Bekijk volle/desktop versie : Religieuze Uitspraken.



27-08-2006, 14:05
De meeste verschillen ontstaan door onwetendheid en door gebrek aan kennis. ?En indien de mensen zonder kennis hun mond zouden houden, dan zouden er ?veel minder problemen zijn.
Men moet de intentie hebben om oprecht te zijn, enkel voor het aangezicht van ?Allah. En de enige manier om er te komen, is door Allah te vrezen en door de ?mensen op te voeden en hen te onderwijzen over de manier waarop onze ?rechtgeleide voorgangers leefden. Want wanneer men hen als voorbeeld neemt, ?dan zal men al gauw inzien dat men geen religieuze uitspraken mag doen, ?zonder dat men hiertoe bevoegd is. Allah, de Allerhoogste, zegt:?
?“ En zeg niet – door de leugens die jullie tongen beschrijven ( vertellen ) - : Dit ?is toegestaan en dat is verboden om over Allah een leugen te verzinnen. ?Voorwaar, degenen die over Allah een leugen verzinnen zullen niet ?welslagen.” ( Annahl, 116 )?

Abie Noedrah heeft gezegd:
?“ Vanaf het moment dat ik dit vers gelezen heb ben ik bang, tot op heden, om ?religieuze uitspraken te doen.” En Allah, de Verhevene, heeft ook gezegd:?
?“ Zeg : ‘ Hebben jullie gezien wat Allah voor jullie heeft neergezonden aan ?voorzieningen en dat jullie daarna een gedeelte ervan toegestaan ?verklaarden?’ Vraag ( hen ) : ‘ Heeft Allah jullie dat toegestaan, of verzinnen ?jullie leugens over Allah?’ Wat denken degenen die leugens over Allah ?verzinnen van de Dag der Opstanding ? Voorzeker, Allah is genadevol ?tegenover de mensheid, maar de meesten van hen zijn niet dankbaar.” ?
?( Yoenoes, 59 & 60 )?

Az-Zamachsjarie heft gezegd:?
?“ Dit vers is voldoende als waarschuwing, om de mens er van te weerhouden om ?zomaar iets te zeggen, en om hem te leren om nauwkeurig te zijn. En niemand ?mag iets zeggen over het geloof, behalve wanneer hij hierover voldoende kennis ?heeft. En degene die niet over voldoende kennis beschikt, moet Allah vrezen en ?zwijgen. Indien hij het toch niet doet, dan behoort hij tot degenen die over Allah ?liegen.”?

Ibnoe-Moenkadir heeft gezegd:?
?“ Degene die een religieuze uitspraak doet, bevindt zich tussen Allah en Zijn ?schepping. Hij moet dus oppassen met wat hij zegt ! ”.??

De geleerden hebben gezegd:?
?“ Wanneer er aan iemand gevraagd wordt om een religieuze uitspraak te doen, ?dan is het beter dat hij zwijgt en dat hij tracht om iemand met meer kennis te ?zoeken die deze vraag in zijn plaats kan beantwoorden, of iemand die hiervoor ?speciaal benoemd werd, en dat is de weg van de onze voorgangers.”?

Ibn Abie Laylaa heeft gezegd:?
?“ Ik heb wel honderdtwintig metgezellen ontmoet, en wanneer er een vraag aan ?iemand van hen gesteld werd, weigerde hij om deze te beantwoorden ( en ze ?lieten allen hun beurt voorbijgaan ) , tot de vraag weer gesteld werd aan de eerste ??( van hen ) en hij deze wel moest beantwoorden. ”?

Dit was de gewoonte van onze voorgangers. Maar hoe is het met ons ? Wij ?beantwoorden vragen, zonder over de gevolgen na te denken. Men mag echter ?pas vragen beantwoorden, wanneer de geleerden hiervoor de toestemming ?hebben gegeven, want de uitspraken moeten gebaseerd zijn op de juiste kennis. ?Is dit niet het geval, dan is men slechts een brug die over de hel hangt, waarover ?de mensen hun weg naar het paradijs zullen afleggen, en daarna zal degene die ?uitspraken gedaan heeft ( zonder juiste kennis ) in de Hel geworpen worden !.?

Ibnoe Mas’oed heeft gezegd :?
?“ Leer, alvorens de kennis weggenomen wordt, en de kennis zal weggenomen ?worden doordat de geleerden zullen verdwijnen. En doen alsof men kennis ?heeft, behoort tot de vernieuwingen ( in het geloof ). ”?

Beste student van de kennis hou niet op en blijf studeren tot je sterft. Vanaf het ?moment dat men meer kennis verkrijgt, zullen er minder verschillen zijn, vooral ?wanneer deze kennis gebaseerd is op de juiste bronnen en op godvrezendheid. ?En hou je vast aan dit stevig fundament. En weet dat er in de geloofsleer geen ?blindelings volgen bestaat. Maar wanneer je kennis te gering en te zwak is, dan ?volg je een geleerde. En dat is de manier van onze rechtgeleide voorgangers. ?


Uit een boek van : ?
Sheikh Mohammed Hoesain Ya’qoeb. ?