R_achida
10-07-2007, 09:35
Dit is niet oordelend bedoeld:
In de Naam van Allah de Barmhartige de Genadevolle
Het graf
Door: Abou Ismail
Wanneer we in het graf aankomen, is er geen weg meer terug. Allah zegt: ‘Tot wanneer de dood tot één van hen komt, dan pas zegt hij: “Oh mijn Heer, laat mij terugkeren, hopelijk verricht ik goede daden.”’ Maar dan is het te laat. En iedereen zal de dood ondervinden en iedereen zal in een gat onder de grond gestopt worden. En iedereen zal zijn bezittingen achter moeten laten.
In het graf kunnen wij geen beroep doen op onze vriendschappen, op onze connecties, op ons vermogen en ook onze mobiele telefoon met alle opgeslagen nummers zullen ons niet meer baten. Het kan allemaal niks meer voor je betekenen. Onze enige steun zal Allah zijn. Allah versterkt degenen die geloven met de standvastige uitspraak, namelijk de geloofsbelijdenis, in het wereldse leven en in het hiernamaals. Het graf is een onderdeel van het hiernamaals. In het graf komt een einde aan alles. En daarom zei Othman (radiyallahu anhu) altijd: “Ik heb in mijn leven niks afschuwelijkers mogen aanschouwen dan het graf.” En daarom moeten we van tijd tot tijd een bezoek brengen aan de graven. Het beste is dan om te zoeken naar een leeg graf, een graf wat net gegraven is. En nog beter is om er in te gaan liggen en zien hoe het aanvoelt. Er zal een dag komen, dat we er zelf plaats in zullen nemen.
Het graf hoeft niet altijd een vreselijke plaats te zijn het, het kan ook een mooie plaats zijn. De donkerheid van het graf kan overgaan in licht, maar dan moeten we er in het wereldse leven wel voor zorgen dat we dat verdienen, dat we een lamp kopen. Een lamp in de vorm van het gebed.
Het gebed zal als lamp dienen in ons graf. Het zal de donkerheid doen overgaan in licht.
Naast het graf, hebben we de bestraffing in het graf. Zelfs de profeet (sallallahu ‘alaihi wa salam) zocht voor deze bestraffing zijn toevlucht bij Allah. De profeet (sallallahu ‘alaihi wa salam), wiens al zijn zonden hem vergeven zijn. Maar toch zocht hij toevlucht bij Allah bij alle gebeden, tegen bestraffing in het graf.
En ook zei de profeet (sallallahu ‘alaihi wa salam): “Bezoekt de graven, want deze doen jullie herinneren aan het hiernamaals.” Gaat kijken wat er terecht is gekomen van degenen voor jullie. Zij die wellicht over meer eerzucht, over meer geld, over meer wensdromen beschikten dan jullie, gaat kijken wat er van hen terechtgekomen is, gaat kijken hoe zij opgegaan zijn in de grond en dat er niets van hen is overgebleven.
Als wij voor iets vrezen, dan slaan wij op de vlucht, dan rennen wij weg voor datgene wat wij vrezen, maar voor het graf kunnen we niet weglopen. Al zouden we het proberen, het zou ons niet lukken. Alle vluchtwegen zullen leiden naar één bestemming, slechts één bestemming, namelijk het graf zelf. Daar waar de ogen die we nu gebruiken om naar haraam te kijken, daar zullen ze in het graf gevuld worden met aarde en zand en daar zullen ze opgevreten worden door maden. En ons lichaam, onze ledematen, die zullen ontbinden en wegrotten.
Hoeveel mensen bezoeken het graf? Weinigen. Op een begraafplaats worden de rollen omgedraaid. Zoals wij nu hier zitten, al luisterend naar de lezing. Slechts één persoon spreekt, de rest luistert naar de vermanende woorden van de spreker. Op de begraafplaats worden deze rollen omgedraaid, dan zijn wij de enige luisteraars, de enige toeschouwer. Alle graven om ons heen zijn dan prekers, die vermanende woorden uitspreken. Al lijkt het graf in eerste instantie niks te zeggen, maar hij hoeft niks te zeggen, hij heeft geen woorden nodig, zijn verschijning is genoeg. Zijn verschijning is beter dan alle mooie lezingen bij elkaar.
