Bekijk volle/desktop versie : Aids



22-07-2006, 20:37
Salam alle mensen ik ga jullie een verhaal vertelen over Aids wat echt gebeurd is....!
k ben nnu in een internetcafe in frankrijk want ik ben onderweg naar marokko...!
nou ik moet weg maar ik maak soo nog een stukje voor jullie over een 15 min ben ik weer met m'n verhaal het is heel mooi

22-07-2006, 20:48


he meid ,
hier is een nieuwe fan
ga verder als je tijd hebt
ik ben benieuwd van je verhaal ,
is het waargebeurd of verzonnen?
kusje sousou_love

22-07-2006, 21:06
Yeaaah Beginnn

23-07-2006, 09:22
nee waargebeurt in marokko

23-07-2006, 09:23


ik kan nog niet soveel doen ik ga na marokko omnderweg schrijf ik op papier als ik in marokko ben gaa ik verder

23-07-2006, 09:41
Een student met HIV en hemofilie leefde een hoopvol leven… en dat had een reden. Een artikel over hoe je hoop kunt houden, wat je in het leven ook voor de voeten gegooid wordt.

Een persoonlijk, waar gebeurd verhaal… Op de lagere school liep Steve Sawyer, een jongen met hemofilie, het HIV-virus en hepatitis C op door besmette bloedtransfusies. Jaren later, toen hij negentien was en wist dat hij binnenkort zou sterven, gebruikte Steve zijn laatste jaren om honderden hogescholen en universiteiten af te reizen en studenten te vertellen wat hij geleerd had over een hoopvol, vredig leven temidden van afschuwelijke omstandigheden. Duizenden van de studenten die Steves verhaal gehoord hebben zouden je kunnen vertellen dat zijn waar gebeurde verhaal over hoop en Gods liefde hun leven voor altijd veranderd heeft. Dit is de bewerking van lezing die Steve hield aan de University of California in Santa Barbara.




Dit verhaaltje illustreert hoe wij mensen geneigd zijn om te gaan met pijn en lijden. Wij willen altijd dat de omstandigheden om ons heen van koers veranderen in plaats van zélf te veranderen om die omstandigheden het hoofd te kunnen bieden. Mijn eigen leven is hier een treffend voorbeeld van.


Leven met HIV: het eerste stadium
Ik ben geboren met hemofilie, een bloedziekte die ervoor zorgt dat mijn botten en gewrichten zonder reden opzwellen. Hemofilie wordt behandeld met een proteïne die gewonnen wordt uit gedoneerd bloed. Ergens tussen 1980 en 1983 was een deel van dat bloed afkomstig van een donor die met het HIV-virus besmet was. Als gevolg daarvan waren alle medicijnen die uit die pool afkomstig waren (misschien wel enkele honderden eenheden) besmet met HIV. Later liep ik op dezelfde manier ook Hepatitis C op.

Ik kreeg niet te horen dat ik seropositief was tot een aantal jaar later, in het tweede jaar van de middelbare school. Toen het me verteld werd was mijn eerste reactie een typisch voorbeeld van hoe velen van ons reageren wanneer we geconfronteerd worden met iets wat we niet aankunnen. Ik ontkende gewoon dat ik seropositief was en probeerde te doen alsof het niet zo was. HIV deed niet zoveel pijn als hemofilie. Wanneer je gewrichten en spieren opzwellen als gevolg van hemofilie is dat een uitzonderlijk pijnlijk gebeuren. Maar bij HIV zijn er in eerste instantie geen uiterlijke symptomen. Je merkte er niet echt wat van, dus het was gemakkelijk om te doen alsof het er niet was. Zo gingen mijn ouders er trouwens ook mee om. “Je ziet er goed uit, niet anders dan anders, dus dan zal het ook wel goed met je gaan,” zeiden


dit is het enige wat ik heb

-xxxx- The_devel

23-07-2006, 09:42
ze.Leven met HIV: ontkenning
Een fantastisch voorbeeld van dit soort ontkenning zie je in de film ‘Monty Python’s in search of the holy grail’. In een scène wandelt koning Arthur door het bos en komt hij een ridder tegen in een gehavend, zwart harnas. De ridder blokkeert het pad en koning Arthur realiseert zich dat hij er niet langs kan als hij de ridder niet eerst verslaat. Er wordt gevochten en koning Arthur krijgt het voor elkaar de arm van de zwarte ridder af te hakken. Koning Arthur steekt zijn zwaard terug in de schede, maakt een buiging en wil voorbij lopen, maar de ridder zegt: “Nee!” Waarop koning Arthur zegt: “Ik heb je arm afgehakt!” De ridder kijkt naar de stomp en zegt: “Nietes!” Dus koning Arthur kijkt naar de grond en zegt: “Maar kijk dan, daar ligt je arm!” Waarop de ridder antwoordt: “Het is alleen een vleeswond.” Koning Arthur realiseert zich dat hij deze man nog veel erger moet verminken wil hij er ooit langs komen. Dus de strijd woedt verder en koning Arthur hakt de ridder al zijn ledematen af, tot er niet meer van hem over is dan een romp met een hoofd. Terwijl koning Arthur hem voorbij loopt hoor je de ridder op de achtergrond schreeuwen: “Kom terug, lafaard, dan bijt ik je knieën af!”

