Bekijk volle/desktop versie : "Mohammed, profeet" een nieuwe biografie.



06-06-2007, 21:31
Ja, ik heb het al eerder gezegd: "De Koran staat straks bij onderzoek in Europa vooraan". In Europa wordt de Koran onderzocht, zijn bronnen, zijn geschiedenis. Dan ontkomt ook een profeet, Mohammed niet aan een nadere kennismaking. Voor de belangstellenden in het algemeen en voor moslimgelovigen in het bijzonder de kans om meer over het ontstaan en de geschiedenis en wellicht over de eventuele toekomst van de islam wat ideeën op te doen.

Eigenlijk verplichtte kost voor de echte moslim. Want welke moslim zou hardop durven zeggen dat hij of zij de geschiedenis en de waarheid rondom de Profeet links heeft laten liggen?

Links is de Groene Amsterdammer wel. Een interview met de Groene Amsterdammer is dus een erkenning van en een garantie voor kwaliteit.[/SIZE]


Citaat:
[SIZE="1"]Interview met hoogleraar en Arabist Hans Jansen
[SIZE="2"][COLOR="Red"]Mensen stenigen helpt niet[/SIZE]
Interview door Rob Hartmans - [url=http://www.dutch.faithfreedom.org/index.php]De Groene Amsterdammer[/url]

Een jaar of tien geleden viel voor het grote publiek een arabist in dezelfde categorie als academici die zich bezighielden met IJslandse sagen of de huwelijksrituelen van de Otavalo-indianen in Equador. Ze deden ongetwijfeld boeiend onderzoek, maar de ‘maatschappelijke relevantie’ was niet onmiddellijk duidelijk. Veel aanleiding om hen te raadplegen leek er niet. Sinds 11 september 2001 is hier, althans voor de arabisten, verandering in gekomen.

Een van de arabisten die sindsdien in de media zeer aanwezig is Hans Jansen, voormalig hoofddocent in Leiden en tegenwoordig bijzonder hoogleraar ‘hedendaags islamitisch denken’ in Utrecht. Hij wordt niet alleen vaak gevraagd door actualiteitenrubrieken of praatprogramma’s, maar laat zich ook in de geschreven pers niet onbetuigd. Hij trekt fel van leer tegen mensen die in zijn ogen het gevaar van de radicale islam onderschatten. Dat doet hij met veel verstand van zaken, bijvoorbeeld door een uitgebreide analyse van de brief die Mohammed Bouyeri achterliet op het lichaam van Theo van Gogh.

Daarnaast heeft hij de laatste jaren gewerkt aan een voor een breed publiek toegankelijke studie naar de oorsprong van de islam. In 2005 verscheen het eerste deel van De historische Mohammed, waarin de verhalen over de jaren die de profeet in Mekka doorbracht centraal staan, en deze week volgde het tweede en laatste deel, over de jaren in Medina. In deze boeken probeert Jansen er achter te komen wie Mohammed was, en wat we met zekerheid over hem kunnen zeggen.

Dat blijkt niet zoveel te zijn, maar omdat Jansen daarnaast laat zien welke functie bepaalde verhalen hadden, en welke overeenkomsten en verschillen er met andere godsdiensten zijn, steekt de lezer veel op over de islam.

Een echte biografie is het niet geworden.
Hans Jansen: Dat kan ook niet meer. Vroeger werden er wel biografieën van Mohammed geschreven. Het eerste boek dat ik als student erover las was zo’n biografie. Prachtig vond ik het, maar de afgelopen decennia is aangetoond dat er, naast de Koran, eigenlijk helemaal geen bronnen bestaan uit de tijd van Mohammed zelf. Geen boeken, geen inscripties. Ook in de omringende culturen wordt hij niet de genoemd. Het oudste verhaal over Mohammed, dat van Ibn Ishāq, dateert van rond 750 en is dus honderdtwintig jaar na de dood van de profeet geschreven. Alle biografieën gaan terug op dat verhaal en voegen er nog ...[/COLOR][/SIZE]
[SIZE="1"]Het vervolg is onderweg ....

09-06-2007, 23:29


Het vervolg, althans, een stukje van dit belangwekkende interview met de heer Jansen.