Er zijn ook andere manieren om de begraafplaatsen te gedenken. Een geleerde zei ooit: “Wanneer je, je kindje in zijn wieg stopt, dan vind je overeenkomsten met het graf. Zoals een baby verwikkeld wordt in een doek, zo worden doden gewikkeld in lijkenwaden. En zoals een baby in een nauw wiegje wordt gestopt, zo wordt een dode ook in een nauw graf gestopt.” Dus iedere keer als je je kind in de wieg stopt, gedenk dan het graf.
Wanneer we zelf het grafgevoel willen meemaken, trek je dan terug in de nacht, in je eigen kamer, en doe alle deuren en ramen dicht. Zodanig dat er geen lucht en licht meer binnenkomt. En stuur iedereen de kamer uit. Ga op de grond liggen en doe alsof je in het graf ligt. Het is niets vergeleken met wat er werkelijk in het graf zal afspelen, maar het is een voorproefje.
Als je het graf zou vragen naar de rijkdommen, naar de schoonheid, naar de kracht van degenen die dood zijn en daarin liggen, dan zal het graf zeggen: ‘Al die zaken spelen hier geen rol, al die zaken zijn hier van geen betekenis.’
In dit wereldse leven, overal waar wij komen worden wij gevraagd over onze naam, over onze beroep, over onze komaf, over onze vermogen, over onze opleiding, behalve in het graf. Niemand is daar geïnteresseerd in jou, alle vragen die jou daar worden gesteld, gaan over andere zaken en niet over jou. De vragen gaan over Allah, Zijn Profeet (sallallahu ‘alaihi wa salam) en gaan over jouw geloof.
Als je op een begraafplaats staat en je luistert goed, dan kan je wellicht het graf horen zeggen: ‘O zoon van Adam, toen jij je eigenlijk in de wereld bevond, heb jij je schuldig gemaakt aan het eten van haraam. Er komt een tijd dat je terugkeert naar mij en dan zal ik er persoonlijk voor zorgen dat je opgevreten wordt door de maden. O zoon van Adam, toen jij je in de wereld bevond, zag ik je keer op keer lachen, maar daar komt een tijd dat je terugkeert naar mij en dan maak ik je aan het huilen. O zoon van Adam, toen jij je in de wereld bevond, zag ik overal dat jij omgeven werd door vrienden, maar er komt een tijd dat je terugkeert naar mij en dan zal je helemaal alleen plaats in mij nemen.’ Dat zal het graf zeggen, als je goed luistert.
Een moslim gelooft in alles wat zich zal voordoen in het graf, alles wat genoemd staat in de Koran en de soennah, zoals de ondervraging en die geleidt wordt door twee engelen. En de daarop volgende bestraffing of beloning. En er zijn genoeg bewijzen in de Koran en de soennah die erop duiden dat men gestraft wordt in het graf. Toen de profeet (sallallahu ‘alaihi wa salam) een keer langs twee graven liep zei hij: “Zij worden op dit moment gestraft.” En hij gaf ook aan om welke reden zij gestraft werden, hij zei: “De eerste wordt gestraft, omdat hij zich niet goed reinigde na het urineren. En de andere was iemand die zich schuldig maakte aan lasterpraat.”
Ook zegt Abdoellah (radiyallahu anhu): “Als iemand in het graf wordt gestopt, dan hoort hij boven hem de voetstappen van de mensen die net zijn begrafenisstoet hebben meegemaakt. En als eerste wordt hij aangesproken door het graf zelf en zegt tegen hem: “O zoon van Adam, hebben ze jou niet gewaarschuwd voor mij? Hebben ze jouw niet gewaarschuwd voor mijn verschikking, voor mijn nauwheid, mijn engheid, mijn viezigheid? Dat is wat jou te wachten staat als je niet over goede daden beschikt.””
Het graf zal als eerste tot ons spreken en zal voorgaande woorden tegen ons zeggen. Een metgezel die begrafenis bijwoonde, viel naar afloop altijd flauw en op de terugweg naar huis, werd hij als een dode gedragen naar huis. En als hij weer bijkwam en ze vroegen hem waarom hij flauwviel, dan zei hij: “Ik hoorde de profeet zeggen: “Het graf luidt het hiernamaals in. Het graf is het begin van het hiernamaals.””