Onnodig te zeggen dat deze ridder in de ontkenningsfase was. Hij kon het feit dat hij het gevecht had verloren niet onder ogen zien. En hoewel dit een humoristisch voorbeeld van ontkenning is, zijn de gevaren van ontkenning bijzonder echt. Als ik het feit dat ik seropositief ben was blijven ontkennen had ik misschien niet de nodige voorzichtigheid in acht genomen wanneer ik in mijn vinger sneed en iemand anders kunnen besmetten en zelfs doden. Maar ook voor jezelf is het ontzettend gevaarlijk en pijnlijk wanneer je iets dergelijks ontkent. Wanneer je iets te lang onderdrukt en probeert te doen alsof het er niet is, wordt de druk juist groter. En uiteindelijk ontploft het.


Leven met HIV: de zinloosheid van ontkenning
Ik was gedurende een jaar of drie in staat te ontkennen dat ik seropositief was. Tijdens mijn laatste jaar van de middelbare school werd ik echter heel erg ziek. Ik begon symptomen van de ziekte te vertonen. T-cellen zijn de witte bloedcellen die infecties bestrijden en het aantal T-cellen dat je in je lichaam hebt geeft aan of je seropositief bent of dat je AIDS hebt. Wanneer je T-cellen tot onder de 200 dalen betekent dat dat je AIDS hebt. Bij mij werd op dat moment 213 gemeten en het aantal daalde nog steeds. Ik was heel, heel ziek en lijkbleek, en ik kon geen voedsel meer binnenhouden. Ik kon niet langer doen alsof mijn AIDS/HIV niet echt was – het was overduidelijk, onvermijdelijk echt.

Ontkenning was niet langer een optie, dus ik moest een nieuwe manier vinden om om te gaan met alles wat ik doormaakte. Het eerste wat ik probeerde te doen was iemand anders de schuld geven. Ik dacht dat ik me beter zou voelen als iemand naar me toe zou komen en zou zeggen: “Steven, dit is mijn fout, man. Het spijt me.” Dus in eerste instantie besloot ik de hele homoseksuele gemeenschap de schuld te geven. Een gemakkelijke oplossing. Maar toen ik er wat verder over nadacht realiseerde ik me dat het nogal stom is om een hele groep mensen de schuld te geven van mijn probleem. Toen besloot ik God de schuld te geven. Nou geloofde ik op dat moment niet echt in God, maar ik kwam tot de conclusie dat als er íemand controle over deze hele situatie had, het God moest zijn. Dus ik gaf God de schuld.
Leven met HIV: woede
Wanneer je iets of iemand hebt om al je opgekropte pijn op te richten, verandert het in boosheid. En uiteindelijk in razende woede. Dus ik begon alles waar ik mee te maken kreeg op te lossen met een woedeaanval. Telkens wanneer iemand iets tegen me zei dat me niet beviel ontplofte ik. Ik mepte tegen muren en vernielde mijn kamer, dat soort dingen.

Maar ik ontdekte dat woede ten koste gaat van gezond verstand, dat het maakt dat je niet meer redelijk kunt denken of handelen. Bovendien kwets je op die manier de mensen van wie je houdt. Een veel betere manier om om te gaan met pijn, is erom te huilen. Dat kwetst niemand en het voelt ontzettend goed.

Hoe dan ook, op een gegeven moment zat ik in mijn kamer en zat ik totaal aan de grond

23-07-2006, 09:43
. Ik was doodziek en ik was enorm afgevallen. Ik schreeuwde en vervloekte God en beukte tegen de muren van mijn kamer, en op dat moment wandelde mijn vader naar binnen. Hij deed de deur achter zich dicht. Mijn vader is alcoholist geweest maar tijdens AA-bijeenkomsten had hij over een Hogere Kracht gehoord. Hij had over God gehoord. Mijn vader keek me aan en zei: “Weet je, Steve, ik kan je niet helpen. Je dokters kunnen je niet helpen. Je moeder kan je niet helpen. Jij kunt jezelf niet helpen. De enige die jou nu kan helpen, is God.” En hij wandelde mijn kamer uit en deed de deur weer achter zich dicht.


