensen die u uitnodigen om samen het vasten te verbreken.
Moge Allah degenen die vasten, bij u het vasten laten verbreken, moge uw eten door de oprechten gegeten worden en moge de engelen gebeden reciteren voor u. [1]
"Afthara 'iendaka assaa-iemoeen wa akala tha'aamakoemoe al-abraar, wa sallat 'alaykoemoe al-malaa-iekah".
[1] Aboe Daawoed 3/367, Ibn Maadjah 1/556. An-Nasaa-ie, Al-Yawm wa llaylah 296-8. Is authentiek gekwalificeerd door Al-Albaanie, Sah'ih' Aboe Daawoed 2/730.
Wat te zeggen wanneer een vastende uitgescholden wordt.
Ik ben aan het vasten. Ik ben aan het vasten. [1]
"Iennie saa-iem, Iennie saa-iem."
[1] Al-Boekhaarie, van Al-'Asqalaanie, Fath' Al-Baarie 4/103, Moesliem 2/806.
Bron: walidin