Bekijk volle/desktop versie : wie zijn Al Ghurabaa



04-04-2007, 19:14
Wie zijn al-Ghurabaa (vreemdelingen)?

De boodschapper Mohammed zei: ‘ Islaam is als iets vreemds begonnen ; en zal als iets vreemds eindigen. Het paradijs is voor hen die als vreemden worden gezien. ’ Zijn metgezellen vroegen hierop: ‘wie zijn deze vreemdelingen oh Rasoul-ullaah?’ Hij antwoordde: ‘Zij die het kwaad verbieden wanneer de mensen steeds slechter worden.’

Ons uiteindelijke doel met het behagen van Allaah en het betreden van het paradijs ( in de vorm van groene vogels - zoals beloofd is voor de martelaar) kan alleen volbracht worden wanneer wij het slechte verbieden en stevig op het juiste pad staan in een tijd wanneer de mensen zo verdorven worden. Met betrekking tot dezelfde overlevering, zei Imaam Ahmad: ‘Zij ( de vreemdelingen) zijn degene die stijgen ( in Imaan) wanneer de mensen afnemen ( in imaan). ’

In dezelfde Hadith maar verhaald door 'Abdullaah ibn Mas’oud werd aan de boodschapper Mohammed gevraagd:‘oh Rasoul-ullaah wie zijn zij (de vreemdelingen)?’ Hij antwoordde: ‘‘an-Nuzzaa' min al-Qabaa-il - zij die zich terugtrekken van hun eigen mensen. ’ An-Nuzzaa’ (Diegene die zich terugtrekken) heeft twee betekenissen:

1. Zij die zich volledig van hun eigen stammen en familiegewoontes en tradities terugtrekken.
2. Zij die hun land en hun verblijfplaatsen verlaten voor Jihaad ( tegen de vijanden van Allaah vechten).

De boodschapper Mohammed prijsde de Nuzzaa’ aangezien zij degene zijn die alle vormen van verdorvenheid, nationalisme, free-mixing, gewoontes en tradities etc. hebben verlaten. Zij zijn de mensen die in de minderheid zullen zijn en zullen gezien worden als vreemdelingen vanwege hun vastberaden liefde voor Allaah en Zijn boodschapper . An-Nuzzaa’ stamt af van het woord an-Naza’ (naar terugtrekken) en wordt gebruikt met betrekking tot het moment wanneer de ziel uit het lichaam wordt getrokken door de Engel Des Doods. An-Nuzzaa’ zijn de mensen van het paradijs, zij geven hun stammen, levensonderhoud, cultuur, carrières, en gewoontes op. Je zult ze vaak aantreffen terwijl ze reizen over het koningrijk van Allaah (hijrah maken), het slechte verbieden en strijdend tegen diegene die niet in Allaah geloven, noch in het hiernamaals; en tegen hen die niet verbieden wat Allaah en Zijn boodschapper hebben verboden, en tegen hen die de Deen van Islaam niet erkennen (door het te omarmen).

In een andere overlevering zei Abdullaah bin ‘Amrou ibn al-‘Aas : ‘Wanneer we met hem waren en hij zei ‘tooba lil-Ghurabaa (een boom van Djannah voor die vreemdelingen) vroegen wij: Wie zijn zij?’ Hij antwoordde dan: ‘Zij zijn de goede mensen en er zijn er maar heel weinig in vergelijking met de meerderheid .' ’ (Alle ahaadeeth die vermeld staan kunnen gevonden worden in Saheeh Muslim, Ibn Maajah, Musnad Imaam Ahmad, al-Bukhaarie en at-Tirmidhie).


De boodschapper Mohammed heeft ook gezegd:" Wees in de dunyaa een vreemdeling of iemand die voorbij loopt.’ De dunyaa zal niet voor eeuwig meegaan, het is iets wat de gelovige passeert. Zij die in deze wereld leven als voorbijgangers zullen een ghareeb (enkelvoud van ghurabaa) zijn. De ghurabaa hebben een opmerkelijke geloofsovertuiging en karakteristieken, hoe dan ook de bevelen van Allaah en Zijn boodschapper volbrengen, terwijl hij wegblijft van wat zij verboden hebben.

