Amazigh1985
17-08-2007, 23:35
(Geschreven door Ali Eddaoudi)
Mijn vakantie zit erop. Dit jaar heb ik wederom de Marokkaanse zon opgezocht. Het is vooral de zon die mij aantrekt en het prachtige woeste Marokkaanse Rifgebergte. Met de Marokkaanse bevolking heb ik helaas niet zo erg veel.
Ieder jaar valt het mij meer op dat dit prachtige land in handen van verkeerde mensen is. De dictatuur en de politiestaatachtige taferelen confronteren mij als Europese idealist met de harde werkelijkheid waarin mijn eigen familie leeft. Enerzijds heb ik veel moeite met het Marokkaanse systeem en probeer ik de mensen in mijn omgeving duidelijk te maken dat veranderingen van hen zelf moeten komen. Anderzijds weet ik als geen ander dat ik makkelijk praten heb. Ik ga daar heen met een aardig zakcentje, kan een luxe villa huren, en word bovendien gerespecteerd (tegenwoordig zelfs door de Marokkaanse politie) omdat mijn auto een Europees nummerbord heeft.
Miljoenen Marokkanen zijn analfabeet en arm, en moeten vanaf hun geboorte trouw zweren aan de Marokkaanse autoriteiten die overal zichtbaar aanwezig zijn. Dit psychologisch politieke spel, waar maar weinig Marokkanen besef van hebben, houdt de Marokkaanse overheid overeind. Een erfenis van de overleden koning Hassan II waar de komende generaties niet vanaf zullen raken. In de Rif, het meest achtergestelde gebied van Marokko, waar veel Europese Marokkanen vandaan komen, zie je dit verschijnsel het meest.
Eigenlijk zou de Rif zowat het rijkste gebied van Marokko moeten zijn. Veel van de voormalige gastarbeiders en hun nazaten komen er vandaan, en sturen al sinds de jaren zestig miljoenen naar hun vaderland. Een groot deel daarvan gaat naar de bankrekeningen (in Marokko) van Europese Marokkanen.
Daarnaast kopen en bouwen Europese Marokkanen huizen en ondernemingen. Die investeringen komen meestal bij grote bedrijven terecht die vaak in de grote (Arabische) steden zijn gevestigd. Daar zitten ook de banken, investeerders en grote concerns. En dus niet in de Rif.
De Rif kent niet eens een fatsoenlijk wegennet. De straten liggen er verpauperd bij en veel stedelijke gebieden beschikken niet eens over stromend water - een basisbehoefte waar een modern land toch aan zou moeten voldoen. In de meeste Arabische gebieden is dat wél redelijk goed geregeld. Ik ben allesbehalve een Berber-nationalist, maar de Rif wordt wel degelijk achtergesteld bij de rest van Marokko.
En de Berber - een naam die niets te maken heeft met de oorspronkelijke naam van dit volk, de Imazighen - zelf lijkt het allemaal maar goed te vinden, en klaagt zo nu en dan bij zijn kameraden in een lokaal theehuis. Verder hoor je ze niet.
Als ik met Berbers spreek, krijg ik altijd te horen dat de Rif 'maar Afrika' is. Ik moet mij niet zo druk maken en wegblijven uit hun miezerige landje, is hun advies. In dit antwoord ligt zoveel frustratie verscholen, dat het begrijpelijk wordt dat jonge mannen en vrouwen iedere kans aangrijpen om naar Europa te vluchten.
Hoewel ik blij ben met Europa, in het bijzonder met Nederland, doet het mij toch pijn te zien dat Marokkanen zo weinig strijdvaardig zijn en eigenlijk alleen bezig zijn met hun eigen gewin. En ook de Europese Marokkanen slikken alles. Ze klagen alleen tegen elkaar. Niemand durft het op te nemen tegen een simpele ambtenaar of iemand met enig aanzien. Wat gek is, want de Marokkanen in Nederland zijn mondig genoeg als hen in Nederland tekort wordt gedaan.
In Marokko heb ik dan ook ieder jaar ruzie met zowel burgers als ambtenaren. Agenten, douane en iedereen die een uniform draagt, zijn in mijn ogen potentiële machtsmisbruikers. Ze wekken gauw mijn irritatie, niet omdat ik op ze neerkijk, maar omdat ik elk jaar opnieuw misstanden waarneem, die ik als beschaafd mens niet aan kan zien.
Zeker in de Rif worden mensen uitgebuit, slecht behandeld en voor dom gehouden. Wat de staatstelevisie ons ook laat zien, Marokko kan zich nog lang geen serieuze democratische staat noemen. En Marokko mag zich zeker niet op de borst kloppen als het gaat om de rechten van de mens - om over de rechten van het kind en het dier maar te zwijgen.
De koning probeert zo nu en dan verbeteringen aan te brengen, maar met de huidige adviseurs, regeringsfunctionarissen en burgemeesters zal Marokko nauwelijks vooruitgang kennen, is mijn bittere conclusie.
Desondanks zal ik ieder jaar mijn geboortestreek blijven bezoeken, omdat ik me daar nu eenmaal mee verbonden voel. Omdat ik van Marokko houd. Maar wel kom ik telkens weer met gemengde gevoelens en helaas ook steeds vaker met minder trots op mijn vaderland naar Nederland terug.