En toen Ibn Mesoud (radiyallahu anhu) op een avond wakker werd en zag dat het bed van de profeet (sallallahu ‘alaihi wa salam) leegstond, en ook die van ‘Oemar (radiyallahu anhu) en Abou Bakr (radiyallahu ‘anhu). Toen besloot hij op zoek te gaan naar deze 3 mannen en in de verte zag hij een aangestoken vuur en hij ging erop af. Toen hij er aankwam zag hij dat er een graf was gegraven en dat de profeet (sallallahu ‘alaihi wa salam) erin stond en dat er naast het graf een dode lag. En de profeet (sallallahu ‘alaihi wa salam) vroeg ‘Oemar (radiyallahu anhu) en Abou Bakr (radiyallahu anhu) om het lijk aan te geven en hij plaatste deze dode in het graf en de tranen rolden over zijn wangen. Hij zei: “O Allah, ik ben tevreden met hem, wees dan ook tevreden met hem.” Toen zei Ibn Mesoud (radiyallahu anhu): “Op dat moment wenste ik dat ik degene was. Dat ik die dode persoon was.”
Tot de verschrikkingen van het graf hoort ook de druk die uitgevoerd wordt op iemand in zijn graf. Wanneer iemand in het graf wordt geplaatst, wordt er een druk op hem uitgeoefend. En niemand zal dat ontlopen. ‘Aishah (radiyallahu anha) verhaalt dat de profeet (sallallahu ‘alaihi wa salam) heeft gezegd: “Als iemand dit mocht ontlopen, dan was het wel Said ibn Mou’aad.” Maar zelfs toen Said ibn Mou’aad (radiyallahu anhu) in zijn graf geplaatst werd en het graf dicht werd gemaakt, begon de profeet (sallallahu ‘alaihi wa salam) herhaaldelijk ‘Soebhan’Allah’ te zeggen en een poosje daarna begon hij herhaaldelijk ‘Allah oe Akbar’ te zeggen. Toen hij werd gevraagd waarom hij dit deed, zei hij: “Toen deze rechtgeleide persoon in zijn graf werd geplaatst, begon het graf te vernauwen. Toen zei ik ‘Soebhan’Allah’ en toen het graf weer ging uitzetten, begon ik te zeggen ‘Allah oe Akbar’.”
Maar wij, wij weten niet eens wie Said ibn Mou’aad (radiyallahu anhu) is, hij was een van de beste metgezellen van de profeet (sallallahu ‘alaihi wa salam). Moeten we ons voorstellen dat zijn dood aanleiding was dat de Troon van Allah schudde. En dat zijn uitvaart bijgewoond werd door 70.000 engelen. En toch werd hij niet gevrijwaard voor de druk van het graf. Dus laat staan wij.
In de Naam van Allah de Barmhartige de Genadevolle
Het graf
Door: Abou Ismail
Wanneer we in het graf aankomen, is er geen weg meer terug. Allah zegt: ‘Tot wanneer de dood tot één van hen komt, dan pas zegt hij: “Oh mijn Heer, laat mij terugkeren, hopelijk verricht ik goede daden.”’ Maar dan is het te laat. En iedereen zal de dood ondervinden en iedereen zal in een gat onder de grond gestopt worden. En iedereen zal zijn bezittingen achter moeten laten.
In het graf kunnen wij geen beroep doen op onze vriendschappen, op onze connecties, op ons vermogen en ook onze mobiele telefoon met alle opgeslagen nummers zullen ons niet meer baten. Het kan allemaal niks meer voor je betekenen. Onze enige steun zal Allah zijn. Allah versterkt degenen die geloven met de standvastige uitspraak, namelijk de geloofsbelijdenis, in het wereldse leven en in het hiernamaals. Het graf is een onderdeel van het hiernamaals. In het graf komt een einde aan alles. En daarom zei Othman (radiyallahu anhu) altijd: “Ik heb in mijn leven niks afschuwelijkers mogen aanschouwen dan het graf.” En daarom moeten we van tijd tot tijd een bezoek brengen aan de graven. Het beste is dan om te zoeken naar een leeg graf, een graf wat net gegraven is. En nog beter is om er in te gaan liggen en zien hoe het aanvoelt. Er zal een dag komen, dat we er zelf plaats in zullen nemen.
Het graf hoeft niet altijd een vreselijke plaats te zijn het, het kan ook een mooie plaats zijn. De donkerheid van het graf kan overgaan in licht, maar dan moeten we er in het wereldse leven wel voor zorgen dat we dat verdienen, dat we een lamp kopen. Een lamp in de vorm van het gebed.
Het gebed zal als lamp dienen in ons graf. Het zal de donkerheid doen overgaan in licht.
Naast het graf, hebben we de bestraffing in het graf. Zelfs de profeet (sallallahu ‘alaihi wa salam) zocht voor deze bestraffing zijn toevlucht bij Allah. De profeet (sallallahu ‘alaihi wa salam), wiens al zijn zonden hem vergeven zijn. Maar toch zocht hij toevlucht bij Allah bij alle gebeden, tegen bestraffing in het graf.
