cheetah
18-07-2002, 23:11
Dit is een waargebeurd verhaal.
Nawal veegt een traan weg. Ze staat in de keuken, naast haar moeder uien te schillen. Ze kijkt naar haar moeder. Een jonge vrouw die er heel oud uit ziet. Die oud is gemaakt door haar gewoontes en tradities. Haar moeder was een vrouw van tradities, die er echt naar het woord van de mensen uit de buurt leefde. De marokanen in de buurt wel te verstaan. Een vrouw die als er een marokaans meisje uit de buurt weer iets had uitgehaald, gelijk haar dochters streng toesprak. Van binnen was haar moeder wel degelijk een zachte vrouw, die heel veel liefde in zich had, maar werd gedwongen door de "buurtmaatschappij" om wel degelijk aan de eer te denken. Haar liefde voor haar kinderen stond wel boven die eer, maar toch was het een belangrijk iets voor haar.
"Nawal, vraag wat Mourad en bah willen drinken" zei haar moeder. Nawel stemde zonder een reactie toe en liep de huiskamer in. "Wat willen jullie drinken?" vroeg ze zacht. Zonder haar aan te kijken antwoorde haar broer dat hij cola wilde, en dat ze goed moest kijken of er nog wel prik in zat. "Ik wil thee, zeg tegen je moeder dat ze thee moet maken" antwoorde haar vader bijna prikkelig. Haar vader was een man van zijn woord, als hij iets zei, was het bijna altijd op een boze manier, en ook de blik in zijn ogen was niet echt vriendelijk. Behalve tegen de Nederlanders en de andere buitenstaanders. Dan was hij poeslief. Heel lief. En als hij nog niet omgedraaid was stond hij al te schelden in het Marokaans. "Zemmel, of l'Keghba" ookal deed die man of die vrouw niet eens iets ergs.
Mourad was de broer van Nawal, ze scheelden vier jaar met elkaar, en hadden totaal geen goede band. Het was een jongen die haar om het slingste geringste in elkaar sloeg. Een jongen die alle praatjes geloofde. Ooit stond Nawal bij de bus te wachtten toen er een Nederlandse jongen langs liep en haar vroeg of de bus net voorbij was. Een "bekende" van haar broer heeft dat opgemerkt, en het direct aan Mourad doorgespeeld. Althans in andere woorden. "Ik heb jou zusje met een nederlander gezien, volgens mij was het haar vriend, ze waren aan het zoenen." Die nacht die erop volgde was een ware hel. Nawal heeft bijna twee dagen opgesloten in de kelder gezeten zonder eten en drinken. Maar ze was het gewend.
Nawel is een meisje van net 18 jaar. Met haar sluike licht krullende bruine haar en sneeuwwitte huid was ze een mooie meid. Een intelligente meid.
De volgende ochtend word ze vroeg wakker. Ze nam zich altijd voor om eerder op te staan dan dat haar vader of broer deden, zodat ze ook eerder weg zou kunnen gaan naar school. Om half acht ging ze al de deur uit. Ze deed snel een beetje lipgloss op. Bij de bus bleef ze in een hoekje staan. Daar kwam Nora aangelopen. Zij en Nora waren samen goeie vriendinnen, niet de beste, maar goede. Ze wisten alles van elkaar, behalve de huissituatie van Nawel. Nawel deed altijd haar best om niemand het te laten merken. Het moest perfect zijn.
Nora kwam glimlachend en met open armen aangelopen. "Ewa schat, hoe gaat het?" vroeg Nora haar vrolijk. "Goed, goed." antwoorde Nawel. "Zo ik kon mijn bed niet uit, Allahtief, mijn moeder zat naast mijn oor te gillen!" zei Nora lachend. Nawel glimlachtte. De bus kwam eraan. Nawel pakte haar OV en liep snel naar een stoel. Het was druk dus die konden snel bezet zijn, dat was gewoonlijk. Nora kwam ook vlug aangelopen en ging naast haar zitten.
