Bekijk volle/desktop versie : Islam Het eten van datgene wat halaal is



11-05-2007, 11:37
Aboe Hoerayrah overlevert dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Allah, de Verhevene is rein en accepteert alleen datgene wat rein is. En Allah heeft de gelovigen datgene opgedragen wat Hij de boodschappers heeft opgedragen. Hij, de Verhevene heeft gezegd (interpretatie van de betekenis):

“O boodschappers, eet van de goedheden (wat betreft voedsel) en verricht goede daden.” (Soerat al-Moe’minoem: 51)

En Allah, de Verhevene heeft gezegd (interpretatie van de betekenis):

“O jullie die geloven, eet van de goedheden (wat betreft voedsel) waarvan Wij jullie hebben voorzien.” (Soerat al-Baqarah: 172)

Daarna vertelde hij (vrede zij met hem) over een man, die een lange reis had gemaakt en met verwarde haren en onder het stof, zijn handen ter hemel strekte, en zei: “O Heer! O Heer!” Dit terwijl zijn eten haraam is, en zijn drinken haraam is en zijn kleding haraam is en hij van haraam wordt gevoed. Hoe kan hij dan ooit verhoord worden!” (Moeslim)

Uitleg

“Allah, de Verhevene is rein en accepteert alleen datgene wat rein is.”

Hiermee wordt bedoeld dat Allah Zelf rein is. Hij is rein wat betreft Zijn Eigenschappen en Daden. Hij accepteert slechts datgene wat rein is en datgene wat op een reine (toegestane) manier verdiend is. Wat betreft datgene wat onrein is, zoals bedwelmende drank en wat op een onreine manier wordt verdiend, zoals de verdiensten uit woekerrente, Allah accepteert dit niet. Dit op basis van de volgende bewijzen:

“En Allah heeft de gelovigen datgene opgedragen wat Hij de boodschappers opgedragen heeft.”

Hij, de Verhevene heeft gezegd:

“O boodschappers, eet van de goedheden (wat betreft voedsel) en verricht goede daden.” (Soerat al-Moe’minoem: 51)

De opdracht van Allah aan de profeten en de gelovigen is één, namelijk dat zij van de goede zaken moeten eten en de verwerpelijke zaken zijn voor hen daarentegen verboden, dit op basis van de Woorden van Allah waarmee Hij Zijn Boodschapper beschrijft:

“Hij beveelt hun het goede en hij verbiedt hun het verwerpelijke.” (Soerat al-Acraaf: 157)

Daarna vertelde de Profeet (vrede zij met hem) dat het verhoren van de smeekbede van deze man achterwege bleef omdat zijn voedsel verboden was, zelfs al voldeed hij aan de benodigde vereisten om verhoord te worden. Dit op basis van de volgende uitspraak:

“...Die een lange reis had gemaakt en met verwarde haren en onder het stof, zijn handen ter hemel strekte, en zei: “O Heer! O Heer!” Dit terwijl zijn eten haraam is, zijn drinken haraam is en zijn kleding Haraam is en hij van Haraam wordt gevoed. Hoe kan hij dan ooit verhoord worden!”

Deze man wordt gekenmerkt door een viertal zaken:

Hij maakt een lange reis. De reis is een aanleiding tot het verhoren van de smeekbede van de smekende.

Hij had verwarde haren en zat onder het stof en Allah, de Verhevene is met degenen wiens harten gebroken zijn omwille van Hem. Hij kijkt naar Zijn dienaren op de Dag van cArafah en zegt:

“Zij kwamen tot Mij met verwarde haren en onder het stof.”

Dit behoort ook tot de redenen voor het verhoren van smeekbeden.

Hij strekte zijn handen tot de hemel. Het strekken van de handen tot de hemel is ook één van de redenen voor het verhoren van de smeekbeden. Allah acht het beneden Zich wanneer Zijn dienaar zijn handen tot Hem heft, dat hij deze laat terugzakken zonder hem te verhoren.

Zijn smeekbede tot Allah: “O Heer! O Heer!” Het aanroepen van Allah door middel van het erkennen van Zijn Heerschappij behoort tot de redenen voor het verhoren van de smeekbede. Ondanks al deze aanwezige zaken wordt zijn smeekbede niet verhoord, omdat zijn eten, drinken en kleding Haraam zijn. Dit is de reden waarom de Profeet (vrede zij met hem) zei dat het onwaarschijnlijk was dat de smeekbede van deze man verhoord zou worden:

“Hoe zal hij ooit verhoord worden!”

Wat leert deze overlevering ons?

- Allah, de Verhevene, Zelf is rein. Hij is rein wat betreft Zijn Eigenschappen en Daden.

- Het stellen van Allah boven elke vorm van tekortkoming.

- De wetenschap dat er daden zijn die Allah wel accepteert en daden die Hij niet accepteert.

- Allah, de Verhevene heeft Zijn boodschappers en de mensen naar wie zij zijn gestuurd bevolen om van de reine zaken te eten en dat zij Hem dankbaar moeten zijn.

- Het dankbaar zijn van Allah behoort tot de goede daden, dit op basis van de volgende Woorden van Allah (interpretatie van de betekenis):

“O boodschappers, eet van de goedheden (wat betreft voedsel) en verricht goede daden.” (Soerat al-Moe’minoem: 51)

Hij heeft tegen de gelovigen gezegd:

“Eet van de goedheden (wat betreft voedsel) waarvan Wij jullie hebben voorzien en weest Allah dankbaar.” (Soerat al-Baqarah: 172)

Dit duidt er dus op dat het dankbaar zijn van Allah tot de goede daad behoort is.

- Wil iemand dat zijn smeekbede verhoord wordt, dan moet hij weten dat het vermijden van haraam eten en drinken hiervoor een voorwaarde is, dit op basis van de uitspraak van de Profeet (vrede zij met hem):

“Hoe kan hij dan ooit verhoord worden!”

- Tot de redenen die ertoe leiden dat een smeekbede verhoord wordt, behoren:

1. Het feit dat men op reis is.

2. Het opheffen van de handen tot de hemel.

3. Het aanroepen van Allah door middel van het erkennen van Zijn Heerschappij behoort tot de redenen voor het verhoren van de smeekbede. Allah is immers de enige ware Heer, Hij is de Schepper en de Bestuurder (van het universum).

- De boodschappers werden belast met het verrichten van daden van aanbidding, zoals de gelovigen.

- De verplichting om Allah dankbaar te zijn voor Zijn gunsten, dit op basis van de volgende uitspraak van Allah, de Verhevene:

“...En weest Allah dankbaar.” (Soerat al-Baqarah: 172)

- Het is niet alleen gewenst, maar zelfs verplicht dat iemand daden verricht die ertoe leiden dat zijn smeekbeden verhoord zullen worden. Tevens dient men daden te vermijden die een belemmering vormen voor het verhoord worden van deze smeekbeden.