En ook zei de profeet (sallallahu ‘alaihi wa salam): “Bezoekt de graven, want deze doen jullie herinneren aan het hiernamaals.” Gaat kijken wat er terecht is gekomen van degenen voor jullie. Zij die wellicht over meer eerzucht, over meer geld, over meer wensdromen beschikten dan jullie, gaat kijken wat er van hen terechtgekomen is, gaat kijken hoe zij opgegaan zijn in de grond en dat er niets van hen is overgebleven.
Als wij voor iets vrezen, dan slaan wij op de vlucht, dan rennen wij weg voor datgene wat wij vrezen, maar voor het graf kunnen we niet weglopen. Al zouden we het proberen, het zou ons niet lukken. Alle vluchtwegen zullen leiden naar één bestemming, slechts één bestemming, namelijk het graf zelf. Daar waar de ogen die we nu gebruiken om naar haraam te kijken, daar zullen ze in het graf gevuld worden met aarde en zand en daar zullen ze opgevreten worden door maden. En ons lichaam, onze ledematen, die zullen ontbinden en wegrotten.
Hoeveel mensen bezoeken het graf? Weinigen. Op een begraafplaats worden de rollen omgedraaid. Zoals wij nu hier zitten, al luisterend naar de lezing. Slechts één persoon spreekt, de rest luistert naar de vermanende woorden van de spreker. Op de begraafplaats worden deze rollen omgedraaid, dan zijn wij de enige luisteraars, de enige toeschouwer. Alle graven om ons heen zijn dan prekers, die vermanende woorden uitspreken. Al lijkt het graf in eerste instantie niks te zeggen, maar hij hoeft niks te zeggen, hij heeft geen woorden nodig, zijn verschijning is genoeg. Zijn verschijning is beter dan alle mooie lezingen bij elkaar.
Er zijn ook andere manieren om de begraafplaatsen te gedenken. Een geleerde zei ooit: “Wanneer je, je kindje in zijn wieg stopt, dan vind je overeenkomsten met het graf. Zoals een baby verwikkeld wordt in een doek, zo worden doden gewikkeld in lijkenwaden. En zoals een baby in een nauw wiegje wordt gestopt, zo wordt een dode ook in een nauw graf gestopt.” Dus iedere keer als je je kind in de wieg stopt, gedenk dan het graf.
Wanneer we zelf het grafgevoel willen meemaken, trek je dan terug in de nacht, in je eigen kamer, en doe alle deuren en ramen dicht. Zodanig dat er geen lucht en licht meer binnenkomt. En stuur iedereen de kamer uit. Ga op de grond liggen en doe alsof je in het graf ligt. Het is niets vergeleken met wat er werkelijk in het graf zal afspelen, maar het is een voorproefje.
Als je het graf zou vragen naar de rijkdommen, naar de schoonheid, naar de kracht van degenen die dood zijn en daarin liggen, dan zal het graf zeggen: ‘Al die zaken spelen hier geen rol, al die zaken zijn hier van geen betekenis.’
In dit wereldse leven, overal waar wij komen worden wij gevraagd over onze naam, over onze beroep, over onze komaf, over onze vermogen, over onze opleiding, behalve in het graf. Niemand is daar geïnteresseerd in jou, alle vragen die jou daar worden gesteld, gaan over andere zaken en niet over jou. De vragen gaan over Allah, Zijn Profeet (sallallahu ‘alaihi wa salam) en gaan over jouw geloof.
Als je op een begraafplaats staat en je luistert goed, dan kan je wellicht het graf horen zeggen: ‘O zoon van Adam, toen jij je eigenlijk in de wereld bevond, heb jij je schuldig gemaakt aan het eten van haraam. Er komt een tijd dat je terugkeert naar mij en dan zal ik er persoonlijk voor zorgen dat je opgevreten wordt door de maden. O zoon van Adam, toen jij je in de wereld bevond, zag ik je keer op keer lachen, maar daar komt een tijd dat je terugkeert naar mij en dan maak ik je aan het huilen. O zoon van Adam, toen jij je in de wereld bevond, zag ik overal dat jij omgeven werd door vrienden, maar er komt een tijd dat je terugkeert naar mij en dan zal je helemaal alleen plaats in mij nemen.’ Dat zal het graf zeggen, als je goed luistert.