Nawal veegt een traan weg. Ze staat in de keuken, naast haar moeder uien te schillen. Ze kijkt naar haar moeder. Een jonge vrouw die er heel oud uit ziet. Die oud is gemaakt door haar gewoontes en tradities. Haar moeder was een vrouw van tradities, die er echt naar het woord van de mensen uit de buurt leefde. De marokanen in de buurt wel te verstaan. Een vrouw die als er een marokaans meisje uit de buurt weer iets had uitgehaald, gelijk haar dochters streng toesprak. Van binnen was haar moeder wel degelijk een zachte vrouw, die heel veel liefde in zich had, maar werd gedwongen door de "buurtmaatschappij" om wel degelijk aan de eer te denken. Haar liefde voor haar kinderen stond wel boven die eer, maar toch was het een belangrijk iets voor haar.
"Nawal, vraag wat Mourad en bah willen drinken" zei haar moeder. Nawel stemde zonder een reactie toe en liep de huiskamer in. "Wat willen jullie drinken?" vroeg ze zacht. Zonder haar aan te kijken antwoorde haar broer dat hij cola wilde, en dat ze goed moest kijken of er nog wel prik in zat. "Ik wil thee, zeg tegen je moeder dat ze thee moet maken" antwoorde haar vader bijna prikkelig. Haar vader was een man van zijn woord, als hij iets zei, was het bijna altijd op een boze manier, en ook de blik in zijn ogen was niet echt vriendelijk. Behalve tegen de Nederlanders en de andere buitenstaanders. Dan was hij poeslief. Heel lief. En als hij nog niet omgedraaid was stond hij al te schelden in het Marokaans. "Zemmel, of l'Keghba" ookal deed die man of die vrouw niet eens iets ergs.
Mourad was de broer van Nawal, ze scheelden vier jaar met elkaar, en hadden totaal geen goede band. Het was een jongen die haar om het slingste geringste in elkaar sloeg. Een jongen die alle praatjes geloofde. Ooit stond Nawal bij de bus te wachtten toen er een Nederlandse jongen langs liep en haar vroeg of de bus net voorbij was. Een "bekende" van haar broer heeft dat opgemerkt, en het direct aan Mourad doorgespeeld. Althans in andere woorden. "Ik heb jou zusje met een nederlander gezien, volgens mij was het haar vriend, ze waren aan het zoenen." Die nacht die erop volgde was een ware hel. Nawal heeft bijna twee dagen opgesloten in de kelder gezeten zonder eten en drinken. Maar ze was het gewend.
Nawel is een meisje van net 18 jaar. Met haar sluike licht krullende bruine haar en sneeuwwitte huid was ze een mooie meid. Een intelligente meid.
De volgende ochtend word ze vroeg wakker. Ze nam zich altijd voor om eerder op te staan dan dat haar vader of broer deden, zodat ze ook eerder weg zou kunnen gaan naar school. Om half acht ging ze al de deur uit. Ze deed snel een beetje lipgloss op. Bij de bus bleef ze in een hoekje staan. Daar kwam Nora aangelopen. Zij en Nora waren samen goeie vriendinnen, niet de beste, maar goede. Ze wisten alles van elkaar, behalve de huissituatie van Nawel. Nawel deed altijd haar best om niemand het te laten merken. Het moest perfect zijn.
Nora kwam glimlachend en met open armen aangelopen. "Ewa schat, hoe gaat het?" vroeg Nora haar vrolijk. "Goed, goed." antwoorde Nawel. "Zo ik kon mijn bed niet uit, Allahtief, mijn moeder zat naast mijn oor te gillen!" zei Nora lachend. Nawel glimlachtte. De bus kwam eraan. Nawel pakte haar OV en liep snel naar een stoel. Het was druk dus die konden snel bezet zijn, dat was gewoonlijk. Nora kwam ook vlug aangelopen en ging naast haar zitten.