Zijn gehijg werd steeds heviger. Hij kreeg het steeds warmer. Omar verstrakte z`n greep op het stuur. De Golf 4 lag op z`n zij. Geen teken van leven. De voorbumper van Omar had een behoorlijk, grote deuk opgelopen. Hij slikte meerdere malen achter elkaar. Langzaam zette hij de automaat in z`n “D” en reed langzaam via de vluchtstrook langs de auto. Hij stopte en stapte aarzelend uit. Hij voelde z`n knieën knikken van angst. Langzaam kwam hij dichterbij en zag van dichtbij hoe erg de auto er aan toe was. De airbags waren uitgeploft. Ramen waren kapot. De voorruit lag er half af. Hij hurkte voorzichtig en zag een vrouw achter het stuur. Lichte golven in haar haren. Mouwen opgestroopt. Een spijkerbroek die vanaf de knieën vol zat met scheuren. Hij bekeek haar nog eens goed. Z`n ogen werden groter van angst. Z`n hart sloeg weer op hol. Het was Achlem. Ze liet geen teken van leven zien. Lippen die opgezwollen en bebloed waren. “Geen gordels.”, constateerde Omar. Hij legde z`n handen op de grond en zat. Met z`n hoofd gericht naar het asfalt al kijkend naar het gebroken glas. Olie lekte langs z`n voeten. Hij hield z`n handen voor z`n gezicht. Het was avond. Het getoeter van auto`s en wat gemompel van mensen rondom de auto kon hij nog horen. Iedereen stond verstijfd van wat ze voor hun ogen zagen. In de verte klonken de luide sirenes. Omar besefte nog niet dat de M3 op de vluchtstrook stil stond. Die moest juist vrij gemaakt worden voor politiewagens en ambulances. Na enkele minuten waren ze er al. De agenten stapten haastig uit en hielpen Omar overeind. “Meneer, is die auto van u?”, vroeg de agent. Omar knikte en veegde z`n tranen. Tranen uit verdriet. Niet omdat Achlem zo`n einde heeft gekregen, maar omdat alles zo`n einde heeft gekregen. Hij liep langzaam naar de auto en stapte moeizaam in. De agenten hadden de kapotte voorbumper van Omar nog niet gezien. Omar reed naar voren op de linkerrijstroken. Hij stopte en bleef in de auto zitten. Nu pas besefte hij de airbags die uit z`n stuur en alle portieren ploften. Na de botsing tegen de achterkant van Achlem`s auto aan, wist hij het niet meer. Hij zag hoe de Golf nog zeker vijfhonderd meter verder reed, toen plotseling zij de macht verloor en over de auto sloeg. Het was dus Omar`s schuld niet. Haar eigen….
Op het gepiep van de monitor nog na was het stil in Faysal`s kamer. Het was een kwartier later nadat Achlem vertrokken was. De zuster kwam even binnen om alles nog te checken. Ze stond bij het bed van Faysal en maakte wat aantekeningen al kijkend naar het scherm. Ze wierp een blik naar z`n op en neergaande borst en constateerde een envelop. Verbaasd en vreemd keek ze ernaar. Ze pakte het en las in haar gedachte voor: “Voor Omar, van Achlem.”, stond er. Ze herinnerde zich wie Omar is. Maar wie was Achlem? Dat wist ze niet. “Oh, waarschijnlijk het meisje die hier net was.”, fluisterde ze tegen haarzelf. Ze wilde het niet openmaken. Het was tenslotte voor Omar. Ze liep de kamer uit terug naar de balie. Snel zocht ze de gegevens op van Faysal die Omar invulde. En zoals gehoopt had ze het snel gevonden. Ze toetste Omar`s nummer in en belde hem op. “Hallo?”, klonk zijn hese stem. Sarah slikte. Ondanks zijn hese stem wist ze dat hij het was. “Ehm…. Omar…. Kun je even langs komen? Er is wat dat ik je moet laten zien.”, zei ze nerveus. Geschrokken hield hij z`n adem in. Sarah hoorde het en was bang van z`n reactie. Omar hing meteen op. Ze slikte en legde de hoorn neer. “Wat heb ik verkeerd gezegd? Waarom moest ik hem bellen?’, gaf ze haarzelf de schuld. Ze schudde haar hoofd. “Nee, ik heb niets verkeerds gezegd. Er was vast iets met de verbinding.”, dacht ze weer. Zenuwachtig ruimde ze de papieren weer netjes op. Ze verwachtte elk moment Omar voor haar neus. Met nog steeds de gedachte van Omar in haar hoofd liep ze verder de gang op.
