Bekijk volle/desktop versie : Het vegen over de sokken



13-02-2007, 14:57
Het vegen over de sokken


Door de nobele Shaykh al-Imaam Mohammad ibn Saalih al-'Oethaymien
- moge Allah hem genadig zijn -


De overleveringen van de Boodschapper - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - met betrekking tot het vegen over de sokken hebben het niveau van tawaatoer(1) bereikt en Ahloes-Soennah(2) hebben dit aangenomen. Zodanig dat sommige mensen van kennis die boeken over de geloofsleer geschreven hebben, het vegen over de sokken in de boeken van de geloofsleer hebben vermeld.


Dat is omdat ar-Raafidah (de Sjiieten) hier tegenstrijdig aan zijn: zij hebben het vegen over de sokken niet bevestigd, maar zij hebben dit verworpen. Het verwonderlijke is dat onder degenen die het vegen over de sokken hebben overgeleverd ‘Alie ibn Abie Taalib - moge Allah tevreden zijn met hem - is. Toch verwerpen zij dit en nemen zij het niet aan. Daarop is het vegen over de sokken tot de herkenningstekens van Ahloes-Soennah gaan behoren en tot de zaken waarover eenstemmigheid is, waarover zij geen twijfel hebben dat het van de Boodschapper van Allah - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - komt.


Al-Imaam Ahmad heeft gezegd: "Er is geen enkele twijfel in mijn hart over het vegen."


Of hij zei: "Iets waarover veertig overleveringen zijn op het gezag van de Profeet - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - en zijn Metgezellen."


Maar er zijn voorwaarden voor het toestaan van het vegen over de sokken.

De eerste voorwaarde: dat je de sokken aantrekt, terwijl je in een staat van reinheid bent. De Profeet - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - zei namelijk tegen al-Moeghierah ibn Shoe'bah - moge Allah tevreden zijn met hem - toen hij de sokken van de Profeet - sallallahoe 'alayhi wa sallam - wilde uittrekken:


"Laat ze, want ik heb ze aangetrokken, terwijl ik in een staat van reinheid was."



Daarna veegde hij over zijn sokken.(3)


Het maakt geen verschil uit of bij de reiniging de voeten nu werden gewassen, of dat er geveegd werd over de sokken.


Bijvoorbeeld: wanneer je een volledige woedoe-(4) verricht, je voeten wast en daarna de sokken aantrekt; hier heb je ze aangetrokken, terwijl je in een staat van reinheid bent.


Zo ook wanneer je van tevoren de sokken hebt aangetrokken en hierover geveegd hebt, en daarna behoefte hebt aan extra sokken, waarop je deze over de eerste sokken waarover je geveegd hebt, aantrekt, terwijl je in een staat van reinheid bent; dan kun je over het tweede paar sokken vegen. Maar dan begint de tijd van het vegen vanaf het moment dat je over de eerste sok hebt geveegd, en niet over de tweede sok. Dit is de correcte uitspraak: wanneer je sokken aantrekt over de sokken waarover je geveegd hebt, dan veeg je over de buitenste sokken, maar de tijd van het vegen begint vanaf het moment dat je over de binnenste sok geveegd hebt.


Ook is het noodzakelijk dat de reiniging plaats heeft gevonden met water. Dus wanneer je de sokken aangetrokken hebt, terwijl je in een staat van reinheid door tayammoem(5) bent, dan mag je hier niet over vegen. Bijvoorbeeld: je bent op reis en beschikt niet over water, waardoor je de tayammoem verricht en de sokken aantrekt, terwijl je in een staat bent van reinheid door tayammoem. Daarna vind je water en wil je de woedoe- verrichten: in deze situatie is het noodzakelijk dat je de sokken uittrekt en je voeten wast tijdens de woedoe-. Het is niet toegestaan om in deze situatie over je sokken te vegen, omdat je ze niet had aangetrokken terwijl je in een staat was van reinheid, waarin je je voeten hebt gewassen. Want de tayammoem heeft slechts betrekking op twee lichaamsdelen en dat zijn het gezicht en de handen.


De tweede voorwaarde: dat het vegen over de sokken plaatsvindt in een staat van kleine onreinheid(6). Om deze reden zei Safwaan ibn ‘Assaal: "...behalve in een staat van djanaabah(7), maar na het ontlasten, urineren en slapen." Wanneer iemand dus in een staat van djanaabah is, dan is het niet voldoende om over de sokken te vegen, maar is het noodzakelijk dat hij deze uittrekt en zijn voeten wast. Want bij de grote reiniging mag men niet vegen, behalve in geval van noodzakelijkheid. Dan mag men bijvoorbeeld over een verband of gips vegen.


