Liefste dagboek
Ik voel me nog ellendiger dan gewoonlijk, nu ik weet wat me er te wachten staat. Ik heb, ik had geen andere keus, ja gezegd. Wat een puinhoop
. Ik besef het nu maar pas. Samir wordt mijn man!!!
Wat een dag! Mijn moeder had me vroeg wakker gemaakt. Ze deed overdreven aardig tegen mij. Maar ik wist dat er iets achter schuilde. Iedereen was wakker. Iedereen deed heel vriendelijk. Ze hadden allerlei lekkers klaar gemaakt voor mij
. Daar mee wist ik al genoeg mee. Ze vroegen het langs mijn neus weg of ik Samir als echtgenoot zag zitten. Ik staarde hen ongelovig aan. Hoe ontactvol zijn deze mensen wel niet
. Ik slikte en keek hen nog steeds sprakeloos aan. Ze keken mij vol verwachting aan. Dachten ze nu echt dat ik nu ging antwoorden. Koppig perste ik mijn lippen tesamen. Ik ga hen niets zeggen. Ik bedacht me; ik ging hen direct de waarheid vertellen. Ik sprak met een luide stem: nee, nee en nog eens nee. Ze keken me geschokt aan. Dat hadden ze niet verwachtte, dacht ik gemeen.
Opeens sleurde mijn moeder naar de kamer er naast. De vriendelijke aanpak was nu wel verdwenen
. Ik keek haar aan en besefte dat ze eigenlijk een vreemde voor mij was. Want welke moeder dwingt haar eigen dochter om te trouwen?
Hoe durf je zo zonder schaamte te antwoorden? Ik zag dat haar hoofd rood oplopen was; wat betekende dat ze razend was. Maar het deed mij helemaal niets. Deze keer was ik niet bang. Ik ga me sterk houden.
Verwend nest dat jij bent! Ik meen het meisje, speel geen spelletjes met mij. Je gaat met Samir trouwen!!! Je hebt nog een geluk dat die jongen jou wilt. Wat, riep ik woedend uit. Wat insinueerde ze nu? Dat ik een xxxx was?! Ik heb nog nooit iets verkeerd gedaan!!!
Oja, en wie was diene jongen dan je met wie je was weggaan die middag toen ik je het nog zo verboden had? Geef maar toe, dat het je vriendje was. Ontsteld keek ik mijn moeder aan. Waar ging dit naartoe?
Maar als zij het spelletje zo wil spelen; is goed voor mij. Ik kan het ook vuil spelen!!! Ik zal je iets zeggen. Weetje wie die jongen was?
Ik hoef het zelfs niet te weten, riep ze uit.
Nee, je gaat naar me luisteren. Het was Omar, Selwa's broer.
Nu keek zij mij verbaasd aan. Dat had je niet verwacht hé. Omar ken ik al heel mijn leven; ik beschouw hem als een broer. Vroeger vond je het geen probleem als ik met Selwa en haar broer omging. Ik stopte om adem te halen. Er hing nu een ijzige stilte om ons heen.
Wie zegt dat het niet je vriendje is? Het is niet omdat ik hem ken, dat het je vriendje niet kan zijn, verbrak mijn moeder de stilte.
Nu voelde ik het bloed naar mijn hoofd stijgen. Ze maakte me razend. Waarom vertrouwt ze me niet? Nee, ik heb je het toch gezegd. Ik heb helemaal geen vriend!!! Ben je soms achterlijk. Dat laatste ontglipte me. Ik was te ver gegaan. Mijn moeders blik veranderde. Ze greep me vast en begon me te slaan. Pats, een harde klap in mijn gezicht.
Bij elke slag die ze me gaf, zei ze: je gaat met hem trouwen! Ik probeerde me te verweren. Maar ze gaf het niet op. Ze bleef maar doorgaan. Ik gilde het uit van de pijn. Ik smeekte haar om genade. Yemma, please stop ermee!!!
Ik bleef schreeuwen tot mijn stem er hees van werd. Waarom hielp niemand mij? Ze hadden vast de hele scène gehoord. Hebben ze dan allemaal een hart van steen. Machteloos ggaf ik het op en liet alles op neerkomen. Vaag herrinnerde ik me dat iemand mijn moeder heeft tegen gehouden. Ik was half bewusteloos. Ik voelde hoe iemand mij optilde en mij voorzichtig op een bed neerlegde.
Met alle moeite probeerde ik mijn ogen op te doen. Ik wou weten wie mij had geholpen. Wazig zag ik iemand naar me kijken. Ik knipperde met mijn ogen. Toen zag ik het. Het was.......