m0ker_ro0sje
15-03-2007, 15:53
‘Het is niet veel maar je moet het er maar mee doen’. Ik kink en wacht tot dat ze het kamertje uit loopt. ‘We eten om 6 uur’. Ik antwoord weer met een knik. Ze kijkt me even aan, draait zich dan om, loopt de kamer uit en trekt de deur achter haar dicht. Met een zucht ga ik zitten op het bed en schrik even van het gekraak van het bed. Nu pas kijk ik om me heen. Het is een kamertje van twee bij twee meter en behalve een bed is er ook een klein raampje. De muren zijn wil en kaal. Ik sta op en loop naar het raam toe. Het raam heeft een uitzicht op een plein met een klein speelplaatsje. Hier en daar zie je kinderen spelen en volwassenen die van het heerlijke weer genieten. Het is begin februari maar het lijkt een zomerse dag.
Ooh ja. Wat onbeleefd. Ik heb me nog niet voorgesteld. Mijn naam is Lina Porado. Ik ben 14 jaar en woon… Ik woon eigenlijk nergens. Sinds ik me kan herinneren zit ik een weeshuis en ga van het ene naar het andere pleeggezin. Vandaag zit ik weer in één of andere pleeggezin. Het kan me niet schelen ook. Alsof ze me hier aan kunnen of zo. Het oude vrouwtje van net heeft me zogenaamd hier opgenomen in haar huis. En volgens mij ben ik niet de enige. Maar goed ze houdt het minstens 2 weken met me uit daarna zal ze of in het ziekenhuis belanden met een te hoge bloeddruk of ze brengt me terug naar het weeshuis. Net als altijd verken ik alles. Ik buk en steek me hoofd onder het bed. Een nies is wat volgde. Er ligt een dikke laag stof onder het bed. In het hoekje zit een muizenholletje. Gelukkig, ik dacht al dat ik niet kon slapen zonder de gezelschap van een muis. In het weeshuis zaten er twee in mijn kamer. Het kamertje was groter dan deze maar niet veel groter. ‘Ik kijk op de klok en zie dat het al 10 voor zes was. Ik kijk naar me kleren. Ik draag een groene tuinpak. Zo noem ik dit ding het is een trui en broek aan elkaar vast. Daaronder een ruitjes bloes. ‘Is het wel goed genoeg voor de ontmoeting met de anderen’, zeg ik hard op. Ach joh wat kan het mij nou schelen. Warm is het hier wel zeg. Ik pak een elastiekje en doe mijn haar in een staart. Ik kijk om me heen en loop dan de kamer uit.
Ooh ja. Wat onbeleefd. Ik heb me nog niet voorgesteld. Mijn naam is Lina Porado. Ik ben 14 jaar en woon… Ik woon eigenlijk nergens. Sinds ik me kan herinneren zit ik een weeshuis en ga van het ene naar het andere pleeggezin. Vandaag zit ik weer in één of andere pleeggezin. Het kan me niet schelen ook. Alsof ze me hier aan kunnen of zo. Het oude vrouwtje van net heeft me zogenaamd hier opgenomen in haar huis. En volgens mij ben ik niet de enige. Maar goed ze houdt het minstens 2 weken met me uit daarna zal ze of in het ziekenhuis belanden met een te hoge bloeddruk of ze brengt me terug naar het weeshuis. Net als altijd verken ik alles. Ik buk en steek me hoofd onder het bed. Een nies is wat volgde. Er ligt een dikke laag stof onder het bed. In het hoekje zit een muizenholletje. Gelukkig, ik dacht al dat ik niet kon slapen zonder de gezelschap van een muis. In het weeshuis zaten er twee in mijn kamer. Het kamertje was groter dan deze maar niet veel groter. ‘Ik kijk op de klok en zie dat het al 10 voor zes was. Ik kijk naar me kleren. Ik draag een groene tuinpak. Zo noem ik dit ding het is een trui en broek aan elkaar vast. Daaronder een ruitjes bloes. ‘Is het wel goed genoeg voor de ontmoeting met de anderen’, zeg ik hard op. Ach joh wat kan het mij nou schelen. Warm is het hier wel zeg. Ik pak een elastiekje en doe mijn haar in een staart. Ik kijk om me heen en loop dan de kamer uit.