Mag zijn zoon niet meer als hofnar optreden, ik geef zijn vader hier op dit dankbare podium alle ruimte. En niet zoner reden. Vader Jansen spreekt over de Profeet, Mohammed, gezant van een god. Gebied dat weinigen betreden.

Ik kan wel uren doorgaan met commentaar, maar met Jansen aan het woord zwijg ik, respect en geen misbaar.[/SIZE][/FONT]


Citaat:
[FONT="Franklin Gothic Medium"][SIZE="2"]Het oudste verhaal over Mohammed, dat van Ibn Ishāq, dateert van rond 750 en is dus honderdtwintig jaar na de dood van de profeet geschreven. Alle biografieën gaan terug op dat verhaal en voegen er nog van alles aan toe. Toen De Arbeiderspers me vroeg of ik een boek over Mohammed wilde schrijven, heb ik dan ook lang nagedacht over hoe ik dat zou aanpakken. Ik kwam al snel tot de conclusie dat je niet moet proberen al die bronnen met elkaar te verzoenen, want dan krijg je je eigen constructie. En het kan natuurlijk niemand wat schelen wat Jansen uit Amsterdam uit al die bronnen weet te harmoniseren. Ik heb me daarom aan één bron gehouden, die van Ibn Ishāq. Die heb ik in zijn context geplaatst. Bovendien heb ik zijn verhaal gecontrasteerd met andere bronnen en geprobeerd lege plekken op te vullen. Of je bij de ‘historische Mohammed’ kunt komen is natuurlijk maar heel erg de vraag.

De afstandelijke, licht ironische manier waarop u schrijft richt zich niet alleen op moslims, maar ook op felle islam-critici. Zo maakt u duidelijk dat het onzinnig is om, zoals Ayaan Hirsi Ali deed, Mohammed voor pedofiel uit te maken. Over de chronologie van diens leven valt immers niets met zekerheid te zeggen.

Hans Jansen: Dat laatste is waar, maar het vervelende van die zaak is, en daar heeft Ayaan natuurlijk gelijk in, dat moslims dat voorbehoud niet maken. Die zeggen: je kunt vanaf 9 jaar trouwen. Die chronologie is inderdaad dubieus. Die moest mooi evenwichtig zijn. Aisha moest even lang voor als na de profeet geleefd hebben en bij voorkeur even oud zijn geworden.
Af en toe deed de manier waarop u over de islam schrijft me denken aan Karel van het Reves uiteenzettingen van de communistische leer.

Hans Jansen: Ja, dat is een schrijver die ik enorm bewonder. Karel heeft een keer tegen me gezegd, toen hij een stuk van me gelezen had, ‘Ja ja, het is allemaal prachtig, maar er is één stijl waar je beter in kunt schrijven, dat is je eigen stijl!’ (lacht uitbundig). Er zitten een paar zinnen in het boek die letterlijk bij Van het Reve vandaan komen. Ik ben benieuwd of ik ooit nog door een criticus van plagiaat wordt beschuldigd. (Op de dag van dit interview is bekend geworden dat zijn naamgenoot, de theoloog Hans Jansen, zich aan plagiaat schuldig heeft gemaakt.)
De toon van dit boek is echt anders dan die van uw opiniërende stukken, die zijn veel scherper.

Hans Jansen: Jawel, maar dit boek gaat ook over de Islam in zijn geheel, terwijl die krantenstukken vaak worden geschreven naar aanleiding van misdaden die zijn gepleegd door islamitische extremisten. Dit boek is anders, het gaat niet over een recente misdaad, maar of je een geschiedenisbeeld kunt reconstrueren.
Uit uw opiniërende stukken krijg ik toch vaak de indruk dat u de islam een potentieel gevaarlijke godsdienst vindt, terwijl u in dit boek benadrukt dat er een groot verschil is tussen wat de religieuze leiders in hun boeken of fatwa’s schrijven, en hoe de gewone gelovigen daar meer om gaan. Dat impliceert dat er zich op den duur een gematigder, meer aan de moderne samenleving aangepaste islam kan ontwikkelen.

Hans Jansen: Kijk, in het christendom heb je ook mensen die vinden dat je zeven keer per dag moet bidden. Wat doet de katholieke kerk met die mensen? Die worden in een klooster gestopt, ...