Het is overgeleverd in at-Tirmidhie en Abou Daawud dat de boodschapper van Allaah heeft gezegd:" Er zal in de toekomst een tijd aanbreken waar het standvastig zijn in de Deen zoals het vasthouden van vuur is. Degene die dan standvastig is krijgt de beloning van 50 personen.’ Zijn metgezellen vroeger hierop: ‘zullen zij de beloning krijgen van 50 personen van de mensen onder ons of van de mensen onder hen?’ Hij antwoordde: ‘ De beloning van 50 mensen van jullie.’" De metgezellen van Rasoul-ullaah hadden niet te maken met de problemen die wij vandaag onder ogen zien, zoals de ahaadeeth onderzoeken of ze saheeh (authentiek) zijn, aangezien de metgezellen dat direct aan de profeet konden vragen. En evenmin hadden zij ook niet te maken met het probleem van de weinige 'Ulamaa aangezien zij de Nabie hadden om hen de gehele Deen te onderwijzen. Absoluut, het volgen van de profeet is zonder hem te zien veel moeilijker dan wanneer je hem in levende lijve zou hebben, daar waar je de gelegenheid hebt om hem rechtstreeks vragen te stellen. Vandaar dat we veel meer beloning kunnen verkrijgen, vanwege de ontbering; dat we de profeet niet bij ons hebben.

Dus wie zijn de Ghurabaa?

De Ghurabaa zijn degene die zich onderwerpen aan Allaah alleen, diegene die de Sharee’ah volgen in elke aspect van hun leven. Zij aanbidden, gehoorzamen en volgen niemand anders dan Allaah , en associëren geen man , noch vrouw of enig ander object met Hem. Hun grote voorbeeld om te volgen is de boodschapper en zijn metgezellen. Tawhied is hun eigenschap aangezien zij hun rituele handelingen aan niets behalve Allaah de Almachtige aanbieden. Zeg: " Voorwaar, mijn Salaat,mijn aanbidding,mijn leven en mijn sterven zijn opgedragen aan Allaah, Heer der Werelden."(al-An’aam, 6: 162)

Zij zijn ver verwijderd van de meerderheid, ze handelen aangaande de goddelijke informatie die Allaah heeft neergezonden naar mensheid: " En degenen die deelgenoten naast Allaah aanroepen volgen geen (overtuiging), zij volgen niets dan vermoedens en zij doen niets dan liegen." (Yoenoes, 10: 66)

De echte Ghurabaa hebben geen heimwee naar corruptheid, cultuur of traditie (zoals vele mensen hun oude corrupte leefwijze missen). De Ghurabaa verafschuwen al hetgeen zij vroeger deden en enige jaahiliyyah dat hun passeert, vandaar dat je ze nooit zult zien stemmen op mensgemaakte wetten, oproepen tot vrijheid, secularisme, Democratie, loyaliteit tegenover de koningin of enige vorm van kufr en shirk.

Om te horen bij deze minderheid moeten we al hetgeen wat afwijkt van de Islaam blijven verwerpen, zoals de gewoontes van de mensen: Pasen, Valentijnsdag, Kerstmis en nieuwjaar, moederdag, vaderdag, verjaardagen en elk ander vorm van feesten en gedenkdagen dat niet van de Islaam is. An-Nuzzaa’ verwerpt elk van deze verbastering en vernieuwingen en de consequenties waarmee ze te maken krijgen, zijn verschillende aanvallen van verschillende individuelen, de zogenaamde ‘moslims’, en de niet-moslims.

Ze houden zich mondeling, financieel en fysiek bezig met Jihaad en zijn de mensen van Haq (waarheid), Tawheed, al-Walaa’ wal-Baraa’ (Liefde voor de gelovigen en haat ten opzichte van de ongelovigen) en de mensen die de munkar ( wat de Sharee'ah definieert als slecht) verbieden. Allaah zegt:" En degenen die omwille van Ons streven, die zullen Wij zeker Leiding schenken op Onze wegen. En voorwaar, Allaah is zeker met de Muhsinoun (weldoeners)." (al-‘Ankaboot, 29: 69)

Moge Allaah ons doen behoren bij deze kleine verloste groep (Ahl us-Sunnah wal-Jamaa'ah) en ons behoeden van het volgen van de verlangens van de verdorven meerderheid, Aameen