Naoual leek nog steeds verward. Ik schraapte m`n keel. “Ya Rabbi, help me hieruit.”, bad ik. Plotseling stond ze op en trok me mee de kamer uit. Ik wist niet waar ze heen wilde gaan. Ze trok me verder de trap naar beneden helemaal naar buiten. “Breng me naar Hamid.”, zei ze ineens. “Wat? Nee dat kan ik niet.”, reageerde ik verbaasd. “Waarom niet? Ik wil hem zelf zien. Ik wil met hem praten.”, zei ze weer. Ik schudde m`n hoofd. “Als hij jou ziet met mij, zal hij ons allebei te pakken nemen.”, zei ik. Ze keek me streng aan. Dit had geen zin. We stapten de auto in en ik reed weg. Naoual trok haar telefoon en belde Hamid op. “Hé Naoual!”, klonk het aan de andere kant van de lijn. “Hamid, waar ben je verdomme?!”, zei ze nors. Hamid begon te lachen. Naoual leek steeds bozer. “Ik kom nu naar je toe!”, zei ze kwaad en hing op. Ik keek haar nieuwsgierig aan. “Wat zei hij?”, vroeg ik. “Gaat je helemaal niks aan!”, snauwde ze. Ik schrok van haar toon. Wat had zij ineens? Lichtjes schudde ik m`n hoofd en reed de villawijk in.
Het was even zoeken, maar we vonden al gauw de witte villa. We stapten uit en ik hield Naoual bij d`r arm vast. “Doe geen gekke dingen. Hamid is de oude niet meer. Het maakt helemaal niet uit of jij z`n zusje bent of niet.”, waarschuwde ik haar. Ze rukte haarzelf los en bonsde op de voordeur. Meteen werd er open gemaakt. Eén van z`n handlangers stond in de deuropening. “Kom gezellig binnen.”, grijnsde hij. Ik hield Naoual dicht tegen m`n zij aan. We liepen verder binnen. Hamid zat daar op de bank met z`n benen op de tafel. Alsof dit de gewoonste zaak van de wereld was. Even vingen we z`n blik op. “Ah, zusje van me.”, zei hij glimlachend en stond op. Plotseling werd ik van achteren gegrepen. Ik werd tegen de grond gesmeten met m`n handen op m`n rug. Ik raakte in paniek. Ik probeerde me enigszins los te krijgen, maar tevergeefs, ze waren met z`n drieën veel sterker. Hamid greep genadeloos aan Naoual`s haren en al bijtend op z`n kiezen sleurde hij haar naar de bank. “ZITTEN JIJ!”, klonk z`n boze stem. “AAH! HAMID! LAAT ME LOS!!”, schreeuwde Naoual en ze probeerde haar los te trekken. Ze werd op de bank gesmeten en Hamid hield haar handen vast. “Luister goed, jij!”, zei hij. Naoual probeerde haar handen terug te trekken en schudde haar hoofd. “NEE! LAAT ME LOS!”, schreeuwde ze weer. Hamid kon het niet meer aanzien en sloeg z`n zusje hard op haar gezicht. “NEE!!”, schreeuwde ik het uit en probeerde weer los te rukken. Ik kon dit niet laten gebeuren. Ik werd alsmaar woedender.
“Luister goed, zeg ik!”, zei Hamid nog een keer. Naoual leek kalm te zitten. Met haar verwarde haren voor d`r gezicht luisterde ze al snikkend naar wat haar broer te vertellen had. “Ik wil jou en die gore smeerlap niet meer samen zien. Begrepen?”, dreigde Hamid haar. Ze gaf geen antwoord. “Nou, vertel me. Waar heb je het gelaten?”, vroeg hij. Naoual gaf nog steeds geen antwoord. “Laatste keer, Naoual. Waar heb je het gelaten?”, klonk hij waarschuwend. “Is dat wat je wilt? Je familie laten zitten voor wat drugs?”, klonk haar zachte stem. “Ja, dat is wat ik wil.”, grijnsde hij weer. “En als je het me niet snel teruggeeft, zal het je berouwen.”, dreigde hij haar weer. Voorzichtig liet hij haar los en stond op. Hij draaide zich om en kwam nu mijn kant op. Ik zat nog steeds op de grond met de drie gasten op me. Hamid hurkte zich naar me en begonnen te grijnzen. Ik keek hem kwaad aan. “Kom op, niet doen. Je mooie blauwe ogen wil ik niet boos zien worden.”, zei hij lachend. Z`n vrienden begonnen hard mee te lachen. Ze trokken me overeind en een onverwachtse stomp in m`n maag kreeg ik van Hamid. Ik kroop al kuchend ineen van de pijn. “LAAT HEM!!”, schreeuwde Naoual en besprong Hamid van achteren. Ze krabde en trok aan z`n haren. “AAH KxNKxR HOxR!”, schreeuwde hij en duwde z`n zusje hard tegen de muur. Snel pakte hij haar bij d`r haren en sleurde haar weer naar de voordeur. De deur werd geopend en hij gooide haar letterlijk naar buiten. Ik zag het allemaal gebeuren, maar ik kon weinig doen door de hevige pijn. Hamid draaide zich om en greep me bij m`n kraag. “En voor jou, die week die ik je had gegeven is nu ingekort. Overmorgen wil ik het hebben.”, zei hij dreigend en ik werd tegen m`n auto gesmeten. Gelach en geklap draaide iedereen zich om en verdween weer de villa in. Ik keek om me heen en zag Naoual levenloos op de grond. Haastig rende ik naar haar toe en hielp haar enigszins overeind. Ik sloeg m`n armen om haar heen en troostte haar. Ze lag met haar hoofd tegen m`n borst aangeleund. “Ya Allah, help ons hieruit. Ik wil dit niet. Ik wil dit niet laten gebeuren voor haar.”, bad ik en tranen rolden over m`n wangen. Met m`n hoofd op haar hoofd geleund zaten we daar als twee kleine kinderen midden op straat.
“Ah Yemma, wat gebeurt er met ons?”, huilde Naoual van binnen. Ondanks dat ze alles net zelf had meegemaakt, geloofde ze het niet. Ze wilde het niet geloven. Ze lag in Faysal`s armen. Ze had echt z`n troost nodig. Het deed haar goed. Het deed haar denken aan vroeger. Haar moeder hield haar ook zo vast als haar vader haar had geslagen. Naoual leunde tegen z`n warme borst aan en hield haar ogen dicht. Tranen vloeiden haar ogen uit. Wat was er met Hamid gebeurd? Wat was er met haar leven gebeurd? Haar hele leven werd op z`n kop gezet. Bij deze gedachte stroomden de tranen eruit en ze voelde de warme handen van Faysal over haar bovenarmen heen en weer glijden. Ze wilde voor altijd in de handen van hem zijn…. In de handen van Faysal….