10-06-2007, 12:46
Deel II over het boek "De historische Mohammed" van Hans Jansen, arabist. Uitgegeven door De Arbeiderspers. Het eerste deel verscheen in 2005 het tweede deel

De Arbeiderspers dat Jansen vroeg een biografie van de Profeet te schrijven is van oorsprong een uitgeverij voor 'de arbeiders'. Voor die mensen die nog maar net konden lezen maar geen dure boeken konden betalen. Socialistisch, kritisch en betaalbaar, toen ook voor de minder rijken of de arme mensen.

Ook hier wordt weer duidelijk dat er over de Profeet niets met zekerheid te zeggen is. Omdat er geen bronnen zijn uit de tijd van de Profeet (570-632) [/SIZE]


Citaat:
[SIZE="2"]Het oudste verhaal over Mohammed, dat van Ibn Ishāq, dateert van rond 750 en is dus honderdtwintig jaar na de dood van de profeet geschreven. Alle biografieën gaan terug op dat verhaal en voegen er nog van alles aan toe. Toen De Arbeiderspers me vroeg of ik een boek over Mohammed wilde schrijven, heb ik dan ook lang nagedacht over hoe ik dat zou aanpakken.

Ik kwam al snel tot de conclusie dat je niet moet proberen al die bronnen met elkaar te verzoenen, want dan krijg je je eigen constructie. En het kan natuurlijk niemand wat schelen wat Jansen uit Amsterdam uit al die bronnen weet te harmoniseren. Ik heb me daarom aan één bron gehouden, die van Ibn Ishāq. Die heb ik in zijn context geplaatst. Bovendien heb ik zijn verhaal gecontrasteerd met andere bronnen en geprobeerd lege plekken op te vullen. Of je bij de ‘historische Mohammed’ kunt komen is natuurlijk maar heel erg de vraag.

De afstandelijke, licht ironische manier waarop u schrijft richt zich niet alleen op moslims, maar ook op felle islam-critici. Zo maakt u duidelijk dat het onzinnig is om, zoals Ayaan Hirsi Ali deed, Mohammed voor pedofiel uit te maken. Over de chronologie van diens leven valt immers niets met zekerheid te zeggen.

Hans Jansen: Dat laatste is waar, maar het vervelende van die zaak is, en daar heeft Ayaan natuurlijk gelijk in, dat moslims dat voorbehoud niet maken. Die zeggen: je kunt vanaf 9 jaar trouwen. Die chronologie is inderdaad dubieus. Die moest mooi evenwichtig zijn. Aisha moest even lang voor als na de profeet geleefd hebben en bij voorkeur even oud zijn geworden.

Af en toe deed de manier waarop u over de islam schrijft me denken aan Karel van het Reves uiteenzettingen van de communistische leer.

Hans Jansen: Ja, dat is een schrijver die ik enorm bewonder. Karel heeft een keer tegen me gezegd, toen hij een stuk van me gelezen had, ‘Ja ja, het is allemaal prachtig, maar er is één stijl waar je beter in kunt schrijven, dat is je eigen stijl!’ (lacht uitbundig). Er zitten een paar zinnen in het boek die letterlijk bij Van het Reve vandaan komen. Ik ben benieuwd of ik ooit nog door een criticus van plagiaat wordt beschuldigd. (Op de dag van dit interview is bekend geworden dat zijn naamgenoot, de theoloog Hans Jansen, zich aan plagiaat schuldig heeft gemaakt.)

De toon van dit boek is echt anders dan die van uw opiniërende stukken, die zijn veel scherper.

Hans Jansen: Jawel, maar dit boek gaat ook over de Islam in zijn geheel ...
Deel III volgt.

05-10-2007, 20:39
Ja, ook hier hebben vele lezers moeten wachten. Ik zeg: het spijt me, het zal niet meer gebeuren. Hoe dan ook: hier deel IV.

Ik wijs er nog wel even op dat in onze taal "islam" met een kleine letter wordt geschreven: islam, net als christendom. Waarom men in de Groene islam met een hoofdletter is nogal vreemd, communisme wordt ook met een kleine letter geschreven. Als iemand dat woord zelfs nog maar noemen ...


Citaat:
De toon van dit boek is echt anders dan die van uw opiniërende stukken, die zijn veel scherper.

Hans Jansen: Jawel, maar dit boek gaat ook over de Islam in zijn geheel, terwijl die krantenstukken vaak worden geschreven naar aanleiding van misdaden die zijn gepleegd door islamitische extremisten. Dit boek is anders, het gaat niet over een recente misdaad, maar of je een geschiedenisbeeld kunt reconstrueren.