De derde voorwaarde: dat het vegen plaatsvindt in de tijdsduur die de Profeet - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - heeft vastgesteld, en dat is één dag en één nacht voor de niet-reiziger en drie dagen en drie nachten voor de reiziger.


Zoals dit ook authentiek is overgeleverd van ‘Alie ibn Abie Taalib - moge Allah tevreden zijn met hem - in Sahieh Moeslim dat hij zei:


جعل النبي صَلَّى اللَّه&#161 5; عَلَيْه& #1616; وَسَلَّ& #1605; للمقيم يوماً وليلةً وللمساف& #1585; ثلاثة أيام بلياليه& #1575;



"De Profeet - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - stelde voor de niet-reiziger één dag en één nacht en voor de reiziger drie dagen en drie nachten."(8)




Dat wil zeggen: in het vegen over de sokken.


Als deze tijdsduur verlopen is, mag er niet meer geveegd worden en is men verplicht om de sokken uit te trekken en de voeten te wassen. Maar wanneer de tijdsduur verloopt, terwijl jij in een staat van reinheid bent: blijf dan in deze reinheid, want de reinheid wordt niet verbroken. Wanneer je echter de woedoe- wil verrichten na het verlopen van de tijdsduur, dan ben je verplicht om je voeten te wassen.


Bron: Sharh Riyaad as-Saalihien, hadieth nr. 20
Vertaald vanuit het Arabisch door: Ridouane Mallouki


--------------------------------------------------------------------------------

(1) Voetnoot van de vertaler: Tawaatoer: Datgene wat is overgeleverd door zo een groot aantal overleveraars, dat het onmogelijk is dat zij het allen eens zijn over een leugen.



(2) Voetnoot van de vertaler: Ahloes-Soennah (wal-Djamaa'ah): De mensen van de Soennah en de Groep, zij die zich vasthouden aan de weg van de Profeet - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - en zijn Metgezellen. Een aantal andere benamingen voor hen: Ahloel-Hadieth, As-haaboel-Hadieth, Ahloel-Athar, as-Selefiyyoen, al-Firqatoen-Naadjiyah (de Geredde Groep), at-Taa-ifatoel-Mansoerah (de Groep die de overwinning zal krijgen), as-Sawaadoel-A'dham, al-Ghoerabaa- (de Vreemdelingen).


(3) Overgeleverd door Moeslim (274).


(4) Voetnoot van de vertaler: Woedoe-: Kleine rituele wassing.


(5) Voetnoot van de vertaler: At-tayammoem: Het vegen met aarde over het gezicht en de handen in plaats van de woedoe- te verrichten. Dit is toegestaan wanneer men:

1) niet over water beschikt of 2) wanneer men vreest om geschaad te worden door het gebruiken van water, vanwege een ziekte, wond of hevige kou, en je niet in staat bent om het water op te warmen (de oorsprong van deze woorden vindt men terug in "al-Mawsoe'ah al-Fiqhiyyah al-Moeyassarah" van ash-Shaykh Hoesayn al-‘Awaayshah - moge Allah hem behouden).


(6) Voetnoot van de vertaler: Dat wil zeggen onreinheid als gevolg van de volgende zaken:

1) het urineren

2) het ontlasten

3) het laten van een wind

4) het vrijkomen van voorvocht

5) het afwezig zijn van het verstand: als gevolg van bezetenheid, gestoordheid, flauwvallen, enz.

6) het raken van het geslachtsdeel gepaard met lust

7) het eten van kamelenvlees

8) het slapen.

Hiervoor hoeft men slechts de kleine rituele wassing (woedoe-) te verrichten.

Dit in tegenstelling tot de grote onreinheid, die plaatsvindt als gevolg van de volgende zaken:

1) zaadlozing (of dit nu plaatsvindt wanneer je wakker bent of tijdens het slapen)

2) geslachtsgemeenschap (wanneer de twee geslachtsdelen elkaar treffen, zelfs al vindt er geen zaadlozing plaats)

3) menstruatie

4) postnatale bloeding.

Hiervoor moet men de grote rituele wassing (ghoesl) verrichten (de oorsprong van deze woorden vindt men terug in "al-Mawsoe'ah al-Fiqhiyyah al-Moeyassarah" van ash-Shaykh Hoesayn al-‘Awaayshah - moge Allah hem behouden).

(7) Voetnoot van de vertaler: Djanaabah: Staat van onreinheid als gevolg van geslachtsgemeenschap of een zaadlozing.

(8) Overgeleverd door Moeslim (276).