Met hoge snelheden scheurde hij terug naar het ziekenhuis. “Ya Rabbi…. Ze heeft `m vermoord. Achlem heeft `m vermoord.”, fluisterde Omar al huilend. Achlem moest wat ergs gedaan hebben. Sarah klonk zenuwachtig door de telefoon. Er moest gewoon wat met Faysal aan de hand zijn. “NEE!”, schreeuwde hij in de auto. Hij sloeg meerdere malen hard tegen het stuur. Daardoor bezeerde hij z`n handpalm. “YEMMA! DIT KAN NIET!”, schreeuwde hij weer. Van zowel links als rechts haalde hij auto`s in. Na enkele minuten was hij er. Precies voor de grote ingang van het ziekenhuis remde hij hard en raakte in de slip. Hij stapte uit en rende het gebouw in. Hij keek even links en rechts. Niemand te bekennen. Hij rende het trappenhuis in en zette de sprint naar boven.
Aangekomen op de tweede verdieping rende hij de gang op naar Faysal`s kamer. Een gestalte kwam er verbaasd uit en hij botste haast tegen haar aan. Het was Sarah. Hij hijgde en keek haar paniekerig aan. Zij kon zijn tranen zien. “Verdomme!”, dacht ze. “Hij denkt dat er wat is met Faysal.”…. “Omar, nee, rustig. Er is niets met Faysal aan de hand. Hij is oké.”, maakte ze hem meteen duidelijk. Omar stopte even met ademen en keek haar verbaasd aan. Hij keek haar niet begrijpend aan. “Ik heb wat voor je.”, zei ze en ze trok `m Faysal`s kamer in. Ze pakte het envelop en stak het in Omar`s hand. Hij nam het aan en keek vreemd ernaar. “Voor Omar, van Achlem.”, las hij voor. “Een meisje was hier geweest. Ze zei dat ze een vriend van Faysal was.”, na Sarah`s woorden beet hij op z`n kaken. Snel vergat hij het weer. Hij opende het en trok een met de handgeschreven brief uit. Hij haalde diep adem en las in z`n gedachte voor:
“Omar, vat dit niet verkeerd op. Ik weet wat ik verkeerd heb gedaan. Nu pas besef ik dat ik de boosdoener was. In Marokko en hier in Nederland. De ideale vriendin was ik al helemaal niet. Ik wilde Faysal`s leven zuur maken, omdat hij niet met me wilde trouwen. Althans, dat dacht ik. Hij had geen ‘Nee’ gezegd. Hij wilde er alleen meer tijd voor hebben. Als ik `m inderdaad tijd gaf, waren nu wel gelukkig getrouwd. En ik weet dat jij het daar ook mee eens bent. Alsjeblieft Omar, begrijp me niet verkeerd. Dit is niet weer zo`n brief waar ik jullie leven kapot wil maken. Ik heb Faysal gezien. Gelukkig nog in leven. En ik hoop dat hij snel wakker wordt. Het heeft me nooit verbaasd gemaakt toen Faysal telkens me uitschold door de telefoon. Ik had er zelf omgevraagd. En Hamid…. Elke nacht in bed denk ik aan Hamid. Aan hij die ik vermoord heb. Uit angst…. Ik stond verstijfd. Ik moest het wel doen, anders was ik degene die nu dood was. Die gasten hadden me gedwongen. Het begon met een geintje wat eindigde als ware drama. Verkracht is wat ze me hebben aangedaan. En elke telefoontje die ik van hun kreeg, deed me pijn. Ik moest weer wat voor hun doen. Hamid was zo`n opdracht. En wat betreft Faysal…. Dat was ikzelf. Ikzelf wilde hem kwetsen door mijn wraak te nemen. En, Omar…. Ik weet dat je me nu wilt vermoorden. Ik zou het accepteren als je me zou willen doden.. Hoe slecht kan een mens zijn? Niet slechter als ik…. Weet dat ik Faysal niets heb aangedaan. Ik ben degene die hem niet had geschoten. Ik moest als chauffeur meegaan. Als ik het ook wilde, had ik Faysal op dit moment wel kunnen vermoorden. Nu ik in zijn kamer zit. Maar nee, ik houd nog steeds van `m en liet hem in leven. Ik hoop dat je me begrijpt. Je leest dit brief nu, Allah
mag weten waar ik nu uithang. In een café,, op de straten, bij de gasten, wie weet terug bij m`n ouders die mij ook haten. Of misschien wel ergens dood…. Omar, ik wil spreken. Incha Allah zal ik je morgen in de middag bellen.”.
“Achlem”
Omar bleef naar de inhoud van het brief staren. Hij wist waar Achlem nu was. Maar hij twijfelde of ze nog in leven was. Hij hief zijn betraande ogen op en keek de trieste Sarah toe. Een klein glimlachje verscheen op zijn gezicht. “Het was Achlem.”, fluisterde hij. Sarah keek hem niet wetend aan. Ze zag dat hij het moeilijk begon te krijgen met staan. Gauw pakte ze hem beet bij z`n bovenarm en bracht `m naar een stoel. Omar zat en liet het briefje uit z`n handen vallen. Glimlachend liet hij z`n tranen op de grond druppelen. Achlem verdiende dit niet. Dit briefje was anders dan de andere. Hier schreef ze rechtstreeks vanuit haar hart. Of Achlem nou in leven was of niet…. De gehate Achlem bestond niet meer. Haar einde was gekomen. Dit was het einde…. Van Achlem….