Rif-Special (exclusive)[/SIZE]
[SIZE="1"]Zaterdag 28 juli 2007
Ik ben nu in Ben Tayeb. Jammer genoeg is daar een enorm complexe reis aan vooraf gegaan. Ik weet niet zo goed wat ik van alles moet vinden, dus zal ik eerst vertellen hoe alles is verlopen. Meestal vloeien de conclusies en gevoelens dan als water uit mijn mond. ’s Ochtends vroeg werd ik wakker. Ik werd dus geacht op te staan uit mijn bed, ‘dingen te gaan doet die met doet als men op reis gaat’. Eh, ik niet dus. In de eerste instantie bleef ik een kwartier van mijn kamer naar het toilet te gaan zonder ook mijn gedachten te gebruiken. Afijn, alles werd bestuurd door impulsen. Op een gegeven moment werd ik me na lang nadenken (wat enige moeite kostte) toch van bewust dat ik wat movement moest tonen. Langzamerhand naderde het einde. Ik had me omgekleed, koffie gedronken en mijn laatste spullen gepakt. Ik leek klaar te zijn om een strijd aan te gaan die ik in feite gewoonweghad verloren.
Ik stapte de auto in met mijn ouders en nam afscheid van mijn tante. De auto vertrok, en wist op dat moment dat ik Tanger zou missen, en een nogal misplaatst substituut zou ontvangen: bergen. Mohiem. In het begin was alles nog te doen. Meknes en Tetouan waren niks. Maar the real shit begon na Ouazzane en Bab Berrad. Klots klots, zei mijn maag. Stil nou, anwoordde ik. Klots, klots, klots, zei ze weer, dit keer opdringerig. I think i’m going to be sick. Ik pakte een zak en mijn maag keerde zich om. Alleen gal was te bekennen in de helaas doorzichtige zak. Ik bekeek de uitkomst. Niet kijken, zei ik tegen mezelf. Maar dat was nu eenmaal de waarheid. Ik had nogal het verbazingwekkende idee dat dit, deze hele reis gewoon tragisch werd als we niet eens over de helft waren en moest kotsen. Rmohiem, zoals de Irrifiyen trachten te zeggen. We reden verder totdat we bij een parkeerplaats aankwamen. Ik had bepaalde parkeerplaatsen in Spanje als not done verklaard, en dacht dat dat het limiet was als het veoorlochening van toiletteren betrof. Ik had het aanzienlijk bij het verkeerde eind. Het waren van die parkeerplaatsen waar je bijvoorbeeld niet eens van wilde WETEN wat voor mensen er werkten, wat er verkocht werd, en wie op de toiletten hadden gezeten. Oke, ik kraam wellicht onzin uit, want deze het laatste wil ik ook niet weten bij de schoonste parkeerplaats waarvan je zou denken dat die speciaal gemaakt waren voor mensen die smetvrees hadden. Maar je snapt de strekking van het verhaal wel. Dit terzijde. Mijn vader kocht cola voor me. Ik dacht, ik ga genieten. Dit was nog maar het naieve begin, want toen ik een slok nam kon je me in alle waarschijnlijkheid vast al horen denken: ‘Ik mag vast best wel wat prik proeven.’
In een auto begin je je als normaal mens best te vervelen als je er al langer dan 3 uur zit en kostmisselijk bent. En het ergste zijn nog wel de hatelijke borden: Alhoceima 310 km. Ik durf niet eens naar die verkeersborden te kijken, zo demotiverend zijn ze. Mijn vader is er van overtuigd dat de borden liegen. Ik ook. ‘Wat is dit voor onzin, Alhoceima 200 km? Willen ze nou vertellen dat ik het afgelopen uur maar 10 kilometer verder ben gekomen? La hawla wa la quwwata illa billah...’ Het grappige, ofwel trieste is dat je de schijn niet meer langer op kunt houden. Je probeert af en toe lief te zijn tegen jezelf door jezelf aan te praten dat de wegen helemaal niet zo erg zijn als ze lijken, en dat die heen en weer klotsende maag maar een gefrustreerd hompje vlees is dat aandacht te kort komt. Het helpt misschien niet langer dan 5 minuten, maar de magische spreuk is al snel uitgewerkt wanneer je half bewusteloos in een rare hoek van 90 graden ligt, tussen de passagiersstoel en de achterbank in. Je gaat ook hele aparte houdingen zoeken om te zitten, dan wel liggen om te overleven. Op een gegeven moment heb je ook niet meer door dat de arm die in je zij port werkelijk van jou is. Je rijdt verbaasd en vol ongeloof door het Rif-gebergte. Af en toe draait een zorgelijk gezicht zich om, vraagt of alles oke is. Dat is dan ook de enige vorm van communicatie. Tof doen helpt niet, je moet in zo’n situatie echt niet denken dat je een ‘gezellig praatje’ kunt maken, ook al ben je nog zo’n mensch. Nee. Na 7 uur door de bergen te hebben gereden kwamen we aan bij aith-Wayagher gebied. (Dat is een zelfingenomen stam die vrijwel altijd een grote bek hebben en denken dat ze Abdelkrim al-Khattabi zijn. Excuses, bij een Rif-verslag horen ook vooroordelen) We reden langs Imzouren, Bni Bouiach, Alhoceima. Daarna kwamen we bij Driouch. Sidenote: hoe kunnen mensen nou stoer doen over Driouch? Het is gewoon een zandbak met wat cafeetjes hier en daar. Ok, vast wel wat meer, maar het is allemaal zo iel dat het niet meer te zien is. Misschien als je goed kijkt zie je een verdwaalde 7ammou met snor en een pluchen Ithran T-shirt. Moet verder kunnen.