Bron: De volkskrant, 17 augustus 2007
Mijn vakantie zit erop. Dit jaar heb ik wederom de Marokkaanse zon opgezocht. Het is vooral de zon die mij aantrekt en het prachtige woeste Marokkaanse Rifgebergte. Met de Marokkaanse bevolking heb ik helaas niet zo erg veel.
Ieder jaar valt het mij meer op dat dit prachtige land in handen van verkeerde mensen is. De dictatuur en de politiestaatachtige taferelen confronteren mij als Europese idealist met de harde werkelijkheid waarin mijn eigen familie leeft. Enerzijds heb ik veel moeite met het Marokkaanse systeem en probeer ik de mensen in mijn omgeving duidelijk te maken dat veranderingen van hen zelf moeten komen. Anderzijds weet ik als geen ander dat ik makkelijk praten heb. Ik ga daar heen met een aardig zakcentje, kan een luxe villa huren, en word bovendien gerespecteerd (tegenwoordig zelfs door de Marokkaanse politie) omdat mijn auto een Europees nummerbord heeft.
Miljoenen Marokkanen zijn analfabeet en arm, en moeten vanaf hun geboorte trouw zweren aan de Marokkaanse autoriteiten die overal zichtbaar aanwezig zijn. Dit psychologisch politieke spel, waar maar weinig Marokkanen besef van hebben, houdt de Marokkaanse overheid overeind. Een erfenis van de overleden koning Hassan II waar de komende generaties niet vanaf zullen raken. In de Rif, het meest achtergestelde gebied van Marokko, waar veel Europese Marokkanen vandaan komen, zie je dit verschijnsel het meest.
Eigenlijk zou de Rif zowat het rijkste gebied van Marokko moeten zijn. Veel van de voormalige gastarbeiders en hun nazaten komen er vandaan, en sturen al sinds de jaren zestig miljoenen naar hun vaderland. Een groot deel daarvan gaat naar de bankrekeningen (in Marokko) van Europese Marokkanen.
Daarnaast kopen en bouwen Europese Marokkanen huizen en ondernemingen. Die investeringen komen meestal bij grote bedrijven terecht die vaak in de grote (Arabische) steden zijn gevestigd. Daar zitten ook de banken, investeerders en grote concerns. En dus niet in de Rif.
De Rif kent niet eens een fatsoenlijk wegennet. De straten liggen er verpauperd bij en veel stedelijke gebieden beschikken niet eens over stromend water - een basisbehoefte waar een modern land toch aan zou moeten voldoen. In de meeste Arabische gebieden is dat wél redelijk goed geregeld. Ik ben allesbehalve een Berber-nationalist, maar de Rif wordt wel degelijk achtergesteld bij de rest van Marokko.
En de Berber - een naam die niets te maken heeft met de oorspronkelijke naam van dit volk, de Imazighen - zelf lijkt het allemaal maar goed te vinden, en klaagt zo nu en dan bij zijn kameraden in een lokaal theehuis. Verder hoor je ze niet.
Als ik met Berbers spreek, krijg ik altijd te horen dat de Rif 'maar Afrika' is. Ik moet mij niet zo druk maken en wegblijven uit hun miezerige landje, is hun advies. In dit antwoord ligt zoveel frustratie verscholen, dat het begrijpelijk wordt dat jonge mannen en vrouwen iedere kans aangrijpen om naar Europa te vluchten.
Hoewel ik blij ben met Europa, in het bijzonder met Nederland, doet het mij toch pijn te zien dat Marokkanen zo weinig strijdvaardig zijn en eigenlijk alleen bezig zijn met hun eigen gewin. En ook de Europese Marokkanen slikken alles. Ze klagen alleen tegen elkaar. Niemand durft het op te nemen tegen een simpele ambtenaar of iemand met enig aanzien. Wat gek is, want de Marokkanen in Nederland zijn mondig genoeg als hen in Nederland tekort wordt gedaan.
In Marokko heb ik dan ook ieder jaar ruzie met zowel burgers als ambtenaren. Agenten, douane en iedereen die een uniform draagt, zijn in mijn ogen potentiële machtsmisbruikers. Ze wekken gauw mijn irritatie, niet omdat ik op ze neerkijk, maar omdat ik elk jaar opnieuw misstanden waarneem, die ik als beschaafd mens niet aan kan zien.
Zeker in de Rif worden mensen uitgebuit, slecht behandeld en voor dom gehouden. Wat de staatstelevisie ons ook laat zien, Marokko kan zich nog lang geen serieuze democratische staat noemen. En Marokko mag zich zeker niet op de borst kloppen als het gaat om de rechten van de mens - om over de rechten van het kind en het dier maar te zwijgen.
De koning probeert zo nu en dan verbeteringen aan te brengen, maar met de huidige adviseurs, regeringsfunctionarissen en burgemeesters zal Marokko nauwelijks vooruitgang kennen, is mijn bittere conclusie.
Desondanks zal ik ieder jaar mijn geboortestreek blijven bezoeken, omdat ik me daar nu eenmaal mee verbonden voel. Omdat ik van Marokko houd. Maar wel kom ik telkens weer met gemengde gevoelens en helaas ook steeds vaker met minder trots op mijn vaderland naar Nederland terug.
Bron: De volkskrant, 17 augustus 2007