Leven met HIV: Op zoek naar verlichting
Nou was ik een paar seconden daarvoor nog druk bezig God te vervloeken, dus ik dacht niet dat ik echt in de positie was om God om hulp te vragen. Maar daar zat ik, en eigenlijk had ik geen andere keus. Ik liet me op mijn knieën zakken en terwijl de tranen over mijn wangen stroomde zei ik: “Oké, God, als U er bent, help me dan. Dan help ik U.” En binnen zeer korte tijd zat ik weer op mijn oude gewicht. Mijn T-cellen schoten omhoog richting de 365, wat een mooi aantal is. En ik voelde me fantastisch. Ik voelde me fantastisch… zomaar opeens. En ik dacht: Oké, dank U, God. Tot ziens maar weer. Dat was aardig van U. Dag!
Ik haalde mijn diploma en vertrok in de daaropvolgende zomer naar de universiteit om een toelatingstest te doen. Toen ontmoette ik ook mijn kamergenoot. Ik kwam aan op de universiteit, deed de test en daar stond die lange, magere, blonde jongen. Hij zei: “Hé, jij ziet er normaal uit. Wil je mijn kamergenoot worden?” En ik dacht: Oké, jij niet, maar… “Natuurlijk.” We werden kamergenoten en zelfs elkaars beste vrienden. Ik ontdekte dat mijn kamergenoot christen was. Op dat moment had ik een plaatje in mijn hoofd van wat een christen was. In mijn ogen waren christenen hypocriete, hooghartige, veroordelende personen. En zo zou ik ze altijd blijven zien, dacht ik. Maar mijn kamergenoot was anders.

Hij had dyslexie. Ik ontdekte dat als hij studeerde en gefrustreerd raakte – zo gefrustreerd dat ik in zijn geval tegen muren zou beginnen te beuken en dingen kapot zou smijten – hij gewoon even stopte, zijn ogen sloot, even bad, diep ademhaalde en weer verderging met studeren. Daar snapte ik helemaal niets van. Ik dacht: Hoe is het mogelijk dat je niets sloopt? Je moet toch iets slopen! Het verbijsterde me echt dat hij in staat was er op deze manier mee om te gaan.

Mijn kamergenoot nodigde me uit om met hem mee te gaan voor een korte vakantie aan Daytona Beach. Terwijl we daar waren knoopte mijn vriend een praatje aan met de jongen die naast ons op het strand zat. In het begin praatten we gewoon over algemene onderwerpen, de normale dingen. Maar na een poosje besloot mijn vriend diepe, zwaarwichtige onderwerpen aan te snijden. Daar had ik helemaal geen zin in. Ik al genoeg om mee te worstelen. Het valt niet mee om je er voortdurend van bewust te zijn dat je jong zult sterven. En ik had echt niet de behoefte om dat soort dingen te op het strand met een vreemde bespreken, dus ik trok me als het ware terug uit het gesprek. Zij bleven praten en uiteindelijk kwam het op het punt dat mijn vriend probeerde uit te leggen waar hij als christen in geloofde. Ik had altijd wel een idee gehad van wat een christen was, maar ik wist eigenlijk helemaal niet waar ze nou in geloofden of wat ze dachten. Dus ik luisterde met een half oor naar wat hij allemaal zei.


Leven met HIV: Wat God je aanbiedt
Ik weet niet of ik dit even goed kan uitleggen als hij, maar hij zei iets als dit: “Ik geloof in God, dat is duidelijk. En ik geloof dat God ons gemaakt heeft om een relatie met Hem te hebben. Maar wij willen die relatie met Hem helemaal niet, dus we duwen Hem weg. God wegduwen, Hem afwijzen, die rebellie – dat is wat de Bijbel “zonde” noemt, dus ik zie zonde als het afwijzen van God. En omdat we dat gedaan hebben, terwijl we gemaakt zijn om een relatie met Hem te hebben, hebben we straf verdiend. De straf voor onze rebellie is de dood, wij gaan allemaal dood. En dan is er nog een geestelijke dood, want we zijn van Hem gescheiden.” O, dacht ik bij mezelf. Dat klinkt lekker vrolijk.



























Vlak voor de kust van Maine voer een marineschip door de zeer dichte mist. Deze avond zag de cadet die op wacht stond in de verte een niet-bewegend licht. Hij nam meteen contact op met zijn kapitein. “Ik zie in de verte een lichtje dat recht op ons afkomt. Wat wilt u dat ik doe?” De kapitein gaf hem opdracht een boodschap door te seinen naar het andere schip en het opdracht te geven onmiddellijk van koers te veranderen. Het schip seinde terug: “Nee, júllie moeten van koers veranderen.” De kapitein gaf de cadet opnieuw opdracht het tegemoetkomende schip te bevelen onmiddellijk van koers te veranderen. Opnieuw was het antwoord: “Nee, jullie moeten van koers veranderen.” In een laatste poging seinde de cadet de boodschap: “Dit is de kapitein van een U.S. Navy slagschip, verander onmiddellijk van koers.” Het antwoord was: “Nee, jullie moeten van koers veranderen. Dit is een vuurtoren.”
dit is het wat ik kan vertllen ik gaa ee andere keer nog iets voor jullie makne

23-07-2006, 09:44

Citaat door Malikaatje_123:
Yeaaah Beginnn
Ik ben l begonnen
en ik ben al klaar

23-07-2006, 18:47
thanx voor vervolg
amai zo vroeg typen
wollah ik heb een traan van dit verhaal
maar ga zo verder als je tijd hebt ok