Uit uw opiniërende stukken krijg ik toch vaak de indruk dat u de islam een potentieel gevaarlijke godsdienst vindt, terwijl u in dit boek benadrukt dat er een groot verschil is tussen wat de religieuze leiders in hun boeken of fatwa’s schrijven, en hoe de gewone gelovigen daar meer om gaan. Dat impliceert dat er zich op den duur een gematigder, meer aan de moderne samenleving aangepaste islam kan ontwikkelen.

Hans Jansen: Kijk, in het christendom heb je ook mensen die vinden dat je zeven keer per dag moet bidden. Wat doet de katholieke kerk met die mensen? Die worden in een klooster gestopt, die worden buiten de maatschappij gehouden. Dat klinkt nou een beetje hard, maar zo is het in feite. Maar in de islam worden zulke mensen imam, ayatollah of moefti, of hoe ze dat ook noemen. Die staan gewoon in de wereld, die proberen de gelovigen ervan te overtuigen dat iedereen zo moet leven als zij. Dat doen die gelovigen natuurlijk niet, die gaan gewoon hun gang. In de katholieke kerk worden de fanaten afgezonderd van de gewone gelovigen, maar in de islam loopt dat allemaal door elkaar. Wanneer gevraagd wordt wat de islam inhoudt, dan zijn gewone moslims ondertussen bezig met de afwas of gaan naar hun werk. Het zijn de beroepsmoslims, die je dan wel even zullen uitleggen wat het precies is. En dan kom je natuurlijk uit op een veel harder, veel rechtlijniger geloof dan wanneer je het aan de gewone gelovigen zou vragen.

Wil dat zeggen een gemoderniseerde, liberalere islam, die op minder gespannen voet staat met de moderne samenleving, niet goed mogelijk is?

Hans Jansen: Officieel is dat niet gemakkelijk, maar in de praktijk is die er natuurlijk al. De meeste Nederlandse moslims erkennen dat je het Nederlandse recht moet gehoorzamen, maar een Imam kan dat nooit zeggen. Die zegt dat je de sjaria moet gehoorzamen, daar wordt hij voor betaald. Die kloof tussen imams en gewone gelovigen leidt in het Midden-Oosten vaak tot allerlei ‘antiklerikale’ grappen. Hier in Nederland kan dat nog niet. De enige oplossing die Nederlandse moslims zien, is om er helemaal uit te stappen, zoals Ayaan heeft gedaan. Dat gaat de meesten echter weer veel te ver.

In november 2001 debatteerde u in ‘Buitenhof’ met Pim Fortuyn. U vond zijn uitspraken over de islam toen veel te alarmistisch en stelde dat er in Nederland geen voedingsbodem was voor fundamentalisme. Volgens u ontstond die als gevolg van politieke uitsluiting, terwijl daar in Nederland geen sprake van was. U sprak optimistisch over ‘de enorme secularisatie onder Nederlandse moslims’, die ‘in een rotvaart aan het assimileren zijn’. Bent u het anders gaan zien, of zijn de omstandigheden veranderd?

Hans Jansen: Ik zette dat misschien wat sterk aan omdat ik met Fortuin debatteerde, maar ik dacht echt dat het zo was. En op zich klopt het ook wel. Wat ik alleen onderschat heb, is dat als je ook maar 200 moslims hebt die niet assimileren, je een probleem hebt.

Zelfs als het er maar 50 zijn. Maar dat de meeste moslims assimileren, dat is gewoon zo. Alleen heb je daar niets aan. Als er een paar duizend achterblijven, die met grote felheid in de jihad geloven, wat heb je er dan aan dat er 1 miljoen zijn die gewoon vernederlandst zijn? Daar komt nog iets bij: de jihad is helder en simpel, die kun je een jongere in 10 minuten uitleggen. Van veel jongeren komen de ouders uit de meest desolate gebieden van Marokko of Turkije. Zij weten dat ze moslims zijn, maar zoeken naar een invulling daarvan. Als er dan zo’n jihadactivist bij ze komt, en die vult dat helemaal in, dan is de kans groot dat zo’n jongere daardoor gegrepen wordt.
Deel IV. Deel V volgt