Een moslim gelooft in alles wat zich zal voordoen in het graf, alles wat genoemd staat in de Koran en de soennah, zoals de ondervraging en die geleidt wordt door twee engelen. En de daarop volgende bestraffing of beloning. En er zijn genoeg bewijzen in de Koran en de soennah die erop duiden dat men gestraft wordt in het graf. Toen de profeet (sallallahu ‘alaihi wa salam) een keer langs twee graven liep zei hij: “Zij worden op dit moment gestraft.” En hij gaf ook aan om welke reden zij gestraft werden, hij zei: “De eerste wordt gestraft, omdat hij zich niet goed reinigde na het urineren. En de andere was iemand die zich schuldig maakte aan lasterpraat.”
Ook zegt Abdoellah (radiyallahu anhu): “Als iemand in het graf wordt gestopt, dan hoort hij boven hem de voetstappen van de mensen die net zijn begrafenisstoet hebben meegemaakt. En als eerste wordt hij aangesproken door het graf zelf en zegt tegen hem: “O zoon van Adam, hebben ze jou niet gewaarschuwd voor mij? Hebben ze jouw niet gewaarschuwd voor mijn verschikking, voor mijn nauwheid, mijn engheid, mijn viezigheid? Dat is wat jou te wachten staat als je niet over goede daden beschikt.””
Het graf zal als eerste tot ons spreken en zal voorgaande woorden tegen ons zeggen. Een metgezel die begrafenis bijwoonde, viel naar afloop altijd flauw en op de terugweg naar huis, werd hij als een dode gedragen naar huis. En als hij weer bijkwam en ze vroegen hem waarom hij flauwviel, dan zei hij: “Ik hoorde de profeet zeggen: “Het graf luidt het hiernamaals in. Het graf is het begin van het hiernamaals.””
En toen Ibn Mesoud (radiyallahu anhu) op een avond wakker werd en zag dat het bed van de profeet (sallallahu ‘alaihi wa salam) leegstond, en ook die van ‘Oemar (radiyallahu anhu) en Abou Bakr (radiyallahu ‘anhu). Toen besloot hij op zoek te gaan naar deze 3 mannen en in de verte zag hij een aangestoken vuur en hij ging erop af. Toen hij er aankwam zag hij dat er een graf was gegraven en dat de profeet (sallallahu ‘alaihi wa salam) erin stond en dat er naast het graf een dode lag. En de profeet (sallallahu ‘alaihi wa salam) vroeg ‘Oemar (radiyallahu anhu) en Abou Bakr (radiyallahu anhu) om het lijk aan te geven en hij plaatste deze dode in het graf en de tranen rolden over zijn wangen. Hij zei: “O Allah, ik ben tevreden met hem, wees dan ook tevreden met hem.” Toen zei Ibn Mesoud (radiyallahu anhu): “Op dat moment wenste ik dat ik degene was. Dat ik die dode persoon was.”
Tot de verschrikkingen van het graf hoort ook de druk die uitgevoerd wordt op iemand in zijn graf. Wanneer iemand in het graf wordt geplaatst, wordt er een druk op hem uitgeoefend. En niemand zal dat ontlopen. ‘Aishah (radiyallahu anha) verhaalt dat de profeet (sallallahu ‘alaihi wa salam) heeft gezegd: “Als iemand dit mocht ontlopen, dan was het wel Said ibn Mou’aad.” Maar zelfs toen Said ibn Mou’aad (radiyallahu anhu) in zijn graf geplaatst werd en het graf dicht werd gemaakt, begon de profeet (sallallahu ‘alaihi wa salam) herhaaldelijk ‘Soebhan’Allah’ te zeggen en een poosje daarna begon hij herhaaldelijk ‘Allah oe Akbar’ te zeggen. Toen hij werd gevraagd waarom hij dit deed, zei hij: “Toen deze rechtgeleide persoon in zijn graf werd geplaatst, begon het graf te vernauwen. Toen zei ik ‘Soebhan’Allah’ en toen het graf weer ging uitzetten, begon ik te zeggen ‘Allah oe Akbar’.”
Maar wij, wij weten niet eens wie Said ibn Mou’aad (radiyallahu anhu) is, hij was een van de beste metgezellen van de profeet (sallallahu ‘alaihi wa salam). Moeten we ons voorstellen dat zijn dood aanleiding was dat de Troon van Allah schudde. En dat zijn uitvaart bijgewoond werd door 70.000 engelen. En toch werd hij niet gevrijwaard voor de druk van het graf. Dus laat staan wij.